Programme de 26 févr. à 3 mars 1932



Livret de programme

Source: FelixArchief no. 1968#751

Ce texte a été généré automatiquement sur la base des pages numérisées, en utilisant la technologie ROC. En raison des polices de caractères historiques utilisées dans les livrets de programmes, les résultats ne sont pas sans fautes.

Consultez les images de ce livret de programme


Ven­dredi

Vri­j­dag

Samedi

Zater­dag

Dimanche

Zon­dag

Lundi

Maan­dag

Februari Don­der­dag

mars 1Q32 Maart

1. Eclair Jour­nal

Actua­li­tés sonores

2. La mai­son des mille-pattes

Des­sin animé sonore

3. J'ai un pri­son­nier

Sketch inter­prété par des Singes

4. Les grands Bri­gands des Airs

Docu­men­taire du ser­vice scien­ti­fique de l’U. F. A.

BNTR’ACTb Pen­dant l’en­tr’acte Audi­tion de disques

T. EcIair­Nieuws­be­rich­ten

Aktua­li­tei­ten op den klank­film

2. Het huis der dui­zend­poo­ten

Klank­tee­ken­film

3. 'K heb 'n gevan­gene

Schets ver­tolkt door Apen

4. De groote Roo­vers der Lucht

Doku­men­ta­rische film van de kul­tuu­raf­dee­ling der U. F. A.

POOS

Tij­dens de poos - Uit­voe­ring van gram­mo­foonpl.

PHONE

P 9490

GRANDE FAN­TAI­SIE SUR GROOTE FAN­TA­ZIE OP

"SCH WANDA"

P 61507

SUITE ORIEN­TALE

OOS­TERSCHE SUITE

Images de l’Ile de Bali Beel­den van Bali Réa­li­sa­tion: Ver­we­zen­lij­king:

André ROO­SE­VELT & Armand DENIS

Inter­prètes: Ver­tol­kers:

Les indi­gènes de Tile de Bali. De inboor­lin­gen van Bali.

Par­ti­tion musi­cale inédite: Onuit­ge­ge­ven muziek-par­ti­tuur :

Th. KROSS-HART­MANN & Mar­cel DEVAUX

Com­men­taire de Toe­lich­ting van

Gabriel TIM­MORY

ENFANTS ADMIS

KIN­DE­REN TOE­GE­LA­TEN


KRISS

Le jeune prince Nonga revient d’Eu­rope, où son père, le rajah de Bali, l’avait envoyé pour quelque temps. Danses, fêtes, chants sont don­nés dans toute l’île pour fêter l’heu­reux retour du prince. Mais ce voyage, qui devait ser­vir à l’édu­ca­tion du prince, a eu comme résul­tat de chan­ger toute la men­ta­lité du jeune homme.

C’est ainsi qu’il jette les yeux sur la jeune Dasni, cepen­dant fian­cée à Wyan, ( oolie au ser­vice de la famille du prince. Nonga, à qui on avait des­tiné comme épouse la prin­cesse Made, ne peut se résoudre à ce mariage mal­gré toute la per­sua­sion de sa sœur Rai, très intri­gante et sans beau­coup de scru­pules.

Wyan, qui a com­pris le dan­ger que cou­rait sa fian­cée, décide de brus­quer les évé­ne­ments et va deman­der au rajah de Bali de quoi épou­ser Dasni. Le rajah, dans l espoir que ce mariage arra­chera à son fils Nonga le sou­ve­nir de Dasni, donne l’ar­gent néces­saire et à quelques jours de là D'asni épou­sait son bon Wyan.

Les deux époux heu­reux tra­vaillaient avec ardeur, tout en chan­tant dans les rizières du rajah.

Mais Nonga ne peut oublier la jolie D'asni. Cet amour lui ronge le cœur et l’idée du mariage de Dasni ne fait qu’avi­ver son désir.

Poussé par l’as­tu­cieuse Rai, un peu par dépit et aussi pour obéir à son père, Nonga accepte d’épou­ser la jolie prin­cesse Made.

Les fêtes du mariage somp­tueuses et ani­mées durèrent plu­sieurs jours et plu­sieurs nuits. Mais tout cela ne peut réjouir le cœur de Nonga.

Rai, qui ne peut com­prendre que son

frère Nonga pense à la petite Dasni, a l’idée de faire appel ou sor­cier de l’île. Le sor­cier pro­pose la gou­nah-gou­nah, sorte de philtre d’amour. Rai décide son frère à envoyer Wyan en mis­sion à l’autre bout de l’île pen­dant une nuit. Elle s’ar­ran­gera pour faire prendre à D'asni et à son insu la gou­nah-gou­nah, et c est ainsi que, pro­fi­tant de l’in­cons­cience dans laquelle le philtre a jeté Dasni, Nonga péné­trera dans la mai­son de la jeune femme.

Mais le prince eut un scru­pule au der­nier moment et s’en­fuit épou­vanté à 1 idée de ce qu’il allait faire.

Le len­de­main Wyan, de retour chez lui, trouve sur la couche de sa femme le kriss (poi­gnard) du prince. Fou de colère et sans attendre d expli­ca­tion de sa femme, il court à la rivière où le prince fait ses ablu­tions chaque jour. Une lutte âpre, féroce, s’en­gage entre les deux hommes, Wyan armé du kriss. Au cours de la lutte, le prince perd pied sur les pierres, tombe et se fra­casse le crâne.

Alors, saisi par une espèce de folie san­gui­naire, Wyan se pré­ci­pite vers le vil­lage. La douce et jolie Dasni paie la pre­mière une faute qu elle n’a pas com­mise.

Tout le vil­lage s assemble, car il faut abattre celui qui est «amok» (enragé).

Le père de Nonga sur­git au moment où la foule va écra­ser Wyan. Il arrache des mains du fou le kriss, arme sym­bo­lique et sacré de la famille prin­cière, et punit le cou­pable.

Quelques jours plus tard, toute l’île était assem­blée pour célé­brer les funé­railles impo­santes et assis­ter aux rites mil­lé­naires de la cré­ma­tion.

Dans des wadah (tours funé­raires), les corps embau­més des pauvres amou­reux et du prince sont pro­me­nés à tra­vers le pays, puis inci­né­rés. Puis, les cendres sont recueillies et jetées à la mer.

LES BIERES POUR TOUS LES GOUTS:

PILS­NER URQUELL BOCK GRÜ­BER

SPA­TEN­BRAU

MUNICH

GUIN­NESS-STOUT

PALE-ALE

SCOTCH-ALE

SPÉ­CIA­LI­TÉS .

BUF­FET FROID

GIBIER

SALLES POUR BAN­QUETS


Ten einde zijn zoon een alzi­j­dige opvoe­ding te geven, zond de oude rajah van Bali hem naar Europa. Prins Nonga — zoo heet de rad­jah-zoon — komt nu uit het Avond­land weer: dan­sen, fees­ten, gezan­gen wor­den inge­zet om dezen terug­keer te vie­ren. Doch de prins heeft uit het verre Europa gansch nieuwe levens­bes­chou­win­gen mede­ge­voerd.

Zoo wordt hij ver­liefd op de jonge Das-ni, alhoe­wel deze ver­loofd is met Wyan, een koe­lie in dienst bij ver­wan­ten van den prins.

Tot gade van den prins had men ech­ter prinses Made bes­temd. Maar Nonga kan zich niet tot dien echt bes­lui­ten, trots de over­re­ding van zijn zus­ter Rai.

Wyan, die het gevaar aan­voelt, bes­luit de gebeur­te­nis­sen te dwin­gen: hij gaat naar den rad­jah, hem bez­we­rend de noo-dige som aan te schaf­fen om Dasni te kun­nen huwen. D[e rad­jah, in de hoop dat dit huwe­lijk Nonga tot wij­zer inzicht zal bren­gen en in hem de harts­tocht voor Dasni doo­den, geeft het noo­dige geld.

En zoo gebeurt het dat enkele dagen later Dasni haar goede Wyan huwt.

Bei­den zijn geluk­kig. Zin­gend vol­bren­gen zij hun dag­taak, in de rijst­plan­tin­gen van den rad­jah.

Doch Nonga kan de schoone Dasni niet ver­ge­ten. Die liefde jaagt hem op en D'as-ni s huwe­lijk wak­kert nog meer zijn ver­lan­gen aan.

Gedre­ven door de arglis­tige Rai, ont­goo­cheld en om zijn vader te gehoorza-

Imen aan­vaardt ten slotte Nonga de jonge prinses Made tot vrouw te nemen. De huwe­lijks­plech­ti­ghe­den van een sprook­je­sach­tige weelde duur­den veel dagen en veel nach­ten.

Dans van den Draak, dans der Bloe-

men, ritueele- en volks­dan­sen, nos­talgi- j sehe zan­gen, waa­rin gansch het mys­te­rie! van het ede­nisch Bali schi­jnt te sid­de­ren, ( dit alles brengt Nonga geen vreugde. j

Rai, die niet begri­j­pen kan waa­rom j haar broe­der aan de one­dele Dasni denkt, gaat de too­ve­naar van het eiland raad­ple­gen. Deze geeft haar de gou­nah-gou­nah, een lief­des­drank.

Ter­wijl Wyan zal ver­wi­j­derd wor­den, zal zij Dasni deze drank inge­ven, die haar gansch onbe­wust maakt. Dan kan Nonga zijn pas­sie bot­vie­ren.

Wel dringt de prins in Das­ni’s huis... doch op het bes­lis­send oogen­blik beseft hij zijn wan­daad en vol afschuw vlucht hij weg.

Den vol­gen­den dag keert Wyan terug. Maar in Das­ni’s ver­trek vindt hij de kriss (dolk) van den prins. Een vlaag van waan­zin­nige woede over­wel­digt hem. Niet eens luis­te­rend naar de woor­den zij­ner vrouw, stormt hij naar bui­ten, naar de rivier in dewelke de prins dagel­lijks zich baadt. Een wilde, dolle strijd laait op tus-sc.hen de twee man­nen, ter­wijl Wyan de kriss zwaait, tot de prins, uit­gli­j­dend op de stee­nen, zich te plet­ter valt...

Dan wordt Wyan van de « amok » beze­ten (Maleische koorts) en als een gek snelt hij naar het dorp en doodt Dasni, boe­tend voor een schuld die zij niet had mis­dre­ven.

Allen loo­pen teza­men om Wyan te vat­ten. Op het oogen­blik dat het volk hem ver­plet­te­ren wil, ver­schi­jnt de rad­jah: als vader van Nonga zal hij den moor­de­naar van zijn zoon doo­den...

Indruk­wek­kend is de uit­tocht, drie dagen later, van de Doo­den, in de wada’s (rouw­to­rens), die wor­den rond­ge­voerd in het land. Dan wor­den de lij­ken ver­brand en hun assche ges­trooid in de onme­te­lij­kheid van de zee...


Bali is het dichtst bij Java gele­gen eiland van den Soenda-archi­pel. Een zee-arm slechts scheidt de twee lan­den. Bali heeft een ruit­vor­mig uit­zicht en een opperv­lakte van 5.800 vier­kante kilo­me­ter.

Een vul­ka­nische berg­ke­ten doors­ni­jdt als het ware het eiland over gansch zijn lengte. De hoog­ste berg­top is de Goe­nong Agoeng (3.200 meter).

Dfeze keten is rijk aan ijzer- en koper-ert­sen.

Dte vlakte die zich uits­trekt tus­schen deze ber­gen en de zee is één reu­sach­tig rijst­veld, waar kud­den buf­fels gra­zen. Deze een­to­ni­gheid wordt ech­ter ver­bro­ken door bos­schen van kokos- en palm-boómen, van bam­boe’s en door uit­ges­trekte plan­tages van katoen­boo­men.

Trou­wens, dit maakt ook de groote bedri­j­vi­gheid van Bali uit. In zake die­re­nen plan­ten­soor­ten is Bali wer­ke­lijk een

over­gang­ster­rein tus­schen de Soe­da­nee-sche en Aus­tra­lische wereld.

De Bali­nee­zen heb­ben veel ver­want­schap met de Java­nen voor wat de taal betreft, doch ver­schil­len er vol­ko­men van door hun forsche fyziek en de fie­rheid van hun karak­ter.

Van Mbsul­maan­schen inv­loed, die zich zoo gemak­ke­lijk liet inbur­ge­ren in de XVe eeuw bij de bevol­king van den Soenda-archi­pel, bleef Bali gansch vrij. Nog heden is men de Brah­maansche riten trouw geble­ven.

De man­nen hou­den zich hoofd­za­ke­lijk bezig met het ver­vaar­di­gen en cise­lee­ren van wapens; de vrou­wen met het weven en tin­ten van stof­fen.

Bali is, onder poli­tiek opzicht, ver­deeld in acht stre­ken, ieder beheerd door een rad­jah, en maakt met Lom­bok één resi­den­tie uit (geves­tigd te Mata­ram (de hoofd­stad van Lom­bok).

[Déli­cieu­se­ment pétillante, d’une saveur franche et fraîche, le Schweppes est une eau d’une pureté sans pareille.

Légè­re­ment miné­ra­li­sée, elle contient juste les sels néces­saires S débar­ras­ser l’or­ga­nisme des impu­re­tés qui l’en­va­hissent.

Si vous tenez à votre santé, faites ua usage régu­lier de Schweppes.

L’EAU QUI


Goed­koopst ver­koo­pend huis der Stad in aller­beste Uur­wer­ken en Juwee­len.

HOR­LO­GE­RIE

DEL­MONTE

Dam­brug­ges­traat, 2

_ Jl .(nevens Car­nots­traat);i Tele­foons 269.88.

St. Oum­ma­russ­traat, 57

Tele­foon: 294.13

Huis van ver­trou­wen.

De HOE­DEN

van

Kerck­hove

Cka­pel­le­rie Cen­trale

De sckoonste van model De goed­koopste in prijs De k este in kwa­li­teit 3

De licktste in gewiekt

Dam­brug­ges­traatJO

HUIS y MAI­SON

DON­NEZ Æ DON­NEZ

Wieg­straat, 17-19 jmfr Wf bij de Meir­brug yßri jj Tele­foon 257.00 |J |J d Rue du Ber­ceau, 17-19 près du Pont-de-Meir Télé­phone 257.00

Sinds 1866 het degeUJkste voor uw Hand­wer­ken. Kou­sen en brei- SwÊl­MIÜSmi goed. Zijde, Katoen. Garen. I-Mllfl — Alle Benoo­di­ghe­den — Depuis 1866 la meilleure pour vos Ouvrages de mains, Bon­ne­te­rie Soies, Cotons, Mer­ce­ries, — Toutes Four­ni­tures. —

Ven­dredi Samedi Dimanche Lundi Jeudi

Vri­j­dag Zater­dag Zon­dag Maan­dag Don­der­dag

Maart Maart Maart Maart Maart

mars mars mars mars mars

Un film-vau­de­ville d'une Een film kluchts­pel

for­mule entiè­re­ment nou­velle van geheel nieuwe opvat­ting

LE PETIT ECART DE KLEINE ZIJ­DES­PRONG

Un entrain fou... une his­toire hila­rante - Une musique ravis­sante, une inter­pré­ta­tion incom­pa­rable

Een vuur­werk van opge­wek­theid en gees­ti­gheid - Het dolst-ver-make­lijkst der lief­de­sa­von­tu­ren

Réa­li­sa­tion de Ver­we­zen­lij­king van

REIN­HOLD SCHUN­ZEL

en col­la­bo­ra­tion avec in samen­wer­king met

HENRY CHO­METTE

LUCIEN BAROUX JEANNE BOI­TEL RICHARD WILM

MAR­TIAL EPP­MANN JAC­QUE­LINE HEL­LER BER­NARD HEL­LER

Louise Lagrange LONA BECKER ANDRÉ BER­LEY AUGUSTE BECKER MISS DIANA Une (Een) Diseuse


« Enfin! » diront les ama­teurs d’hu­mour et de gaîté. « Enfin, voilà un film d’un entrain et d’un esprit irré­sis­tibles, constam­ment spi­ri­tuel sans lour­deur et qui, de la pre­mière à la der­nière image, reste du « cinéma », du vrai cinéma, dans toute l’ac­cep­tion du mot! » Tel est « Le Petit Ecart », le plus amu­sant des films-vau­de­villes réa­li­sés à ce jour.

Le public qui, confor­ta­ble­ment ins­tallé dans son fau­teuil, suit avec indif­fé­rence ou inté­rêt sui­vant le cas, le film dont l’in­trigue se déroule devant lui, pense-t-il cepen­dant aux dif­fi­cul­tés qu'ont dû vaincre les met­teurs en scène et aux véri­tables souf­frances qu’ont endu­rées, par­fois, les inter­prètes pour la récréa­tion des spec­ta­teurs?

D'ans « Le Petit Ecart » on admi­rera

l’ai­sance de Jeanne Boi­tel dans la scène de gri­se­rie qu elle inter­prète en com­pa­gnie de Baroux. Qui se dou­tera que cette scène a été tour­née à 2 heures du matin, après une jour­née épui­sante pour les inter­prètes qui n’avaient pu prendre un seul ins­tant de repos entre les répé­ti­tions et les prises de vues? L’en­train, la gaîté, la fan­tai­sie que déploient les inter­prètes dans cette scène ne laissent cepen­dant rien soup­çon­ner des condi­tions dans les­quelles elle fut tour­née.

D'e même, Louise Lagrange, que l’on voit cou­rir par les rues sous des trombes d’eau, eut le mérite et l’éner­gie extra­or­di­naires de «tour­ner» cette longue scène, alors qu elle trem­blait de fièvre sous la pluie arti­fi­celle géné­reu­se­ment dis­pen­sée par des lances de pom­piers.

Chaus­sures ”WEST-END

17, Canal au Fro­mage

CHAUS­SURES

Bally

Anglaises Amé­ri­caines de chasse

pour pieds

Ancien­ne­ment:

Pont de Meir, 5


U Haut Parieur de lÉlite

Deman­dez cata­logue

Agent géné­ral pour la Bel­gique:

ROTHER­MEL COR­PO­RA­TION S. A.

27, Quai du Com­merce, 27 B R U X] E L L E S

DE KLEINE ZIJ­DES­PRONG

Een scha­ter­lach van het begin tot het einde: dat is De Kleine Zij­des­prong, een der pret­tig­ste, der dolst-vroo­lijke en gees­tig­ste film-bli­js­pe­len.

Het is gehou­den in de beste tra­di­ties van t genre, is kluch­tig, zon­der ooit in het bela­che­lijke te ver­val­len, vol leven en opge­wek­theid en vol­gens de beproefde kine-mato­gra­fische for­mules bewerkt.

Door de opeens­ta­pe­ling van voor­val­len, zoo ver­ma­ke­lijk als onver­wacht, door het spel der ver­tol­kers die allen met een ver­ba­zende spon­ta­neï­teit hun rol­len uit­beel­den en er de leukste vond­sten in leg­gen, door de medes­lee­pende muziek, door het dia­loog dat spet­tert van ple­zie­rige zet­ten, maar altijd natuur­lijk klinkt, door al deze hoe­da­ni­ghe­den is De Kleine Zij­des­prong gewis een film die zeer graag zal gezien en gehoord wor­den.

De Kleine Zij­des­prong werd geïnsce-neerd door Rein­hold Schün­zel, die, na een groo­ten bij­val te heb­ben gekend in twee Ufa-toon­films als ver­tol­ker, nu optreedt als regis­seur. Het is een harde wer­ker, die zich geen rust gunt en zijn film uit­werkt tot in de minste detaillee­rin­gen. Zijn Kleine Zij­des­prong levert het bewijs van zijn tech­nische en artis­tieke bek­waam­heid.

Een behaa­glijke pracht in de ins­ce­nee-ring, wat een karak­te­ris­tiek is der U.F.A.-films, geeft ook nu een zeer aan­trek­ke­lijk kader aan het geheel.

D'e scher­men wer­den samen­ges­teld door Herlth, Roh­rig en Schlich­ting, ware spe­cia­lis­ten, ter­wijl came­ra­man Brandes zorgde voor mooie, genuan­ceerde opna­men.

die ver­tol­kers en ins­ce­nee­ring ten goede kwa­men.

Ook de ver­tol­king mag onder alle opzich­ten en onvoor­waar­de­lijk geloofd.

Jeanne Boi­tel, in de rol van Jac­que­line Hel­ler, is een aan­trek­ke­lijke, zoo mooie als gra­cie­volle vrouw, die daar­bij nog zoo aan­ge­naam zin­gen kan. Haar « k Geloof dat ik wat beroesd ben » wordt een mees­ters­tukje van humor: dat wordt zeker een succes.

Louise Lagrange, — die wij veel te wei­nig zien (wan­neer kri­jgt zij nog eens een rol als Lolette in « De Naakte Vrouw » van Bataille?), — is een schat van gui­ti­gheid en mede­deel­zame « entrain ».

Richard Willm, die een echt dra­ma­tisch tem­pe­rament bezit, weet zich noch­tans in dit spel aan de gewen­schte atmos­feer aan te pas­sen en is een eer­bied­waar­dige, beza­digde Heer Hel­ler, de advo­caat.

Lucien Baroux als Mar­tial Epp­mann, de « gefopte in de klucht », geeft onna­volg­baar spel te genie­ten en stelt zijn filo-zofische goed­moe­di­gheid als kon­trast voor de opge­jaagd­heid van André Ber­ley, die als kom­man­dant Becker optreedt; som­mige too­nee­len zijn onweers­taan­baar!

Pizani, als pia­nist, is heel aar­dig en kari­ka­tu­raal, ter­wijl Femand Frey bewi­jst als « knecht » dat er geen kleine rol­len bes­taan.

De Kleine Zij­des­prong is een kor­daat mid­del tegen de zwart­gal­li­gheid.

Komt dus lachen!


ILa Griffe Ciné­ma­to­gra­phique.

L’ex­quise chose! Fine, fraîche, mer­veilleu­se­ment jouée j par des acteurs de pre­mier ordre, pas un « trou », comme dit J l’ar­got du métier, et d’un mou­ve­ment souple où la viva­cité j ne cesse jamais d’être har­mo­nie où l’har­mo­nie ne devient t point len­teur. Et cepen­dant le résumé n’est que don­née de j vau­de­ville et les cou­plets magiques qui nous bercent comme! une onde ou nous frôlent comme un tour­billon d’ailes en-) chan­tées, lisez-les sans musique ce n’est plus que de la plus j, plus plate poé­sie — et la musique n’est que flons-flons. C’est j bien le plus char­mant exemple de cette révé­la­tion mysté-

Opi­nions de presse

rieuse qui reste le secret, tan­tôt mor­tel, tan­tôt divin, du cinéma. Le dia­logue parlé, par exemple, quoique sans pré­ten­tions, est aussi fran­çais que pos­sible en sa forme vive, spi­ri­tuelle, mesu­rée. Mais peut-être est-ce aussi la musique des voix char­mantes et sym­pa­thiques des inter­prètes qui nous plaît.

Jeanne Boi­tel est la Jac­que­line rêvée, d’une dis­tinc­tion que nous voyons peu à l écran et pour­tant d’une verve char­mante. Louise Lagrange s’est éga­le­ment renou­ve­lée ou plu­tôt retrou­vée en un per­son­nage d’en­train, d’in­so­lente, de joyeuse amo­ra­lité. Ber­nard Hel­ler, c est Richard Willm dont on ne peut rien dire de plus élo­gieux que d’af­fir­mer qu’il réa­lise son per­son­nage en toute vérité. Lucien Baroux prête à Epp­mann un comique sans vul­ga­rité et très fine­ment observé. Le pia­niste Fizani est amu­sant en ahuri et Miss Dinah est une chan­teuse noire à 1 im .osante beauté.

L’Ami du Film.

J aper­çus avec joie l'œuvre,,de M. Rein­hold Schun­zel, à laquelle a col­la­boré M. Henri Cho­mette, se des­si­ner en chef-d’œuvre du vau­de­ville. La réflexion m’a confirmé, et me confirme de plus en plus, dans cette opi­nion. Il m’est agréable de décou­vrir tant de gens d’es­prit en une seule fois, ce n’est pas cou­rant. Sans l’ombre d’une doute, je puis pré­dire au « Petit Ecart » une car­rière pleine d’un suc­cès récom­pen­sant des per­sonnes dignes de lui. Jeanne Boi­tel, dans le rôle de Jac­que­line Hel­ler, est une femme atti­rante, mer­veilleuse, pleine de grâce, chan­tant plus qu’agréa­ble­ment et que l’on envie Richard Willm d’être un M!. Hel­ler res­pec­table, pon­déré, sachant être furieux lors­qu’il croit perdre un objet aussi digne d’être aimé. Lucien Baroux est impayable. Pi-zani tire de son rôle de com­po­si­teur l’ef­fet le plus com­plet.

Comœ­dia.

Il convient main­te­nant de dire à qui il faut attri­buer la res­pon­sa­bi­lité de cette réus­site. Nous avons parlé de la mise en scène de G. Sta­pen­horst. Ajou­tons que la réa­li­sa­tion est de Rein­hold Schuen­zel, en col­la­bo­ra­tion avec Henri Cho­mette.

Pas­sons à l’in­ter­pré­ta­tion. Jeanne Boi­tel et Louise Lagrange ont des rôles sen­si­ble­ment égaux. A la réserve dis­tin­guée de Jeanne Boi­tel, Louise Lagrange oppose une grâce enjouée et un entrain com­mu­ni­ca­tif. Richard Willm a du « chic », sa dic­tion est par­faite. La bon­hom­mie de Lucien Baroux alterne avec l’em­por­te­ment plein de cour­roux de Ber­ley, tan­dis que Pizani met en pleine lumière l’ef­fa­ce­ment néces­saire d’un rôle de pia­niste qu’il incarne avec talent. Enfin, Fer­nand Frey joue avec aisance un rôle de second plan. Cette aimable comé­die est accom­pa­gnée par la musique alerte de Ralph Erwin, et c’est là un atout de plus.


DE PLAS­TISCHE FILM

Reeds jaren­lang heb­ben tal van begaafde uit­vin­ders zich moeite gege­ven om het eenige verei­schte te ver­vul­len waa­raan de film nog niet kan vol­doen: het weer­ge­ven van drie dimen­sies. De proe­ven, die op dit gebied wor­den gedaan, behoo­ren nog geheel en al thuis in het labo­ra­to­rium en een prac­tisch resul­taat is in de eerst­vol­gende jaren nog niet j zeker. Deze proe­ven zijn ech­ter alle ge-j grond op de uit­vin­ding van den Ame­ri­kaan D'r. Her­bert Yves en hier­van willen wij thans een en ander mede­dee­len, omdat deze uit­vin­ding — eve­nals die der toon­film — naar alle waar­schi­jn­lij­kheid een­maal de geheele fil­min­dus­trie zal veran­de­ren.

D'r. Yves heeft reeds het prin­cipe gevon­den van de plas­tische film die in tegens­tel­ling met de vlakke film den indruk maakt dat men de per­so­nen in wer­ke­lij­kheid ziet bewe­gen. Mlet het vin­den van dit prin­cipe is wede­rom een schrede afge­legd op den lan­gen en moei­lij­ken weg, die de foto­gra­fie vanaf Daguerre heeft gevolgd en die tot dus­verre in de klank­film haar hoog­te­punt had bereikt. De naam van Dr. Yves is ook in Europa wel­be­kend door de ver­be­te­rin­gen die hij aan het tele-visie-appa­raat heeft aan­ge­bracht. Sinds jaren houdt hij zich ech­ter ook bezig met de plas­tische film en thans zijn inder­daad enkele zij­ner opna­men gelukt.

Het daar­voor gebruikte film-appa­raat is een zeer inge­wik­keld optisch ins­tru­ment met niet min­der dan 60 objec­tie­flen­zen. Eigen­lijk is het een com­bi­na­tie van 15 film­toes­tel­len tot één groot geheel. D'e 60 len­zen nemen het object onder ver­schil­lende gezicht­shoe­ken op, die onder­ling slechts wei­nig ver­schil­len. De 60 cli­chés met de gelijk­ti­j­dige opna­men wor­den te-

zamen veree­nigd tot één beeld, dat ge- ( pro­jec­teerd wordt op een spe­ciaal door! Dr. Yves ver­vaar­digd scherm, dat eeni­ger- j mate werkt als een licht­fil­ter. D'e pro­jec­tie ges­chiedt vanaf de ach­ter­zi­jde van het scherm: op de voor­zi­jde ziet men dan het film­beeld in plas­tie­ken vorm.

D'e eerste opna­men wer­den reeds eeni-gen tijd gele­den gedaan, doch had­den geen bevre­di­gend resul­taat. Eerst thans is de Ame­ri­kaansche geleerde er in ges­laagd zijn uit­vin­ding zoo ver te ver­vol­gen dat een wer­ke­lijk plas­tisch beeld wordt ver­kre­gen. Aan­van­ke­lijk scheen men de plas­tische film tot stand te kun­nen bren­gen door te foto­gra­fee­ren van uit twee pun­ten, die eve­nals de beide oogen van den mensch afzon­der­lijk beel­den gaven welke tot één geheel wer­den veree­nigd, door­dat de toes­chou­wers met behulp van brillen in twee kleu­ren het dub­bel gepro­jec­teerde film­beeld, doch het bleef tame­lijk primi- ) tief en boven­dien was het uit­dee­len van j de brillen kost­baar en omslach­tig, ook j voor het publiek zelf.

Het was ech­ter de eerste vorm, waa­rin de plas­tische film werd ver­toond en als zoo­da­nig waren deze ver­too­nin­gen in de ont­wik­ke­ling­sges­chie­de­nis van de film van even­veel belang als de eerste films met bij­behoórende gra­mo­foon­pla­ten, de voor-loo­pers van de spre­kende film, in den tijd dat men de geluid­strillin­gen nog niet naast het beeld op den film­band kon vast­leg­gen, De plas­tische film in haar meest pri­mi­tie­ven vorm zien wij reeds niet meer.

In plaats van de twee beel­den door een bril te veree­ni­gen, kan men nu reeds zes­tig beel­den tot één geheel vor­men in het toes­tel zelf. Een nieuwe film en wel­licht een nieuwe film­kunst kon­di­gen hun komst aan.

) ÉCO­NO­MIE,

[ Hygiène, Confort,

avec les

RADIA­TEURS “|nC/\r’ CHAU­DIÈRES lUL/iL

pour

CHAUF­FAGE CEN­TRAL

par Eau chaude ou par Vapeur.

Deman­dez la Bro­chure

spé­ciale envoyée mÈ

franco sur demande.

Chauf­fage cen­tral ni

Dis­tri­bu­tion

d’eau chaude [T

Ins­tal­la­tions %

sani­taires Chau­dière

“ Idéal Clas­sic ”

Lotis VERAN­NE­MAN

43, Rue du Pavillon

I BES­PA­RING, I GEZOND­HEID en I BEHAA­GLIJ­KHEID

zijn U ver­ze­kert

door de

I Cen­trale Ver­war­ming

mei

S Radia­to­ren en Ketel

I “IDEAL I CLAS­SIC,,

J Vraagt het uit­leg­boekje, a dat U kos­te­loos zal toe-• gezon­den wor­den, aan

I Louis VERAN­NE­MAN

43, Vlag­straat, Ant­wer­pen

TELE­FOON 557.45

ANVERS m 557.45


MAI­SON BOL­SIUS

HAPPY N?3.

11, COURTE RUE PORTE AUX VACHES, 11

(En {ace do Canal an Fro­mage)

Tout ce qui concerne le ménage Foyers à Feu continu "Jan Jaarsma" Grand choix de Voi­tures d'en­fants

Paie­ment au comp­tant et à terme Télé­phone: 257,85 Chèques pos­taux: 777,32

Cho­co­lat

Jlf­cr­tou­giis

U meilleur

LA TECH­NIQUE DU FILM~gi

Les nou­veau­tés tech­niques et les pro­grès réa­li­sés pen­dant l’an­née 1931

/e « Jour­nal of the Society of Motion /, Pic­tures Engi­neers » a publié, dans son numéro de décembre der­nier, une impor­tante étude de qua­rante-sept pages concer­nant les pro­grès réa­li­sés dans Y indus­tries ciné­ma­to­gra­phique au cours de l’an­née 1931.

Cette étude est la repro­duc­tion du rap­port pré­senté, en octobre der­nier, par le « Pro­gress Com­mit­tee » de la S.M.P.E. au Congrès de Swamps­cott (Mas­sa­chus­sets); nous en don­ne­rons ci-des­sous un résumé.

CONSI­DE­RA­TIONS GENE­RALES SUR LES PROGRES DE L’IN­DUS­TRIE CINE­MA­TO­GRA­PHIQUE EN 1931.

L’en­re­gis­tre­ment et la repro­duc­tion sonore.

Au cours de l’été der­nier, un conscien­cieux effort a été accom­pli dans toutes les branches de l ’in­dus­trie ciné­ma­to­gra­phique pour sta­bi­li­ser l’ap­pa­reillage exis­tant et pour uti­li­ser le plus effi­ca­ce­ment les connais­sances acquises en amé­lio­rant la qua­lité tech­nique des films.

A l’heure actuelle on sait que les tech­ni­ciens des stu­dios peuvent four­nir un son d’une excel­lente qua­lité. Le prin­ci­pal pro­blème à envi­sa­ger pour l’in­dus­trie est la repro­duc­tion fidèle de ce son dans les salles de cinéma, c’est-à-dire don­ner à la pro­jec­tion un son de qua­lité égale à celle obte­nue à l’en­re­gis­tre­ment.

En par­ti­cu­lier l’in­tro­duc­tion de l’en­re­gis­tre­ment sans bruit (Noi­se­less) a per­mis une grande amé­lio­ra­tion dans l’en­re­gis­tre­ment sonore. Actuel­le­ment les tech­ni­ciens sont deve­nus très fami­liers avec ce sys­tème, qui donne d’ex­cel­lents résul­tats.

L’in­tro­duc­tion de ces appa­reils et l’amé­lio­ra­tion des émul­sions pho­to­gra­phiques sont consi­dé­rées par les membres de ce comité comme repré­sen­tant les deux plus grands évé­ne­ments tech­niques de l’an­née.

Les nou­velles émul­sions rapides.

Après plu­sieurs mois d’usage les opé­ra­teurs de pirses de vue ont donné leur appro­ba­tion pour l’em­ploi des nou­velles pel­li­cules à émul­sion plus rapide.

Les came­ras à chambre encom­brante ont été peu à peu rem­pla­cées par des appa­reils plus ramas­sés dont les méca­nismes étaient abso­lu­ment silen­cieux, si bien que les nou­veaux appa­reils de prises de vues sonores res­semblent tout à fait main­te­nant aux came­ras silen­cieuses des anciennes années.

Cepen­dant les tech­ni­ciens du son n’étaient pas aussi enthou­siastes, au sujet de l’en­re­gis­tre­ment sur les pel­li­cules de grande sen­si­bi­lité que les opé­ra­teurs d'images. Il fal­lait de nou­velles émul­sions capables d’en­re­gis­trer de plus hautes fré­quences de son. Un appa­reil de prises de vues, à dérou­le­ment continu, a été uti­lisé récem­ment et semble don­ner sur ce point d’ex­cel­lents résul­tats.

L’éclai­rage des stu­dios.

Les stu­dios du monde entier ont aban­donné aujour­d’hui l’éclai­rage par lampe à arc, pour uti­li­ser des lampes à incan­des­cence, sur­tout depuis qu’il est pos­sible d’user moins de lumière depuis l’in­tro­duc­tion des pel­li­cules ultra-rapides.

Pro­grès dans le son.

On a construit des ins­tru­ments com­modes pour mesu­rer l’in­ten­sité sonore et la


réver­bé­ra­tion dans les salles et dans les stu­dios.

Qn a fait de grands pro­grès dans la construc­tion des valves lumi­neuses et des micro­phones, ce qui per­met une uti­li­sa­tion plus effi­cace.

G'n a inten­si­fié l’usage de l’équi­pe­ment sonore por­ta­tif de telle manière que les mou­ve­ments des acteurs et des opé­ra­teurs ne soient plus si limi­tés.

Le réen­re­gis­tre­ment des films pour la dis­tri­bu­tion à l’étran­ger est devenu une néces­sité pour lut­ter contre le déve­lop­pe­ment des films par­lants dans les autres pays.

Les nou­veaux labo­ra­toires.

La qua­lité des enre­gis­tre­ments effec­tués a été étu­diée avec soin par un comité de tech­ni­ciens spé­cia­li­sés, qui com­men­cèrent à tra­vailler pour atteindre le « stan­dard » de la qua­lité.

Les labo­ra­toires n ont éprouvé aucune dif­fi­culté sérieuse à s’adap­ter à l’em­ploi des émul­sions plus rapides.

En 1931, on a construit quelques nou­veaux labo­ra­toires avec le plus moderne équi­pe­ment des­ti­nés au trai­te­ment des films.

Ce tra­vail soi­gné dans les labo­ra­toires aura une influence très grande sur la future qua­lité du son.

Les appa­reils de pro­jec­tion sonore.

En ce qui concerne la pro­jec­tion sonore dans les salles, le comité a déjà fait toutes les recom­man­da­tions valables. Il fait remar­quer que de nom­breux appa­reils sont main­te­nant construits pour les petits théâtres.

D'es modi­fi­ca­tions de détail ont été appor­tées dans les appa­reils de repro­duc­tion sonore, notam­ment une sub­sti­tu­tion de

cae­sium au potas­sium dans les cel­lules photo-élec­triques. On a en outre uti­lisé des len­tilles ana­stig­mates pour la pro­jec­tion.

Le nombre des appa­reils uti­li­sant la pel­li­cule de for­mat réduit conti­nue à aug­men­ter. D’im­por­tants fabri­cants de celle-ci ont décidé de faire des appa­reils pour cette pel­li­cule réduite et de les dis­tri­buer pour les ciné­mas d ensei­gne­ment et de publi­cité.

Nou­veau­tés diverses.

Les sta­tions de Radio-1 élé­vi­sion ont aug­menté en nombre dans le monde. Un appa­reil amé­lioré pour enre­gis­trer le sujet a été récem­ment décrit. Cet appa­reil rédui­rait les dif­fi­cul­tés de cette phase du pro­blème.

On a, d’autre part, construit des appa­reils de prises de vues capables d’en­re­gis­trer des mou­ve­ments ultra-rapides.

Un nou­veau pro­cédé de cinéma en cou­leurs à trois écrans a été démon­tré en Angle­terre.

Enfin, un nou­veau pro­cédé à film len­ti­cu­laire pour le ciné-ama­teur a été annoncé par un construc­teur alle­mand.

De kor­res­pondent van de « Daily Express », te Hol­ly­wood, meldt de aans­taande echt­schei­ding van Norma Tal­madge, ten einde haar man Joseph Schenck in de moge­lij­kheid te stel­len « zich vol­le­dig te wij­den aan zijn per­soon­lijke aan­ge­le­gen­he­den ». Zij zou naar Parijs komen om aldaar een einde te stel­len aan een echt van I 4 jaren.

Jack For­res­ter leidt de nieuwe film Windv­la­gen, met Jeanne Hel­bling, Thorny Bour­delle, Frank O’Neill, Gra­zia del Rio en de gekende komie­ker Dondy.

ATE­LIERS DE CONSTRUC­TIONS WERK­TUIG- EN

MÉCA­NIQUES & HYDRAU­LIQUES WATER­KUN­DIOE

LOUIS DON­KERS

AVE­NUE DE LA VIEILLE BAR­RIÈRE 34/36, OUDE BAR­REEL­LEI Téléph. 587.36 MERXEM Tele­foon 587.36

Hydro­phore auto­ma­tique avec filtre Auto­ma­tische wnte­rhou­der met

de défer­rage sous pres­sion. ontÿzering­sfil­ter onder druk

Puits arté­siens — Puits tubés — Puits cap­tant plu­sieurs sources pour grand débit — Son­dages — Filtres de défer­rage — Col­lec­teurs de sable — Com­pres­seurs — Pompes — Élé­va­tion et dis­tri­bu­tion d'eau

par l'air com­primé

Arte­sische water­put­ten Buis­put­ten — Zand­hou­wers — Borin­gen — Wate­rins­tal­la­tiën met lucht­druk, voor alle afstan­den en hoog­ten, voor kas­tee­len, vil­la's,

land­hui­zen.

dis­tri­bu­tion géné­rale:''


GLOBE

Le Globe est une bois­son rafraî­chis­sante d’une pureté et d’une finesse incom­pa­rables.

Son goût exquis, son par­fum suave et sa déli­cieuse fraî­cheur, lui ont valu son sur­nom —

L'AME DU CITRON

LON­PÔirTüy­Kû­flfëS

Vri­j­willige Film­stars

Nu moet men niet aan de vele, vele jonge meisjes en hee­ren den­ken, wier harts­tocht het is « te fil­men » en dan ook alle film­maat­schap­pi­jen met hun « talent » bes­tor­men. De vri­j­willige film­stars zijn alzoo niet het bubi­kop­vrouwtje of de breed-ges­chou­derde kerel die per­soon­lijk of in lange, uit­voe­rige brie­ven zwe­ren dat zij juist dezelfde aan­trek­ke­lij­kheid heb­ben van Henri Garat, de « sex appeal » van Clara Bow of juist, maar juist dezelfde mooie bee­nen als Lilian Har­vey.

Bij de film­stars, waa­ro­ver wij het zul­len heb­ben, komt het aan noch op de kwa­li­teit van de « sex appeal » noch op de schoon­heid der bee­nen, want in de meeste geval­len heb­ben zij er vier. De vri­j­willige film­stars... het is heel die die­renbent, — loo­pend, vlie­gend, krui­pend, zwem­mend, — die in de kul­tuu­raf­dee­ling der U. F. A. tehuis hoort en met wie men niet voo­reerst dure ove­reen­kom­sten moet slui­ten.

« Menig­maal is het als in een sprookje », ver­telt Wol­fram Jun­ghans, de dier-regis-seur. « Men wen­scht dit of geen en er gaan geen 24 uren voor­bij of daar is onze wensch ver­vuld! Zoo ging het mij name­lijk met mijn bijen. Ik moest inder­daad een bijen­nest heb­ben voor mijn Orchi-deeën-film en had aan het Bes­tuur het ver­zoek gericht zulke uit­gave toe te staan.

Hoe groot was mijne ver­ba­zing, den vol­gen­den mor­gen, toen ik in den ouden bijen­korf, dien ik had gezui­verd en klaar­ge­maakt, een gansche bijen­fa­mi­lie vond! Een konin­gin had den­zelf­den mor­gen met gansch haar staat den korf inge­no­men.

Sind­sdien leven daar 60.000 vri­j­willige film­stars. Onze came­ra­man Krien beloert ze voort­du­rend met z’n lens, ter­wijl de mikro­foon het rus­te­looze gezoef en geronk van de drukke bijen­we­reld vat en op

den film­band vast­legt.

Maar om zekere, zelfs heel nede­rige, toon­film­ver­tol­kers te beko­men is het soms noo­dig, met alle mate­rieel, uit te ruk­ken in den omtrek, ten­zij zij op het laatste oogen­blik... zelf komen. Zoo gebeurde het met de kre­kels.

De kul­tuu­raf­dee­ling ver­langde als « ge-luid­ta­pijt » — zoo noemt men de akoes-tieke scher­men in de « film­taal » een weide met zin­gende kre­kels. Om dit te beko­men had men bes­lo­ten een tocht met den toon-wagen te onder­ne­men naar de weide, aan de andere zijde van het woud gele­gen.

Doch hoor! Wan­neer Dr. K. T. Ull­rich Schulz, die het kre­kel­get­jilp voor een film noo­dig had, uit het stu­dio kwam, daar werd hij van uit de dei­nende Ufa-weide, die zich vóór de wer­khui­zen uits­trekt, begroet door het kre­kel­con­cert.

En enkele minu­ten later stond de mikro­foon opges­teld en werd het concert op de film­band gegrift.

Maar ook hon­den en prach­tige kat­ten vind ik dik­werf aan de deur van de kul-tuur-film­stu­dio s, ver­telt ver­der de dier-regis­seur. « Zij komen uit de nabi­j­ge­le­gen vil­la’s. Natuur­lijk laat ik ze terug­voe­ren naar hun eige­naars, de film-ver­woede die­ren. Waa­rom zij komen? Ik weet het niet. Ik weet ook niet wie die kik­vor­schen en pad­den heeft ver­wit­tigd dat D'r. Ull­rich van plan was een « kwa­kende poel » op te nemen en tot welk doel hij in een uithoek van den tuin een klei­nen vij­ver had gereed­ge­maakt: Een feit is het dat in den voo­ra­vond, wan­neer de zon als een gloeiende appel­sie­nen-schijf ach­ter de groote film­hal verz­wond, uit den pas aan­ge­leg-den plas de kik­kers hun lief­de­lied aan­hie­ven: « Quaaa-ak, qua-a-ak, wij zijn de nieuwe toon­film­stars, qua-ak! ».

Alle zijn gewe­tens­volle, nauw­ge­zette,


vers­tan­dige « ver­tol­kers »: de kik­vor­schen, de kre­kels, de jonge eks­ter, die onlangs haar nest in den Ufa-tuin bouwde, en de goud-bruine duif die sinds haar komst trouwe vriend­schap heeft aan­gek­noopt met Kasi­mir, de film­ka­ter.

Wie mag hen toch aan­ge­ra­den heb­ben, al fil­mend het dage­lijksch voed­sel te ver­die­nen?

Is het Bodo, de begaafde stee­nuil, of Hen­rik, de kraaiende haan, of Micki, de reeds beroemde film­muis?

Wolfi, Jun­ghans’ vier­poo­tige hul­pre­gis-seur, een intel­li­gente Samo­je­den­hond, meent dat alleen de goud­vis­schen er de schuld van zijn, de goud­vis­schen die in een mooi aqua­rium op en af zwem­men en daar­voor I mark per dag beko­men heb­ben. De kat, die op loer lag, zag het en heeft het ove­ral rond ver­teld: zij is bekend om altijd en over alles te klet­sen.

Zooals dit ook dag in, dag uit in de « men­schen-wereld » gebeurt.

+ Tom Mix, de gekende cow-boy en die zoo erns­tig ziek is geweest dat men een oogen­blik voor zijn leven heeft gevreesd, is van plan voor de vijfde maal te trou­wen. Deze maal met Miss Mabel Hub-bel, jonge tra­pé­ziste, die, vol­gens de bevoegde mid­dens, geroe­pen is om Lilian Leit­zel — onlangs slach­tof­fer van een doo­de­lijk onge­val — op te vol­gen als « Konin­gin der Lucht ».

Als getui­gen zou­den optre­den: zijn

eigen doch­ter en... zijn paard Tony.

Béa­trice devant le Désir heet de film waa­rin Vic­tor Fran­cen en Ray­monde Al-lain (ex Miss France) zul­len optre­den.

4e Somer­set Mau­ghan, de auteur van Regen, werd als sce­na­rio­schri­j­ver ver­bon­den bij Mètro-Goldwyn-Mlayer.

Les artistes étran­gers seront" j ils expul­sés d'Hol­ly­wood?

Ce serait un coup ter­rible pour l’in­dus­trie amé­ri­caine du film.

Le rap­port de la Com­mis­sion du Tra­vail, sur le Bill, qui inter­di­sait l’uti­li­sa­tion de talents étran­gers dans les films amé­ri­cains, a causé une grande anxiété à Hol­ly­wood. Cette mesure ne se bor­ne­rait pas aux acteurs, mais attein­drait aussi les met­teurs en scène, les auteurs de scé­na­rie et tous ceux qui ont une part à la créa­tion artis­tique.

Farmi les stars viséec se trouvent Greta Garbo et Char­lie Cha­plin. Gh remarque ensuite sur la liste Mar­lène Die­trich, Mau­rice Che­va­lier, Norma Shea­rer, Clau­dette Col­bert, George Arliss, Mary Fick­ford, Lupe Velez Emil Jan­nings, Dolo­rès del Rio, Clive Brook, Ramon Novarro, Vic­tor Mc Laglen, Marie Dres­sier, Doro­thy Mac­kail et bien d autres moins célèbres, mais très nom­breuses. C’est dire com­bien Hol­ly­wood se trou­ve­rait, d'un seul coup, dépeu­plé.

Des met­teurs en scène tels que Stern­berg, Ernst Lubitsch, Lewis Miles­tone, George Fitz­mau­rice, devraient éga­le­ment quit­ter Hol­ly­wood.

Cette mesure serait moti­vée par le fait que les stars étran­gères ont eu une ascen­sion plus rapide que les autres, et qu elles sont main­te­nant deman­dées davan­tage. Si la cam­pagne « l'Amé­rique aux Amé­ri­cains » réus­sit à Hol­ly­wood, ce sera un coup ter­rible pour l’in­dus­trie du film.

Atten­dons les évé­ne­ments, mais si telle chose se pro­dui­sait, autant dire que les films amé­ri­cains n’au­raient plus de vedettes.

Mai­son

Jules­Pee­ters

Rue Hou­blon­nière, 14

Anvers

FON­DÉE EN 1870

Spé­cia­lité de

TAPIS

en tous genres

TIS­SUS

LINO­LEUM

etc.

ETA­BLIS­SE­MENTS

THIE­LENS

42, RUE OMME­GANCK, 42 14, RUE LÉO­POLD, 14

TÉLÉ­PHONES: 262.23 et 256.06

.(Limi­naires

art.

Je styles anciens et mo Jernes

— Toutes réa­li­sa­tions J éclai­rage artis­tique

Ache­tez vos

Vins et Liqueurs

- EN CONFIANCE A LA MAI­SON —

Arthur Entho­ven

Fon­dée en 1896

Rue Brey­del, 27, ANVERS Tel, 277.92

Cham­pagnes et liqueurs fines de toutes marques. Vins de toutes pro­ve­nances.

IMPOR­TA­TIONS DIRECTES


A l ] MONO­POLE

35, Mar­ché au GRANDE MAI­SON DE BLANC Lait Télé­phoné 272,00 rue Vle­miuck, 1

GOU VERTU RES COUVR E - LITS LIN­GER IE STORES RIDEAUX LINGE DE TABLE BON­NE­TE­RIE

Remise de 10°/o aux membres de la "Ligue des familles nom­breuses” et Inva­lides de Guerre.

FOUR­RURES

! Mai­son Renée

GRAND CHOIX

9, RUE DE L'OF­FRANDE:

ANVERS )

PRIX MODERES I

CLICHES

VEP­BEECK L LAM B EPT

Pue des Aumo­niers.75

TÉL:261.38 - ANVEPS

Wat men eet en drinkt

De Neu­ba­bels­ber­ger - Stu­dio s van de U. F. A. zijn in den jong­sten tijd een cen­trum gewor­den van uit­zon­der­lijke bedri­j­vi­gheid. Geluk­kig schi­jnt hier dus de werk­loo­sheid ver­ban­nen. Moge het nog lang zóó bli­j­ven!

Het gebeurt meer dat één­zelfde stu­dio door twee en zelfs drie « gezel­schap­pen » in gebruik wordt geno­men.

Het is te begri­j­pen dat de uit­ba­ter der kan­tien, die in deze echte Film­stad is inge­richt, in zijn nopjes is, al heeft hij het bizon­der druk.

Zulke kan­tien is eigen­lijk een inter­es­sant bedrijf, doch... men moet de han­den uit de mou­wen kun­nen ste­ken.

In de maand Octo­ber van het vorig jaar, bv., moes­ten 10.000 men­schen er «ges­pi­jsd en gelaafd » wor­den. Met een gemid­del­den werk­dag zijn circa 600 à 800 per­so­nen in de stu­dio’s werk­zaam, doch som­mige dagen, wan­neer er spe­ciale ver­fil­min­gen plaats heb­ben, klimt dit getal met een paar hon­derd. Gemid­deld willen, op twee uur tijds, niet min­der dan 2.000 men­schen « mid­dag-eten ».

Men heeft dan ook vier koks, een pas­tei­bak­ker, een hulp­kok, twee werk­vrou­wen, 10 diens­ters en 10 kell­ners ter bes­chik­king, die allen van in den vroe­gen mor­gen tot laat in den nacht werk te over heb­ben!

Otn 7 uur ver­schi­j­nen inder­daad de eerste « kof­fie­drin­kers », die geen tijd meer had­den hun ont­bijt tehuis naar bin­nen te spe­len.

Avonds wordt dik­werf nog nà mid­der­nacht gedraaid en dan eerst rui­men de machi­nis­ten de scher­men weg.

Ten einde zijn per­so­neel niet te ver­plich­ten naar de tsad terug te kee­ren en het een zoo goed moge­lijke nach­trust te

gun­nen, heeft de uit­ba­ter der kan­tien in Neu­ba­bels­berg een stuk grond gekocht, daar een gebouw opge­richt waar nu i 5 zij­ner bedien­den onder­dak vin­den.

In de kan­tien zelf is t als in één groote fami­lie. Wat wordt daar zooal het meest ver­bruikt?

Wei­nig aar­dap­pe­len. — De reden? De « slanke lijn » viert nog altijd hoog­tij bij de stars. E,n die mee­ning heeft zich over­ge­zet op alle stu­dio-men­schen!

In Octo­ber wer­den 15 zwi­j­nen, ieder van 100 kgr., ges­lacht, bene­vens tal van scha­pen en run­de­ren.

D'e kan­tien heeft inder­daad een eigen zwi­j­nen- en scha­penk­wee­ke­rij inge­richt.

Doch men moet er over alles en nog wat bes­chik­ken, want dik­werf komt er zeer onver­wacht bezoek. De film­spe­lers en figu­ran­ten heb­ben iede­ren dag nieuwe wen-schen. Men mag inder­daad niet ver­ge­ten dat men er bijna altijd met andere lui te doen heeft!

Het slag­woord moet dus zijn: gemengde kost en veel afwis­se­ling.

In de alle­reerste plaats moet alles snel gaan. En het moet ook goed­koop zijn. De belan­gheb­ben­den beko­men hun mid­da­ge­ten voor 70 Pfg. (onge­veer 6 frank dus): soep, vleesch met saus en aar­dap­pe­len (zoo­veel het hun belieft) en een nage­recht.

En alle eten uit dezelfde keu­ken: de star en de poet­ser, de kleine figu­rante en de regis­seur. Want de « film-men­schen » leven niet om te eten, maar eten om te leven en... films te kun­nen ver­we­zen­lij­ken.

Toch valt het niet gemak­ke­lijk al deze vele men­schen tevre­den te stel­len, want ner­gens bes­taat er zoo­veel ver­schil­len­den smaak als in een film­kan­tien.Een per­soon­lijke voor­liefde heeft natuur­lijk eenie­der.

Zoo houdt Wer­ner Kraus voo­ral van kalf­sge­braad en gevol­gelte, ter­wijl Emil


Jan­nings haast zon­der uit­zon­de­ring koud vleesch ver­langt. Willy Fritsch is een lief­heb­ber van gou­lasch en zeer dun ges­ne­den « Schnit­zel »...

Het is opval­lend hoe wei­nig alko­hol in de film­kan­tien wordt ver­bruikt. In de plaats ervan drinkt men een soort wijn die men als authen­tiek plan­ten­sap beti­telt. Dtach kof­fie drinkt men er des te meer, en ook bron­wa­ter. Dat legt zich gemak­ke­lijk uit, wan­neer men denkt aan de tro­pen­hitte welke heer­scht in de her­me­tisch ges­lo­ten toon­film­stu­dio’s.

Maar het meest van al is er vraag naar siga­ret­ten. Daar het ten streng­ste ver­bo­den is te roo­ken in de stu­dio’s, kleed­ka­mers en afhan­ke­lij­khe­den, — een ver­bod het­welk ook onwrik­baar wordt toe­ge­past, — maakt men van het « rus­tuurtje » gebruik om, in de kan­tien, snel een siga­ret op te ste­ken.

Tot de elec­trische schel allen weer naar het « werk » roept.

Dan wordt het even rus­tig in de reu­sach­tige en mooie film­kan­tien...

UIT FILM­LAND

4e D'e beroemde roman­schri­j­ver Edgar Wal­lace is te Hol­ly­wood over­le­den, na een korts­ton­dige ziekte. Sinds een maand was hij als sce­na­rio­schri­j­ver ver­bon­den bij de Metro-Goldwyn-Mayer en was van plan in Maart naar Enge­land terug te kee-ren, waar hij voor­zit­ter was van de Engel-sche film­pro­duc­tie-maat­schap­pij « Bri­tish Lion Film Corp. Ltd. », die te Bea­cons-field, dicht bij Lon­den, groote stu­dio’s bezit.

Edgar Wal­lace schreef hoofd­za­ke­lijk romans, too­neel­stuk­ken en sce­na­rio’s. Zijn laatste too­neel­stuk « The Green Park » werd vorige week te Lon­den opge­voerd.

4e Albert Pre­jean heeft de echt­schei­ding aan­ge­vraagd, maar de wereld draait voort!

Voor het dienst­jaar 1931 geeft de maat­schap­pij van de « Roy-Theatre » van New-York een tekort aan van 163.571 dol­lar. Het jaar daar­voor was er een winst van 438.318 dol­lar. Voo­ral het ver­van­gen van het dege­lijk orkest door een « jazz » zou schuld heb­ben aan deze inzin­king.

Lio­nel Bar­ry­more en Yvan Craw­ford ver­tol­ken de hoof­drol­len in Grand Hôtel.

Een der pak­kend­ste too­nee­len heb­ben zij met zoo­veel rea­lisme en ontroe­ring ges­peeld dat ware tra­nen over hun wan­gen big­gel­den en gansch onder den indruk ble­ven van het gebeu­ren.

Roger Lion gaat begin­nen aan T rois Balles dans la Peau, met Gil Clary, Maxu-dian, Pierre Juve­net.

Olga Tche­chowa is te Parijs aan­ge­ko­men om er de titel­rol in « Anna Kare­nina » te ver­tol­ken.

De Cines-Fit­ta­luga gaat een groo­ten film aan­zet­ten: Het Leuen van Per­go­le­sis, waar­door gele­gen­heid gebo­den wordt de pracht der XVIIIe eeuw herop te wek­ken. Guido Bri­gnone zal de regie lei­den.

& Robert Lieb­mann, de auteur van Op Hee­ter­daad, Haar Hoo­gheid beveelt, Het Kongres danst, schri­jft voor t oogen­blik, te Parijs, het sce­na­rio van zijn nieu­wen film welke door Robert Uci­cky zal geïn-scneeerd wor­den. De titel is nog niet bekend.

4* Gaby Mor­lay en Vic­tor Fran­cen, die zoo­veel bij­val ken­den in Na de Liefde, zul­len weer teza­men optre­den in Ariane, het Rus­sisch Meisje.

ADIO et RADIO-GRA­MO­PHONE

La Voix de son Maî­tre’

MEIR,42. ANVERS Télé­phone: 327.42

Les plus grands artistes

Les meilleurs enre­gis­tre­ments

Les grands suc­cès

des

films sonores


•RU€ D€S WAL­LONS N+-16 1592 95 A7\lV€f?S