Programma van 1 tot 6 sep. 1923



Brochure

Bron: FelixArchief nr. 1968#542

Deze tekst werd automatisch gegenereerd op basis van gescande pagina’s met OCR-software. Door de diverse historische lettertypes gebeurde dat niet altijd foutloos.

Toon alleen de facsimile’s van dit programma



BES­SIE BAR­RIS­CA­LE

BES­SIE Bar­ris­ca­le is in 1891 te New-York ge­bo­ren. Haar vader was een En­gel­seh too-neel­spe­ler die zich voor goed in de Ver-eenig­de Sta­ten ge­ves­tigd had toen hij er eeni­ge jaren vroe­ger met een En­gelsch ge­zel­schap op om­reis was., Het was in dit mid­den dat Bes­sie vanaf haar vijf­ja­ri­gen ou­der­dom de plan­ken be­trad Lid van het ge­zel­schap ge­wor­den, ver­tolk­te zij de mees­te kin­der­rol­len der stuk­ken van Sha­ke­spe­a­re. Wan­neer zij met het voet­licht wat meer ver­trouwd was ge­wor­den, liet men haar be-iang­rij­ker rol­len ver­tol­ken, zoo onder an­de­re die der klei­ne Eva in «De Ne­ger­hut van Oom Tom», als­me­de in «De Klei­ne Lord Faunt­le­roy».

Jong meis­je ge­wor­den, werd Bes­sie Bar­ris­ca­le door Russ Why­tall,' daar­na door Louis James aan­ge­wor­ven, die in haar on­mid­del­lijk groote dra­ma­ti­sche hoe­da­nig­he­den had­den ont­dekt; zij deden! aar de grop­te rol­len van het Sha­kes­pe­ri­aan­sche re­per­to­ri­um ver­tol­ken.

Het was rond dit tijd­stip dat Bes­sie Bar­ris­ca­le te New-York de rol van Lovey Mary in «Mrs Wiggs of the Cab­ba­ge Patch», een ten hui­di­gen dage in Ame­ri­ka klas­siek ge­wor­den tooneel­stuk, kreëerde. Haar suc­ces was zóó groot dat zij die rol, tien ri­i­aan­den lang, te Lon­den na­dien ging ver­tol­ken.

Het was één jaar later, in het Bush Tem­ple The­a­tre, te Chi­ca­go, dat zij hem, die wel­haast haar echt­ge­noot wor­den zou, ont­moet­te, en die later haar film­re­gis­seur zijn zon, Ho­ward Hick­man. Deze ar­tist had zich eene spe­ci­a­li­teit ge­maakt in het ver­tol­ken van on­sym­pa­thie­ke rol­len, en lan­gen tijd kon men hem aldus op ’t tooneel « zijne vrouw zien ver­vol­gen». Wat hen niet ver­hin­der­de een ui­terst goed huis­ge­zin te zijn, en dit komt hier­door, zoo ver­klaart Bes­sie, dat zij, noch haar echt­ge­noot, nim­mer eene ver­bin­te­nis af­slui­ten waar­bij zij niet te samen aan één ge­zel­schap zou­den kun­nen ver­bon­den zijn, al­hoe­wel deze laat­ste wijze van han­de­len hen meer gel­de­lij­ke voor­dee-len zou bij­bren­gen.

Dit was eene der re­de­nen welke hen naar de Stil­le Kunst zou bren­gen.

In 1913 be­vond Bes­sie Bar­ris­ca­le zich in het Be­las­co The­a­tre te Los An­ge­les, al­waar zij in «The bird of Pa­ra­di­se» en in «The Rose of the Ran­cho » een reu­zen­suo­ces be­haal­de, toen Cecil B. de Mille be­sloot voor de Fa­mous Play­ers die­zelf­de « Rose of the Ran­cho» te fil­men. Op het aan­ra­den van Be­las­co zelve, vroeg hij aan Bes­sie Bar­ris­ca­le de rol van Ju­a­ni­ta in het stu­dio te Hol­ly­wood voor het op­na­me-ap­pa­raat te komen ver­tol­ken.

« Ik was niet het minst ze­nuw­ach­tig, be­ken­de zij later, mis­schien wel uit oor­za­ke dat ik die rol

reeds acht­tien weken te voren ie­de­ren dag op het ' tooneel ver­tolk­te.

» Dé her­in­ne­ring die me van mijn eer­sten dag in het stu­dio ovërblijft is erg on­sa­men­han­gend.Het-ge­ne mij het mees­te op­viel was het ge­rucht ver­oor-, zaakt door het opnamé-ap­paif­cat en de fi­gu­ran­ten in avond­kleedij met gele hem­den. Ik ver­nam er wel­dra de reden van: hét geel komt op de photo wit uit.

» Maar mijn« groot­ste ont­goo­che­ling was toen ik mij- op het doek te­rug­zag. Het op­na­me-ap­pa­raat is on­mee­doog­end voor die­ge­nen welke zijne ei­se­hen niet ken­nen. Nu weet ik dat er ze­ke­re din­gen zijn welke .ik niet moet doen; ze­ke­re ge­ba­ren welke ik mij moet af­wen­nen, hoe­ken onder de­wel­ke ik niet dien op­ge­no­men te wor­den; op dit tijd­stip wist ik van dit alles, niets, en ik ver­tolk­te mijn rol juist op de­zelf­de wijze als ik op het tooneel deed, en toen men voor Cecil B. de Mille en de an­de­re ver­tol­kers «The Rose of the Ran­cho» als proef af­rol­de, kon ik al mijne mis­sin­gen zien, als­me­de het over-dre­ve­ne in mijn spel. Want men moet zeg­gen dat niet al­leen­lijk uwe ge­bre­ken trouw wor­den op­ge­no­men, maar dat zij -nog bij­zon­der­lijk op­val­lend voor­ko­men waar­door zij ù over­dre­ven toe­schij­nen./ Ik bleef dus zool­ang mo­ge­lijk in de ver­toon­in­g­zaa!

•—• on­ge­veer twee mi­nu­ten — en toen kon ik het niet meer uit­hou­den, ik storm­de naar bui­ten meer ont­roerd dan ik ooit op het tooneel was ge­weest. Een­maal bui­ten zette ik mij neder op de tre­den van een trap en borst in een harts­toch­te­lijk snik­ken los. En wan­neer Cecil B. de Mille er mij de reden kwam

Noch­tans moet men ge­looven dat Bes­sie Bamscaie in dien film vele blij­ken van hoe­da­nig­he­den, welke haar de gunst van pu­bliek en re­gis­seurs zou­den ver­ze­ke­ren, had ge­ge­ven, ver­mits Tho­mas H. Inee, na «The Rosie of the Ran­cho» ge­zien te heb­ben, haar voor drie jaar aan­werf­de.

Van 1914 tót 1917 draait Bes­sie veel, leer­de veel en be­viel veel.

Een ui­terst lenig ta­lent maak­te het haar mo­ge­lijk met een ver­ba­zend gemak van de ont­roe­ring naar het ge­voel­vol­le en van het ge­voel­vol­le naar­de fan­t­azij over te gaan.

In 1918 bij het ein­di­gen van hare In­ce­ver­bin­te-nis, wordt zij eene der ster­ren der Pa­r­al­ta Pro­duc­ti­ons. In ’t ver­volg zal zij nu haar eigen sce­na­rio’s en eigen re­gis­seur mogen kie­zen. En het is dan dat haar echt­ge­noot Ho­ward Hick­man haar re­gis­seur werd. Hare voor­naams­te fil­men zijn nu: «Ma­da­me Wh o», «The Woman who Un­der­stood», « Luck of Geral­di­ne David », Reck­on­ning Roads », De Hick­man’s — Ho­ward, Bes­sie en hun zoon­tje

— be­wo­nen te Hol­ly­wood een klei­ne bun­ga­low hare groote be­dij­vig­heid: nim­mer is zij rus­te­loos»,

welke «Bess», zooals men haar noemt-, haar pop- Na de le­zing is hare ge­lief­koos­de in­span­ning een

pen­huis heeft ge­doopt. Groote be­won­de­raars der au­to­toer­tje, zon­der eenig doel, te mid­den der

Na­tuur zijn de wan­den hun­ner ver­trek­ken be­han- mooie land­schap­pen.

gen met eene me­nig­te .na­tuur­ge­zich­ten, en waai- Om te ein­di­gen, eeni­ge ty­nisJie bij­zon­der­he­den:

so­hijn­lijk om de­zelf­de reden zijn de zol­de­rin­gen er in het he­mels­blauw ge­schil­derd. Bes­sie houdt veel van het hui­se­lijk leven, en haar groot­ste ge­noe­gen is wan­neer zij, na het ge­da­ne werk, haar chau­fleur het woord­je «Home!» kan toe­roe­pen.

En noch­tans is haar. voor­naams­te ka­rak­ter­trek

Bes­sie Bar­ris­ca­le — dit is haar ware naain — meet juist 1 m. 57, heeft eene al­bas­ten ge­laats­kleur, ter­wijl zij mooie don­ker­brui­ne oogen en blond haar heeft. Haar hui­dig adres is: Brun­t­on Stu­dio, 5341, Mel­ro­se Ave­nue, Los An­ge­les Cal.), U.S.A.

NEMO.


€ Cl­NB­MAW­Bi­tEU) »

“De Sneeuw­woes­tijn”

Treur­spel der Pool­stre­ken - Ver­tolkt door Frank Mavo

In de on­me­te­lij­ke vlak­ten van Ca­na­da, on­me­te­lij­ke vel­den met sneeuw be­dekt, groi­en men­schen en plan­ten krach­tig op. Pier­re Bap­tis­te leef­de dààr, in dienst der groote pels­ja­ge­rij van het fort Rou­bi-deaux.

De pel­se­rij werd be­stuurd door André Val­lois die in zijn werk ge­hol­pen werd door zijne doch­ter Mar­del­le.

Re­gi­nald Stan­nard, een rijk En­gelsch-man, kwam ze­ke­ren dag in die streek, op zoek naar eene goud­mijn. Op het fort aan­ge­ko­men zocht hij een gids die hem de noodi­ge lig­gin­gen zou kun­nen aan­dui­den.

Dien dag, door een toe­val ge­leid, ont­moet hij daar een vriend uit zijne jeugd. Nef­fer­son, die ook al­daar ge­ko­men was met het in­zicht er for­tuin te zoe­ken. Nef­fer­son, na de kaart en het plan aan zim vriend ont­sto­len te heb­ben maant de! aan te ver­trek­ken met een gids die hij. Nef­fer­son, ge­ko­zen had.

De dag van ver­trek was aan­ge­bro­ken en on­danks den raad van Pier­re-Bap­tis­te begaf de ka­ra­vaan zich toch op weg.

Mar­cel­le Val­lois, die een man als Stan­nard hoog schat­te, smeekt Pier­re zich óp weg te be­ge­ven ten einde hen te red­den van een ge­wis­sen dood.

In­der­daad, Pier­re volgt de raad van Mar­cel­le en vindt op een ge­ge­ven oogen-blik Stan­nard en zijn gids onder de blam ke sneeuw be­dol­ven. Hij ver­strekt hen bei­den zijne beste zor­gen en brengt Stan­nard, ge­kwetst, terug naar het fort. Die zor­gen had­den bij Stan­nard een ge­voel van echte vriend­schap doen ont­staan te­gen­over Pier­re-Bap­tis­te. Na hem uitge legd te heb­ben onder welke ge­vaar­lij om­stan­dig­he­den hij ver­trok­ken was, sten Stan­nard aan Pier­re voor hem te ver­ge­zel­len om voor bei­der re­ke­ning de mijn te gaan ont­dek­ken.

Pier­re slaat toe en bei­den be­ge­ven zich

op weg.

Stan­nard heeft zijn doel be­reikt en keert naar zijn land terug waar hij zijne ver­loof­de gaat ver­voe­gen en hij schenkt de mijn aan Pier­re.

Hij ver­laat het fort Rou­bi­de­aux, er de her­in­ne­rin­gen la­ten­de, van een man zoo-als de be­wo­ners dier on­ge­luk­ki­ge stre­ken er gaar­ne velen wil­len ont­moe­ten.

So­leil Le­vant Fit

19, Ze­re­zos­traat, 19 ü i? BRUS­SEL il ü

« CI­NE­MA WE­RELD

Een brief van ISIS AIRES

hen onzer le­zers ont­ving van Agnes Ayres een schrij­ven dat hij ons wel­wil­lend ter in­za­ge heeft ge­zon­den. Wij laten het hier ver­taald vol­gen:

(( Waar­de vriend.

Ik heb uw ge­acht schrij­ven ont­van­gen en nam er goede nota van. Ik wen­sch­te dat het mij mo­ge­lijk ware u in een uit­voe­ri­ger schrij­ven alles te zeg­gen wat ik te zeg­gen heb, maar da­ge­lijks heb ik hon­der­den brie­ven te be­ant­woor­den die mij'-ie vrien­den en be­won­de­raars mij uit alle deden der we­reld doen toe­ko­men en de' lijst dezer groeit nog da­ge­lijks aan. Het pu­bliek vraagt aan­hou­dend dat ik meer fil­men zou maken en meent dat ik meer uren in mijn stu­dio zou moe­ten wer­kem Doch daar zijn an­de­re re­de­nen toe die ik in een ge­woon schrij­ven niet zeg­gen kan. Dit we­ten­de ben ik zeker dat gij mijn toe­stand zult be­sef­fen en het spijt mij dat ik niet ie­de­re vraag van den brief die gij mij toe­stuurt, be­ant­woor­den kan. Maar het zou mij aan­ge­naam wezen nu en dan iets rmn u te ver­ne­men, nadat gij een mij­ner fil­men ge­zien hebt, ten einde te weten hoe gij hem vindt, wat gij er goed en wat gij er van af­keurt. Na­tuur­lijk ver­schil­len al de fil­men van el­kaar en de eene schijnt beter te zijn dan de an­de­re, maar ik ver­ze­ker u dat ik immer mijn best doe om van ieder sce­na­rio een klas­sie­ke film te maken.

Over eeni­ge maan­den was ik waar­lijk -ver­won­derd vast te stel­len hoe mijne

brief­wis­se­ling aan­ge­groeid was en heb ik dik­wijls na­ge­dacht om eene re­gel­ma­ti­ge me­tho­de toe te pas­sen om met mijne vrien­den en be­won­de­raars re­gel­ma­tig in be­trek­king te blij­ven en be­sloot dan eene < Vrien­den­club » te stich­ten de­wel­ke aldus in staat zoude wezen re­gel­ma­tig alle brie­ven te be­ant­woor­den.

Deze club zou een klein tijd­schrift uit­ge­ven om aldus mijne vrien­den in staat te stel­len op de hoog­te te blij­ven mij­ner fil­men. I en be­wij­ze mij­ner vriend­schap zend ik u hier in­ge­slo­ten mijne photo en ik denk er u mede aan­ge­naam te wezen en hoop dat u ze in goede voor­waar­den moge ont­van­gen.

Moest er iets ter be­stem­ming komen dat be­scha­digd is. laat het mij dan weten en ik zal er u eene an­de­re doen ge­wor­den.

Ge­lie­ve mij te ver­ont­schul­di­gen dat ik niet meer kan schrij­ven daar mijn tijd te kost­baar is, te meer daar ik da­ge­lijks zoo­veel te be­ant­woor­den heb en dit even­eens on­kos­ten vergt, al­hoe­wel ik niet graag een mij­ner vrien­den mis­ha­gen wil.

Ho­pen­de dat gij mij zult be­grij­pen en dat gij dit schrij­ven moget ont­van­gen met dèzelfdè goede in­zich­ten waar­in het ge­schre­ven is, bied ik u mijne ware vriend­schap aan.

CÏNEM ANIEUW S JES

Alle ci­ne­ma-stars ont­van­gen on­tel­ba­re brie­ven

welke soms zeer ver­ma­ke­lijk zijn. Zoo heeft no weer Bull Mon­t­a­na be­kend ge­maakt wat men zooa) schrijft, De zoete min­ne­brie­ven brengt hij niet op de markt, al­leen die­ge­ne welke hem zelf amu­see-ren. Wij laten er eeni­ge vol­gen:,:

« Mijn man heeft zes kin­de­ren bij eene vroe­ge­re vrouw en hij wei­gert mij zijn Ford te laten be­stu­ren. Hij geeft mij 50 cents per week (Ame­ri-kaan­sche cen­ten na­tuur­lijk), de prijs om tot Hol­ly­wood te rei­zen is 86 dol­lars en 20 cen­ten, in­dien je/nij 500 dol­lars stuurt dan kan ik in twee weken tijd echt­schei­ding be­ko­men, eeni­ge klee­de­ren en een tic­ket en kan dan naar Hol­ly­wood komen om bij u te zijn. s « Lieve Mon­t­a­na. Ik ben een flin­ke vrouw en gij' een flin­ke mam. in­dien gij be­lang in mij stelt zend dan uwe foto. ik zal de mijne op­zen­den. »

«Waar­de Heer. Gij ver­langt eene vrouw en. ik een man, ik kan goed kou­sen stop­pen en wat ineer ik kan goed koken »

« Bull Mon­t­a­na. Denk niet dat ik n ten hu­we­lijk zal vra­gen, ik denk er niet aan; gij zijt twee­maal zoo oud als ik, ant­woord bi j keeren­de post.

<( Mijn lieve Bully. Ik ben juist de vrouw welke gij noodig hebt. in­dien gij uw auto wilt rood ver wen dan heeft hij de kleur van mijn haar. »

« Waar­de Heer Buil. Ik ben een meis­je van 17 jaar en zou gaar­ne uw aan­bod om te huwen aan­vaar­den. -


cCI­NE­MAW­BRBLD

Een Film­con­gres te New = York

DE IDE­A­LE RE­GIS­SEUR

in het schit­te­ren­de mil­li­on­nair­res­tau-rant Wal­dorf—As­to­ria zou men al lun­chen­de en di­neeren­de twee dagen lang in zon­ni­ge after lunch en after din­ner-stem­ming het wel en wee en de ar­tis­tie­ke mo­ge­lijk­heid van de film in de toe­komst over­we­gen.

Met echt Ame­ri­kaan­sche animo voor din­gen van al­ge­meen be­lang, is men in groo­ten ge­ta­le op­ge­ko­men.

Eve­ne­men­ten op film­ge­bied dra­gen nu een­maal al­tijd een spe­ci­aal ca­chet, het­welk niet het minst is te wij­ten aan char­man­te film­di­va’s, ge­kleed vol­gens de mode van 1925, welke met ken­nis van zaken voor den pers­fo­to­gra­fen de­fi­leeren en de meest ern­sti­ge bij­een­komst trach­ten op te luis­te­ren met hun lief­ste lach­jes, omdat ze dat nu een­maal bij de rol­prent zóó ge­woon zijn, op zijn voor­dee­ligst uit te komen.

Ver­der re­gis­seurs, hel­den van het witte doek, groote kop­stuk­ken van de film­in­du­strie, zooals de Zukor’s, de Lasky’s be­ken­de schrij­vers, schil­ders, beeld­hou­wers, allen zijn aan­we­zig.

Dit alles zou in Eu­ro­pa ook nog mo­ge­lijk zijn, maar nu komt het ty­pisch Ame­ri­kaan­sche van het geval.

Het con­gres staat onder lei­ding van nie­mand min­der dan Henry Taft, een der groot­ste ad­vo­ca­ten van New-York en broe­der van den ex-pre­si­dent, welke bij deze sa­men­komst pre­si­dent Coo­lid­ge moet ver­te­gen­woor­di­gen.

Ver­der als ver­te­gen­woor­di­gers van de kerk de Aarts­bis­schop en de Op­per­ra­bijn van New-York en Re­ve­rend Reis­ner met nog vele an­de­ren gees­te­lij­ken. James Ger­rard de voor­ma­li­ge Ame­ri­kaan­sche ge­zant te Ber­lijn, ge­leer­den waar­on­der Pro­fes­sor Row­lands in de film­kunst en tech­niek aan de Har­vard Uni­ver­si­ty, Ju­lien Cham­penois voor de Fran­sche uni­ver­si­tei­ten, Zang­will en Max­well voor

de En­gel­sche let­ter­kun­di­gen, be­ne­vens vele hoof­den van be­ken­de Ame­ri­kaan­sche dag­bla­den en tijd­schrif­ten. (

I aft open­de het con­gres en begon het doel der bij­een­komst uit­een te zet­ten.

«We zijn hier allen te zamen ge­ko­men, kun­ste­naars, gees­te­lij­ken, jour­na­lis­ten, zoowel als ver­te­gen­woor­di­gers uit de film­in­du­strie om de aan­dacht te ves­ti­gen op de ar­tis­tie­ke mo­ge­lijk­he­den van de film. We weten allen, dat de in­vloed van de rol­prent, die van preek­stoel, pers, too-neel of lit­te­ra­tuur, ten goede of ten kwade verre te boven gaat.

De macht van het kwade is tot nu toe steeds ster­ker ge­ble­ken, dan die van het goede.

En nu wij allen, die ons langs ver­schil­len­de banen van het maat­schap­pe­lijk leven be­we­gen, het nauwe ver­band heb­ben leeren in­zien, tus­schen film en ge­meen­schap, nu is het oog­en­blik ge­ko­men dat we met ver­een­de krach­ten het goede in den ruim­sten zin van het woord aan de men­sch­heid trach­ten te bren­gen door mid­del van den film.

Na een pe­ri­o­de van on­ge­loof­lij­ke me­cha­ni­sche en com­mer­ci­eele ont­wik­ke­ling heb­ben we leeren zien, wat er aan de rol­prent ont­breekt.

/ De eerst­ge­noem­de fac­to­ren kon men be­rei­ken door vlijt, ener­gie en in­tel­lect, doch het­geen ont­brak, de vol­tooi­ing, de ethiek, het goede, kon­den we slechts bren­gen, door be­zie­ling en in­spi­ra­tie, en daar­toe heb­ben we de kunst en de kun-, ste­naars noodig, welke tot onze vreug­de hier in zoo groo­ten ge­ta­le zijn op­ge­ko­men.

En nu zijn we zoo lang­za­mer­hand aan het es­sen­ti­eele punt van onze be­spre­kin gen ge­ko­men.

Hoe ging het, en hoe gaat het nog in de film­in­du­strie

«CU­TO­MAW­BREK­JI

Als zijn schrij­ver zijn pen­ne­vrucht aan een maat­schap­pij ter ver­fil­ming geeft, want nog kan geen en­ke­le schrij­ver zelf een film maken, zooals Bal­zac bij­voor­beeld een roman wist te schrij­ven, dan is er één man bij die maat­schap­pij, die het wel en wee van het kunst­werk in han­den heeft. Deze man is de Re­gis­seur, en om hem recht te doen we­der­va­ren zou men dit woord min­stens al­tijd met een hóófd­let­ter moe­ten schrij­ven. Die man moet on­ge­veer alles in zich ver­ee­ni­gen, wat nau­we­lijks in één man ver­ee­nig­baar schijnt.

Hij moet lit­te­rair ont­wik­keld zijn, as­si­mi­la­tie ver­mo­gen heb­ben, om zich met den schrij­ver te kun­nen ver­een­zel­vi­gen en hij moet met de­vo­tie de schep­pen­de kracht van den kun­ste­naar aan­voe­len. Hij moet eigen per­soon­lijk­heid to­taal weten weg te cij­fe­ren, waar het gaat om de ideeën van den kun­ste­naar te ver­men-sche­lij­ken; en tot zóóver gaat zijn ver­hou­ding tot zijn last­ge­ver, hier den schrij­ver.

Ver­der heeft hij re­ke­ning te hou­den met de ka­pa­ci­tei­ten van zijn mensçhen-ma­te­ri­aal, met de fi­nan­ci­eele draag­kracht zij­ner maat­schap­pij; de fan­t­azij van den schrij­ver is im­mers on­be­grensd, en de beurs van de film­stu­die ge­woon­lijk niet.

En nu is het u zeker dui­de­lijk ge­wor­den, tot welk punt ik u hier wensch te lei­den, nl. dat alle aan­dacht van de film­in­du­strie en van hen die daar­bij be­lang heb­ben (dat zijn wij allen) moet ge­ves­tigd wor­den op hem die door mid­del van da film ons het ide­a­le moet bren­gen en die op zijne beurt weer mid­del is waar­door wer­ke­lij­ke kunst langs den weg van de rol­prent aan de ge­meen­schap wordt ge­bracht.

Er zijn goede Re­gies­seurs, zelfs schit­te­ren­de maar daar men vóór twin­tig jaar nog niet wist wat een film­re­gis­seur was en elk vak ont­wik­keld moet wor­den door tra­di­tie, kunde en tech­niek, be­we­ren wij dat er wel een ge­ne­ra­tie noodig is, om den ide­a­len re­gis­seur te kweek­en. Hij moet zijn, de ge­ni­a­le, uni­ver­seel ont­wik­kel­de fijn­ge­voe­li­ge or­ga­ni­sa­tor, die het be­drijf van jongs af kent en in alle fi­nes­ses heeft mee­ge­maakt.

Van waar zal hij tot ons komen? Mis­schien zal hij be­gon­nen zijn als be­schei­den as­sis­ten­tje van de re­qui­si­teur of van den fo­to­graaf (kou­ran­ten­jon­gens heb­ben het wel tot groote uit­ge­vers ge­bracht) of wel­licht gaat zijn weg bo­ven­langs;. dat de dich­ter of schrij­ver leert be­grij­pen hoe hij zijn kunst kan dienst­baar maken aan de film zon­der haar of zich­zel­ve- daar­door te ver­klei­nen. .

Onze jon­ge­re ge­ne­ra­tie moet de ide­a­le film bren­gen en zal ze bren­gen. Ik heb ge­zegd. »

Met luid ap­plaus werd deze en­thou­si­as­te re­de­voe­ring be­groet. Het con­gres be­han­del­de daar­na nog vele in­te­res­sant; kwes­ties op film­ge­bied, welke ons te ver zou­den voe­ren. Op zich­zel­ve was het reeds van het groot­ste be­lang voor de film­in­du­strie dat zoo­ve­le men­schen er hun ge­dach­ten en ac­ti­vi­teit aan heb­ben gschon­ken.

Stel­lig zal de be­lang­stel­ling van die allen de rol­prent weer een stap ver­der op den goe­den weg bren­gen.

CI­NE­MA­NIEUWS­JES

Het eer­ste to-on­eel­stuk van John Gals­wort­hy gaat ge­filmd wor­den. Het is « The First and Last » en de film­com­pa­riy is niet meer of min­der dan de Fa­mous Play­ers-Las­ky.

Het paard van Jack Holt maakt?ijn de­buut voor de film; het dier « Robin Hood » ge­naamd, staat be­kend als een bui­ten­ge­wo­ne sprin­ger, het­geen het noodig heeft voor de film « North of the Rio Gran­de ».

De First Na­ti­o­nal gaat een nieu­we band be­gin­nen « The Lord of the Thun­der­ga­te », daar­voor heeft men ineer dan 1000 Ja­pan­sche en Chi­nee­sche per­so­nen noodig; aan de baai nabij Los An­ge­les wordt eene Oost er­se­he stad op­ge­bouwd.

Renée Adorée, de vrouw van Tom Moore, heeft

meer dan ci­ne­ma-ta­lent; zij is eene zeer goed» mu zi­kan­te en com­po­nis­te; zij heeft mu­ziek ge­maakt op de film « The Man Thou Ga­vest Me > waar­in zij de hoofd­rol heeft.

De junge Dou­g­las Fair­banks heeft zich ge­ves­tigd in de Lasky Stu­dios om zijn werk vo

Met de ilm van Jac­kie Coo­g­kn « Long live tbc Ring.» zal Ro­se­ma­ry Theby haar 500e rol ver­vul len. Zij begon aan het w'itte doek in 1911.

Ses­sue Haya­kawa te Pa­rijs. — Om « La Ba tail­le » te fil­men heeft deze Ja­po­n­ees de klei­nig­heid te trek­ken van 850,000 fran­ken!

Mont­mar­tre. — Er­nest Lu­bitsch gaat een nieu­we film draai­en: « Mont­mar­tre ». met Pola Negri in de lei­dingrol


UOL­VER­DEELT­NO

Jîsr­ba­ry Thay­er .... Peggy Hyland

Dr Ro­bert Lin­ds­ay .... Lewis Wil­lough­by

Yvon­ne Lin­ds­ay .... M iss "Valia

Pier­re Mo­reau .... Ri­chard At­wood

Sa­mu­el Thay­er .... Gib­son Gow­land

Jac­ques Lin­ds­ay, op 4 jaar . Tony Melf­ord

Jac­ques Lin­ds­ay op 14 jaar Dou­g­las Web­ster

Tij­dens een feest bij M. et Mme Lin­ds­ay be­merkt Bar­ba­ra Tayer, de doch­ter van den ver­maar­den schil­der Sa­mu­el 1 aÿer, dat het ge­voel dat zij koes­tert voor Ro­bert Lin­ds­ay meer is dan vriend­schap. Zij heeft geen macht om dit ge­voel te be­dwin­gen. Zij be­grijpt dat eene verre reis haar kan ge­ne­zen en zij ver­zoekt haar vader aan haar ver­zoek te wil­len vol­doen. De schil­der maakt van deze ge­le­gen­heid ge­bruik om de woes­tijn te gaan be­zoe­ken en hij be­trekt met zijne doch­ter eene villa in Tri­po­li, in het noor­den van Afri­ka.

Met ver­ba­zing be­merkt zij op ze­ke­ren dag dat de vrouw van Lin­ds­ay zich ook in Tri­po­li be­vindt, ge­volgd van een an­de­re man. Zij be­seft dus dat Ro­bert s vrouw hem ver­la­ten heeft.

Deze, zijne vYouw ach­ter­vol­gen­de, landt ook te Tri­po­li aan.

Ro­bert die bloot staat aan de ver­vol­ging van Mo­reau, de man die zich bij zijne vrouw be­vindt, wordt erg ge­wond tij­dens een nach­te­lij­ke aan­val. Ro­bert, die door de­Tay­ers op­ge­no­men is, wordt tee­der­lijk ver­zorgd: hij ge­neest, doch het ver­blijf al­daar heeft zijn werk ver­richt: Ro­bert is ver­liefd ge­wor­den op Bar­ba­ra. Hij 'wilde voor­eerst de echt­schei­ding vra­gen, maar op dit oog­en­blik werpt zijne

vrouw zich aan zijne voe­ten, ver­gif­fe­nis af­smeek­endf voor haar mis­stap.

Mo­reau ufreft op­nieuw Yvon­ne ach­ter­volgt en de b. hem wil­len­de ont­snap­pen, woif dooi dijk sf wetst. Al­vo­rens te ster­ve­fi sr cekt zij de Tayer’s Ro­bert op te i jan zoe­ken en zijne ver­gif­fe­nis voor ha ir af te smeek­en.

Tien jare i zijn ver­loop­en. De Tayèr's ont­van­gen j >p ze­ke­ren dag nieuws over Ro­bert en ar­ba­ra als­me­de over de zoon van Ro­bert rn be­slui­ten hem in de woes­tijn te gaai op­zoe­ken.

Na vele von­tu­ren vin­den zij Ro­bert weder in ville woes­tijn. Hij keert terug naar de bi­chaaf­de we­reld, te mid­den van geluk, aan de zijde van zijn zoon, die man g-Mcor­den is en aan die zij­ner vrouw, dieöich voor hem heeft op­ge­of­ferd .

Mo­no­pol Film

140 Emile Jac­q­main­laan 140 JS Jt d* BRUS­SEL jx jx


POUR AVOIR UNE BIERE BONNE ET SAINE

Adres­sez-vous à la Bras­se­rie

VAN HOM BEECK

BER­CHEM - Tél. 5 210

en BOU­TEIL­LE«; - en PUTS

La Fou­r­uitüre liràfela Ami­mi­liüt

Té!. 2921

12, rue Van Ertborn AN­VERS

Té!. 2 921

Agen­ce pour la Pro­vin­ce d’An­vers du Vrai "FERO­DO"

Agen­ce pour An­vers des Rou­le­ments à bil­les S. K F.

Agen­ce générale pour la Bel­gi­que du Dia­mond et No­bles Po­lish

La seule mai­son de la place four­nis­sant aux ga­ra­ges aux prix de gros

Mai­son RER­T­HY

106, rue de l’Eg­li­se, 106

Ar­ran­ge­ments — Répa­ra­ti­ons Con­ser­va­ti­on de four­ru­res Prix avan­ta­geux — Tra­vail soigné

PHO­TO­GRA­VEURS

DES­SI­NA­TEURS

Champ Vle­mi­nekx. Ö AN­VERS

Telépm 9209

EXE­CU­TI­ON RAPI­DE ET SOIGNÉE

HA­BIL­LEZ

VOS

EN­FANTS

BRI­TAN­NIA

17, Lon­gue rue d’Ar­gi­le

OU­VRA­GES DE DAMES fi

OU­VRA­GES PES­SIXES

LAI­NES, SOIES, CO­TONS. COU­VRE-LITS, NAP­PES, STO­RES, BON­NET­TE­RIE A LA MAIN,

DEN­TEL­LES, JUM­PERS

MAI­SON EMMA

HAND­WER­KEN

WOL, ZIJDE, KA­TOEN, BED­SPREI­EN, TA­FEL-KLEE­DE­REN, STO­RES, KAN­TEN, HAND­BREI­QOED,

JUM­PERS

An­vers, Rue Von­delsLraat, 15, Ant­wer­pen ß

GAR­NI­TU­RES

POUR

Fu­moirs, Sa­lons, Bou­doirs Cham­bres à cou­cher Ve­ran­dah Fau­teuils - Club

11, Lon­gue rue du Van­neau

(PRÈS DU PARC)

J MEU­BLES

Les plus grands Ma­gasins en Bel­gi­que

9 Lon­gue rue des Clai­res 9

(près Meir)

Grand choix de gar­ni­tu­res, 200 sal­les à man­ger, g I cham­bres à cou­cher, sa­lons, cui­si­nes, ve­ran­dah, g I bu­reaux, li­te­ries, chai­ses-lon­gues, etc. etc. . |

.Mai­son Améri­cai­ne

I Meil­leur marché qu'ail­leurs

I Ou­vert tous les jours jusqu'à 8 h. f. g Ma­gas­in fermé

Autos pour Cérémo­nies. Ma­ria­ges, Baptêmes et Fêtes

Ga­ra­ge J- & H. DEHU

Téléphone 3107

42, Canal des Bras­seurs - AN­VERS

VOY­A­GES A L’ÉTRAN­GER - EX­CUR­SI­ONS PRIX A FOR­FAIT

Ai • e“Roo s

I oEHiÏÏNTest­ma­t20

BRO­DE­RIES

DES­SINS MO­DER­NES

PERLA.​GE5, BOU­T­ONS, POINTS­CLAIRS. PLIS­SA­GE

RY­CKAERT

RUE RU­BENS, 17, AN­VERS

AVAIL SOIG­NE ET RAPI­DE

rTi­lET“

.. EN­GELSCH HO ED ENM A GA ZIJN..

V0N­DELSTR.,

CAUS

(nabij St. Jans­plaats)

De laat­ste nien­wig­lie­den iu Vil­ten Hoe­den

üitrie h2US Zi et Eta­la­ge


ROYAL - ZOOL­OGIE CI­NE­MA

Dans la Blan­cheur des Nei­ges

Drame des Régions Po­lai­res in­ter­prété par Fran­ck Mayo.

Dans l'im­men­se éten­due des plai­nes du Ca­na­da, im­men­ses plai­nes ta­pissées de nei­ges en hiver et où, en été, Pes ar­bres se cou­vrent de fleurs, les hom­mes et les ar­bres crois­sent forts et droits. Pier­re Bap­tis­te vi­vait là, à la Gran­de Pel­le­te­rie du Fort Rou­bi­de­aux. .

La pel­le­te­rie élait dirigée par André Val­lois qui était aidé dans sa lâche par sa fille Mar­cel­le, jeune fille pure et belle qui fai­sait la joie et la gaieté du fort.

Re­gi­nald Stan­nard, riche An­glais, vint un jour dans les pa­ra­ges à la re­cher­che d’une mine d’or que lui avait légué un pa­rent décédé. Arrivé au fort il se mit immédia­te­ment en quête d’un guide sus­cep­ti­ble, sur les in­di­ca­ti­ons qu’il don­ne­rait, de re­trou­ver l’en­droit exact où se trou­vait cette mine.

Le jour de son arrivée, par le plus pur des ha­sards, il ren­con­tra à Rou­bi­de­aux un ami d’çn-fan­ce Nef­f­cr­ton, qui cher­chait for­tu­ne dans ces lieux pour­tant si peu hos­pi­ta­liers. Nef­fer­ton n’eut de cesse, après avoir dérobé tà Stan­nard sa carte et son plan, qu’à faire par­tir ce der­nier avec un guide choi­si par lui avec la mis­si­on bien arrêtée de faire dis­pa­raître son ami.

Au jour fixé pour le départ de l’expédi­ti­on et malgré les avis de Pier­re Bap­tis­te, de ne pas par­tir par un temps aussi in­cer­tain, la ca­ra­va­ne se met en route, mais est sur­pri­se peu après par une tempête de neige qui fait fu­reur. Mar­cel­le Val­lois qui, par in­stinct, avait deviné le ca­ractère de Mon­si­eur Stan­nard, pour qui elle s’était, prise d’amitié, sup­plie son ami Pier­re très au cou­rant de tous les détours de la région, de se por­ter au se­cours de lui. A grand re­gret Pier­re se met en roule et décou­vre peu après les corps de Stan­nard et de son guide en­se­ve­lis dans les nei­ges. Tl pro­di­gue ses soins à Stan­nard blessé et le ramène au fort. Après lui avoir fait voir sous quel­les mau­vai­ses in­spi­ra­ti­ons il avait ac­cepté de par­tir en expédi­ti­on, il finit par gag­ner la con­fi­an­ce de Stan­nard et ce­lui-ci lui fait la pro­po­si­ti­on de faire à deux la re­cher­che et d’ex­ploi­ter pour leur comp­te la mine aus­sitôt cel­le-ci trouvée.

Une fois guéri, Pier­re et M. Stan­nard se met­tent en route et après di­vers ava­tars sur leur che­min, fi­nis­sent par trou­ver l’en­droit où se trou­vait la mine tant re­cherchée.

Stan­nard, de plus en plus épris du désir de re­voir et son pays et sa fiancée, qu’il avait laissée à Lond­res, fait le don à Pier­re de sa mine et quitté Rou­bi­de­aux en lais­sant le sou­ve­nir d’un ga­lant homme, comme sou­vent les ha­bi­tants de ces mal­heu­reu­ses contrées dési­re­rai­ent en voir.

PRO­GRAM­ME DU 1 AU 6 SEP­TEM­BRE

La Muet­te de Por­ti­ci....​Auber

(ou­ver­tu­re)

La Fer­ron­ne­rie d’Art

Gas­pard, fran­che ca­nail­le

Suns­hi­ne Comédie

Au Brésil im­men­se....E. Moon

(Fox-trotj

Le Dou­ble Piège

Comédie

Mme But­ter­fly

(fan­tai­sie)

G. Puc­ci­ni

Dans la Blan­cheur des Nei­ges

drame en 5 par­ties avec FRANK MAYO

PRO­GRAM­MA VAN 1 TOT 6 SEP­TEM­BER

De Stom­me van Por­ti­ci

(ope­nings­tak)

Auber

Kunst­ij­zer­sme­de­rij

3. Gas­pard, de ploert

Suns­hi­ne tooneel­spel

4. In het uit­ge­strek­te Bra­zi­lië

E Moon

De Dub­be­le Val­strik

T ooneel­spel Y

Mme But­ter­fly....G. Puc­ci­ni »

(fan­ta­sie)

In de Blank­heid de Sneeuw

van

drama in 5 dee­len met FRANK MAYO

Se­mai­ne pro­chai­ne - Le su­per­be film

LE LYS ROUGE

d’après l’œuvre d’Ana­to­le Fran­ce et in­ter­prétée par SU­ZAN­NE DELVÉ

Pro­chai­ne­ment le film sen­sa­ti­on­nel

L’Af­ri­que

In de Blank­heid van de Sneeuw

ln den pel­te­rij­win­kel van Fort Rou­bi­de­aux, in het hart­je van Ka­na­da, waar wonen: André Val­lois, zijn doch­ter Mar­cel­le — een pas ont­lo­ken roos — en Pier­re-Bap­tist, komt op ze­ke­ren dag een rijke Engèlsch­man: Re­gi­nald Stan­nard, toe. Hij had een goud­mijn van een af­ge­stor­ven fa­mi­lie­lid gëërfd en zocht nu in die on­her­berg­za­me stre­ken een ge­schik­te gids om die mijn te vin­den. Door een lou­ter toe­val ont­moet­te hij hier een vriend uit zijn kin­der­ja­ren: Nef­fer­ton, die ech­ter die oude ge­ne­gen­heid ge­bruik­te om het plan der mijn te ont­fut­se­len en een gids om­kocht om Stan­nard uit den weg te rui­men.

Den dag vast­ge­steld voor het ver­trek, en niet­te­gen­staan­de de raad­ge­vin­gen van Pier­re-Bap­tist, om niet te ver­trek­ken met zulk een on­ze­ker weer, zet de ka­ra­vaan zich toch op weg, maar wordt over­val­len door een vree­se­lij­ken sneeuw­storm. Aan­ge­zet door Mar­cel­le — die voor Stan­nard een in­stinkt­ma­ti­ge vriend­schap had op­ge­vat, — om de on­ge­luk­ki­gen te hel­pen, snelt Pier­re hen ter hulp, redt hen van een ze­ke­ren dood en voert hen mee naar het Fort.

Lang­zaam wint Pier­re het ver­trou­wen van Stan­nard, die hem voor­stelt samen de mijn te zoe­ken en ze dan uit te baten. Her­steld van de be­ko­men won­den, zet­len beide man­nen zich op weg en na tal van voor­val­len vin­den zij ein­de­lijk de zoo be­trach­te mijn.

Stan­nard voelt zich ech­ter on­weer­staan­baar aan­ge­trok­ken én door zijn land, én door zijn ver­loof­de die hij te Lon­den ach­ter­liet. Hij ver­trekt dan ook uit dat woes­te land, na de mijn aan Pier­re te heb­ben ge­schon­ken, ach­ter­la­tend een on­uit­wis­ba­re her­in­ne­ring van een man zooals men er zel­den ont­moet...

Im­pri­me­rie du Cen­tre, 26. Rem­part Kip­dorp, An­rers.


« CINS­MA WE­RELD

— Brie­ven­bus —

.Krap­per. — Shir­ley Mason was de hooîdver­tolk-sier van o La Poupée Chi­noi­se», zie be­knop­te le­vens­be­schrij­ving onder hoofd « ster » in ru­briek « Tril­beel­den » van vorig num­mer.

Lek­ker­bek. — 1° Al­mi­ran­te Man­zi­ni, voor­naam ste film: « Amou­reu­se »;

2* Die ar­tist was den­ke­lijk Con­way Tear­le.

R. Ant­werp F. C. - 1° Nemen voor­stel in over

we­ging.

2° Nog wat ge­duld heb­ben, ant­woor­den doen zij u in. ieder geval, al was het na één jaar tijd, zooals het reeds het geval is ge­weest.

3* Zul­len aan uw wensch vol­doen, al­hoe­wel we de le­vens­be­schrij­ving van Doro­thy Dal­ton onder de « eter- » ru­briek reeds gaven.

A. V.​i.​Borght. — Bes­ten dank voor de waar­dee ring van ons blad, maar ’t spijt ons dat we uw schrij­ven niet in de « Vrije Tri­buun » kun­nen op­ne­men daar bet te per­soon­lijk ie.

J. Ver­beeck. -4- ]o Lila Lee. adres: Lasky Sju dio, Vine Street, Hol­ly­wood (Cal. (U.S.A.

2* Wan­neer u de on­kos­ten van de cliché voor uwe re­ke­ning nemen wil; zijn wel ge­ne­gen dit te doen. wel ver­staan, in­dien de photo in­te­res­sant is.

V. Stern­brug­ce— 1» Zoudt u ons kun­nen zeg­gen van welke maat­schap­pij be­wus­te fil­men zijn!

2° Wanda Haw­ley, adres: c/o Room 53, The Fleet­way House, Far­ring­don­street Lon­don E. C. 4

3° Aan Al­mi­ran­te Man­zi­ni kan in de fran­sche taai ge­schre­ven wor­den, adres: Ttala. Film. Vi­co­lo Pa­ri­o­li. Vil­li­no Fran­chet­ti, Rome.

Jwep­hi­ne V. Pelt. — 1« Die ar­tis­te is Ei­l­een Sedg­wick, ge­huwd met J. H. Mc Glos­key; adres: Boui­vard Ap­part­ments, Hol­ly­wood Boul­vard, Los Angel«» (Cal.) U.S.A.

2« Gina Relly, on­ge­huwd, 53, rue Cau­lain­bourt,, Pat ie.

3* Hélène Darly, den­ke­lijk on­ge­huwd; adres c/o Al­ba­tros Film, 105, rue de Ri­che­li­eu, Paris.

N.-B. — We heb­ben alle ach­ting over voor ie­mand die zich de. moi­e­te geeft eene vreem­de taai aan te leeren.

Mari va. — Gla­dys Brock well zendt immer de heer ge­vraag­de photo; adres: Fox Stu­dios, 1401. Wes­tern Ave­nue, Lps An­ge­les (Cal.) U.S.Â.

lel­le­pot. — 1° Elsie Fer­gu­son, adres: Fa­mous Play­ers, 485, Fifth Ave­nue, New-York City U.S.A

2• Ma­d­lai­ne Tra­ver­se, adres: Hol­ly­wood Hotel, Los An­ge­les (Cal.) U.S.A.

3* re Frar­r­cis, adres: 1Ö, rue de l’Eg­li­se, Paris

Pe­k­oog. — Olive Tho­mas is op 10 Sep­tem­ber 1920 in hei Ritz Hotel te Pa­rijs over­le­den.

Pen­n­syl­vania. . . 1° « De vrouw door de eeu­wen heen » was een Ame­ri­kaan­sche band en t Het boek der on­deugd » een Duit­sche.

2° Ma­ri­on Da­vies, adres: In­ter­na­ti­o­nal Film Uh 2478, Se­cond Ave­nue, New-Y’ork (U.S.A.).

N.-B. — Zon­der­ling daar an­de­ren aan dit zelf­de adres ge­zon­den brie­ven be­ant­woord zagen: zie

trou­wens « Ons Pho­to­hoek­je ».

Leve Norma Tal­m­ad­ge. — 1° Zool­ang niet ieder be­lang­heb­ben­de er aan mee­werkt is een re­fe­reo dum waar­de­loos.

2° Norma Tal­m­ad­ge is in « On­wakrdi­ge Moe­der » prach­tig maar toch haalt « Hare Blau­we Oogen lach­ten me toe » het nog op de eer­ste band.

3° De Hac­kin zendt tij­dens het ko­mend sei­zoen ver­schei­de­ne nieu­we Tal­m­ad­ge-fil­men in we­reld.

M. S. J. — 1° De eer­ste kos­te­looze bij­la­ge in « Tooneel­we­reld » ver­scheen in het. nn­r­hmr van 18 Mei 1923.

2° U hebt de vol­le­di­ge ver­za­me­ling.

.1. B. 21. — 1° Henry B. Wal­t­hall, ge­bo­ren te Shel­by (U.S.A.) is reeds van in 1910 film­ar­tist, doch zijn eerst« groote rol draai­de hij in Grif­fith’s re Ge­boor­te eener Natie »; ge­huwd met Mary Char les­tan; leng­te 1.65 m.; don­ker bruin haar en brui­ne oogen.

2° Rus­sel Simp­son, in 1880 te San Fran­cis­co ge­bo­ren; spe­ci­a­li­teit in het ver­tol­ken van groote krach­ti­ge rol­len. Is voor­al een athleet en leeft steeds vanaf zijne kin­der­ja­ren in open­lucht. Op kunst­ge­bied was hij eerst treur- en daar­na klucht spe­ler. Ts een mees­ter in het gri­mee­ren. Meet. 1.80 rn. en heeft bruin haar en grij­ze oogen.

3° Chas. Ie Moyne, te Chia­hua (Mexi­co) ge­bo­ren: was vroe­ger luilps­he­riff er­gens in Ne­bras­ka: was

een fi­gu­rant in films door eene toe­val­lig ter plaat­se al­daar ver­toe­ven­de maat­schap­pij op­ge­no­men en is aan de ze­ven­de kunst ge­ble­ven; is oud kam­pi­oen in het bal-echie­ten; don­ker bruin baar en cïïto oogen.

N. -B. — Niet ver­ge­ten dat èn op­stel­ler èn zet ter op druk­ke­rij twee ver­schil­len­de per­so­nen zijii.

Blon­de Dac­ty­lo. — Dit tooneel stelt de eind­scène voor in a De Zoon van den Vrij­bui­ter », wan­neer Ge­or­ges Bis­cot, na het uit­stal­raam ge­rei­nigd, te heb­ben terug de mo­de­win­kel bin­nen treedt.

Elval. 1° Door­gaans laten de;u lis­ten in kwes­tie het dan zelf wel weten.-

2° Die ar­tist was Nigel Bar­rie.

3° Vroe­ger, in ieder geval, zon­den Alexan­d­re en Gah­riel­le Ro­bin­ne hunne photo steeds grati.

N.-B. — Ge­lie­ve jui­e­te naat­ri en adres te doen ken­nen opdat wij e het ont­bre­ken­de pro­gram­ma zou­den kun­nen op­zen­den.

Zang­vo­gel­tje. — U kunt ge­nist in­zen­den; wd zul­len het ver­haal­tje aan den be­voeg­den me­de­wer­ker over­han­di­gen.

J. S. 1 Monroë Sa­lis­bu­ry, adres: Hotel Hol­ly­wood, Lob An­ge­les (Cal.) U.S.A.

Rosa. — 1* Li­o­nel Bar­ry­mo­re, adres: Lamb« Club, New-York (U.S.A.).

2° Matt Moore, adres: 130. West. 44th Street. New-York City (U.S.A.).

3° Alice Joyce, adres: c/o YT­la­g­raph Film Cy. Brook­lyn, New-York (U.S.A.).

N.-B. — Door­gaans zen­den al deze ar­tis­ten hunne photo.

J. J. — U kunt al de num­mers van « Tooneel-we­reld » met de bij­la­ge ont­van­gen vanaf die datum: doe ons uw naam en adres ken­nen.

Nemo.

N.-B. — Vra­gens ons toe­ge­ko­men na Zon­dag »Orden in het vol­gend num­mer be­ant­woord.

lens­jes

ENID BEN­NETT, FRED NIBLO, BAR­BA­RA LA MARR

The di­rec­tor of “Stran­gers of the Night” has some se­cret plans, but the art­ful ones to left and right of him are trying to get them out of him.

rechts en links trach­ten ze te weten te komen in de hoop. dat er een rol voor lien hij is.

De re­gis­seur van «De Vreem­de­lin­gen van den Nacht » heeft ge­hei­me plan­nen en de schoon­he­den

ALICE TERRY

The days of the French Re­vo­lu­ti­on were real li­ve­ly, and as a lady of those days in Rex In­gram's pro­duc­ti­on of “Sca­ra­mou­che”

Alice has a lot to do be­fo­re the ca­me­ra.

Alice Terry ver­tolkt nu een groote rot in « Sca­ra­mou­che ». een stuk dat onder de Fran­sche Re­vo­lu­tie speelt.

AN­TO­NIO MO­RENO

An­to­nio Mo­reno en zijne echt­ge­noote Daisy Can field. Zij is de doch­ter van D. Can­field, de olie­ko-ning van Ca­li­for­nië, en zijn dit jaar ge­huwd. An­to­nio Mo­reno is een Span­jaard en te Ma­drid in 1888 ge­bo­ren. Is nu een film met Glo­ria Swan­son aan het draai­en.


CINB­MAW­BRELD »

VRIJE TRI­BUUN

Ik ben het niet ge­heel eens met de mee­ning van Wally.

Er zijn wel de­ge­lij­ke Fran­sche fil­men die met de Ame­ri­kaan­sche kun­nen ge­me­ten wor­den, zooals bij­voor­beeld « Jo­ce­lyn « (Ar­mand Tal­lier), «Vi­s­a­ges voilés... Ames clo­ses » (Emmy Lynn-Mar­cel Vi­bert), « Les Op­primés » (André Ro­an­ne-Ra­quel Mel­ler-Mar­cel Vi-. bert), « L’Homme du Large » en « L’At­lan­ti­de » (met Mel­chi­or en An­ge­lo en Staci* de Na­pier­kows­ka).

Leve Th. Meighan.

Mijn­heer,

Ik heb het ar­ti­kel over « 1 ilm­schoon-heid » in uw blad ver­le­den week ge­le­zen. Ik ge­loof dat ik daar iets van kan zegge*... omdat ik de hooge eer gehad heb om met de be­roemd­ste van alle film-ster­rem te spre­ken: met nie­mand an­ders als Norma Tal­m­ad­ge!

;< It .hap­pe­ned as fol­lows. » Ik was bij ee* En­gel­sche vriend te Lon­den uit­ge--noodigd (het was in Ok­to­ber 1922) en het wa« juist in dezen tijd dat de ge­zus­ters lal­mad­ge clààr ver­toef­den.We wan­del­de* zoo in Hyde Park op een ze­ke­ren mor­gen. Als er op een keer een auto voor­bij­kwam, die pre­cies voor ons stop­te. Ee* heer stap­te er uit die naar ons toe-kwa­ra en ons vroeg of wij geen twee dam«* had­den ge­zien. Wij ant­woord­den: « No Sir », toen wij op­eens eene stem ach­ter-ons hoor­den: « You, de­a­rie! we’t* been wai­tin’ here about an hour for you. Where have you been such a long time? »

Wij draai­den ons om, en... tot onze groot­ste ver­ba­zing stond daar voor ons: Norma! Norma Tal­m­ad­ge. On­mid­del­lijk her­ken­den we ze. De­zelf­de prach­ti­ge oogen als op het doek, de­zelf­de be­koor­lijk­heid en wat nog meer! een bui­ten­ge­woon jong ui­ter­lijk, veel jon­ger als in de ci­ne­ma.

Zon­der den tijd aan Jo­seph Schen­ck te laten zijne vrouw te om­hel­zen en hee-ie­maal onze sa­voir-vi­vre ver­ge­tend, be­gon­nen we haar kom­pli­men­ten te maken (Norma is al­tijd onze « fa­vo­ri­te) » ge­weest) en tot slot zeg­den we nog hoe po­pu­lair ze te Ant­wer­pen is. Heel dien tijd glim­lach­te ze en dan:

« I am re­al­ly very plea­sed to meet you.

I’m so sorry I must leave you now, but 1 have an ap­point­ment with my, sis­ter Con­stan­ce at the Savoy jthat’s why 1 must leave. Give my best re­gards to all my friends of Ant­werp. »

En ze was weg, in ge­zel­scK­af) van haar moe­der en haar echt­ge­noot.

Zoo­dus.t. ik kon na­tuur­lijk niets van de an­de­re stars zeg­gen! maar, wat Norma be­treft: in de ci­ne­ma lijkt ze schoon, maar in wer­ke­lijk­heid is ze nog veel, veel mooi­er en nog sym­pa­thie­ker. p,

Ik hoop dus dat dit alle « lal­mad­ge Li Ado­rers of Ant­werp » (en er zijn er zoo­veel) ge­rust zal stel­len.

Ar­mand Ca­brey.

< F is voor­waar een goed ge­dacht, een « Vrije Tri­buun » in­ge­richt te heb­ben, waar­door men zoowat het ge­dacht van een­ie­der in het al­ge­meen kan ken­nen. Dit. ‘geeft on­ge­twij­feld Aan­lei­ding tot re­de­twis­ten.

Een paar me­de­wer­kers aan uwe Vrije 1 ri­buun be­gin­nen een soort van « Cam­pag­ne » tegen de film­ster­ren, wil­len ver­o­pen­ba­ren dat ze niet zóó schoon zijn dan men ze ziet, dat de photo be­driegt, enz. het zij zoo. Maar ver­kie­zen deze kri­tie-kers dan onze Bel­gi­sche ar­tis­ten — en die zijn ook ge­schminkt —, deze bij­voor­beeld van « Cœur Belge »? Ik dan lie­ver —- de ge­schmink­te, zoo ge wilt — van Ame­ri­ka. Wat geeft er ook aan wat deze cméster­ren doen, zij zijn schoon op het doek, en t is al wat wij wen­schen. »

Ons club­je, uit onze vroe­ge­re cor­res­pon­den­tie wel be­kend, meen­de ook goed te doen er cens op uit te gaan om meer te weten be­tref­fen­de de prijs­ver­hoo­ging op de zit­plaat­sen in de ki­ne­ma’s, zulks in ver­band met de duur­de­re fil­m­ex­ploi­ta­tie waar­van wij in de beide vo­ri­ge Ci­ne­ma-pro­gram­ma’s onder « Vrije Tri­buun » op de hoog­te wer­den ge­steld.

Wij mogen onze vriend­jes en vrien­din­ne­tjes, die even­als wij, ge­re­geld de ki­ne-ma be­zoe­ken, ge­rust­stel­len met de in­for­ma­tie door ons op­ge­daan. Al­hoe­wel ge­wet­tigd, blijkt het dat deze ver­hoo­ging toch niet in die mate zal tpe­ge­past wor­den waar­op de ki­ne­mauitbâters het recht zou­den heb­ben.

Deze ver­hoo­ging we­flee met 15 Sep­tem­ber in­gaat en van 25 tot 75 ctm. zal

CINB­MUWBB­BU»

be­dra­gen, in ver­hou­ding der zit­plaat­sen, zul­len wij gaar­ne be­ta­len, wan­neer wij, van onzen kant, mogen hopen, even­als voor­heen, de goede en schoo­ne fil­men op het af­fi­che te zien prij­ken.

Het Cinéclub­je.

Ma­ria-An­na-Loui­za en Bertha. * *

« Ik houd van schoo­ne en goede filme*, van die fil­men welke ons op­hef­fen uit den sleur van het da­ge­lijksch be­staan, die ons al het edele en het beste uit het leven toohen, echt en waar weer­ge­ge­ven. Ik heb be­won­de­ring en een stil­len eer­bied voor die men­schen welke zulke mooie din­gen kun­nen vóórt­bren­gen, voor de ar­tis­ten die hun rol me­de­le­ven en er ziek gansch in­den­ken om zoo na­tuur­lijk en, waar mo­ge­lijk te zijn. Maar dan... wan­neer ik ver­der ga, rijst er een groot vraagteek­en in mijn geest. Waar­om zijn de mooi­ste fil­men van over zee, van Ame­ri­ka? Waar­om bren­gen onze buren Frank­rijk, En­ge­land, Zwe­den, Düitsch-land zulke goede ban­den voort, en hoe komt het dat wij er wei­nig of geen te zien krij­gen van ons eigen lieve, schil­der­ach­tig lan­de­ke, zoo rijk aan mooie plek­jes en pa­no­ra­ma’s en zoo vol af­wis­se­ling? We heb­ben alles wat we heb­ben moe­ten: kust (en wat een mooie kust!), prach­ti­ge oude, oor­spron­ke­lij­ke ge­bou­wen; onze ge­schie­de­nis is vol van edele hel­den­da­den en groot­sche fi­gu­ren; de lie­fe­lijk­ste, le­gen­den doen den ronde in den volks­mond... en we laten ons dit alles voor den neus weg­ka­pen. We zijn dom. Is België niet steeds een der eer­sten ge­weest op kunst­ge­bied? Waar­om blij­ven we dan nu ten ach­ter. Waar­om dóen we dan nu onder voor dan vreem­de, laten we onzen góeden ouden naam van on­der­ne­mend en han­de­lend volk te loof gaan op ge­bied van film­in­du­strie en doen we door eigen schuld mil­li­oe­nen ver­die­nen aan den vreem­den? Waar­om? Het is alles een groot vraagteek­en.

Ik wéét nu wel, ’t kan alles niet in­eens komen en er is veel moed en op­of­fe­ring toe noodig, een groote dozis zelfs om zoo iets te be­gin­nen. Men is be­ducht voor vreem­de me­de­din­ging; het pu­bliek is ge­woon aan bijna vol­maak­te din­gen. Maar ach! «Die niet waagt, niet en wint » zegt een oud Vlaamsch spreek­woord en... wie weet wat fijne, echte, ei­ge­ne kunst zou doen. Geen ba­na­le, sto­ren­de din­gen,

neen: een lie­fe­lij­ke, Vlaam­sche idyl­le, mei een klei­ne ei­ge­ne ar­tis­te en een ro­bus­ten kerel van eigen ras, ge­speeld met echte kunst en waar ta­lent, op­ge­no­men in een mooie, ei­ge­ne streek?

Wie weet! Een droo­me­ri­ge idyl­le, vol zon­ne­schijn'en goud­glans...

O! Ik tril bij de ge­dach­te aan het groot­sche beeld dat zich vormt in mijn geest, en ik wacht... en ik hoop... en ik droom

Zang­vo­gel­tje.

ONS P3ÖTG10EK­JE

Mae en Glo­ria ont­vin­gen gra­tis de photo van Betty Bal­four na vijf maan­den en die van Li­li­an Gish, ver­ge­zeld van een vrien­de­lijk schrij­ven, na elf maan­den.

Ona­gra ont­ving gra­tis de photo van Wil­li­am Far­num na drie maan­den, van Bil­lie Burke na twee maan­den met vrien­de­lijk schrij­ven, van Norma Tal­m­ad­ge na negen weken en van Wanda Haw­ley na vijf maan­den.

Kei­zer der Armen ont­ving mt» de photo van Wil­li­am S. Hart na eene maand en vijf­tien dagen; Larry Ser­non (Zi­go­to) na twee maan­den; Betty Bal­four (1 photo uit « Squibs») ne twee maan­den en een en twin­tig dagen.

Nero ont­ving gra­tis de photo Vün: Her­bert Rawl­in­son, Alla hÖfci­mo­Va, Le­a­tri­ce Joy, Li­li­an Gish, Dórothy Gish, Char­les Ray, Ramon Na­v­te­ro, Alice Terry, Maë Mac Avoy, Viola Dana. Larry Semon, Olaf hönss, Mil­ton Sills en Jane Novak, alien gra­tis.

Le\berbe\ ont­ving gra­tis de photo van Wanda Haw­ley, na 18 dagen; ven Her­bert Rawl­in­son, na 4 maan­den; van Betty Comp­son, na 1 1/2 maand; van Alice Brady, na 5 maan­den; van Viola Dana, na 3 maan­den.

V. Steen­brug­gc ont­ving gra­tis de photo van Ru­dolp­he Va­len­ti­no, na 6 maan­den 13 x18, met vriénde­lijk schrij­ven; en die van Doro­thy Gish, 13 x 18, na 6 weken.

R. Ant­werp F. C. ont­ving gra­tis de photo’s van Betty Bal­four, na 4 maan­den; Flora Le Bre­ton, na 1 maand; Gina Païenne, na 10 dagen; Baby Peggy, na 2 maan­den; Wil­li­am Far­num, na 1 maand: The­o­do­re Ro­berts, na 30 dagen (bui­ten-' ge­woon schoen).


€ Ct­HE­MA WBRBLO

Onze Ciné-Ro­mans!

Haar Heer en Mees­ter

Naar de Vi­ta­g­raph-Film: « Her Lord and Mas­ter » door Ed.. Neorg.

In­di­a­na....​Alite Joyce.

(Ver­volg)

De vol­gen­de dag kwa­men de Stil­l­watèrs aan op Can­ning House en niet­te­gen­staan­de In­di­a­na zich on­ge­rust maak­te aan­gaan­de hare groot­moe­der, met be­trek tot Lady Can­ning, was zij toch zeer ge­luk­kig hare fa­mi­lie te zien.

D oude Lady was zeer voor­ko­mend tegen M. Stil­l­wa­ter en Bess maar wan­neer zij groot­moe­der zag, kon toch In­di­a­na op­mer­ken dat haar blik ver-lon­ker­de.

Mrs Chazy Bun­ker, groot­moe­der’s naam, was ge­kleed strikt naar de laat­ste mode, waar­bij hare klein­doch­ter erg af­stak, zooda't dit des te meer in het oog sprong van de oude Lady Can­ning. Hare ' kleeding paste dan ook beter voor een jong meis­je.

Lady Can­ning maak­te na­tuur­lijk geene op­mer­king maar wan­neer zij naar hare kamer ging keer­de zij zich tot haar zoon.

« Ik hoop, Thurs­ton, dat mijne oogen niet uïtge-drukt heb­ben wat ik dacht want deze Mrs Bun­ker... »

. De woor­den ble­ven haar in de keel ste­ken; maar na een oog­en­blik ging zij ver­der:

« Eene oude dame met eene kleeding van een jong meis­je, waar­lijk, het is schan­de! »

« Deze lie­den’ uit Ame­ri­ka heb­ben an­de­re ideeën dan wij, moe­der», iant­woord­de Thurs­ton. «Mrs Bun­ker is eene lieve dame, een­maal dat gij haar kent».

« Alle respekt. voor de fa­mi­lie van In­di­a­na, maar nooit zal het mij ge­luk­ken Mrs Bun­ker te ken­nen!» we­der­voer Lady Can­ning koel.

« Gij zult toch met hen de thee nemen? »

« Ik zal mijn best doen deze pil te slik­ken. Ge­luk­kig heb ik Lady Fitz­gerald be­loofd met haar dezen avond te di­ne­ren, zoodat ik niet ver­plicht zal zijn met Mrs Bun­ker samen aan het diner te zit­ten. Ik heb nu haar na­mid­dag­kleed­sel ge­zien, dus kan ik mij wel voor­stel­len wat haar avond­toi­let zal zijn».

Be­ne­den had­den de Stil­l­watèrs het over Lady Can­ning.

« Die oude dame schijnt van stijf­sel ge­maakt,» zegde Mrs Bun­ker, «ik dacht, wan­neer zij vorn- ons eene bui­ging maak­te, dat zij ging bre­ken».

« Het moet hier voor u maar droe­vig zijn, In­di­a­na,» ver­volg­de het meis­je hare moe­der.

« In­te­gen­deel, moe­der, ik ben ge­luk­kig. In den be­gin­ne heeft het mij moei­te ge­kost mij hier te ge­wen­nen, maar nu houd ik van Can­ning House».

Lady Can­ning kwam naar be­ne­den voor de thee; haar zoon wen­sch­te vurig dat zij dit niet ge­daan had.

Met de ge­dach­te eene ge­zel­li­ge at­mos­p­heer te schep­pen, be­heer­sch­te groot­moe­der, welke bezit ge­no­men had van Lord Staf­ford, het ge­sprek.

« U moest maken, Lid y Can­ning, dat uw broe­der eene vrouw huwde, want ik ge­loof dat hij een fijne flir­ter is». v

« Neemt gij sui­ker moe­der?» kwam In­di­a­na spoe­dig er tus­schen ge­val­len.

« Laat mij maar uw thee inschénken, kind, ik wil niet dat gij naar mij wacht», ant­woord­de deze, ins­ge­lijks om het ge­sprek af te lei­den.

« In­di­a­na, als mees­te­res van Can­ning House kent haar plicht!» schimp­te hare schoon­moe­der.

« De beste weg om met In­di­a­na over de baan te kun­nen is haar steeds ge­lijk te geven», lucht­te haar vader.

Waar­op groot­moe­der terug het woord nam en in de ooren van Lady Can­ning eene li­ta­nie begon af te lezen over de deug­den van In­di­a­na. De oude dame was ver­ont­waar­digd over de ver­tel­sels, maar Mrs Bun­ker liet haar de tijd niet om haar aan het word te laten.

Ge­luk­kig voor In­di­a­na en Thurs­ton dat de thee ten einde liep en Lady Can­ning zich spoe­dig ver­wij­der­de. Haar zoon ver­ge­zel­de haar tot aan hare kamer en daar moest hij menig kom­pli­ment hoor­ei» we­gens groot­moe­der.

De Stil­l­watèrs maak­ten zich ge­reed om te ver­trek­ken.

. « In­di­a­na, ge moest ons het ple­zier doen naar ons hotel te komen om daar met ons het diner te nemen», zegde hare moe­der.

« Ik zou wel wil­len, moe­der, maar Thurs­ton houdt er niet van op een Zon­dag in een hotel te di­neeren. Dat is één van de me­nig­vul­di­ge din­gen in de En-gel­sche groote we­reld, maar ik zal het hem toch vra­gen».

« He, het was uwe ge­woon­te toch niet iets te vra­gen!» mom­pel­de hare moe­der. «En) In­di­a­na, wij heb­ben eene ver­as­sing voor u. Glen Mas­ters ver­blijft ook in het hotel».

Glen Mas­ters be­min­de In­di­a­na en wan­neer zij Thurs­ton hare toe­stem­ming gaf, zegde zij aan Glen dat zij hem enkel als haar broa­der kon lief heb­ben. Doch de te­gen­woor­dig­heid van haar vroe­ge­ren speel­ka­me­raad deed haar toch be­slui­ten in het hotel te di­ne­ren.

« Ween niet, moe­der, ik kom naar het hotel, zelfs al was Thurs­ton er tegen!»

Wan­neer de Stil­l­watèrs ver­trok­ken waren, zag In­di­a­na haar echt­ge­noot en sprak hem van de uit-noodi­ging.

« Ge weet, lie­ve­ling, dat ik niet gaar­ne heb dat men u op een Zon­dag in ho­tels of res­tau­rants zie», ant­woord­de Thurs­ton.

« Maar ik ver­lang zoo Vurig te gaan, Thurs­ton».

« Zie hier, kind» zegde Lord Can­ning ern­stig. «Gij her­in­nert u wel dat ge mij deed be­lo­ven, wan­neer ge iets wil­det doen dat niet goed voor u zou zijn, ik het u moest wei­ge­ren.Dit diner bui­tens huis is niet goed voor u en ik ben be­slo­ten mijne toe­stem­ming te wei­ge­ren!»

Bij deze woor­den kwam de vroe­ge­re In­di­a­na te voor­schijn.

« Gij zijt hard­voch­tig! Een ei­gen­wij­ze brute!»

•CÜNBMA WBK­BL0

kreet zij met den voet stam­pen­de. «Ik haat u! » «Niets zal mij be­let­ten te gaan! »

Thurs­ton was een en al ver­ba­zing over haar uit­val en eer hij tot be­zin­ning kwam was zij weg ge-loop­en naar hare kamer.

Hij ging na­den­kend naar do bi­bli­o­theek. Hij was zeker dat zij tot hem zou komen wan­neer zij wat ge­kal­meerd was... maar... zij deed het niet.

Een wei­nig voor het uur om di­ne­ren kwam -,ord Staf­ford in de bi­bli­o­theek en daar hij de be­kom­mer­de Thurs­ton zag, vroeg hij hem wat er gaan­de was.

Lods Can­ning ver­tel­de hem do zaak.

« Mij dunkt dat ik zoo niet zou ge­han­deld heb­ben» ant­woord­de zijn oom. «Het zijn toch hare ou­ders welke haar uit­ge­noodigd heb­ben».

« Ik heb haar be­loofd te wei­ge­ren, oom’. Maar, ik zou toch toe­ge­ge­ven heb­ben uaar, zooals ge zegt, het hare ou­ders zijn ».

Thurs­ton ver­liet de “bi­bli­o­theek om naar zijne vrouw te gaan, maar als hij de groote hall be­reik­te zag hij haar juist uit­gaan met Glen Mas­ters. Hij kende de vroe­ge­re lief­de van deze voor In­di­a­na, daar zij hem alles ver­teld had, en hij zou nooit eenig ge­dacht van ja­loer­sch­heid ge­kend heb­ben, maar nu was hij ont­stemd dat zij toch uit­gipg tegen zijn wil. Hij deed niet de min­ste moei­te om zijne vrouw terug te hou­den maar ging naar de bi­bli­o­theek met een bleek ge­laat.

Eeni­ge oog­en­blik­ken later bracht Jen­nings hem een brief­je welke In­di­a­na ach­ter ge­la­ten had.

« Lieve Thurs­ton. Ik heb be­slo­ten te di­ne­ren met vader en moe­der. Ge­lie­v­je zoo goed te zijn mij om 10 ure te komen halen ».

Thurs­ton vouw­de het brief­je op en stak het in -zijn zak.

«Lady Can­ning is weg­ge­gaan om hare fa­mi­lie te ver­voe­gen, Jen­nings» zegde hij, «zij kan daar den gan­schen avond blij­ven, doch, in­dien zij om 12 ure niet te huis is, dan sluit gij als ge­woon­te de-deur, be­gre­pen».

Jen­ning open­de de mond om iets te zeg­gen, maar zweeg, hij schud­de zijn oud hoofd en ver­liet de bi­bli­o­theek.

Het kan niet ge­zegd wor­den dat in het « Revoy Hotel» In­di­a­na de ziel van de par­tij was; zij had hare on­af­han­ke­lijk­heid her­no­men maar had er geene vol­doe­ning over.

Wan­neer het 10 uur sloeg en zij Thurs­ton niet zeg op­da­gen, kreeg zij angst en werd ze­nuw­ach­tig.

« Laat mij u naar huis bren­gen», zegde haar vader.

« Ik blijf hier tot mijn echt­ge­noot mij komt halen, al was het de heele nacht!» ant­woord­de zij ge­jaagd.

« Te­le­fo­neer hem» fluis­ter­de Bess tot haar man.

M. Stil­l­wa­ter belde Can­ning op.

« In­di­a­na is hier en zij ver­laat het hotel niet of gij moet haar komen halen. Dit is haar ul­ti­ma­tum».

« Eu hier is het mijne!» kwam de klal­re stem van Thurs­ton over den draad zeg­gen: «Mijn huis sluit om 12 ure. In­dien zij dan niet te huis is, wordt de deur ge­slo­ten tot mor­gen vroeg».

Stil­l­wa­ter bracht aan zijne doch­ter dit ant­woord niet over. Hij ver­dub­bel­de zijne wel­spre­kend­heid om haar over te halen naar huis te gaan, doch te­ver­geefs. Om 11 1/2 ure maak­te hij toch Thurs­ton’s ul­ti­ma­tum be­kend en nu bad de gan­scho fa­mi­lie In­di­a­na naar hare wo­ning te ver­trek­ken.

« Het is uw plicht, In­di­a­na» voeg­de Gien Mas­ters zich bij de an­de­ren.

« Hoe durft ge zoo tot mij spre­ken! » vloog zij uit. «Gij allen zijt tegen mij! Ik ga naar een ander hotel! »

De daad bij het woord voe­gen­de, ver­trok zij.

« Naar het «Ritz Hotel!» zegde zij tegen een tai­i­voer­der, maar spoe­dig ver­an­der­de zij van ge­dacht. «Can­ning House!» riep zij door de spreek­buis.

Om 12 1/4 ure belde zij. Geen ant­woord. Zij belde, belde tot eens­klaps eene der Fran­sche ramen ge­lijk­vloers zich open­de en het hoofd van Jen­nings ver­scheen.

« Zijn Lord­schap heeft mij bevel ge­ge­ven te slui­ten, me­vrouw, en de deur niet te ope­nen, maar om­trent de ven­sters heeft hij niets ge­zegd. Als u wilt bin­nen komen».

In­di­a­na; over­won haar trots en klau­ter­de naar bin­nen. Zij ging recht naar Thurs­ton’s kamer en ha­mer­de op zijne deur.

«iNet noodig zulk ge­rucht te maken» zegde hij kalm wan­neer hij open­de:

In­di­a­na kook­te van ra­zer­nij.

« Gij sluit mij bui­ten gij hoort mij bel­len en loch laat ge mij aan de deur! »

« Gij waart ge­waar­schuwd. Ik wil geen slacht­of­fer wor­den uwer gril­len».

« Gij zijt een tiran! » riep zij woe­dend. « Het spijt mij u ge­huwd te heb­ben! »

Zij ging naar be­ne­den en liet zich in de bi­bli­o­theek in een zetel val­len.

Des mor­gends kwam Thurs­ton bij zijne vrouw, en zegde haar kalm:

« Ik ga de uit­noodi­gipg voor die ex­pe­di­tie aan­ne­men. Het zal dus het beste voor u zijn naar Ame­ri­ka terug te keeren. Ik geef u uwe vrij­heid terug. Ik dacht uwe lief­de te kun­nen be­hou­den, inaar ik heb mij ver­gist».

In­di­a­na begon te wee­nen. Hare woede was ver­dwe­nen.

« Ik wil niet naar Ame­ri­ka terug gaan, Thurs­ton. Ik ben zeer slecht tot u ge­weest.., ik bemin u.. ik bemin u zoozeer...

Thurs­ton nam zijne ween­en­de vrouw in de armen en om­hels­de haar. Wan­neer hij haar los liet, zag zij uit zijn bin­nen­zak een brief komen pie­pen ge­richt aan de Voor­zit­ter van het We­ten­schap­pel­lijk Ge­noot­schap.

« Mag ik deze brief lezen, Thurs­ton? vroeg zij.

« Zeker, lie­ve­ling» lacht­te hij, « want zooals uwe land­ge­noo­t­en zeg­gen, her­haal ik ook: «De Zuid-Pool laat mij nu zeer koud»

EINDE.

Toe­ko­men­de week:

Kazan, de Wolf­hond

onze nieu­we Ciné-ro­man


AN­VERS

LOUIS CA VENTS

In­stal­la­ti­ons et Répa­ra­ti­ons d’Elec­tri­cité

Mai­een Prin­ci­pa­le:

21, RUE LÉOPOL»

Satc­car—lej

6«, me de l’Éac m, rue Nat­kan­sie

ƒ• rriî

FA­BRI­QUE:

Fi­i­Vii­cotts, St

I D01­GERÜ0UT

uins pnun

SpédtÜlé: LUSTRÊBiE

TE­LEP­HO­NE 5842

I Films

I VAN H ET IIUS

Over­tref­fen alles

a. HACK­ED a.

Ka­rikij­cs’sslraal, g& ~ Eruf­fiael

Win­neer de Te­gen­spoed komt!

Al­hoe­wel in en­ke­ke kir­te­ma’s af­ge­draaid ver­ne­men wij dat

deze stiksèsfilm nog in een grodt aan­tal an­de­re ki­ne­ma’s op het witte doek zal komen.