Programma van 9 tot 13 sep. 1923



Brochure

Bron: FelixArchief nr. 1968#544

Deze tekst werd automatisch gegenereerd op basis van gescande pagina’s met OCR-software. Door de diverse historische lettertypes gebeurde dat niet altijd foutloos.

Toon alleen de facsimile’s van dit programma


7 cSV te mb er If-2 3

Uit­ga­ve e Ci­ne­ma- en Tooneel­we­reld », Korte Gast­huis­straat, 16, Ant­wer­pen.


« CIN EM A WERE LD »

1 ff T fO­RA­TIO B. War­ner is een der

jr—. H zeld­za­me film­spe­lers welke jour-**. na­lis­ten ver­af­schu­wen. Noch nim­mer stond hij één hun­ner een in­ter­view toé, zoodat er fei­te­lijk over zijne le­vens­ge­schie­de­nis wei­nig ge­kend is. We zul­len ons best doen, om door bij­een ver­gaar­de losse nota’s, een be­knop­te le­vens­be­schrij­ving weer te geven.

Onze held is in 1876 te St-Jo­hn’s Woos, nabij Lon­den, ge­bo­ren. Zijn vader was een zan­ger die om­rei­zen in­richt­te en al spoe­dig be­trad Ho­ra­tio de plan­ken, zelfs nog vóór hij al­leen kon loop­en.

Op tien­ja­ri­gen ou­der­dom kwam hij met zijne fa­mi­lie te Lon­den. Over dag ging hij naar school en ’s avonds trad hij in het ge­zel­schap zijns va­ders op aan de zijde van be­ken­de tooneel­spe­lers mee­st­al m Sha­ke­spe­a­ri­aans­ce treur­spe­len.

Op zes­tien­ja­ri­gen ou­der­dom kwam hij zijne stu­dies te ein­di­gen welke van hem een werk­tuig­kun­di­ge zou­den ge­maakt heb­ben hadde de stem van den schouw­burg het niet ge­haald. Twee jaar later stak hij naar Ame­ri­ka over en wel­dra werd hij er lid van een rei­zend tooneel-ge­zel­schap.

Jaren lang blijft hij dit be­roep uit­oe­fe­nen, en er is geene Ame­ri­kaan­sche stad al­waar War­ner niet is op­ge­tre­den. Een tijd­lang was hij zelfs te Lon­den ver­bon­den ge­weest.

Ze­ke­ren dag ont­moet­te hij een vriend die hem me­de­deel­de dat er eene maat­schap­pij was ge­sticht ge­wor­den welke voor doel had het maken van fil­men. Maar War­ner was reeds ver­bon­den om voor ze­ke­ren tijd de plan­ken te be­tre­den, en aldra ver­gat hij wat zijn vriend hem ge­zegd had.

Het was al­leen­lijk toen hij eeni­ge maan­der later House Pe­ters ont­moet­te, dat War­ner er ern­stig aan dacht zijn geluk in de ci­ne­ma ook eens te gaan be­proe­ven.

Het ui­ter­lijk van House Pe­ters toon­de dui­de­lijk zijne wel­va­rend­heid: zijn over­jas was naar de laat­ste snit, zijn hoed klaar­blij­kend nieuw, en zijne licht­kleu­ri­ge hand­schoe­nen sche­nen hem voor de eer­ste maal te die­nen.

« Maar hoe komt dit toch, riep War­ner uit, zoudt gij mis­schien eene goud­mijn ont­dekt heb­ben? »

« Neen, we­der­voer Pe­ters, ik doe aan ci­ne­ma, dit is alles. »

Zooals men het wel kon den­ken, liet War­ner dit zich geene twee­maal zeg­gen en ’s an­de­ren­daags vroeg en be­kwam hij een klein fi­gu­ra­tie­rol­le­tje in een New-Yor­ker stu­dio.

Alles be­viel er War­ner, en ge­dul­dig als hij was, wist hij zijn weg te maken zooals de dag van heden be­wijst.

Zijne voor­naams­te ban­den zijn: «One hour be­fo­re Dawn», «Grey Wolfs’s Ghost», «Hun­ting Sha­dows», «Unchar­ted Chan­nels» en «The White Dove)).. .

De hier­bij­gaan­de photo is ge­trok­ken uit een nieu­we Hac­k­in­film: «Om de Eer eener Vrouw».

H. B. War­ner is ge­huwd met Rita Shan­wood en heeft een zoon en eene doch­ter. Hij zelf meet 1 m. 80 en heeft blond haar en blau­we oogen. Een steeds wel­wil­lend brief­wis­se­laar is hij en zijn adres is: Hol­ly­wood Hotel, Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A. Nemo.

H. B. WAR­NER


Be­geer geen an­der­mans Vrouw

Bui­ten­ge­wo­ne ko­me­die in 6 dee­len. Ver­tolkt door WAL­TER HIERS, COL­LEEN MOORE, T. ROY BAR­NES en GRACE DARM­OND

Dicht bij de plage wonen de Mil­ler s en de Rob­bin’s in twee ge­lijk­soor­ti­ge villa’s. Tommy Rob­bins hoydt veel van zijn vrouw­tje, doch, de ele­gan­te Letty brengt lie­ver haar tijd in het Ca­si­no door en komt enkel naar hius om met haar echt­ge­noot een doos­je sar­di­nen te verob-be­ren, tot groote ver­bit­te­ring van haar man. Het te­gen­over­ge­stel­de is bij Harry,

gin­nen beide echt­ge­noo­t­en te be­den­ken dat in­dien zij hunne vrou­wen moesten ver­wis­se­len, het in hun huis­hou­den veel ge­luk­ki­ger zou toe­gaan. Zij be­slui­ten er hunne vrou­wen eens over te pol­sen.Döch deze — de­wel­ke in wer­ke­lijk­heid hun echt­ge­noo­t­en be­min­nen — hun woord ge­ge­ven heb­ben­de, stel­len voor­eerts eene proef­week voor, ge­du­ren­de de­wel­ke

de echt­ge­noot van Jane Mil­ler, waar. Zijn vrouw­tje toch — eene goede huis­houd­ster en be­kwa­me kokin — vindt hij, die ge­du­rig zijn tijd in het kof­fie­huis door­brengt, veel te veel huis­vrouw.

Tommy ver­telt zijne ont­goo­che­ling aan zijne buur­vrouw Jane, ter­wijl Harry zijn nood aan Letty klaagt. Stil­aan be-

Harry en Letty een­er­zijds en Tommy en Jane an­der­zijds zich zul­len kun­nen ver­ge­wis­sen cf zij wer­ke­lijk voor el­kan­der ge­schikt zijn.

Na een wei­nig ver­ba­zing aan­vaar­den de man­nen. Doch ge­du­ren­de die week voedt Letty haar toe­ko­men­de echt­ge­noot niet al­leen met sar­di­nen dcch laat alle

« CI­NE­MA­WE­RELD »

sier­lijk­heid varen en kleedt zich als eene boe­rin; Jane toont een bui­ten­ge­wo­ne nei­ging voor de Ca­si­no en de dans en ver­geet er gansch het huis­hou­den door. En de ont­goo­chel­de echt­ge­noo­t­en keeren tot hunne we­der­helft terug, ge­luk­kig over de bij­val van hun list.

FILM DE LANGE

it 69, Groen­straat, Brus­sel A


« CIIMEÎVIA­WE­RELD »

Hoe ik de Ex­pe­di­tie Scott film­de

De kin­de­ren vra­gen ware ge­schie­de­nis­sen en hunne ou­ders zelf zijn er dik­wijls erg op be­lust om deze te ken­nen en voort te ver­tel­len. De ex­pe­di­tie Scott schenkt én dezen, én aan genen de prach­tig­ste ver­we­zen­lij­king. Het ver­he­ven treur­spel dat zich ont­rol­de voor den Groo­ten Bar­reel van den Zuid­pool, al­waar Ka­pi­tein fc­cott en. zijne ge­zel­len het leven lie­ten, zal al die­ge­nen tot in hunne ziel ont­roe­ren, wien maar al­leen ge­voel heb­ben voor de groote mens ch e lijke d ra ma’s.

Op ze­ke­ren schoo­nen De­cem­ber­dag van 1910, kwam' de « Ter­ra-No­va » (een klein vaar­tuig dat bi­zon­der ge­bouwd was voor deze reis naar den Zuid­pool) en aan boord heb­ben­de Ka­pi­tein Scott en al de moe­di­ge man­schap­pen die hem ijl zijn ge­vaar­lij­ke tocht ver­ge­zel­den, in ken­nis met de eer­ste ijs­gang. 'Ge­du­ren­de 7 weken lang had het schip te kam­pen gehad met al­ler­lei soor­ten van moei­lijk­he­den die het ont­moet­te met het door­va­ren der on­me­te­lij­ke ijs­zee van den At­lan­ti­schen Oce­aan en liet was op 3e Ja­nu­a­ri 1911 dat het aan de « Groote Bar­ree! » aan­land­de, aan­ge­duid door eene schrik­wek­ken­de in­slu­ting van hooge ijs­ber­gen, die het vaste land om­ga­ven. De ex­pe­di­tie was dus in het hart van het land der «Sneeuw­go­din», dààr waar alles dons en kris­tal lijkt, dààr waar de ver­lo­ren me lisch niets te hopen heeft dan zijn voor­uit­zicht, zijn moed en... de Voor­zie­nig­heid. Ka­pi­tein Scott en zijne ge­zel­len of­fer­den hun leven om het Vaan­del der Be­scha­ving dààr, in het hart van het maag­de-ïijke land, te plan­ten.

Op 4 Ja­nu­a­ri ont­scheep­te de ex­pe­di­tie op het ei­land van Ross, op de plaats ge­naamd Kaap Evans, een zand­ach­ti­ge grond, aan den voet zelf van den berg Ere­bus, vul­kaan in», volle wer­king; de stou­te rei­zi­gers kam­peer­den er met 17 pon­ne­vs en 30 Si­be­ri­sche hon­den, 3 au­to­sle­den, 12 ge­wo­ne sle­den en le­vens­voor­raad voor drie jaar. Het groot­ste depl der ex­pe­di­tie zich schuil­plaat­sen bou­wen­de, wacht­te op deze plaats ge­du­ren­de al en tijd dat de reis van Lui­te­nant Camp­bell zou duren die met Ie « Ter­ra-No­va » naar hoog­er lig­gen­de stre­ken ver­trok­ken was. Het be­trof om een ge­deel­te te ver­ken­nen van het land « Ko­ning Ed­ward VIII ». Zij volg­den de kust zoo goed zij kon­den, maar deze was ver­de­digd door on­ver­bid­de­lij­ke stei­le rot­sen aan de­wel­ke zich nog mensch noch dier kon vast­klam­pen en aldus was men ver­plicht de hoop op te geven langs deze zijde hun doel te kun­nen be­rei­ken.

Lui­te­nant Camp­bell, ont­moe­digd, tracht­te als­dan de weg in te slaan langs de Groote Bar­ree].

Wat Ka­pi­tein Scott be­treft deze was op het ei­land van Ross ge­ble­ven tot 1 No­vem­ber 1911. De pool­nacht was op het punt te ver­dwij­nen en het weder was ge­noeg­zaam zach­ter ge­wor­den om toe te laten de 2,509 ki­lo­me­ters af te leg­gen die hem naar den Zuid­pool moesten lei­den en op het oog­en­blik van ver­trek, schreef Ka­pi­tein Scott in zijn dag­boek: « De toe­komst is in han­den van God ».

Het is deze reis welke ik mee­maak­te en waar­in ik Ka­pi­tein Scott in zijn ge­vaar­vol­le tocht ver­ge­zel­de.

Het is niet mijn doel om de In­zon­der­he­den van deze reis té be­schrij­ven, ik laat dit over aan an­de­ren die in dit vak meer be­dre­ven zijn dan ik. Doch ik ben zoo vrij eeni­ge pun­ten aan te halen be­tref fende mijne taak die be­stond om ci­ne­ma­to­graphs sehe op­na­men te doen die voor doel had­den aan tijd­ge­noo­t­en en onze na­ko­me­lin­gen de we­der­waar­dig­he­den van de ex­pe­di­tie­reis ‘van Ka­pi­tein Scott te too­nen.

Om er toe te komen fotos te nemen in d Zuide lijke ge­wes­ten, waar de lucht­ge­stel­te­nis aan­hou­dend mer­ke­lijk oniær nul is. moet men eene voort du­ren­de aan­dacht schen­ken aan de min­ste .enig­he­den; er zijn ont­zet­tend veel hin­der­pa­len waar­mee de ope­ra­teur, zelfs de meest on­der­vin­ding rijk­ste af te re­ke­nen hééft.

De er­va­ring, die ik in de ge­wes­ten van den Zuid­pool op­ge­daan heb, is mij duur te staan ge­ko­men.

Bij­voor­beeld, ht- was veel­eer ver­kiesllij­ker de ki­ne­ma­to­graphi­sche toe­stel­len bui­ten de hut te laten dan wel ze bin­nen in vei­lig­heid te bren­gen. Er was som­tijds een ver­schil van 100 gra­den tus­schen de lucht­ge­stel­te­nis van bui­ten en die der hut. Als men een toe­stel bin­nen plaatste, was het aan eene ze­ke­re sa­men­trek­king bloot­ge­steld en wel zood­a­nig dat het on­mid­del­lijk door de warm­te die in de hut heer­scHie met water ge­vuld was...

In­dien het om de eene of an­de­re reden noodig was een toe­stel bin­nen te plaat­sen, moest het ge­heel en gansch zorg­vul­dig af­ge­droogd wor­den en moest er voor­al op gelet, opdat er niet de min­ste voch­tig­heid tot op de lens door­drong.

Zoo, door on­acht­zaam­heid, men te dicht bij eene lens adem­de, maak­te de adem, die on­mid­de­lijk ver­dik­te, ze on­bruik­baar, want ze werd als het ware door eene lich­te ijs­korst be­dekt, waar­van men ze niet kon ont­doen. Men moest ze in aan­ra­king bren­gen met warme lucht-, ze laten ont­dooi­en en ver­vol gens ze goed droog af­wrij­ven.

Het was on mo­ge­lijk de me­ka­niek van het toe­stel in te smee­ren, want zelfs de olie die ik mij in Zwit­ser­land aan­ge­schaft had en die men mij als « on­be-vries­baar » ver­kocht had, ver­dik­te nog aan­stonds Het in­wrij­ven moest met grap­hiet ge­beu­ren. Vei schei­de­ne mij­ner kleur­fil­ters lost­ten door de ver­an­de­ring van lucht, van hunne voet­stuk­ken en wer­den al zoo on­bruik­baar.

Er moest voor­al goed op­ge­past wor­den dat de pho-. tógraphi­sche pla­ten niet ge­schon­den wer­den al­vo­rens men er zich van be­dien­de. Er was in de hut geene plaats ge­noeg om er gansch mij­nen vooraad te ber­gen en mijne don­ke­re kamer moest van tijd tot tijd tot schuil­plaats die­nen aan den le­vens­voor­raad die bui­ten de hut in den sneeuw lag

Om te be­let­ten dat de pla­ten be­dier­ven, moest men ze met veel om­zich­tig­heid en stil­aan bin­nen halen. Dit werk nam twee dagen in be­slag; de eer­ste dag legde men ze in den in­gang en den twee­den dag bracht en be­waar­de ik ze in de don­ke­re kamer, al­vo­rens ze te ope­nen. Een­maal aan de lucht ‘bloot­ge­steld, kon­den de pla­ten on­mid­del­lijk ont­wik­keld wor­den en was het niet moer noodig al deze maat­re­ge­len te tref­fen om ze bui­ten de hut te bren­gen.

Nog meer ei­sch­ten de or­tho­chro­ma­ti­sche pla­ten bi zond ere acht­zaam­heid. Maar het waren de cel­lu-loïde fil­men die mij de beste uit­sla­gen deden be­ko­men. Er is geen twij­fel mo­ge­lijk dat, voor alle pho­to­graphi­sche on­der­ne­min­gen in de Zui­der­ge­wes-ten, de film veel voor­rang op de pla­ten heeft, voor­na­me­lijk die van « East­man » welke ik bijna uit lui­te­lijk ge­bruik­te.

Ieder films tuk en ie­de­re plaat waar ik mij van be­diend heb om de ex­pe­di­tie Scott te fil­men, werd in die stre­ken ont­wik­keld in mijne klei­ne don­ke­re kamer 1.50 meter in bot vier­kant me­ten­de.

jillt

« CI­NE­MA WERE LD »

H. G. Pan­ting, de fo­to­graaf-ont­dek­kings­rei­zi­ger, ver­telt hier zijn we­der­va­ren tij­dens Scott’s pool­reis.

Om een cme­ma­to­graphisch toe­stel met zij­nen film te laden is er eene groote le­nig­heid der vin­gers noodig. Wan­neer dit werk in volle lucht ge­daan moest wor­den, was ik wel ver­plicht mij van mijne hand­schoe­nen te ont­doen en ver­schei­de­ne malen waren mijne han­den gansch be­vro­zen.

Wan­neer de han­den een me­taal­ach­tig ge­deel­te van het toe­stel raak­ten had men het ge­voel eener brand­won­de. Ze­ke­ren dag, door on­acht­zaam­heid, stak ik eene vijs van het toe­stel in den mond: oog­en­blik­ke­lijk be­vroos deze tegen de lip­pen zood­a­nig, dat, wan­neer ik ze terug trok, het vel mij­ner' lip­pen mede af­ge­rukt werd. Eene an­de­re maal, ter­wijl ik mijn toe­stel op het te pho­to­gra­fi­eeren doel richt­te, kwam mijne tong licht in aan­ra­king met

het me­taal en oog­en­blik­ke­lijk be­vroor deze tegen het toe­stel. Ik moest haar schie­lijk terug trek­ken met het treu­rig ge­volg dat het vel van de punt mij­ner tong af­ge­rukt werd en dat ik eeni­ge dagen een felle pijn te on­der­staan heb gehad.

Eene der bui­ten­ge­wo­ne avon­tu­ren die mij óver­kwa­men ge­du­ren­de mijn ver­blijf in de Zui­der­ge-vves­ten was het vol­gen­de:

Ze­ke­ren dag zag ik een acht­tal bots­kop­pen (een dier in den aard der zee­hon­den, inaar groo­ter en veel krach­ti­ger, zij val­len dik­wijls zelfs wal­vis­schee aan) die in het water zwom­men op eeni­ge me­ters af­stand van het ijs. Daar het de eer­ste maal was dat ik deze die­ren van nabij zag, nam ik on­mid­de­lijk het be­sluit ze te draai­en. Mijn toe­stel grij­pen­de


« CI­NE­MA­WE­RELD »

liep ik naar het uit­ein­de van liet ijs; de die­ren had­den mij ins­ge­lijks op­ge­merkt en voor ik den tijd had eene op­na­me te nemen wier­pen zij zich alle acht onder het ijs waar­op ik mij be­vond. Zon­der na te den­ken bleef ik on­be­weeg­lijk, ho­pen­de dat zij zich in volle zee zou­den terug trek­ken, doch hoe groot was mijne on­stel­te­nis wan­neer ok .be­vond dat deze schel­men het ijs op­lich­ten waar­op ik stond. Ont­zag­ge­lij­ke kra­kin­gen lie­ten zich hoo­ren; onder de druk­king van hun ge­weld begon het ijs te'scheu­ren, on­mid­del­lijk nam ik mijn toe­stel op de schou­der en begaf mij naar het vaste land, maar de die ren, mijne scha­duw door het ijs héén be­mer­ken­de, en gis­sen­de dat hunne prooi hen ging ont­snap­pen, deden ver­schrik­ke­lij­ke kracht­in­span­nin­gen om het ijs onder mijne schre­den te ver­nie­len. Scott die liet ge­vaar van uit de hut be­merk­te, riep mij toe te loop­en, maar naar­ma­te dat ik voort­snel­den, snel­de d die­ren mij voor­uit en ik was ver­plicht van de eene ijs­schaal op de an­de­re te sprin­gen, want het i js gaf toe naar­ma­te ik liep. Ein­de­lijk kwam ik aan een ge­deel­te waar het ge­bro­ken ijs een ope­ning vai. een meter had. In ge­wo­ne om­stan­dig­he­den ware het mij on­mo­ge­lijk ge­weest met een ge­wicht van 20 kilos op de schou­ders en in mijne dikke pels­kleeding zulk een sprong te doen, maar het ge­vaar ver­tien-dub­bel­de mijne, krach­ten en zon­der aar­ze­len dóórkwam ik de hin­der­paal met een sprong.

De bots­kop­pen, woe­dend de par­tij ver­lo­ren te heb­ben, bra­ken al het ijs op eene op­per­vlak­te van meer dan ICO me­ters. Scott zegde mij later dat hij vrees­de dat dit avon­tuur het ramp­za­lig einde van den pho­to­graphi­schen dienst der ex­pe­di­tie ver­oor­zaakt zou heb­ben.

Ik had ge­hoopt eene pho­to­graphi­sche op­na­me te kun­nen nemen van het Zui­der­licht. Dit won­der­lijk na­tuur­ver­schijn­sel ver­toon­de zich maar twee­maal op de drie jaren dat ik in de Zui­der­ge­wes­ten ver­toef­de. Ieder maal stel­de ik er meer dan veer­tig pla­ten aan bloot, maar on­ge­luK­Kig­lijk geven de schoo­ne kleu­ren van het licht geen en­ke­le in­druk op de pho­to­graphi­sche pla­ten en wan­neer ik deze ont­wik­keld had, toon­den deze geene en­ke­le ge­lij­ke­nis met het prach­ti­ge ver­schijn­sel dat wij allen om ter meest be­won­derd had­den.

H. G. PONTI/ING.

De film dep Scott-Ex­pe­di­tie wordt veri huurd door de zor­gen van

FILM TRI­OMP­HE

en is reeds in de « Fo­lies-Bergère » Ki­ne-ma te Ant­wer­pen ver­toond ge­wor­den.

ONS PHO­TO­HOEK­JE

] S. ont­ving gra­tis de photo van Bebe Da­niels, Ru­dolp­he Va­len­ti­no, Frank Mayo. 1 homas Meighan, Babby Peggy er twee van Agnes Ayres.

Rosa ont­ving gra­tis de photo van Lea-tri­ce Joy, ver­ge­zeld van een vrien­de­lijk schrij­ven, na 2 maan­den; van Bil­lie Burke. na 6 weken; van Li­li­an Gish, na 8 maan­den, met vrien­de­lijk schrij­ven; van Ruth Roland, een brief vra­gend lid van hare club te wil­len wor­den.

V. V. Steen­brug­ge ont­ving gra­tis na 4 dagen de photo van Jaques Ca­te­lain, for­maat 18 x 23.

Alice Paoor ont­ving gra­tis de photo van San­dra Mi­lo­wan­off na 6 dagen; van Ge­or­ges Bis­cot (post­kaart) na 8 dagen: van Lya de Putti na 3 weken (post­kaart); van Wil­li­am Far­num na 6 weken; van Char­lie Chap­lin na 6 weken; van Tho­mas Meighan na 7 weken.

Toby ont­ving gra­tis na 6 weken eene pracht­fo­to van Mary Pick­ford en van Dou­g­las Fair­banks.

L. Co­li­net ont­ving gra­tis 2 photo's van Char­lie Chap­lin, 20x 25, na 39 dagen; een van Edna .Pur­vi­an­ce 20x25; een van Wil­li­am Far­num, 17.5 x 12.5, na 41 dagen; een van Dou­g­las Fair­banks 18 x 23 en eene van Henny Por­ten.

Gla­dys Wal­top ont­ving gra­tis eenc prachtpho­to van Frank Mayo na 53 dagen.

Elval ont­ving gra­tis de photo van Ho-bart Bos­worth, na 10 weken 17.5x23; van Betty Bal­four, na 7 weken, post­kaart-for­maat, met vrien­de­lijk schrij­ven.

”La Garçonne”

Het Co­mi­teit der Ci­ne­ma­to­graphi­sche Cen­suur in Frank­rijk komt een on­gun­stig ad­vies uit te bren­gen over de film « La Garçonne » van Vic­tor Mar­gu­e­rit­te, wat' het ver­bod die film af te rol­len voor ge­volg had.

Dit ver­bod is ge­mo­ti­veerd door « de be­treu­rens­waar­di­ge ver­vor­ming in dit werk aan het ka­rak­ter van het jonge Fran­sche meis­je ge­ge­ven ».

Al de Fran­sche di­plo­ma­ti­sche agen­ten in den vreem­de wer­den van dit ver­bod op de hoog­te ge­steld.

Deze nota werd ins­ge­lijks aan het Ant-werpsch stads­be­stuur over­ge­maakt, wat het uit­ge­vaar­dig­de ver­bod tot open­ba­re ver­toon­mg voor ge­volg had.

En in­tus­schen wordt de schan­de­lijk­ste lit­te­ra­tuur op den open­ba­ren weg en de dub­bel­zin­nig­ste en schun­nig­ste op­voe­rin­gen in tin­gel­tan­gels en der­ge­lij­ken zon­der maar eeni­ge in­men­ging van hoo-ger­hands­we­ge zoo maar goed­zak­kig ge­duld.

« CI­NE­MA­WE­RELD »

= Geïllu­streer­de » Ci­ne­ma­nieuws­jes

THO­MAS MEIGHAN ETHEL CLAY­TON

be­komt op t oog­en­h­lik op het ame­ri­kaai­isch tooneel is zin­nens een reis om de we­reld te maken. Al­leen

een reu­zen i ifc­ces dat dit zij­ner fil­men eve­naart. lijk maar uit lou­ter ge­noe­gen.

CI­NE­MA­NIEUWS­JES

Ar­mand Du Ples­sy filmt in het Le­wins­ky Stu­dio « Un Héri­ta­ge de Cent Mil­li­ons », dra­ma­ti­sche en hu­mo­ris­ti­sche co­me­die.

Naar men ons meldt zou­den de weel­de­ri­ge lok­ken van de Zweed­sche film­star Anna Q. Nils­son af­ge-sne­den zijn voor een be­lang­rij­ke film waar­in zij een jon­gen moet ver­beel­den; daar­voor zon zij enige dui­zen­de dol­lars ge­trok­ken heb­ben.

M. de Mar­san draait « La Nuit Rouge » ge­heim­zin­nig po­li­tie­dra­ma.

Ge­luk­ki­ge film­go­den. — Velen dezer ge­luk­za­li­gen nemen ins­ge­lijks in den zomer een tijd ver­lof. Norma Tal­m­ad­ge is ver­trok­ken naar Ho­no­lu­lu, de hoofd­plaats der Ha­wai-ei­land­eii. Con­stan­ce Tal­m­ad­ge brengt hare va­can­tie te New-York door en Nat­ha­lie. Bus­ter Ke­a­ton et Ke­a­ton ju­ni­or gaan naar Ca­ta­li­na. Mary Pick­ford en Dou­g­las Fair­banks zeg­gen dat er geene be­te­re rust­plaats is dan hunne wo­ning in het hart­je der Be­ver­ley Hills. Agnès Ayres ook ver­klaart haar rust­tijd door te bren­gen in haai’ huis in Ca­li­for­nië daar zij de laat­ste zes maan­den ge­noeg ge­reisd heeft. Dit is ook de meer­ling van Glo­ria Swan­son. Char­lie Chap­lin en Ri­chard Dix hou­den van een­zaam­heid. Dix gaat zijn tijd door­bren­gen in bosee­hen en op ber­gen ter­wijl Chap­lin uit­ziet naar eene plaats waar hij de nieuws­bla­den re­por­ters kan ont­loop­en. Con­way Tcar­le gaat eene reis maken naar de West In­dien en Wal­ter Hiers met zijne bruid gaan een toer­tje doen in de Ver­ee­nig­de Sta­ten.

Be­scher­ming der die­ren. — Een groep hoog­ge­plaatste dames in Ame­ri­ka gaan een on­der­zoek in­stel­len aan­gaan­de de be­han­de­ling der die­ren welke ge­bruikt wor­den voor de ci­ne­ma. Het is na­tuur­lijk waar voor­al­eer een wild dier ge­temd is het zeer zeker wat te ver­du­ren heeft gehad.

Mil­ton Sills en zijne fa­mi­lie. — Ten huize van Mil­ton Sills in Hol­ly­wood heeft een fa­mi­lie­feest­je plaats gehad, vier ge­slach­ten waren er ver­te­gen­woor­digd. De groot­moe­der van Sills, Mary At­kins, vier­de' haar 93e ge­boor­te­dag, zij is ge­bo­ren te Hay­hay in Ca­na­da. De moe­der van Mil­ton Sills is ge­bo­ren til Chi­ca­go, hij zelf ook in Chi­ca­go en zijne doch­ter Doro­thy in Lon­den. Deze vier per­so­nen hul­dig­den de oude damé welke nog zeer goed te pas is.

Norma Tal­m­ad­ge. In New-York is eeu reus-ach­ti­ge ci­ne­ma­zaal ge­o­pend welke voor iiaam draagt:« Norma Tal­m­ad­ge The­a­tre ».

Twee groote kont­rak­ten. — Twee film­ac­teurs zagen deze maand hunne vrouw plot­se­ling om­ringd van eer­be­wij­zen. Mis­res Bry­ant Wash­burn heeft een bui­ten­gewóón kont­rakt voor lan­gen ter­mijn ge-teëkend met een nieu­we film­maat­schap­pij, en Mis­res Tom Moore of beter Renée Adorée, heeft geteek­end voor 5 jaar om dra­ma­ti­sche fil­men te ver­tol­ken.

Te Pa­rijs draait men op het oog­en­h­lik « De Ge­schie­de­nis der Mo­nu­men­ten van Pa­rijs » waar­door men niet al­leen die van Pa­rijs zal te zien krij­gen inaar ook de mo­nu­men­ten van Ver­sail­les.

Eene ver­za­me­ling klak­ken. —- Bus­ter Col­lier be zit 366 klak­ken van alle groote en kleur, hij begon dtze lief­heb­be­rij wan­neer hij in een film vier ver­schil­len­de pet­ten moést dra­gen, hij dacht toen dat het geen kwaad zou doen deze te be­wa­ren en bij deze nog an­de­re te voe­gen. Zijne ver­za­me­ling is waar­lijk iets ei­gen­aar­digs; hi j heeft eene klak die eens ge­dra­gen werd door Char­lie Chap­lin en me­ni­ge an­de­re welke vroe­ger be­hoor­de aan be­kend film­star­ren en aan be­roem­de mis­da­di­gers, de laat­ste zijn voor­be­hou­den voor ban­die­ten­rol­len


TREKT HEM MET HET OOR

Jack Bur­ton .... Her­bert Rawl­in­son

Waar­om ver­ber­gen zich twee vrou­wen in een auto en waar­om spre­ken drie man­nen in een huis, waar­van deu­ren en ven­sters pot­dicht ge­slo­ten zijn? Mys­te­rie... Maar mys­te­ries kun­nen ont­slui­erd wor­den en daar­om zul­len wij u maar in het kort zeg­gen dat de twee dames en de drie man­nen per­so­nen van be­lang zijn eerst pas in New-York aan­ge­ko­men om een val­schaard te kas­tij­den.

Deze val­schaard, Stu­art Gran­ger ge­naamd, is een man die alles be­hal­ve moe­dig is. Hij heeft voor neef een brave jon­gen. Jack Bur­ton, die zijn le­vend por­tret is. Op ver­zoek en mits be­ta­ling van Stu­art, is Jack het eens hem, Stu­art te "r van­gen.

Door deze ver­an­de­ring sprui­ten er ver-schil­li­ge avon­tu­ren voort: de eene knod-dig, de an­de­re ge­voels­vol tot zelfs aan het dra­ma­tie­ke pa­len­de. Maar het voor­naams­te is dat een der dames, die er­gens ko­nin­gin is, ein­digt met Jack te be­min­nen, en hem tegen zijne vij­an­den be­schermt. Zij ein­digt met hem te huwen en onze Jack wordt door dit feit ko­ning van Ti­ti­loula­lië. Dit alles gaat niet zon­der ont­vang­sten, enz., enz. Doch alles heeft eene keer­zij­de: Eens­klaps Wordt er

hevig met zijn oor ge­trok­ken... en wat ziet hij? Dat hij dood­een­vou­dig uit den rust­stoel, waar­op hij lag te sla­pen, op den

"ANO­THER MAN'S SHOES"

A/rxACT/OH ot LOXCj

grond ge­val­len was, droo­men­de dat hij zich in het schoo­ne land der apen be­vond.. .

UNI­VER­SAL FILM

28, Sint-Mi­chiel­straat, Brus­sel.

Tr fi a c r/osV o£ cuxe

Brie­ven­bus

Jim.— 1 [' kunt zelf An­net­te Kel­ler­man’s photo vra­gen welke zij wel­wil­lend gra­tis zal op­zeil­den; haar adres is: 707. Oak Street, South Pas­sa­de­na {Cal.) U. S. A.

2° Te Ant­wer­pen in ieder geval niet; voor­wal gansch België be­treft is ónmo­ge­lijk om zeg­gen.

Alice Pavor.—Teek­e­nin­gen ont­van­gen;dankt Ivoor wat Henny Por­ten be­treft, u dient re­ke­ning te hou­den met den bui­ten­ge­wo­ne voor haar on­gun­sti­gen wis­sel­koers...

Van tien Heu­vel. — 1° Glo­ria Swan­son, adres: Lasky Stu­dios. 6284, Seëma Ave­nue, Hol­ly­wood (Cal.) U. S. A.

2° Bus­ter Ka ton. adres: Long Beach (Gal.) II. S. A.

3° Char­les Ray, adres: 1425, Fle­ming Street, Los An­ge­les (Cal.) U. S. A.

Haydée. — 1« Ralph Gra­ves voor­naams­te Fil­men « Dream­street » en « Call of Youth » (dit is de ver­ta­ling in kwes­tie); adres: Athle­tic Club Los An­ge­les (Cal.) U. S. A.

2° naam niet ver­strekt.

3 Gun­nar Tol­naes kan u zijne photo zen­den bin­nen de week; adres: Carls Rang, Bej. 6, Kopen hagen.

N. B. — Als er maar geen « haar­ke­pluk » uit voort komt.!

Ru­dolf. — 1° Ru­dolf Va­len­ti­no, zwart haar en zwar­te oogen; ge­schei­den van Jean Acker en her­trouwt met Na­st­a­cha Ram­bo­va; is nu op dans-tournëe.

3° Agnes Ayres; adres: Fa­mous Play­ers Stu­dios. Long Is­land, New-York U. S. A.

Min­guet­te. 1° Den­ke­lijk si die ar­tist Car­lij­le Blac­kwell.

2 Mary Carr is nu 43 jaar oud en heeft 6 kin-, deren.

3 In « Dron­ken Lot » werd de rol van graaf Hu­bert de Thiel­lay en die van den ban­kier Moëb word ver­tolkt door A. Vol koff.

Ope­ra­teur He­mixem. — 1 Wal­la­ce Reid is ge­stor­ven ten ge­vol­ge het mis­bruik van geest­doo­ven­de mid­de­len.

2 ’t Spijt ons, maar der­ge­lij­ke in­lich­tin­gen ver­strek­ken wij niet.

3 In de Sheik werd de ti­tel­rol ver­tolkt door Ru­dolf Va­len­ti­no en Lady Diana was Agnes Ayres.

Jan Ver­beek. — 1° The­o­do­re Ro­berts, adres: Pa­ra­mount Stu­dios. 6284 Selma Ave­nue, Hol­ly­wood (Cal.) IT. S. A.

2 Agnes Ayres: zie ant­woord 2 aan Ru­dolf.

3 Pola Negri heeft zwart haar, zwar­te oogen en een ui­terst bleeke ge­laats­kleur.

Toby. — 1° Doro­thy Dal­ton zelf­de adres als Pola Negri.

2 Pola Negri, adres; Pa­ra­mount Stu­dios. 6284 Selma Ave­nue, Hol­ly­wood (Cal.) U. S. A.

3° Tho­mas Meighan, adres: Athle­tic Club, Los An­ge­les (Cal.) U. S. A.

Dolly. — 1° Die ar­tis­te is Renée Kelly.

2 dit klei­ne meis­je uit Hu­mo­resque is Mi­ri­am Bat­ti­s­ta.

3 de rol van den zoon der Ko­nin­gin van Saba, h: dien film werd ver­tolkt door Pat Moore.

U ur­bain Jon­c­ke,. er is hier alléén spraak van een ama­teurs-ge­zel­schap, meer niet

Minon. — 1° Wal­de­mar Psi­lan­der, de be­roem­de Deen­sche film­ar­tist is in 1916 ge­stor­ven, hij draai de voor de Nor­dick Film Cy wier adres is: 45. Vim­mel­kaf­tet, Ko­pen­ha­gen.

2° Romna Joubé. adres: 18, rue de l.a Gran­de Chaussée, Paris.

3° Jean De­hel­ly, adres: 98, Bou­le­vard de-Ver­sail­les, St, Cloud (Fran­ce).

Le­onorè Per­du­ca­la. — 1° Alles ont­van­gen en op­ge­no­men.

2° Fran­ce Dhe­lin, adres: rue Jean Jaurès, 97. Le­val­lois-Per­ret (Fran­ce).

Van Steen­brug­ge. — 1° Art Âcord, adres: Uni­ver­sal Stu­dios Nni­ver­sal City (Cal.) U. S. A.

2° Glo­ria Hope, adres: 1423. Our­son Ave­nue.

3 aan welke maat­schap­pij was dien film?

Sar­nia. — 1° Rol­ver­deel­ing niet. ge­ge­ven.

2° Al­mi­ran­te Man­zi­ni, adres. Itala Film, Vi­co­lo Pa noli, vil­li­no Fran­chet­ti, Rame.

3° die ar­tis­te “heeft slechts één rol ver­tolkt, is een toon­cel­spelér, geen ci­ne­ma­ver­tol­ker.

S. Ains­worths. 1° die ar­tist was Con­way Tear­le.

2° de hoofd­ver­tol­kers van « La Coupe d’amour » waren Ho­bart Bos­worth en Madge Bel­la­my.

3° om­stan­dig­he­den, on­af­han­ke­lijk van onzen wil. heb­ben dit tot nu toe nog ver­hin­derd.

Wi­s­trik. — 1° Hélène Daily, adres: ('/O 3, rue Ros­sini, Paris.

2° Gina Païenne, adres: 11. rue du Colisée, Paris.

3° Lu­cien Dalsa­ce. zelf­de adres als Hélène Daily.

Clady Wai­tan. — 1e* Nog nooit van eer ar­tist met der­ge­lij­ke naam ge­hoord, is ech­ter niet on­mo­ge­lijk dat hij er­gens fi­gu­reer­de en sinds­dien aan groot­heids­waan­zin on­der­he­vig is.

2° den­ke­lijk is die ar­tist Eu­ge­ne O’Brien ge­weest..

3° de hoofd ver­tol­kers van « La Fleur du Ranch > waren Aliéné Ray (Pa­tri­cia Mo­re­land): Ro­bert

Fra­ser (David Brooks.)

Kei­zer der Armen. - 1 lu «Pari set tu» ver­tolk­te

San­dra Mi­low­raii­off in zeker tooneel de rol eener mo­dis­te.

2 Die hoofd­rol in « Eene Mar­te­la­res » werd ver tolkt door Mary Carr.

3° Gina Païenne zendt door­gaans hare photo gra­tis.

E, Col­met. — 1° Yvet­te Aridre­yor is eene vrou wel­ij­ke fran­sche film­ar­tis­te.

2° Alla Na­zi­mo­va is eene vrou­we­lij­ke ame­ri­kaan sehe film­ar­tis­te maar rus­si­sche van ge­boor­te.

3° Al­ber­to Capoz­zi is een ita­li­aansch film­ar­tist.

N. B. — Ver­wach­ten nieuws van uwent­we­ge over be­wus­te stap­pen.

Eni­niy.— Moei­lijk op voor­hand te zeg­gen: ge­lie­ve u hier­vor te wen­den tot het ver­hu­rings­n­reel: Au­bert, 40, Nieuwstraat, 68, Brus­sel.

Suzie. — 1° Ri­chard Bart­hel­mess, adres: Athle­tic Club, Los An­ge­les (Cal) U. S. A.

2° Voor­loo­p­ig is er nog maar eene kos­te­looze bij lage aan Tooneel­we­reld, n. 1. de photo van een ar­tist, en welke we­ke­lijksch ver­schijnt.

Rud­val. —1 Ru­dolf Va­len­ti­no dankt zijn roem hoofd­za­ke­lijk aan het feit der « ge­heim­zin­ni­ge be­ko­ring » (onder ons ge­zegd, vindt ik er zoo niets be­paald bi­zon­ders aan) welke bij op de Eva’s doch­ters zou uit oe­fe­nen. Als spel geldt voor­na­me­lijk dit zij­ner oogen.

Grise. — 1° Hen­triv Por­ten in de duit­sche of vlaam­sche taal te schrij­ven; de an­de­re ar­tis­ten in de en­gel­se­he of fran­sche.

2 Onze brie­ven­bus is gansch kos­te­loos.

Nemo.

N. B. — Vra­gen ons na Zon­dag tce­ge­ko­men wor­den in het vol­gend num­mer be­ant­woord.


Onze Ciné-Ro­mans

Kazan, de Wolf­hond

be­werkt naar de Phi­I­I­ips-Film door Ed. Neorg

Een eind­loos uit­ge­strek­te grond met sneeuw be­dekt; de witte woes­tijn zoover de ge­zicht­ein­der reikt: boven u een grij­ze be­wolk­te hemel, er uit­ziend als een reus­ach­ti­ge sta­len koe­pel. Een scher­pe noor­der­wind blaast over het ter­rein, de sneeuw op­zwee­pen­de in mil­li­oe­nen vlok­jes... Ner­gens eeri teek­en van leven; geen vogel of ander ge­dier­te zou het ge­waagd heb­ben in deze be­vro­ren wil­der­nis te voor­schijn te komen zool­ang de wind niet, gaan luwen was.

Doch op het oog­en­blik ont­waar­de men tegen de klare ho­ri­zont eene zwar­te stip welke lang­za­mer­hand groo­ter werd en waar­op men dui­de­lijk on­der­schei­den kon: een meis­je en een hond, welke een ge­la­den slede voort­trok­ken.

Het meis­je was om­trent 23 jaren oud; de hond, meer wolf dan hond, was een sterk ruw dier; zijn naam was Kazan, hij haat­te alle men­sche­lij­ke .we­zens, zijn ras eigen, uit­ge­no­men drie per­so­nen.

Twee dezer was hij zoo toe­ge­daan als zijn haat voor an­de­ren groot was; de derde per­soon, zijn ei­gen­lij­ke mees­ter, was slechts eene her­in­ne­ring, maar deze her­in­ne­ring leef­de steeds in de her­se­nen van Kazan. Hij zag zich zelf lig­gen aan de bui­ten­zij­de van een kamp­vuur. Zijn mees­ter maak­te voed­sel ge­reed voor een ander man welke ge­boeid lag. Had Kazan een mensch ge­weest, dan had hij ge­we­ten dat zijn mees­ter een ser­jant was der Noord-Wes­te­lij­ke be­re­den po­li­tie en de an­de­re zijn ge­van­ge­ne. Maar Kazan be­greep niets van wet of ge­rech­tig­heid. In zijn leven in de wil­der­nis was voor hem wet: zijn tan­den en klau­wen. Hij had de ge­boei­de man zich zien op­rich­ten, een blok hout nemen, en, wan­neer zijn mees­ter zich over het vuur boog. deze het blok hout on­ge­na­dig op het hoofd slaan.

Had Kazan niet ste­vig aan eene slede vast ge­le­gen, hij hadde zijne tan­den in des moor­de­naars keel gezet en hem ge­dood, maar nu was hij ma­cii­te­loos.

Door zijn hevig ruk­ken was de slede nit het ijs los­ge­raakt en wa­neer de rnaiî met het bloe­dend hout naar hem toe kwam, en hij be­greep dat hij niet vech­ten of dooden kon, vlucht­te Kazan met de slede ach­ter zich.

De vol­gen­de her­in­ne­ring was dat hij ge­von­den werd, ster­ven­de van uit­put­ting, door de man in de slede welke hij nu voort­trok. De man had hem.​opgenomen, in zijn pels ge­wik­keld, hem eten en drin­ken ge­ge­ven en hem mede ge­no­men naar zijne ko-loie.

Daar had Kazan liet meis­je ont­moet welke hem nu hielp de slede voort­trek­ken. Zij had hem gered van een moord­aan­slag, wan­neer op ze­ke­ren dag hij de moor­de­naar van zijn mees­ter zag en deze in de beenen wilde bij­ten. Dat was wan­neer zijn twee­de mees­ter af­we­zig was en de moor­de­naar de stout­heid had hem te na­de­ren, want al de man­nen in het

kamp vrees­den Kazan even­als het dier de bergleeuw.

En zoo ging al zijne lief­de en toe­wij­ding tot het meis­je en de man in de slede.

Doch Kazan was ten einde krach­ten. Hij, even­als de man, waren ge­wond door een ge­vecht met een troep wol­ven, welke hen aan­ge­val­len had­den. Wan­neer hij zag dat het meis­je en zijn twee­de mees­ter in ge­vaar ver­keer­den, kwam zijn wilde na­tuur naar hoven en vocht hij met eene ra­zer­nij die ónmo­ge­lijk te be­schrij­ven is; met trotsch blik­te hij rond daar hij zeven wol­ven ge­dood had en dat de eer­ste ge­val­le­ne « Ge­kerfd Ge­zicht » was, de aan­voer­der der bende.

Het meis­je wierp de ruwe koord neder, waar­me­de zij de slede trok, en wr­reef over hare armen om haar bloed in be­we­ging te hou­den.

« Wij moe­ten trach­ten vader’s hut bin­nen een uur te be­rei­ken. » zegde zij tot de man.

Als zij sprak wierp zij de pel­sen kap, welke haar aan­ge­zicht be­dek­te, naar ach­ter en nu zag men een lief aan­ge­zich'tje met twee vu­ri­ge blau­we kij­kers.

De man in de slede keer­de zijn hoofd naar haar toe, doch zag haar niet, want hij was sneeuw­blind.

« In­dien ik u maar een hand kon toe­ste­ken » steun­de hij.

« Wees maar ge­rust » ant­woord­de zij. « Ho gaat het met uw arm? »

« Goed, denk ik. In­dien het geene bloed­ver­gif­ti­ging is zal ik bin­nen kor­ten tijd her­steld zijn. »

Hij sprak zeer op­ge­ruimd, maar in zijn hart voel­de hij de min­ste hoop dat zij ooit de hut zou­den be­rei­ken.

Wan­neer het meis­je de koord terug opnam en op den hond riep, glim­lach­te hij.

Jim Thor­pe had in zijn leven al vreem­de avon­tu­ren be­leefd, maar nog geene als nu. Sinds drie jaar trok hij van plaats tot plaats met ééne ge­dach­te, met één doel: Jim Rad­di­son te vin­den, welke zijne zus­ter be­dro­gen had.

En nu was hij hier, ge­wond en blind, met de zus­ter van den man welke hij ge­zwo­ren had te dooden, zijn leven bloot, stel­len­de met de ij­de­le hoop haar ster­ven­de vader te red­den.

Hij glim­lach­te onder zijne pel­sen _kap. Op 48 uren was gansch zijn le­vens­loop ver­an­derd, op zulke vy­ij­ze zooals hij meer­maals in boe­ken ge­le­zen had.

Twee dagen ge­le­den was er in do ko­lo­nie Fonr Forks een In­di­aansch loo­per aan­ge­ko­men met een brief van de oude Pier­re Rad­di­son voor zijn zoon Frank.

Thor­pe her­in­ner­de elk woord van dit kort be­richt:

« Uw broe­der Jim is ver­moord. Kom spoe­dig. Ik ben ster­ven­de en heb de be­wij­zen van Jim’s moor­de­naar; u al­leen kan ik ver­tou­wen. »

Wan­neer dit brief­je aan­kwam was Frank Rad­di­son smoor­dron­ken in de her­berg van Red Casey; zijne zus­ter als­dan trot­seer­de de sneeuw­stor­men om de ster­ven­de pels­ja­ger te red­den.

Thor­pe, even­als de ko­lo­nis­ten, had de brief ge­zien en het bloed steeg hem naar het hoofd bij de ge­dach­te dat eene an­de­re hand de man ge­trof­fen had de­wel­ke hij wilde straf­fen. Hij her­in­ner­de zich hoe Joan, met wilde blik­ken en doods­bleek ge­laat, oen eene slede en hon­den be­del­de en dat hij niet

« CI­NE­MA­WE­RELD »

al­leen de zijne leen­de maar haar zelfs aan­bood mede te gaan op een tocht welke een ze­ke­re dood be-toei­ken­de.

Thor­pe kon maar niet be­grij­pen wat de rede was tot het aan­vaar­den van deze ex­pe­di­tie. Waar­schijn­lijk was het wel omdat hij om het leven niets meer gaf, nu dat zijne wraak hem ont­snapt was en dat een ze­ke­re zin tot humor hem be­sloot de vader van zijn vij­and te hel­pen.

Eén ding was zeker. De held­haf­ti­ge moed van het meis­je, op die twee dagen reis, had in hem be­won­de­ring ge­wekt. Hij haat­te haar zooals allen welke de naam van Rad­di­son droe­gen, doch hare dap­per­heid in het ge­vecht met de wol­ven, hare zelf­op­of­fe­ring om hem, Thor­pe, te hel­pen in zijne blind­heid, op­ge­daan door het on­ein­di­ge sneeuw­ta­pijt. en het zoe­ken naar water om zijn ge­kwet­ste arm te ver­zor­gen, had bij hem de haat ver­an­derd in eer­bied.

Nie­mand beter dan Jim Thor­pe wist dat, in­dien Joan hem aan zijn lot hadde over ge­la­ten, zooals hij haar smeek­te, zij reeds lang haar vader zou be­reikt heb­ben al­vo­rens het groote tem­peest los­brak, doch zij wei­ger­de zoo iets te doen.

« Gij hebt ons, Rad­di­son, ver­on­ge­lijkt, mijn broe­der Jim kan geene vrouw be­dro­gen heb­ben, er moet een mis­ver­stand be­staan. Doch, ik zou zoo slecht zijn, als gij denkt mijn broe­der is, in­dien ik mijn leven zou red­den met u ach­ter te laten. Wij gaan al­le­maal. Kazan en ik zijn sterk. Wij zul­len door de storm heen komen. »

Een half uur was ver­loop­en en zij had­den geen woord meer ge­spro­ken. Het meis­je had al hare krach­ten noodig om deze moei­lij­ke taak te vol­bren- . gen.

Plot­se­ling hield zij halt en kwam dich­ter bij de »lede.

« Ik kan de pijn­boo­men zien ten Wes­ten van de hut » zegde zij, « wij zul­len er nu spoe­dig zijn. »

De man moe­dig­de haar aan, maar zijne lange on­der­vin­ding deed. hem de vree­se­lij­ke storm aan­kon­di­gen, zoo vlug als de wind welke nu in een or­kaan ver­an­der­de. Hij wist, al waren zij enkel op 50 me­ters af­stand eener schuil­plaats, zij toch ver­lo­ren zou­den zijn. Hij her­in­ner­de ge­val­len van per­so­nen, dood ge­vro­zen op een paar me­ters van de red­ding, zoo hevig kan de storm woe­den in het Noor­den.

Doch. hij zegde niets daar­van. Hij wist ins­ge­lijks, hoe meer de hond en het meis­je stil hiel­den hoe vlug­ger hunne krach­ten uit­ge­put ge­raak­ten, hij ver­wen­sch­te dan ook aan­hou­dend zijne mach­te­loos­heid.

Hij tracht­te zich van de slede te laten rol­len, om alzoo het meis­je te ver­plich­ten al­leen ver­der te gaan, doch zij waar­schuw­de hem:

« Ik weet wat gij wilt doen, doch ik zal niet dul­den dat gij u op­of­fert. Het zou enkel tijd ver­lie­zen zijn om u terug in de slede te til­len en gij weet dat de tijd kost­baar is. »

« Laat mij trach­ten te gaan » smeek­te Thor­pe.

« Het is ónmo­ge­lijk. De weg hier nu Is ge­vaar-lijk. »

Stap bij stap voch­ten het meis­je en de hond ver­der. Soms ge­voel­de Joan dat zij geen meter meer voor­uit kon en wen­sch­te zij dan dat zij neer zou val­len en de sneeuw haar graf zou wor­den. De dood zou haar wel­kom zijn in­dien hij rust bracht aan de ver­stijf­de le­de­ma­ten en een einde aan hare vree­se­lij­ke hoofd­pijn.

Maar zij wierp deze zwak­heid tel­kens weg en

hield hare oogen strak ge­ves­tigd op de pijn­boo­men in de verte.

Ein­de­lijk na­der­den zij, juist wan­neer de eer­ste sneeuw­vlok­ken van de ge­vrees­de or­kaan neer­vie­len. Thor­pe was uit de slede ge­ko­men, zich vast­hou­den­de aan de ruige huid van Kazan, ter­wijl Joan op de deur toe­liep.

Hij hoor­de het meis­je een kreet sla­ken van smart wan­neer zij de hut bin­nen liep, het­geeni hern be­wees dat zij te laat kwa­men.

Blind en hul­pe­loos volg­de hij haar, tot aan de plaats waar het meis­je ween­en­de op het doode li­chaam van haar vader lag. haar trach­ten­de moed in te spre­ken.

Ein­de­lijk stond Joan recht en bei­den brach­ten het li­chaam naar eene an­de­re kamer. Daar­na ge­leid­de zij Jim Thor­pe naar een stoel en ont­deed hem van zijn bo­ven­ste kleeding. Hare smart een wei­nig over. zorg­de zij voor de wo­ning. Zij maak­te kof­fie en voed­sel ge­reed en maak­te dat Kazan zijn deel had. Dan maak­te zij de win­dels los van zijn arm, ver­zorg­de deze, legde er een nieu­we aan ter­wijl zij ook een ver­se­he band legde op zijn bran­den­de oogen

Drie dagen lang duur­de de sneeuw­storm en dan eerst ook kon­den zij de doode be­gra­ven.

Joan las het doods­ge­bed uit het ge­be­den­boek barer moe­der, het­welk zij had me­de­ge­bracht, en wan neer zij aan de woor­den kwam: « De Heer gaf en de Heer nam dan voel­de zij de hand van de blin­de, de­wel­ke zij in de hare had, sid­de­ren. In te­gen­woor­dig­heid van dezen doode was bij Jim Thor­pe de wraak ver­dwe­nen. De haat, welke drie jaar lang bij hem brand­de, doof­de uit. Hij vond zich zelf terug, ho­pen­de dat Joan ge­lijk had, dat Jim Rad­di­son de man niet was welke hij zocht.

Wan­neer zij de be­vro­zen aarde op de kuil wier­pen boor­den zij het ge­huil van een wolf, te­recht re­qui­em voor eene be­gra­fe­nis in de wil­der­nis.

l)e vier­de dag ver­liet Kazan hen. Hij dacht te weten dat het meis­je hem nu niet meer noodig had en liep terug naar de wil­der­nis, zijn uit­ver­ko­ren plaats, ge­leidt door Grij­ze Wolf. zijn ka­me­raad.

Joan maak­te er ver­driet over, maar lie­ver dit dan hem vast te leg­gen. Kazan zou wel terug komen wan­neer zijn in­stinkt hem zegde dat zijne hulp ver­langd werd, zooals hij meer­maals ge­daan had. Tot dan ver­lang­de hij de wil­der­nis, de dood­er te zijn van dco­ders, de uit­voer­der der wet van de woes­tijn met tand en klauw.

Dé zesde dag kwam er'een klop op de deur der hut.

« Zie wie het is fluis­ter­de Jim Thor­pe, « maar laat hem niet bin­nen » waar­op hij zijn re­vol­ver ter hand nam om het irïeisje te be­scher­men welke hij begon lief te heb­ben.

Joan open­de de deur op een kier daar eene ket­ting be­let­te haar gansch open te doen.- Zij zag een man met don­ker ge­zicht ter­wijl deze met een zweep eeni­ge hon­den ran­sel­den. Het meis­je werd ver­ont­waar­digd.

Zij keer­de terug zon­der dat deze haar ge­zien had.

« Het is Black Mc. Croe­dy » zegde zij tot Thor­pe.

« Deze welke u las­tig viel?... Daar heb ik in het kamp van géhoord. »

« Ja » ant­woord­de het meis­je, « ik haat hem! »

« Ik ge­loof u, hij heeft geene vrien­den. Hij is een slech­te kerel. »

(Wordt voort­ge­zet.)


Hee­ren Ci­ne­ma­to­graphis­ten,

Brengt op uw pro­gram­ma de film De schit­te­ren­de ge­slaag­de Match

HOBIN - DAR­TON

door het huis DE LANGE

te 'Brus­sel, op doek ge­bracht.

KOR­TE­LINGS

MÔRAKE ' de Zee­man

met DORO­THY DAL­TON en RU­DOLPH VA­LEN­TI­NO

SPE­CI­AAL

HAC­KIN

Karthui­zers­straat 9A. — BRUS­SEL

GROOT SUC­CES!

„Har­le­kij­nen in Zijde en Goud”

met Ra­quel Rflel­ler en

LIEF­DE en BE­DROG

met Norma Tal­m­ad­ge

(met groo­ten bij­val in Co­li­se­um af­ge­draaid) komen kor­te­lings in een groot aan­tal ci­ne­ma’s op het doek.

rVnkt. «Nep­ten»», Steen­boe­wers­net,


Bl

ROYAL - ZOOL­OGIE CI­NE­MA

Le Lys Rouge

La com­tes­se Thérèse Mar­tih Bellêmc que son mari, par­le­men­tai­re no­toi­re et am­bi­ti­eux, a eu le tort de lais­ser livrée à el­le-même, a con­tracté, un peu par désœuvre­ment et aussi pour sa­tis­fai­re un be­soin inné de tendres­se, une li­ai­son secrète avec Ko­bert Le Ménil, mon­dain spor­tif et élégant qui lui est at­taché par u*n amour so­li­de et calme.

Dans le mi­li­eu où elle fréquen­te, la com­tes­se Mar­tin Bellême est amenée ii faire la con­nais­san­ce du sculp­teur lac­ques De­clinr­tre, dont le ca­ractère et les goûts ar­tis­ti­ques l’at­ti­rent. Un se­cret in­stinct lui dit que De­cha­ri­re va jouer un rôle dans sa vie. Idle subit un entraîne­ment soud­ain vers cet homme, précisément à l’in­stant où Ro­bert Le Ménil, es­cla­ve de scs obli­ga­ti­ons mon­dai­nes, l’aban­don­ne mo­men­tanément pour un dépla­ce­ment tic chas­se. Pour fuir l’iso­le­ment moral où la lais­se cet aban­don et aussi, sans qu’elle si' l’avoue el­le-même, avec le désir d’y ren­con­trer De­char­tre qui lui an­non­ce son départ pour l’Ita­lie, elle se rend à Flo­ren­ce, chez Miss Bell, une amie, qu’elle sait être en re­la­ti­ons avec le sculp­teur.

A Flo­ren­ce, De­char­tre qui, lui aussi, s.’est senti brusque­ment con­quis dès sa première ren­con­tre avec Thérèse, ne tarde pas à s’épren­d­re de la jeune femme. Cel­le-ci décou­vre que le sen­ti­ment qu’elle éprou­ve est tout nou­veau pour elle. C’est un autre amour, une autre ivres­se du cœur et des sens qui la jette dans les bras de De­char­tre. L’an­cien amour est oublié; une vie nou­vel­le com­men­ce, car elle a enfin décou­vert l’amour idéal qu’elle ap­pe­lait vai­ne­ment. Mais Le Ménil re­vient brusque­ment trou­bler le bon­heur de Thérèse, et il s’aperçoit qu’il se trou­ve en présence d’une autre femme. Le passé est mort. Il de­vi­ne que Thérèse aime un autre et tente de la ra­me­ner à lui, et au cours d'une dis­pu­te il tente de sa­voir lenom de son rival, mais cela n’abou­tit qu’à ren­for­cer l’amour de Thérèse pour De­char­tre.

La vi­si­te de Le Ménil n’a pas passé in­a­perçue, et De­char­tre a un soupçon. 11 en fait part à Thérèse qui, dési­reu­se avant tout de sau­ve­gar­der son bon­heur présent, renie le passé et réussit à per­su­a­der le sculp­teur qu’il est son pre­mier et uni­que amour. Et pen­dant que Le Ménil s’em­bar­que pour une croi­sière loin­tai­ne avec l’es­poir d’ou­blier Thérèse, cel­le-ci et Jac­ques s’ai­ment avec une Apre \ io­len­ce.

Mais de re­tour à Paris. De­char­tre ne tarde pas à être mis au cou­rant de l’an­ci­en­ne li­ai­son de Thérèse; tor­turé par la ja­lou­sie sur ce passé qu’elle lui a caché, il veut rom­p­re, mais Thérèse par­vient à le con­vain­cre du con­trai­re, mais une con­ver­sa­ti­on sur­pri­se par" De­char­tre fait croi­re à ce der­nier nu’elle s’est jouée de lui. Il la re­pous­se alors, la lais­sant meur­t­rie, tan­dis eue le comte Mar­tin Bellême, ig­no­rant le drame in­ti­me nui se déroute à son tover, vient enfin de se voir at­tri­bu­er le por­te­feuil­le mi­nistériel.

PRO­GRAM­ME DU 9 AU 13 SEP­TEM­BRE

1. La Dame Blan­che....A. Boiè'ldieu

De Bas­tia à St Flo­rent

Voy­a­ge

Brown

Quand Boud­ha sou­rit....

Fox-Trot

L’Ami du Foyer

Comédie en 4 par­ties

Fer­nan­de....​MaUprey

. One Step

Le Lys Rouge

d’après l’œuvre d’ANA­TO­LE FRAN­CE

PRO­GRAM­MA VAN 9 TOT 13 SEP­TEM­BER

1. De Witte Dame....A. Boiélci­ieu «J»

Van Bas­tia tot St Flo­rent

Reis

Als Boud­ha glim­lacht

Fox-trot

Brown

De Vriend des Hui­ses

Tooneel­spel in 4 dee­len

Fer­nan­de . . MaU­prey

One Step

De Roode Lelie

naar het werk van ANA­TO­LE FRAN­CE

Premières représen­ta­ti­ons en Bel­gi­que du film sen­sa­ti­on­nel

Ce film ren­fer­me la plus complète et la plus ex­tra­or­di­nai­re do­cu­men­ta­ti­on réunie jusqu’à ce jour sur les ani­m­aux sau­va­ges et les moeurs des peup­la­des de l’Af­ri­que équa­to­ri­a­le, au cours d’un long et fan­tas­ti­que voy­a­ge à tra­vers la brous­se et la forêt vier­ge­ver­waar-

De Roode Lelie

den roman van Ana­to­le Fran­ce.) Thérèse Mar­tin Bellême, door haar

(Naar

De gra­vin man — een heer­schzuch­tig amb­te­naar’ loosd, heeft, eenigs­zins uit hul­pe­loos­heid maar ook om haar ge­voe­lens van tee­der­heid te vol­doen, haar lief­de over­ge­bracht op Ro­bert Le Ménil, een ga­lan­te en ver­kleef­de vriend. Zij ont­moet ech­ter de beeld­hou­wer Jac­ques De­char­tre, voor wie zij, als het ware on­be­wust, een harts­tocht op­vat­te dien zij nooit te voren kende. Het is als de open­bloe-se­ming van een nieuw leven: het maakt haar dron­ken en in Flo­rien­tië, waar­heen bei­den zijn af­ge­reisd, geeft zij zich met lijf én ziel... En bei­den min­nen zich in wran­ge, ster­ke pas­sie. Doch Le Ménil, die eerst maar vruch­te­loos tracht­te zijn min­na­res te her­win­nen, die daar­na haar ver­ge­ten wou in een lange reis, keert ony­er­waehls terug.

Zijn be­zoe­ken zijn aan De­char­tre niet ont­gaan; een eer­ste twij­fel is in hem ont­waakt. Hij wil weten... Thérèse die, wan­ho­pig, zich aan haar geluk vast­klampt, ver­loo­chent haar ver­le­den. Maar wel­dra, te­rug­ge­keerd te Pa­rijs, ver­neemt hij de gan­sche waar­heid. De ja­loer­seb­heid zweept hém op, ra­zend... Nog vecht Thérèse om haar groote lief­de en schijnt zij hem te over­tui­gen. Doch De­char­tre hoort bij toe­val een ge­sprek: hij meent de speel­bal le zijn ge­weest van die vrouw. Dat is de op­per­ste slag en hoe zij ook smeekt, hij stoot ze van zich af om heen te gaan, voor al­tijd.

En ter­wijl hij ze alzoo. ach­ter­laat, ge­bro­ken en el­len­dig, keert de Graaf Mar­tin Bellême tri­om­fan­te­lijk weer: hij ver­o­ver­de een mi­nis­ter­ze­tel!

Im­pri­me­rie du Cen­tre, 26, Rem­part Kip­dorp, An­vers


POUR AVOIR UNE BIÈRE BONNE ET SAINE

Adres­sez-vous à la Bras­se­rie

VAN HOM­BEECK

BER­CHEM - Tél. 5210

KIE1ÎE8 en BOU­TEIL­LES - en FÛTS

HA­BIL­LEZ

VOS

EN­FANTS

BRI­TAN­NIA

17, Lon­gue rue d’Ar­gi­le

Mai­son lîKlîTIIV

106, rue de l’Eg­li­se, 106

TTV

FO UUU U RILS

Ar­ran­ge­ments — Répa­ra­ti­ons Con­ser­va­ti­on de four­ru­res

Tra­vail soigné

Prix avan­ta­geux

OTjtj

lp jwCY | . fcl

li­im­li­i­iif li­pi­iif­jlf in­to­mo­l­lie

12, rue Van Ertborn

él. 2921 AN­VERS Tel. 2921

Agen­ce pour la Pro­vin­ce d’Anvérs du Vrai “FERO­DO”

Agen­ce pour An­vers des Rou­le­ments à bil­les S. K F.

Agen­ce générale pour la Bel­gi­que du Dia­mond et Noble’s Po­lish

La seule mai­son de la place four­nis­sant aux ga­ra­ges aux prix de gros

PHO­TO­GRA­VEURS

DES­SI­NA­TEURS

CLI­CHE

_ POUR

«, CA­TA­LO­GUES 5 RE­CLA­MES %. IL­LU­STRA­TI­ONS

EXÉCU­TI­ON -

UIP""" RAPI­DE ET P SOIG­NEE

Champ Vle­mi­nekx.. 6 AN­VERS

HSa5HE­aSHSHSH­SaSHSüa5a5HSH­SaSHS­H5HSHS

OU­VRA­GES DE DAMES Gj

OU­VRA­GES DES­SINÉS

LAI­NES, SOIES, CO­TONS, COU­VRE-LITS, NAP­PES, STO­RES, BON­NET­TE­RIE A LA MAIN, DEN­TEL­LES, JUM­PERS

I MAI­SON EMMA

S H V\I>\VERKE

rQ WOL, ZIJDE, KA­TOEN, BED­SPREI­EN, TA­FEL-KLEE­DE­REN, STO­RES, KAN­TEN, HAND­BREI­QOED, JUM­PERS

An­vers, Rue Von­del­straat, 15, Ant­wer­pen

SHSHSÏSaSHSHSH­Sa­ni­riSlSiSHSÏSH­SaSHSHSH

'GAR­NI­TU­RES

POUR

Fu­moirs, Sa­lons, Bou­doirs Cham­bres à cou­cher Ve­ran­dah Fau­teuils - Club

11, Lon­gue rue du Van­neau

(près du parc)

MEU­BLES J

I Les plus grands Ma­gasins en Bel­gi­que |

I 9 Lon­gue rue des Clai­res 9 1

= fprès Meir)

stj­Tand choix de gar­ni­tu­res, 200 sal­les à man­ger, g I cham­bres à cou­cher, sa­lons, cui­si­nes, ve­ran­dah’s, g I bu­reaux, li­te­ries, chai­ses-lon­gues, etc. etc.

Mai­son Améri­cai­ne |

Meil­leur marché qu'ail­leu-s

Ou­vert tous les jours jusqu’à 8 h. ►. |

Ma­gas­in fermé 1

Autos pour Cérémo­nies. Ma­ria­ges, Baptêmes et Fêtes

Ga­ra­ge J & H. DEHU

Téléphone 3107

42, Canal des Bras­seurs - AN­VERS VOY­A­GES A L’ÉTRAN­GER - EX­CUR­SI­ONS PRIX A FOR­FAIT

lAr sfW.

o-oo-t. ooQMi .oveoléoeü

CEK£ElS­re­STRf­trt­T0

BRO­DE­RIES

DES­SINS, MO­DER­NES

PER­LA­GE3, BOU­T­ONS, POINTS­CLAIRS“

PLIS­SA­GE

RUE RU­BENS, 17, AN­VERS

TF AVAIL SOIG­NE ET RAPI­DE

..​EMGELSCH HOE­DEN­MA GA ZIJN..

V0N­DELSTR., 19

(nabij St. Jans­plaat­si

De laat­ste nieu­wig­he­den in Vil­ten Hoe­den

Rüirrçe k,eus =. Ziet Sltaîae