Programme de 28 oct. à 1 nov. 1923



Livret de programme

Source: FelixArchief no. 1968#564

Ce texte a été généré automatiquement sur la base des pages numérisées, en utilisant la technologie ROC. En raison des polices de caractères historiques utilisées dans les livrets de programmes, les résultats ne sont pas sans fautes.

Consultez les images de ce livret de programme



il

De Muze van Mont­martre

GENE­VIÈVE FÉLIX

ENE­VIEVE Félix, die tot Muze ' van Mont­martre werd uit­ge­roe­pen 1 door de meest bekende artis­ten der Butte Sacrée, is niet alleen een cinema-artiste wier toe­komst aller­schit­te­rendst is, maar ins­ge­lijks een uit­mun­tende pia­niste, die, alvo­rens aan de Stille Kunst te gaan doen, meer dan acht uren daags aan het kla­vier zat, want, zij bes­temde zich voor de muzie­kale loop­baan en dweepte meer met Bee­tho­ven, Liszt, e.a. dan met Mary Pick­ford of Norma Tal­madge.

Zeke­ren dag zegde haar eens een vrien­din: « Kom eens met mij mee; wij gaan cinema spe­len en ge zult zien hoe ver­ma­ke­lijk dit is ».

Gene­viève Félix, die toen nog maar een klein meisje was, liet zich ove­rha­len en. met eenige andere kame­raadjes, figu- reerde ze in een film. Dewelke?... Gene­viève herin­nert het zich niet meer, en zij bekent dat zij er zelfs nooit de naam van gekend heeft.

Een zóó vers­tan­dig uiter­lijk, zóó photo-genisch, kon niet lan­ger in een stu­dio ver­bli­j­ven zon­der door de film­re­gis­seurs opge­merkt te wor­den.

Het was G. Cham­pa­vert die, de eerste, in Gene­viève Félix ver­trou­wen had. Hij liet haar La Pha­lène bleue, een groot dra­ma­tisch too­neel in 4 dee­len, draaien. Het was een succes voor de ont­wer­per en zijne jong­ste ver­tolks­ter, een open­ba­ring voor de pers en het publiek, die, bij alge­meen­heid, het talent van den regis­seur en de bekoor­lij­kheid zij­ner jeug­dige ster erkende, wier succes immer groo­ter en groo­ter werd.

Het komt hier niet onge­le­gen even te herin­ne­ren, dat La Pha­lène bleue, onder de naam van De Blauwe Vlin­der, hier, kort na den wapens­til­stand, in Anvers-Palace werd af gerold.

Daarna liet Cham­pa­vert Gene­viève in Le Passé Renait en L’Œil de Saint-Yves optre­den. Deze laatste film, bizon­der­lijk, was het groote succes van Pathé in 1919.

Daarna draaide zij Chi­mère, van Louis Leh­man, film die fel werd opge­merkt, en wij vin­den Gene­viève Félix terug bij de

Société Ciné­ma­to­gra­phique des Auteurs et Gens de Lettres, met wie zij een ove­reen­komst tee­kende die in 1922 ein­digde.

Onder de lei­ding van Jean Kemm, een der beste Fransche film­re­gis­seurs, draaide Gene­viève Miche­line, Miss Roüel en La Ferme du Cho­quart.

Daarna was zij, eve­neens, slach­tof­fer der erns­tige kri­sis welke de Fransche ci-nema­ni­j­ve­rheid toen door­wors­telde.

Gedu­rende twee jaren draaide Gene­viève Félix biter wei­nig en, zij zegde: « Ik speelde dik­wi­jls meer toen ik nog op school was! »

— Hoe dat was de vraag. j

— Op school, hier vlak naast, — want ik werd op Mont­martre groot gebracht — had ik een klein kin­der­too­neel opge­richt met al de kleine kleu­ters van mijn ouder­dom. Op 9-jarige ouder­dom was ik bes­tuurs­ter, schri­jf­ster, regis­seur, ver­tolks­ter, en wat weet ik al!...

Onlangs nog heb­ben we Gene­viève Félix hier gezien in De Dame van Mon­so­reau en De Brood­draag­ster. Kor­te­lings zal men haar kun­nen bewon­de­ren in Het Rader­werk, waar­van we het geïl­lus­treerd sce­na­rio in dit num­mer afdruk­ken.

Gene­viève Félix, die te Parijs op 10 Februari 1900 gebo­ren werd, dankt dus hoofd­za­ke­lijk haar hui­dige roem, aan het feit, dat zij tot konin­gin van het I8de arron­dis­se­ment te Parijs werd uit­ge­roe­pen, zooals dit aldaar een jaar­lijksche gewoonte is.

De beste baro­me­ter der popu­la­ri­teit ( eener film­ster is... hare brief­wis­se­ling.

Voor wat Gene­viève Félix betreft, willen we hier alleen maar de cij­fers laten spre­ken en die ver­tel­len meer dan dikke folian­ten.

De maand Juni is de maand waa­rin de film­ster­ren de minste brief­wis­se­ling ont­van­gen. Waa­rom? Het is niet gewe­ten, doch het is een vasts­taand feit. In die­zelfde maand ont­ving Gene­viève Félix juist 211 brie­ven: 6 kwa­men uit Parijs, 108 uit andere dee­len van Fran­krijk, 36 uit het bui­ten­land en de kolo­niën. Deze 36 laatste ver­deel­den zich als volgt: Bel­gië 14, Zwit­ser­land 4, Por­tu­gal 3, Egypte 2, Tur­kye 2, Cuba I, Neder­landsch Indië 1, Alge­rië 7, Sai­gon 1, Tama­towe I. Die 211 brie­ven behiel­den in: 203 vra­gen om pho­tos, 5 bedan­king­sbrie­ven, 3 vra­gen om inlich­tin­gen. Dee­len wij even mede.

« CINE­MA­WE­RELD »

en dit heeft zijn belang, dat van 203 brie­ven welke om een photo vroe­gen, er 120 geen enkel bedrag inhiel­den; 33 een post­ze­gel van 0.23; 18 een bil­jet van 1 fr.; 16 een bedrag van fr. 1.30; 3 een som van

eeni­gen tijd onze lezers te willen vra­gen steeds de kos­ten der gevraagde photo te dek­ken, ver­zoek waa­raan wij gevolg gaven. Want reken maar eens even mede: de laagst bere­kende kost­prijs eener photo

fr. 2; 4 een som van fr. 2.25; en één een bil­jet van 5 fr. Deze laatste kwam van een sol­daat en het bedrag werd hem terug­ge­zon­den met de gevraagde photo.

Gene­viève Félix zelve vroeg ons, vóór

is fr. 1.50, en 126 pho­to’s aan dit tarief maakt fr. 189, zon­der de ver­zen­ding­skos­ten. En de Fransche fil­mar­tis­ten wor­den zoo weel­de­rig niet betaald als hun Ame­ri­kaansche kol­le­ga’s! NEMO.


vwvw

ROYAL - ZOO­LO­GIE CINEMA

Tu ne tue­ras point

Tôt prive de ses parents, le trap­peur fran­çais Gas­pard a poussé comme un rosier sau­vage et dans l’âme de ce sau­va­geon, deux fleurs sublimes se sont épa­nouies: l’amour de la Nature et de l’Hu­ma­nité.

Pour tous les enfants du vil­lage, il est « L’Oncle Gas­pard ».

Chaque année, pen­dant la sai­son hiver­nale, Qfhs­pard quitte le pays pour n’y reve­nir qu’au prin­temps avec une pro­vi­sion de peaux de bêts, pro­duit de ses chasses et fonds de ses res­sources, en atten­dant qu’une mine d’or qu’il a décou­verte lui donne, sinon la richesse, du moins l’ai­sance néces­saire pour épou­ser celle que son cœur a «moisi.

Or, pen­dant une absence annuelle, un étran­ger, Ben­son, venu dans le pays pour y cher­cher de Tor, lui vole sa mine et sa fian­cée: sa mine, parce que Gas­pard avait oublié d’en faire enre­gis­trer le titre de pro­priété; sa fian­cée parce que nul en ce monde ne peut être sûr du cœur d’une femme et que les absents en amour, ont tou­jours tort. Par cette double per­fi­die, cette âme droite, belle, pure jus­qu’à ce jour, se trans­forme: la haine s’en empare, elle devient d’une lai­deur effrayant, e et ne tend plus que vers1 un but: se ven­ger! Pen­dant sept ans, Gas­pard pré­pare, attend cette ven­geance; il ruine Ben­son, détruit peu à peu l’har­mo­nie de son ménage, et fina­le­ment, sus­cite une que­relle entre lui et une brute — que­relle en laquelle Ben-son fait usage d’une arme à feu et blesse son adver­saire, ce qui le fait condam­ner à la pri­son.

La femme de Ben­son étant morte, le Tri­bu­nal confie l’en­fant à Gas­pard qui se jure de faire payer au pauvre petit être les tor­tures morales que lui firent subir les parents de ce der­nier. Mais devant la con-. fiance, la joliesse du ché­ru­bin, la belle âme. du trap­peur refleu­rit à nou­veau, et il se prend à ché­rir comme son propre fils celui dont il vou­lait faire son souffre-dou­leur.

Grâce à sa bonne conduite, Ben­son, est libéré par anti­ci­pa­tion. Gas­pard l’ap­prend. Son déses­poir est indes­crip­tible. Donc, cet homme qui lui a déjà piis tout ce qu’il aimait au monde, va main­te­nant lui prendre celui qu’il aime plus que sa vie... Non, cela ne sera pas! Et une idée dia­bo­lique germe dans son cer­veau: Il cap­ture un loup, l'en­ferme dans sa cabane dont il a fait un piège, et l’af­fame en l’es­pé­rance que lorsque Ben­son te-vin­dra...

Mais ce n'isl pas Ben­son qui se prend au piège, c’est son petit, son amour.​Fon de dou­leur, il se pré­ci­pite dans la cabane, sauve l’en­fant et reste enfe­mér avec le car­nas­sier; ce, pen­dant que Ben-son, qui vient d’ar­ri­ver, apprend par son fils le ter­rible drame qui se déroule. Enfin, la porte s’ouvre pour livrer pas­sage à Gas­pard. Il a vaincu là bêle, niais celle-ci lui a fait payer chè­re­ment celle vic­toire.

PRO­GRAMME DU 28 OCT. AU 1 NOV.

Mar­tha....​FlotOW

Ouver­ture

Le cos­tume fémi­nin et l’Art anti­quf

Docu­men­taire

L’Ange gar­dien....​AL Yvain

One step de l’Opé­rette "Là Haut”

Un Bon à Rien

Comé­die en 5 par­ties inter­pré­tée par Charles RAY

Pour­quoi hési­ter

Valse

Acker­mans

Tu ne tue­ras point!

Grand drame inter­prété par Lon Cha­ney, Alan Haie et Stan­ley Goe­thals

PRO­GRAMMA van 28 OCT. tat 1 NOV.

Le sang répandu par Gas­pard pour sau­ver le fils de son ennemi lave la souillure que la haine avait fait;1 au cœur des deux hommes et le divin par­don s’échappe de leurs lèvres.

Mar­tha....​FlotOW

Ope­ning­stuk

( "'ou­wenk­lee­dij en Kunst der Oud­heid

Oor­konde

L’Ange Gar­dien....M. Yvain

One step uit de ope­rette "Là Haut”

Gij zult niet doo­den

Een Niet­deug

Too­neeis­pel in 5 dee­len met Charles RAY in den hoof­drol

Pour­quoi hési­ter....​Ackermans

Valse

Gij zult niet doo­den!

Groot drama ver­tolkt door Lon Cha­ney, Alan Hale en Stan­ley Goe­thals

SEMAINE PRO­CHAINE

Le film sen­sa­tion­nel

PAUVRE MIDI­NETTE

Grand drame de la vie Moderne

VWW.​WV.V

X Gas­pard wacht gedul­dig op de eerste voort-,* il breng­scien van een door hem ont­dekte goud­mijn, J »% want hoopt hij, zoo niet rijk, dan ten minste wel- } J varend genoeg te wor­den, om een zor­ge­loos le- f J ven te sli­j­ten aan de zijde van zijn hart-uit­verko- JJ J rene. ? J

Een vreem­de­ling is even­wel in ’t land geko­men, f J J« op zoek naar goud, en deze deinst er niet voor i,* terug Gas­pard én zijn groeve, én zijn aans­taande i',* »« vrouw Ie ste­len. i J

Dub­bel getrof­fen, onder­gaat de tot heden toe «

>« gela­ten en lief­de­voile natuur van Gas­pard, een Ji ê alge­heele omme­keer. Dien Ben­son, die hem alles JiV J> roofde wat hem aan het leven ver­bond, rei' lei - f *J •J> volgt hij thans met zijn haat. Dit lukt em, en,* hij slaagt er in Ben­son door een gemeen ndi­vidu

Y te laten aan­ran­den; Ben­son, zich in levens­ge­vaar

«N wanend, gebruikt n vuur­wa­pen tol ver­de­di­ging, ? jC

** en de man stort neer, doo­de­lijk gewond. Dit be- VjC

Î* teckent voor Ben­son lange jaren gevan­ge­nis. 1SJ

Y Door smart over­mand, sterft zijn vrouw, en 1

de recht­bank noemt Gas­pard als voogd van hun .* JC

klei­nen zoon. In stilte legt deze den eed af dit «L C onschul­dig schep­sel voor bet door zijn vader «er- s Î* richtte kwaad te doen boe­ten. Doch zoo ingeno- £ C

Y men schi­jnt het ventje een nieu­wen bes­cher­mer £ r ** te héb­ben gevon­den, zoo ver­trou­we­lijk en liefde- J (

vol kijkt het naar Gas­pard op, dat de laatste C C Ÿ schi­jn­baar uit­ge­doofde lief­de­von­ken weer op-

'•* laaien, en harts­toch­te­lijk bemint nu de trap­per t £ ** dien knaap, hem omrin­gend met waar­lijk vader- Ç JL '* lijke zor­gen. £

Y Na zeven jaren wordt Ben­son uit de gevan­ge­nis %

Y onts­la­gen. Dan kiemt een dui­velsche gedachte in £ Jj

Y Gas­par, dors­tig naar wraak. Ji

Hij vangt een wolf, sluit hem op, laat het heest i Ji

Y dagen zon­der eten, in de hoop dat Ben­son terug- Ji

Y kee­rend... £ 5

Y Doch niet Ben­son, wel de kleine jon­gen, heel «

Y zijn liefde en zijn levens­rede is in den val­strik gei

Y val­len. Als dol, snelt Gas­pard naar het hok, redt f ji

Y heP­kind uit de klau­wen van het ondier, en sluit i i

Y zich op met den razend gewor­den wolf. Intus- £ J

Y sehen is Ben­zon ter­plaatste geko­men, ver­neemt fi (B

Y het gebeurde uit monde van zijn zoontje. Nu opent (i J

Y zich ein­de­lijk de deur, en de trap­per ver­schi­jnt f

Y Den wolf heeft hii neer­ge­veld, doch niet zon­der * J

Y n onnoem­lijk gevecht. Zoo stortte hii zijn bloed * j

Y om het leven van zijn vijan­d’s zoon te red­den, stil- f,

Y lend de gloeiende haat in de har­ten van beide f,

Y man­nen. En het god­de­lijk verge vin gs woord komt,,

Y hun op de lip­pen... ,*

Impri­me­rie dn Centre.?6. Rem­part Kip­dorp. Anvers


POUR AVOIR UNE BIÈRE BONNE ET SAINE

Adres­sez-vous à la Bras­se­rie

VAN HOM BEECK

BER­CHEM - Tél. 5210

BIERES eu BOU­TEILLE» - en FUTS

HABILLEZ

VOS

ENFANTS

BRI­TAN­NIA

77, Longue rue d’Ar­gile

Mai­son BER­THY

106, rue de l’Eglise, 106

vwv

FO U Fin U 1RES

Arran­ge­ments — Répa­ra­tions Conser­va­tion de four­rures Prix avan­ta­geux — Tra­vail soi­gné

12, rue Van Ert­born

Tel. 292/ ANVERS Tel. 292

Agence pour la Pro­vince d'An­vers du Vrai "FEROOO"

Agence pour Anvers des Rou­le­ments à billes S. K. F.

Agence géné­rale pour la Bel­gique du Dia­mond et Noble’s Polish

La seule mai­son de la place four­nis­sant aux garages aux prix de gros

PHO­TO­GRA­VEURS

DES­SI­NA­TEURS

EXÉ­CU­TION RAPIDE ET SOI­GNEE

Champ Vle­mi­nekx.8 ANVERS cnatt­suwu». TÉ LÉ PM'9209 =»=«=»»«=“*“

OUVRAGES DE DAMES K

OUVIÎA­CiES DES­SI­NÉS

LAINES, SOIES, COTONS, COUVRE-LITS, NAPPES,

S STORES, BON­NET­TE­RIE A LA MAIN,

g! DEN­TELLES, JUM­PERS

% MAI­SON EMMA

HAND­WER­KEN

WOL, ZIJDE, KATOEN, BED­SPREIEN, TAFEL-KLEE­DE­REN, STORES, KAN­TEN, HAND­BREI­GOED, JUM­PERS

Anvers, Rue Von­del­straat, 15, Ant­wer­pen

Autos pour Céré­mo­nies, Mariages, Bap­têmes et Fêtes

Garage J & H. DEHU

Télé­phone 3107

42, Canal des Bras­seurs - ANVERS

VOYAGES A L’ÉTRAN­GER - EXCUR­SIONS PRIX A FOR­FAIT

'gar­ni­tures

POUR

Fumoirs, Salons, Bou­doirs Chambres à cou­cher Veran­dah Fau­teuils - Club

11, Longue rue du Van­neau

(près du parc)

<1 ëiare sträät20

MEUBLES

Les plus grands Maga­sins en Bel­gique

9 Longue rue des Claires 9

(près Meir)

î Grand choix de gar­ni­tures, 200 salles à man­ger, \ chambres à cou­cher, salons, cui­sines, veran­dah’s, î bureaux, lite­ries, chaises-longues, etc. etc.

Maf­soD Amé­ri­caine

Meilleur mar­ché qu'ailleurs = Ouvert tous les jours jus­qu’à 8 h. s. î Maga­sin fermé

BRO­DE­RIES

DES­SINS MODERNES

PER­LAGES, BOU­TONS, POINTS­CLAIRS. PLIS­SAGE

M— RYCKAERT

RUE RUBENS, 17, ANVERS

TRA­VAIL SOI­GNÉ ET RAPIDE

..​EXGELSCH HOE­DENMA GA ZIJN.. VON­DEL­STR., 19 CAUS (nabij St. Jans­plaats)

De laatste nieu­wi­ghe­den in Vil­ten Hoe­den

Rüirrçe lsus

Zïei Eta­lage


Cl NEW A WERELD »

SCHEI­DING VAN BED

Bli­js­pel, naar het werk van PIERRE VÉBER, ver­tolkt door Dio­mira Jaco­bini en A. Collo

Col­lette was op de kost­school het groot ver­driet van al haar mees­te­res­sen; thans is zij de vreugde en den troost van haar goede tante, Mevr. Mon-tra­chet, weduwe Mon­bis­sac.

Deze laatste had te Parijs een broe­der wonen, die

Twee zaken ver­bit­ter­den het. leven van M. Mon-tra­chet: ten eerste, hij was doof als een pot, en ten tweede, hij zocht sinds lang tever­geefs naar een mid­del om reuk­looze mests­tof­fen in den han­del te bren­gen.

han­del dreef in kunst­mests­tof­fen voor kamer­plan­ten. Hij en zijn zoon André waren gewoon­lijk alle­bei vroeg te been: wan­neer de vader naar zijn wérk ging, kwam de zoon mees­tal terug van zijne nachte-lijke onder­ne­min­gen.

Het zoontje had andere krui­sen: vier mai­tres­sen, die hem tot over de ooren in de schul­den brach­ten, zoo­dat hij zich nu genood­zaakt zag aan zijn al te vroo­lijk leventje een einde te stel­len door... t-trou­wen.

« CINE­MA­WE­RELD »

Deze uit­komst verheugt de vader en de tante. Bei­den den­ken aan Col­lette. Tante gaat zich met haai’ te Parijs ves­ti­gen.

André, zon­der iets van al die plan­nen te ver­moe­den, had reeds een andere vrouw in ’t zicht; het was zekere Mar­celle Bonin, voor den der­den keer uit den echt ges­chei­den. Hij had haar belooft te trou­wen.

Op een avond­feestje bij den vader van Andréj

een villa aan de zee. M. Mon­tra­chet bewoont met zijr. zoon en schoon­doch­ter het gelijkv­loers, ter­wijl Baron Lacham­botte en de ges­chei­dene vrouw de eerste ver­die­ping bewo­nen. Het is nog altijd « schei­ding van bed », wat de ongeoor­loof­ste betrek­kin­gen met de gebu­ren van boven en ten laatste, de ont­bin­ding van het huwe­lijk voor gevolg heeft. Het onver­wacht bezoek van tante slaat al de gemaakte plan­nen in dui­gen: zij brengt ’s avonds, onnoo­zel-

CHAMBRE À PART

zou de ver­lo­ving met Col­lette plaats gri­j­pen, tot groote teleurs­tel­ling van Mar­celle, de ges­chei­den vrcuw, en van Baron Roger Lacham­botte, die Col­lette naar zijn smaak vond.

De eerste maan­den van het huwe­lijk waren de jong­ge­trouw­den oprecht geluk­kig, maar bij het onts­taan der eerste moei­lij­khe­den werd de oor­log verk­laard, en André reisde met zijn « klik­ken en klak­ken » naar het salon: het was « de schei­ding van bed ».

Vrien­den en vijan­den tref­fen elkan­der aan op

weg, het jonge paar naar het ech­te­lijk bed.

Van de geno­men afspra­ken, zij met den baron, en hij met de « ges­chei­dene», kwam niets terecht. T» 11 uur zagen zij het licht uit­doo­ven op de slaap­ka­mer en wat bleef er hun anders over, dan elkan­der te troos­ten en samen... te trou­wen!

FILM DUBOIS

Plan­tens­traat, 40-42, Brus­sel


« CINE­MA­WE­RELD

VRIJE TRI­BUUN

- RON­DOM EEN FILM -

OPEN BRIEF aan

de lieer Bur­ge­mees­ter van Ant­wer­pen

Heer Bur­ge­mees­ter,

Laat mij toe enkele woor­den tot U, acht­bare ste-deva­der, te rich­ten. U zult mis­schien glim­la­chen óf schok­schou­de­ren om mijn raad­ge­vin­gen. Doch, ik ver­ze­ker U, het is in naam van dui­zen­den cine-bezoe­kers, en met de beste bedoe­ling, dat een nede­rig meisje, haar mis­schien nog nede­rige mea­ning U toes­tuurt.

Het betreft, name­lijk, het door U uit­ge­vaar­digd ver­bod, om de film « La Gar­çonne » hier ter stede af te rol­len.

Ik neem aan dat U han­delde met de beste voor­ne­mens, in ’t belang van de orde en goede zeden. Doch voo­ra­leer een der­ge­li­jlce maa­tre­gel te tref­fen, is het plicht, meen ik, zelfs van een bur­ge­mees­ter, zich te over­tui­gen en zich te ver­ge­wis­sen of een dus­da­nig ver­bod zich wel opdringt.

In hare vorige artie­kels, die U waar­schi­jn­lijk niet zult gele­zen heb­ben, heeft een lezeres, die de film in kwes­tie te Brus­sel gezien had, er oogen­blik-kelijk op gewe­zen, hoe onzin­nig dc maa­tre­gel was door U toe­ge­past, daar de film nóch de orde nóch de goede zeden in gevaar bracht.

Dat zij waa­rheid sprak» bewi­jst het vol­gende: Uw acht­baar col­lega, bur­ge­mees­ter van Ver­viers, die meende goed te han­de­len met Uw voor­beeld te vol­gen, ver­bood, om de zelfde reden als U, ins­ge­lijks de film in een der ciné­ma­za­len zij­ner stad. De cine­mauit­ba­ter, met mede­hulp van de « Office géné­ral ciné­ma­to­gra­phique », stuurde een klacht naar het Par­ket van Luik. Dit stelde een onder­zoek in: stelde vast dat de film hoe­ge­naamd niet het minste afbreuk deed aan de goede zeden, en zond hie­ro­ver zijn advies aan de Goe­ver­neur der pro­vin­tie Luik, die, op zijn beurt, het ver­bod van de heer Bur­ge­mees­ter van Ver­viers ver­brak. De film wordt nu terug in dezelfde inrich­ting afge­rold, waar hij eerst ver­bo­den werd.

Dit is de vree­se­lijkste afstraf­fing, de grootste affront, de hard­ste kaaks­lag die ooit een 'bur­ge­mees­ter werd toe­ge­bracht. En nog voe­len wij te veel eer­bied voor Ü, acht­bare heer Magis­traat, opdat wij zou­den moe­ten bele­ven dat U ooit zoo iets overk­wam.

U zijt het slach­tof­fer van uwe goed­ge­loo­vi­gheid, heer Bur­ge­mees­ter. Som­mige men­schjes en ’n paar gazet­schri­j­vers uit zekere krantjes, heb­ben U, — mis­schien uit poli­tieke bere­ke­ning of uit haat voorde cine­main­dus­trie, — slecht inge­licht. Naar hen te luis­te­ren was uw.​grootste fout, want ’t zijn juist deze lui die nu de eerste zijn om U te bes­pot­ten en in de oogen van ’t publiek bela­che­lijk te maken.' Van­daag ver­gui­zen Wat' ze den dag te voren aan­be­den heb­ben, is nu een­maal de poli­tiek van zekere pèn­ne­rid­defs:

Nóg ïs liet tij­d'Uw ver­gis­sing te hers­tel­len, — dwk­len is: mén­sche­lijk, — zelfs een bur­ge­mees­ter kan dit overkómen. Van af van­daag, Vri­j­dag, wordt « La Gar­çonne » aan den zoom van Uw stad in cinema Géant, te Hobo­ken afge­rold. Dui­zen­den en nog dui­zen­den Uwer ste­de­lin­gen zul­len, aan­ge­trok­ken, ver­lek­kerd, opge­to­gen, door de kos­te­looze reu­zen-rék­laam welke U er Voor maakte, naar deze gemeente stroo­men om de veel­bes­pro­ken film te gaan bewon­de­ren. Men spreekt zelfs van een spe­ciale tram-dienst die zal inge­richt wor­den. En het oor­deel van zoo­vele ster­ve­lin­gen die o La Gar­çonne » zul­len gezien heb­ben, zal zijn: een reki­si­to­rium tegen Uw ver­bod: een bes­pot­ting naar uw adres.

Ver­breek uw ver­bod, heer Bur­ge­mees­ter; met een goede bedoe­ling raad ik het u. Want anders zou­den Ant­werpsche cine­mauit­ba­ters, die uw kas vul­len met belas­tin­gen en tak­sen en die nu den kaas van vóór hun neus, döor buren zien weg­kaa-pen, wel eens het geval van Ver­viers als een voor­gaande kun­nen aan­schou­wen en ins­ge­lijks aan het Par­ket van Ant­wer­pen reke­ning vra­gen. En dan... ohee!....

Met den ver­se­hul­dig­den eer­bied,

Een lezeres van « Too­neel­we­reld ».

’t Schi­jnt me, alsof er sinds eenige weken een ove­reen­komst is ges­lo­ten om zekere « Star­ren » on te heme­len.

Deze is de beste, die de mooiste, en dan weei-r-dit de schoonste film tot heden gezien.

Ze doen me onwille­keu­rig den­ken aan de aan­plak-brie­ven van som­mige kine­mas, die week na week op hun pro­gramma de prach­tig­ste fil­men tot heden ver­toond, aan­kon­di­gen.

Neen, mijn inziens wordt er door menig inzen­der der «Vrije Tri­buun» meer­dere, ware kuns­te­naar, veel onrecht aan­ge­daan. Ik voor mij, voel zoo­wel bewon­de­ring voor de klei­nere goed-ver­tolkte rol­len, als voor de groote. Het komt er immers maar op aan een rol uit te beel­den zooals het behoort.

Zeker is het. dat de keuzo van het sce­na­rio veel bij­draagt tot de waarde van de film, maar, in dit geval, is het de band zelve die men in de eerste plaats dient te roe­men.

Zoo heb ik eens bet voor­recht gehad, lang gele­den, de film « Edel­stee­non » te mogen bewon­de­ren. De inhoud was noch boeiend, noch belan­grijk, maar de ver­tol­king (Henny Por­ten) was iets eenigs, om nooit te ver­ge­ten.

Ook onsym­pa­thieke rol­len zijn mees­tal mis­kende genieën. .

En heb­ben we dan niet onze karak­ters­pe­lers ver­ge­ten als Mon­roe Salis­bury, Seve­rin Mars, Harry Car­rey (voor de lus­tige cow-boy), Bert Lvt­tle en zoo­vele ande­ren?

In één woord, ik ben moer omzich­tig in mijne b( werin­gen en hou er noch­tans ook mijne gelief­koo­safr" spe­lers op na, die ik toe­juich van uit het hart.

Niet inziende waa­rom ik me ver­schui­len moet onder een dek­naam, tee­ken ik

VAN HOUDT, K.

Alhoe­wel ik nog niet lang lezeres ben van de « Cine­ma­we­reld », wil ik toch deze week, ook mijne gedachte over de fihm­pe­lers en speel­sters in de « Vrije Tri­buun » neer­pen­nen.

Ik ben het vol­ko­men cens met Snobske en kan waar­lijk maar niet besef­fen, waa­rom de mees­ten zóó in Norma Tal­madge opgaan.

Zij wordt gek­las­seerd als konin­gin van talent en schoon­heid, maar komt Alice Terry voor dit laatste dan niet in aan­mer­king? Bewon­der haar dan maar eens in « De Roman van een Koning » en in de « Vier Rui­ters van den A poca­lyp­sus ».

Wordt er dan ook nooit een woord gerept over Doro­thy Dal­ton. Mae Mur­ray, Pola Negri en Raquel Mel­ler?

Wat Rudolph Valen­tino betreft, hij heeft wel mooie oogen, maar toch moet ik met Alice Favor beken­nen dat hij als Sheik wel past, maar, wan­neer hij als gent­le­man optreed, komt er van al zijn be-too­ve­rende schoon­heid niet veel tot zijn recht. De half-god wordt terug mensch, en valt dan zelfs in de scha­duw van William Fainüm.

Dit is het gevoe­len van

LISON.

Een paar dagen gele­den bevond ik mij in een cine­ma­zaal te Brus­sel, waar men een Duitsche film ver­toonde. Als men nu de film te zien kreeg, ver­lie­ten twee per­so­nen, die naast mij zaten, de cine­ma­zaal, de eene tot de andere zeg­gende: « C’est un film boche; ces nlms ne valent rien ». (Het is een Duitsche film; deze fil­men zijn niets waard.)

Zul­ken onzin hoo­ren, te mid­den hon­der­den toes­chou­wers, dat is nogal grof, niet waar?

Ik dacht bij me zel­ven, dat die per­so­nen wei­nig of niets ken­den van kunst en talent op cine­ma­ge­bied, ofwel ver­lie­ten zij de zaal alleen­lijk omdat het een Duitsche film was, wat ik bes­pot­te­lijk vind, want de film was prach­tig. Er zijn prach­tige Duitsche fil­men die wij te Brus­sel te zien kre­gen, bij­voor­beeld: «Othello», een mees­ter­werk met E. Jan­nings en Wer­ner Krause, en ik heb hier onder do oogen lofar­ti­kels van dien film, « Het Indisch Graf ». met Olaff Fonss en Conrad Veidt, « La Terre qui Flambe», en nog vele ande­ren. Mijne mee­ning is dus, dat Duitsche fil­men niet moe­ten afge­bro­ken wor­den door mens­clien die niet eens weten wat kunst is. Dat wil nu niet zeg­gen, dat ik niet van andere fil­men houdt, want ik ben een der grootste bewon­de­raars van Ame­ri­kaansche en Fransche fil­men. Maar ik wilde nu toch eens de lezers en leze­res­sen van «Vrije Tri­buun» bekend maken, hoe som­mige mens­clien over Duitsche fil­men oor­dee­len.

JOHN WEBBS.

’k Ben niet gewoon van bij­dra­gen te schri­j­ven, en mis­schien zal mijn artie­kel voor vele mede­wer­kers der «Vrije Tri­buun» slechts als knoei­werk bes­chouwd wor­den, maar, mijn oor­deel over «Vrije Tri­buun » is, dat het meer op een kof­fie­kransje gelijkt waar ieder over don acteur of de actrice, haar mooi gezicht, kos­tu­men, enz., pra­ten, en als een soort strijd loe­ren tegen die of gene bewon­de­raars­ter). van deze of gene film­star, dan dat ze wel over kunst spre­ken, en me dunkt dat dit wel de hoofd­zaak is van de «Vrije Tri­buun».

’k Heb wei­nig of niets over de hoe­da­ni­ghe­den van een «star» hoo­ren uit­wi­j­den, wat kunst betreft, zooals mimiek, hou­ding, spel of schmink, enz. Ik vind het. erg jam­mer dat de schri­j­vers(stcrs) van « Vri je Tri­buun», maar aldoor in banale klein­gees­ti­gheid ver­val­len, over het al of niet mooi zijn van een(e) «star», of van het al of niet gebrui­ken van kunst­ma­tige mid­deltjes om er mooi uit te zien. Er zijn som­mige artis­ten die heel mooi zijn en toch niet uit­ko­men, er zijn er ook ande­ren, die juist in het tege­no­ver­ges­telde geval ver­kee­ren.

Dus schoon­heid komt er wei­nig op aan, trou­wens, liet woordje mooi of schoon is zeer rek­baar, tevens ver­schil­len de opi­nie’s omtrent dit stand­punt ont­zet­tend, ’k Beweer natuur­lijk niet, dat het leuk is fil­men te zien met onaan­ge­name gezich­ten of vor­men.

Een ding is sle­clifs van waarde, dit is of de artiste) zijn rol goed begri­jpt, en tracht in de mate van het mog­clijke, de hen toe­be­deelde rol goed te ver­tol­ken, zoo trouw mago­lijk de gedach­ten van den per­soon of schri­j­ver weer te geven en er tevens goed uit te zien, naar de verei­schte van de rol natuur­lijk. Ver­der vind ik het gek, dat men er zich las­tig zou om maken en de kop te bre­ken, of ze er in ’t wer­ke­lijke leven er wel dege­lijk zoo uit-zien en wat ze op hun kerf­stok heb­ben. Een ding moet men slechts op liet voor­plan stel­len, of ze al of niet. goed werk leve­ren op de film zelve.

Ook vind ik dat de mede­wer­kers der «Vrije Tri­buun » nogal veel over dezelfde artist(e) twis­ten.

Daa­rom ben ik ten volle ’t akkoord met Snobske, die zegt: « Eere wie eere tockomt » en dat zien er nogal velen over ’t hoofd. Ik heb natuur­lijk ook wel

een zwak voor zekere fil­men en acteurs(tri­cen), maa.r niet­te­min beoor­deel ik de andere fil­men met even­veel kies­ch­heid en onbe­voo­roor­deeld. Ook zijn er som­mige soh­ri­j­vers(sters), die den bal nogal dik­wi­jls miss­laan, en mis­schien wel heel graag schri­j­ven, maar dan zou ik hen toch den raad geven, om hun proza nog i at meer uit te wer­ken en van hun bij­drage, zooals: « De gevol­gen van eene gene­rale repe­ti­tie», dat heel leuk is op zich­zelf, een aar­dig anec­dootje van te maken en als bij­drage aan een blad, dat ook aan let­ter­kunde doet, te stu­ren. Stel nu, dat ik een verhaal schrijf van een lief­de­sa­von­tuur per brief met een fil­mar­tist, dat u mis­schien wel de eei’ste zou zijn om uw schou­ders op te halen, en te zeg­gen, wat komt dat hier nu te -pas. U moet dat niet kwa­lijk nemen, hoor, Leo­nore! ’k Zeg enkel maar m’n meemng en als ik over iedere bij­drage m’n mee­ning moest schri­j­ven, dan zou « Vrije Tri­buun » te klein wor­den, daa­rom schei ik er dan ook maar lie­ver uit, en... tot ’n andere maal.

N.-B. — Leo­nore is het hcusch waar, dat Gina Palerme naar Ant­wer­pen komt? ’k Zou het heel vrien­de­lijk van U vin­den, als ik er iets meer van te weten kon komen. Nieuws­gie­rig, he?... Ik hoop dat U me wilt ant­woor­den, of bent U mis­schien ook boos op mij!

SOU­VA­RINE.

Daar gij zoo onom­won­den uw gedacht over som­mige kine­mas­ter­ren nee­ro­chri­jft, zoo zal ik zoo vrij zijn hie­rop mijne mee­ning uit te druk­ken. Eers­tens vind ik het heel klein­gees­tig, de aan­mer­king voor « Pier­lala ». Naar mijn mee­ning is ieder toch vrij den dek­naam te nemen dien hij ver­kiest, en ten tweede, wat gij over Agnès Ayres schri­jft, getuigt • toch niet van uw goe­den smaak. Ik neem aan dat gc uwe favo­ris hebt, maar dat ge de ove­rige zoo maar gewoon­weg als nul­li­tei­ten bes­chouwd, dat vind ik toch wat al te kras.

IOLANDE D'AR­DENNE.

Over.​een paar weken heb ik een ver­too­ning bij­ge­woond van de film « Spaansch Bloed», waa­rin den hoof­drol ver­tolkt werd door Maria Jaco­bini. Mis­schien zijn er onder de trouwe lezers van de « Cine­ma­we­reld » wei­ni­gen die dien naam gehoord heb­ben. Tot over een paar weken had ik nog nooit over deze artiste hoo­ren gewa­gen, en noch­tans, bij den eers­ten aan­blik van dat won­der­se­hoone gelaat, kon ik een uitroep van bewon­de­ring niet wee­rhou­den.

Welke talent­volle artiste, hoe ze haren rol mees­ter­lijk ver­tolkte, hare geba­ren waren zou dui­de­lijk dat men de woor­den niet hoefde te lezen om te weten welke rol ze ver­tolkte.

Ook heb ik reeds dik­wi­jls Norma Tal­madge gaan bewon­de­ren, maar toch vind ik dat Marie Jaco­bini zoo­veel lof ver­dient als zij. Zij bezit even­veel talent en bek­waam­heid als de beste artiste, en noch­tans wordt er over haar haast niet ges­pro­ken, en wat hare schoon­heid betreft, die bezit ze in ruime mate. Norma Tal­madge ver­dient allen lof dien men haar toes­tuurt, maar dat wil niet zeg­gen dat ze daa­rom de beste artiste is, er zijn er nog vele die aan haar mogen ver­ge­le­ken wor­den en waar­voor men, eilaas, niet het minste woordje van lof voor over heeft. Noch­tans ver­die­nen Maria Jaco­bini, Alla Nazi­mova en nog vele ande­ren talent­volle artis­ten, zoo­veel lof en roem, als die­ge­nen, waar­van men alle weken schri­jft.

Mijn leus is: « Eere wie eere toe­komt».

HAGE­ROOSJE.


Deze film is nog bijna ner­gens ia Fran­krijk afge­draaid en reeds staan al de vak­bla­den vol over het onge­woon groot Zóózeer gaat zij in haar spel op, dat de tra­nen, welke op haar wan­gen in zekere too­nee­len big­ge­len, niet geveinsd,

doch echt zijn.

Een band die bij elke ver­too­ning volle zalen zal trek­ken­talent waar­van Gene­viève Félix in deze film blijk, geeft.

153, NIEUWS­TRAAT, 153 - - BRUS­SEL


• Cl H EMA WE REt. D » _

HAAR LIE­VE­LING

Sce­na­rio van .... Jay Gel­zer

Fiim­re­gie van ....A. Charles Bra­bin

Tommy Tol­li­ver, de jong­ste zoon.. Charles E. Mack

Essie Har­din .... Eli­nor Fair

Paw Tol­li­ver, de vader, ....​Burr M. Intoeh

Maw Tol­li­ver, de moe­der, .... Emily Fitz­roy

Lem Tol­li­ver, de oud­ste zoon .... George Ban­croft

Zeke Tol­li­ver .... Ernest Chand­ler

Zeb Tol­li­ver .... FreiT Koser

John Har­din ....​Leslie Stove

In een wild hoekje in het Zui­den der Veree­nigde Sta­ten, leefde de fami­lie Tol­li­ver: de vader en zijn drie oud­ste zonen, ware woes­te­lin­gen; de moe­der en de ben­ja­min, twee milde en zachte wezens.

zen waakt over haar: Tommy. En de liefde kwam...

Door Tommy en hare moe­der bes­chermd, had Essie in hun woning onder­ko­men gevon­den.Onge­luk­ki­glijk werd de wedi­j­ver tus­schen de twee broe­ders steeds groo­ter; als twee dood­svi­jan­den waren zij, zeke­ren dag, hand­ge­meen gewor­den en Lem, door zijn twee oudere t broe­ders en zijn vader aan­ge­moe­digd, had Tommy voor driek­waart dood laten lig­gen, en bes­loot Essie, eenige dagen later, zelf te huwen.

Vluch­ten! Maar om te vluch­ten moet

Zeke­ren dag zag de oud­ste, Essie, de doch­ter van John Har­din, zich in de rivier baden. Een drif­tige wel­lust maakte zich van hem mees­ter en zij moest, onder gewéld, zijne omhel­zing gedoo­gen.

Terug thuis geko­men, ver­telde zij haar avon­tuur aan haar vader die er Lem Tol­li­ver reken­schap ging over vra­gen.

Maar ter­wijl John Har­ding Tol­li­ver s huis ver­liet, werd hij door een geweer­schot gedood. Zie­daar nu Essie, wees, en zon­der bes­cher­ming. Maar een zacht wemen geld heb­ben. Waar zou­den die twee kin­de­ren er gevon­den heb­ben? Het is dan dat de moe­der­liefde zich held­haf­tig toonde om haar « kleine » te red­den.

Vader Tol­li­ver en zijn drie oud­ste zonen, had­den in het hart dier wilde streek een geheime sto­ke­rij inge­richt; sinds lan­gen tijd wer­den zij ver­dacht, en de agen­ten van den fis­kus had­den een goed aan­tal dol­lars uit­ge­loofd aan die­ge­nen welke hen zou­den hel­pen.

Bij de dage­raad, wei­nige dagen vóór

< CINEMA WERELD »

het huwe­lijk, ging de moe­der en, in ruil der beloofde beloo­ning, leverde zij de haren over.

Tol­li­ver s gaven zich niet over: een gevecht in regel greep plaats; de drie zoons wer­den gedood, met het geweer in de vuist. De vader wist langs een gehei­men uit­gang te onts­nap­pen en snelde naar zijn hut om er Tommy te doo­den, \y vvien hij van het ver­raad ver­dacht, uit

haat tot Lem.

Op den drem­pel van zijn haard, weende de moe­der, voor immer alléén nu; zij staarde in de verte, lang­swaar Tommy en Essie, die onher­berg­zame ber­gen vlucht­ten, naar het geluk, naar de liefde.

Aan het wapen dat de vader, als recht-ple­ger, in de vuist hield, bood zij hare borst, haar ver­raad beken­nende, het ver­raad dat den dood van drie harer kin­de­ren had gekost en nu het hare ging kos­ten, maar dat zij gaarne gaf opdat haar « kleine » geluk­kig zou wezen.

Deze film is een blad­zi­jde uit het ruwe cn pri­mi­tieve leven eener fami­lie der « Blue Ridge Moun­tains », maar ze is ook af gewis­seld door de moe­der­liefde, de leven­dig­ste, de subliem­ste welke tot hier­toe het licht zag. De film is, naar het oor­deel der meest bekende film­kri­tie­kers, de eenig­ste voort­brengst die een zóó hoog peil van rea­lisme en leven genaakt. Het lij­den, de angst dier arme moe­der, die haar echt­ge­noot en drie oud­ste zonen offert om het geluk van haar « /eine », bren­gen een ontroe­ring waar­van nie­mand zich kan ont­trek­ken. De tra­nen komen u in de oogen. Men moet de film mee­le­ven. Men moet hun lij­den mede onders­taan.

UNI­VER­SAL FILM

28, Sf. Michielss­fraaf, BRUS­SEL


CINE­MA­WE­RELD

CINE­MA­BRIE­VEN­BUS

1° Onze Brie­ven­bus Is gra­tis.

2° Weke­lijks wor­den er drie vra­gen beant­woord.

Stel uw vra­gen afzon­der­lijk en num­mer ze.

4° Naam en adres hoe­ven we niet te ken­nen: geef een dek­naam op.

Luci­nana. — 1. Bui­ten de cinema doet Mary Miles Min­ter niets.

2. M’n beste, denkt U dan dat Mary Miles Minier een sana­to­rium voor zenuw­li­j­ders open houdt.

3. Mary Miles Min­ter is nog onge­huwd.

Peggy. — 1. Charles Vanel, adres: 28, Bou­le­vard Pas­teur, Paris. (A faire suivre s.v.p.)

2. Pearl White, adres: c/o Hotel Majes­tic, Paris.

3. Fer­nand Her­mann, adres: Stu­dio’s Gau­mont, ruq de la Vil­lette, Paris.

Kniertje. -— Uw jol­lig schri­j­ven heeft ons voo­rhoofd en vijf­tal minu­ten doen ontrim­pe­len: we hou­den van der­ge­lij­ken trant; voor wat het brief­ge­heim betreft, daar­voor kunt u gerust zijn: één per­soon leest ze en die is de eerste per­soon enkel­voud, begre­pen?

NeJIie. — 1. William Far­num, adres: Fox Stu­dio’s, 1401, Wes­tern Ave­nue, Los Angeles (Cal.) U.S.A.

2. Doro­thy Dal­ton, adres: Para­mount Stu­dio’s, 6284, Selma Ave­nue, Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A.

3. Beide artis­ten zen­den hunne photo gra­tis en kun­nen in de Fransche taal ges­chre­ven wor­den.

Spar­tacns. — Door onvoor­ziene omstan­di­ghe­den is die nog niet kun­nen uit­ges­pro­ken wor­den.

Gegroet. — U kunt aan Mae Mur­ray in de Fransche taal schri­j­ven; zij is een uiterst lieve brief -wis­se­laars­ter; de brief met fr. 0.50 te fran­kee­ren.

Harry Sin­gle­ton. — 1. James Ben­nie, adres: c/o 6015, Hol­ly­wood Boul­vard, Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A.

2. Tully Mar­shall is geen star; weegt 65 kg., don­kere oogen en don­ker bruin haar; ver­tolkte inder­daad eenige rol­len met Gla'dys Bro­ck­well; adres: c/o 6015, Hol­ly­wood Boul­vard, Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A.

3. De naam van den agent uit « Het Rek­wi­sito-rium » is Ray­mond Nye; adres: Robert Appart-ments, 1042, San­born Ave­nue, Los Angeles (Cal.) U.S.A.

Agnes. — Agnes Ayres, adres: Para­mount Pic­tures, 6284, Selma Ave­nue, Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A.

Kleine Hamer. — 1. Hoot Gib­son, adres: Uni­ver­sal Stu­dio’s, Uni­ver­sal City (Cal. ) U.S.A.

2. George Walsh, adres: c/o 6015, Hol­ly­wood Boul­vard, Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A.

3. Mary Pick­ford zendt hare photo gra­tis.

La Mar­jo­laine. — In Ame­rika is dit niet uit­ges­lo­ten, maar in Europa is dit glad onmo­ge­lijk.

René V. G. — 1. Gina Relly, adres: 53, rue Cau­lain­court, Paris.

2. Léon Mathot, adres: 47, Ave­nue Félix Faure, Paris.

3. Gina Relly zendt hare photo, Léon Mathot zéndt de zijne in ’t geheel niet.

Hage­roosje. — Maria Jaco­bini kunt u in de Fransche taal schri­j­ven; brief met fr. 0.50 te fran­kee­ren.

Coif­feurke. — 1. De ver­tol­ker van den titel­rol in Vidocq is René Navarre, adres: rue du Géné­ral Foy, 36, Paris.

2. William S. Hart is immer even stroef.

3. Harrv Carey, adres: c/o 6015, Hol­ly­wood Boul­vard, Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A.

Mos­taard. — 1. De rol van Cham­ber­tin in « De Twee Straat­meisjes » werd ver­tolkt door Georges Bis­cot; zendt zijn photo.

2. De rol van Ginette in die­zelfde film was in han­den van San­dra Milo­wa­noff.

Kort­weg. — 1. Col­leen Moore, adres: 7119, South Grand Vieuw, Los Angeles (Cal.) U.S.A.

2. In welke film draaide deze artiste?

3. Marie Roa­sio, adres: c/o U.C.I., 51, Via Macéra ta, Rome.

Octave Dlumdt. — Den­ke­lijk is die artist in « The. Tri­fling Woman » Ramon Navarro, zijn ware naam is Ramon Sama­nya­gos; gebo­ren te Buengo (Mexico), op 6 Februari 1899; onge­huwd.

Ver­geet-mij­miet. — Zeker rond dit tijd­perk bes­ton­den er al vuur­wa­pens, alhoe­wel deze nog zeer pri­mi­tief waren; dit too­neel was dus geen ana­kro-nisme.

Jos. — Mae Mur­ray is ges­chei­den van James Jay O’Brien, van William Schwen­ker en is nu voor de derde maal gehuwd met Robert Z. Leo­nard, die hare fil­men bes­tuurt; zij kan in de Fransche taal ' ges­chre­ven wor­den, adres: Metro Stu­dio’s, 1025, Lilian Way, Los Angeles (Cal.) U.S.A.

De Sheik. — 1. Van de drie Tal­mad­ge’s is de oud­ste, Norma, de beroemd­ste.

2. Mary Pick­ford heeft licht bruin haar.

3. U kunt hen b.v. zelf per­soon­lijk schri­j­ven en, zeg­gen dat u een groot bewon­de­raar van hun prach­tig spel zijt.

John Webbs. — 1. Flo­rence Reed, adres: c/o 6015, Hol­ly­wood Boul­vard, Hol­ly­wood (Cal. ) U.S.A.

2. De rol van Hunch Hen­der­son in « Het Heische Gaz » werd ver­tolkt door Al. Smith; zelfde adres als Flo­rence Reed.

3. Asta Niel­sen, adres: 2, Ves­ter­gade, Kopen­ha­gen.

Rita. — 1. De hoof­drol van « Han­ne­le’s Hemel­vaart » werd ver­tolkt door Mar­ga­reth Schle­gel; is een Duitsche film.

2. Alhoe­wel het geen cinema rubriek is, zul­len wij u hier er toch maar eens op ant­woor­den. Renée Page en Ger­bert die het vorige sei­zoen hier in Pal­la­dium optra­den zijn nu aan het Théâtre Muni­ci­pal te Lille ver­bon­den.

Fochie. — 1. Jackie Coogan, adres; c/o Metro Stu­dio’s. 1025 Lilian Way. Los Angeles (Cal.) U.S.A.

2. Ginette Mad­die. adres: 41, rue Dam­re­mont, Paris.

Marion Davies, adres: Cos­mo­po­li­tan Pro­duc­tions, 127th Street, 2nd Ave­nue, New-York City (U.S.A.).

Trol­lie. — 1. William Farum, adres: Fox Stu­dio’s, 1401, Wes­tern Ave­nue, Los Angeles (Cal.) U.S.A.

2. Marie Wal­camp, adres: c/o Uni­ver­sal Stu­dio’s, Uni­ver­sal City (Cal.) U.S.A.

3. Dudule (Clyde Cook), zelfde adres als William Far­num.

Moni­dées. — 1. U kunt Lucy Dor­raine in de Duitsche of Vlaamsche taal schri­j­ven, adres:Fo-

< CINE­MA­WE­RELD i

reighn Film­ge­sell­schaft Frie­drichs­trasse, 227, Ber­lin S. W. 48.

Muguetfte. — 1. Gezus­ters Lilian en Doro­thy Gish, adres: Grif­fith Stu­dio, Oriente Point, Ma-maro­neck, New-York (U.S.A.).

2. Eddie Polo, adres: Dream­land Film Có Ltd, Renn­weg, 5, Wee­nen (Oos­ten­rijk).

3. Lila Lee, adres: Para­mount Pic­tures, 6284, Selma Ave­nue, Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A.

N.-B. — U kunt ze allen in de Fransche taal schri­j­ven.

fris. — 1. Norma Tal­madge, adres: 318, East, 48th Street, New-York (U.S.A.).

2. Rudolph Valen­tino, adres: 6776, Wed­ge­wood Place, Whit­ley Heigts, Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A.

Alice Pavor. — 1. Nog­maals onzen wëï­ge­meen-den dank voor de pho­tos; zij zijn ons steeds wel­kom alhoe­wel wij vree­zen dat u er zich mede ont­ge­rieft.

2. Theo­dore Koss­loff, adres: Lasky Stu­dio, 6284, Selma Ave­nue, Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A.

3. Mar­cel Pra­dot, adres: 64, rue Gou­nod, Saint-Cloud, (Fran­krijk).

N.-B. — Bei­den zen­den hunne photo gra­tis.

Mepa­tine. — 1. Mary Pick­ford zendt nog immer gra­tis de haar gevraagde photo.

2. Al die opge­noemde fil­mar­tis­ten zen­den hunne photo gra­tis.

Bef­gica. — 1. Van welke maat­schap­pij was d7e

film?

2. Ruth Roland, adres: 605, South Nor­ton Ave­nue, Los Angeles (Cal.) U.S.A.

V. V. Steen­brug­ghe. — 1. Doris Deane, adres: c/o 6015, Hol­ly­wood Boul­vard, Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A.

2. Marthe Fer­rare, adres, 29, rue Des­combes, Paris.

3. Léon Mathot, adres: 47, Ave­nue Félix Faure, Paris.

R. Ant­werp F. C. — 1. Louise Lor­raine en George Walsh, gelieve ze alle­bei eens te schri­j­ven aan vol­gend adres: 6015, Hol­ly­wood Boul­vard, Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A.

2. Louise Lovely, adres . 1746, Wil­cox Ave­nue, Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A.

Trouwe Lezer. — 1. De film « Han­ne­le’s Hemel­vaart » is een duitsche film.

2. De hoofd­ver­tolks­ter is Mar­ga­reth Schle­ger.

Kitty»Jac­qui. — Conway Tearle is in 1890 te New-York gebo­ren; was vroe­ger een gekend too-neels­pe­ler; gehuwd met Adèle Row­land; meet 1.78; don­ker haar en don­kere oogen, adres: Friars Club. New-York City (U.S.A.).

Léon Mathot.—- 1. Ginna Relly heeft zwart haar; in. « De Kei­zer der Armen » droeg zij een blonde pruik.

2. Nog onge­huwd.

3. Artis­ten « wee­nen » op het doek door drieër­lei oor­za­ken: a) ófwel wor­den de tra­nen onder vorm van gly­ce­ri­ne­drup­pels met een drup­pel­tel­ler op de wan­gen gelegd; b) ofwel wee­nen zij kunst­ma­tig b.v. met een stuk ges­ne­den ajuin onder de oogen te hou­den; c) ofwel wee­nen zij oprecht. Dit laatste punt kan ech­ter nog onder­ver­deeld wor­den. Zekere artis­ten wee­nen natuur­lijk, zon­der eenig kunst­mid­deltje; zoo­da­nig wor­den zij door hun spel mee­ges­leept; ande­ren daa­ren­te­gen kun­nen slechts .wee­nen bij het hoo­ren van een droef­gees­tige muziek, welke dan hij het draaien van het bewust « tra­nen­too­neel » gebe­zigd wordt.

Mary Pick­ford for ever. — 1. De Fransche firma

Para­mount is het suk­kur­saal van de Ame­ri­kaansche Para­mount welks hoofd­huis ie New-York geves­tigd is.

2. Mon­roë Salis­bury heeft een sober spel dat bizon­der roe­rend is als hij b.v, de rol van Cana-deesch trap­per of iets der­ge­lijks, ver­tolkt.

3. De Ant­werpsche gea­bon­neer­den aan Too­neel-wereld ont­van­gen hun blad thuis Vri­j­dag’s mor-gends met de eerste post (zeven uur-half acht); ech­ter zijn er vele abon­nen­ten die het « geluk » heb­ben niet alleen in een huis te wonen: de mede-huur­ling, de hoofd­huur­der of de eige­naar « van bene­den », staan de komst van den brief­dra­ger af te wach­ten, slaan het blad het eerst aan en lezen het alzoo gra­tis door, Daarna wordt het sti­kom terug in de brie­ven­bus ges­to­ken net alsof het met een latera post zou geko­men zijn. Maar zij ver­ge­ten dik­wi­jls dat ver­from­me­ling of vetv­lek­ken er als hun hand­tee­kens op te lezen staan.

V. Houdt K. — 1. Die artiste is nie­mand anders dan Lilian Gish; adres: Grif­fith Stu­dio’s, Orienta Point, Mama­ro­neek, New-York (U.S.A.).

2. Mon­roë Salis­bury draait nog wel maar zeer zeld­zaam; hij houdt zich lie­ver onle­dig met het tee­len van oran­je­boo­men op zijn hoeve in öali-for­nië

3. Robin Hoed komt einde Novem­ber in Anvers-Palace.

De Sheik. — Dou­glas Fair­banks, nu veer­tien­ja­rige zoon, is uit het eerste huwe­lijk van Dou glas met Mias Beth Sully, waar­van hij scheidde.

2. — Mary Pick­ford is op 8 April 1893 gebo­ren; onder deze naam is zij veel beter bekend dan Onder haar waren naam Gla­dys Smith of Mrs Doiu-glas Fair­banks.

3. Char­lie Cha­plin is ges­chei­den van zijn vrouw Mil­dred Har­ris. Kor­te­lings wij­den wij een arti­kel aan de wijze waa­rop zij in het huwe­lijk tra­den.

Clai­rette Ciné. — 1. Heb geduld, de photo van Conway Tearle komt zan­der fout als bij­lage tij­dens het vol­gend zomer­sei­zoen.

2. Die twee maat­schap­pi­jen wer­ken nu 'sa­men; men heeft er uwe photo behou­den als dokur­nen-tatie en dit is door­gaans een goed tee­ken, u hoeft er u dus in ’t geheel niet onge­rust over te maken.

3. Onze wensch is het ins­ge­lijks dat de uwe eens moge verhoord wor­den.

Sar­nia. — 1. Dit is onget­wi­j­feld maar een gewoon figu­rant geweest; hunne namen wor­den zeer zel­den mede­ge­deeld; in geen geval ech­ter was het Rudolph Valen­tino.

2. Weet u van welke maat­schap­pij die film was?

3. De rol van Prinses Nadia in « De Wees » werd ver­tolkt door Mlle Grey­jane.

N.-B. — Maë Mur­ray ant­woordt immer; dus niet wan­ho­pen; hoogst aan­ge­naam zou het ons zijn indien u ons eens een bij­drage wil­det inzen­den over de cinema in Neder­landsch-Indië; neem als maats­taf ons arti­kel over « De Cinema in Japan », in ons num­mer van 28 Sep­tem­ber 1.1. Vol­gaarne nemen wij het op.

SussL­Tinny.Nelly, R. X. Foot­ball Club, Molly Blon­di­nette, Poli­dor, Hay­dée, Pier­lala, A.C., Anita

Georges, bij­dra­gen niet opge­no­men daar zij van geen adres voor­zien waren.

Onge­dul­dige, Joris, Peggy, Van­der­go­ten, bij­dra­gen niet opge­no­men daar zij ofwel onbe­lan­grijk ofwel te per­soon­lijk waren.

Nemo.

N.=B. — Vra­gen ons na Zon­dag toe­ge­ko­men wor. den in het vol­gend num­mer beant­woord.


< CtNE­MA­WE­RELD »

Onze Ciné-Romans

Levens­bes­chri­j­ving van Norma, Natha­lie en Constance Tal­madge

DOOR ED. NEORQ

6de VER­VOLG.

Het eenige lid der fami­lie Tal­madge, welke met tegen­zin Brook­lijn ver­liet, was Natha­lie.

Menig­maal is er gezegd gewor­den dat Natha­lie de jong­ste der meisjes was, maar dit is niet zoo; zij is een jaar ouder dan Constance. Van deze gele­gen­heid zul­len wij dan ook gebruik maken om den ouder­dom der gezus­ters Tal­madge op te geven.

Norma is gebo­ren te Nia­gara Falls op 2 Mei 1897 en is dus op het oogen­blik 26 jaar oud.

Natha­lie’s geboor­te­plaats is Brook­lijn en aan­schouwde het levens­licht op 29 April 1899 en is bij­ge­volg 24 jaar.

Constance eve­neens, is gebo­ren te Brook­lijn op 19 April 1900 en heeft alzoo den ouder­dom van 23 jaar.

Natha­lie was zeer trotsch op beide zus­ters maar had niet het minste ver­lan­gen dezes spoor te vol­gen. Op moe­der’s aan­drin­gen, ging zij ook naar Vi-tagra­ph’s Stu­dio en soms kreeg zij een klei­ni­gheid te doen maar het werk aldaar had niet den mins­ten inv­loed op haar.

« Niet noo­dig, Peg» zegde zij zeke­ren dag, « het is mijn roe­ping niet. Twee artis­ten in de fami­lie is genoeg. Daar­bij, ik hen niet zoo lief, heb er geen vers­tand van....»

« Onzin! » viel Mevrouw Tal­madge haar in de rede. « Gij zijt de vers­tan­dig­ste van al mijn doch­ters. Al wat gij ver­langt zult gij kun­nen lee­ren. Doch, indien de cinema u niet bevalt, blijf er dan weg. De groote zaak is: Gelijk wat gij aan­pakt, moet gij er u met hart en ziel aan geven. In ieder geval moet gij iets onder­ne­men opdat gij later u zelf hel­pen kunt. »

Natha­lie deed w'at haar moe­der haar aan­be­val. Zij stu­deerde boe­khou­ding, machien­schrift en het ste­no­gra­fee­ren. Zij leerde wTel tot de fami­lie de reis onder­nam naar het Wes­ten.

Natha­lie vroeg zich af wat het nieuw leven aldaar haar bren­gen zou. Zij had niet veel hoop in Cali­for­nië. Zij was een zeer gedacht­vol meisje, vol liefde tot de stu­die en was een wei­nig bevreesd van het leven. Zij beminde haar zus­ters en verheugde zich in hun succes doch zij wist zeer goed dat de Natuur haar niet begif­tigd had met dezelfde kwa­li­tei­ten als Norma en Connie. Haar eenig­ste kwa­li­teit was: zij hield zich te nede­rig.

De reis naar Cali­for­nië bracht een groote veran­de­ring in het leven der meisjes.

Voor Norma betee­kende het, de weg naar roem en for­tuin. Zij was alreeds een bekende artiste in de einema-wereld, maar nu werd zij een « film­star ».

Voor Constance kwam hier de eerste groote kans om Norma te vol­gen. Zij kreeg een lei­ding­srol in één der grootste pro­duc­ties tot hier­toe voort­ge­bracht.

En voor' Natha­lie een woe­li­ger leven tot de stu­die waar­door zij ken­nis maakte met vele nieuwe vrien­din­nen.

Met deze rege­len slui­ten wij de eerste phase van de won­der­bare loop­baan der zus­ters Tal­madge.

Op het oogen­blik is de cinema het meest gelief­koosde volks­ver­maak. Op zeer kor­ten tijd heeft het in do wereld, als uits­pan­ning, de eerste plaats inge­no­men. 15 jaar gele­den behoorde het nog maar op het pro­gramma eener music-hall, maar nu zijn de music-halls veran­derd in cinema-zalen.

Een hoog­staande kri­tie­ker verk­laarde toen, dat een lief gezichtje op het witte doek van zelf bij­val behaalde en als men naar dit gezegde een onder­zoek wil ins­tel­len, dan vind men dat de man er lee­lijk nevens sloeg. Een lief gezichtje moest de actrice zeker heb­ben maar zij moest ook kun­nen spe­len, anders werd zij niet aan­ge­no­men.

De meeste film­ster­ren waren, alvo­rens aan het scherm te komen, too­nee­lar­tis­ten, maar niet allen. Norma Tal­madge had nooit op het too­neel geweest. Al wat zij kent van spe­len, heeft zij in het stu­dio geleerd.

Eens vroeg men aan één harer regis­seurs hoe het. kwam dat Norma zoo spoe­dig «weg» gemaakt had. Zijn ant­woord was kort:

« Miss Tal­madge heeft her­sens. Zij voedt deze met al wat zij ziet. »

Wan­neer zij bij de Tri­angle Co. kwam, kreeg zij niets dan «star-rol­len» en de direc­teu­ren heb­ben het hun niet bek­laagd. Haar eerste film was: « The Crown Prin­ce’s Double » dewelke een kolos­saal succes ver­wierf.

De groote oor­log brak uit en men maakte een film daa­rop geti­teld: « The Bat­tle Cry of Peace » waa­rin Norma Tal­madge de Ame­ri­kaansche Schoon­heid ver­tolkte.

In deze band maakte zij sen­sa­tie. De kri­tiek was een en al enthou­siasme en voors­pelde haar eene rijke toe­komst.

Vol­gens Mevrouw Tal­madge was deze film de eigen­lijke oor­zaak van haar won­der­bare voo­ruit­gang. Van toen af werd zij wereld­be­roemd.

Norma werkte en stu­deerde steeds har­der en har­der. Indien de lezer op het oogen­blik naar een Norma Tal­madge-film gaat zien en aan­dach­tig volgt, dan zal hij getrof­fen wor­den door de minste klei­ni­gheid welke bij deze film­ster ver­zorgd is.

Nu dat zij haar eigen stu­dio heeft en met de hulp van haar echt­ge­noot, zelf haar fil­men voort­brengt, nu kan zij zelf nagaan of alles in de puntjes ver­zorgd is. Steeds is zij ook bereid, van ieder die het wel meent, goede raad aan te nemen

Als een bewijs van de nauw­ge­ze­theid en ernst waar­mede zij werkt, kan gezegd wor­den, dat zij in haar stu­dio een bureel heeft opge­richt spe­ciaal om opzoe­kin­gen te doen in aller­lei doku­men­ten. Een bij­zon­der per­so­neel staat ten hare dienste om haar in alles te hel­pen opdat de te maken film kor­rekt zij.

CINE­MA­WE­RELO »

Er wor­den vijf tot zeven weken gebruikt eer men aan een film begint. In dien tijd moet de regis­seur van alles op de hoogte zijn. Het opzoe­king­sbu­reel moet hem dan inlich­ten. Men gebruikt uren en uren in de biblio­theek om te zien hoe in dien of dien tijd de kos­tu­men van man­nen en vrou­wen waren; hoe aan het Hof van Bode­wijk XIV de menuet gedanst werd, enz., enz.

Het opzoe­king­sbu­reel moet alles weten; niet alleen van de kos­tu­men maar ook hoe de zeden en gewoon­ten waren van alle vol­ke­ren. En daar­bij moet het spoe­dig gewe­ten zijn.

Door een gewoon regis­seur wor­den nog al eens deze klei­ni­ghe­den over het hoofd gezien.

« Wij kun­nen geen geld en tijd bes­te­den aan zulke din­gen» zeg­gen zij. « Het spel is hoofd­zaak; naar de rest ziet het publiek niet.»

« Het publiek ziet dat wel » verk­laart Norma Tal­madge. « Zijn deze regis­seurs dan blind? Zien zij dan niet hoe in de laatste jaren alles veran­dert is? De tijd is voor­bij dat het publiek zich tevre­den stelde met enkel een hel­den­daad te zien. De domme ges­chie­de­nis­sen vol­doen niet meer. De fil­min­dus­trie is nu kunst gewor­den. Het volk vraagt fijne come­dies. Dat is dan ook de reden waa­rom bekende let­ter­kun­di­gen nu met de zaak ver­trouwd zijn. Alen ziet tegen­woor­dig naar de aank­lee­ding van een film; naar meu­be­len, kos­tu­men, naar alle benoo­di­ghe­den.

« Maar » vroeg iemand aan Norma, « Zou het publiek naar de cinema gaan voor de « ster» en den inhoud van de film?»

« Natuur­lijk » ant­woordde zij. « Als gij naar een res­tau­rant gaat om te dinee­ren, is het dan niet het diner wat gij ver­langt? Dit is toch de hoofd­zaak... Maar gij ver­langt in de eerste plaats dat het goed opge­diend wordt, niet­waar? Opge­voed volk ver­langt fijne waar, zeker, maar ik maak mijn fil­men aan­trek­ke­lijk voor iede­reen, zoo­wel voor een werk­man als voor een hoo­glee­raar.»

Norma Tal­madge is eene dier artis­ten welke een karak­ter kan uit­beel­den juist zooals de schri­j­ver het ver­langt.

Een bekende too­neels­pe­ler, welke niets om fil­men gaf, werd meer­maals ver­zocht eens naar een cine­ma­zaal te gaan. Hij zag Norma Tal­madge op de film en was zoo ver­baasd dat hij over niets anders meer sprak. Zijn vriend stootte hem aan den arm en zegde:

« Zij is lief, niet­waar? »

« Ik geloof dat ze dit is, maar dit is het niet wat mij in ver­voe­ring brengt. Zij is een artiste zooals ik er w’ei­nig gezien heb.»

« Norma gij zijt nu een «star», dat is prach­tig, dat is heer­lijk, ik ben er zoo geluk­kig om. Maar...»

Constance zweeg en van haar arm­stoel, waa­rin zij lag, zag zij fier op naar haar beroemde zus­ter. Zij warén nu in Cali­for­nië en begon­nen al een wei­nig aan hun nieuw leven te gewen­nen.

De jongs te zus­ter kon moei­lijk een dag laten voor­bij gaan zon­der één van de fami­lie voor ’t lapje te hou­den of ze te pla­gen.

« Wat bedoelt ge met « maar?» vroeg Norma. Constance zette een plech­tig gezicht.

« Gij zijt nu een «star» en voor­taan zul­len wij u eer­bie­dig groe­ten, gek­nield, met onze armen gekruist op de borst, en u nas­ta­ren ter­wijl gij gaat

van triomf tot triomf.... Dat zal heer­lijk zijn, waar? »

Norma Jachtte.

« Gek meisje » zegde zij. « Spoe­dig zult gij ook wel een «star» wor­den.

« Neen, neen!... Zoek geen valsche hoop in mijn jonge boe­zem bin­nen te smok­ke­len. Mijn loop­baan wordt gedom­peld in het niet. In de «Vita­graph had ik kans, een kleine kans, maar hier....»

« Van­daag vroeg M. Grif­fith naar u. »

Constance was recht ges­pron­gen, de spot was verd­we­nen, haar oogen glans­den.

« Ja. Connie, hij ver­langt u mor­gen te zien. Hij brengt een prach­tige nieuwe film te voor­schijn. De grootste welke ooit zal ver­toond zijn. Hij is geti­teld: « Into­le­rance ». Hij denkt er voor u een rol in te heb­ben. »

« Oh! » riep Constance in de han­den klap­pende. « Wat een man! Hoe vers­tan­dig! Ik heb altijd gezegd dat M. Grif­fith iets was! Maar... is het wer­ke­lijk een rol? »

« Ik geloof het toch. Doch, mor­gen zult gij er meer over weten. »

Connie bezag haar zus­ter met wan­trou­wen.

« Wel neen zusje lief. Meer­maals heb ik hem gezegd u een kans te geven en nu heeft hij ein­de­lijk in deze film iets bij­zon­ders voor u. Hij is er mede is de wol­ken. Hij zegde mij dat hij door uw lief aan­ge­zicht en door um aan­min­ning figuurtje getrof­fen was. »

« Oh, lieve God! » Jachtte Connie met een komische bewe­ging. « In ieder geval, dit is glo­rie­rijk nieuws! Ver­schoo­ning, zus­ter, dit moet ik spoe­dig Peg gaan ver­tel­len! »

De vol­gende dag zag zij M. Grif­fith en Connie werd door hem uit­ge­ko­zen om“in « Into­le­rance » het «Berg­meisje» te ver­tol­ken.

In het deel van deze won­der­bare pro­duc­tie gewijd aan de Baby­lo­nische per­iode, had Constance de lei­dings-rol. Het was een bui­ten­ge­woon iets voor zoo’n jong meisje, maar ieder wie deze film gezien heeft, zal getui­gen hoe goed zij er in was.

Doch zij moest er hard in wer­ken... In dit deel van de film moest zij in een kar­retje rij­den; op de repe­ti­tiën moest zij dit meer­maals herha­len het­geen van haar zenu­wen eene bij­zon­dere span­ning vergde. Het duurde een tijdje eer zij zich goed kon staande hou­den in dit zwaaiende wagentje, daar het getrok­ken werd door drieste paar­den rond de arena. Weken lang kwam zij naar huis met gek­wetste knieën. Maar ein­de­lijk behield zij haar even­wicht zoo­dat men op de film haar kon bewon­de­ren om haar gra­cieus figuurtje.

Met deze film alléén maakte Constance Tal­madge naam en van dien dag af wérd zij ins­ge­lijks « Star ».

«Scan­dal»; «The Honey­moon»; «A Pair of Blue Sto­ckings»; «Mrs Lof­fing­well’s Boots »; «Romance and Ara­bella»; «Two Weeks»; «In Stearch of a Sin­ner»; «The Per­fect Woman» zijn eenige van haar fil­men welke door haar bewon­de­raars wel zul­len herin­nerd wor­den.

[Wordt voort­ge­zet.)


( CTNE­MA­WE­RELD

Onze Ciné-Romans

Levens­bes­chri­j­ving van Norma, Natha­lie en Constance Tal­madge

DOOR ED. NEORG

6de VER­VOLG.

Het fce­nige lid der fami­lie Tal­madge, welke met tegen­zin Brook­lijn ver­liet, was Natha­lie.

Menig­maal is er gezegd gewor­den dat Natha­lie de jong­ste der meisjes was, maar dit is niet zoo; zij is een jaar ouder dan Constance. Van deze gele­gen­heid zul­len wij dan ook gebruik maken om den ouder­dom der gezus­ters Tal­madge op te geven.

fc>rma is gebo­ren te Nia­gara Falls op 2 Mei 1897 en is dus op het »ogen­blik 26 jaar oud.

Natha­lie’s geboor­te­plaats is Brook­lijn en aan­schouwde het levens­licht op 29 April 1899 en is bij­ge­volg 24 jaar.

Constance eve­neens, is gehörende Brook­lijn op 19 April 1900 en heeft alzoo den ouder­dom van 23 jaar.

Natha­lie was zeer trotsch op beide zus­ters maar had niet het minste ver­lan­gen dezes spoor te vol­gen. Op moe­der’s aan­drin­gen, ging zij ook naar Vi-tagra­ph’s Stu­dio en soms kreeg zij een klei­ni­gheid te doen maar het werk aldaar had niet den mins­ten inv­loed op haar.

« Niet noo­dig, Peg» zegde zij zeke­ren dag, « het is mijn roe­ping niet. Twéé artis­ten in de fami­lie is genoeg. Daar­bij, ik ben niet zoo lief, heb er geen vers­tand van....»

« Onzin! » viel Mevrouw Tal­madge haar in de rede. « Gij zijt de vers­tan­dig­ste van al mijn doch­ters. Al wat gij ver­langt zult gij kun­nen lee­ren. Doch, indien de cinema u niet bevalt, blijf er dan weg. De groote zaak is: Gelijk wat gij aan­pakt, moet gij er u met hart en ziel aan geven. In ieder geval moet gij iets onder­ne­men opdat gij later u zelf hel­pen kunt. »

Natha­lie deed wat haar moe­der haar aan­be­val. Zij stu­deerde boe­khou­ding, machien­schrift en het ste­no­gra­fee­ren. Zij leerde wel tot de fami­lie de reis onder­nam naar het Wes­ten.

Natha­lie vroeg zich af wat het nieuw leven aldaar haar bren­gen zou. Zij had niet veel hoop in Cali­for­nie. Zij was een zeer gedacht­vol meisje, vol liefde tot de stu­die en was een wei­nig bevreesd van het leven. Zij beminde haar zus­ters en verheugde zich in hun succes doch zij wist zeer goed dat de Natuur haar niet begif­tigd had met dezelfde kwa­li­tei­ten als Norma en Connie. Haar eenig­ste kwa­li­teit was: zij hield zich te nede­rig.

De reis naar Cali­for­nie bracht een groote veran­de­ring in het leven der meisjes.

Voor Norma betee­kende het., de weg naar roem en for­tuin. Zij was alreeds een bekende artiste in de einema-wereld, maar nu werd zij een « film­star ».

Voor Constance kwam hier de eerste groote kans om Norma te vol­gen. Zij kreeg een lei­ding­srol in één der grootste pro­duc­ties tot hier­toe voort­ge­bracht.

En voor Natha­lie een woe­li­ger leven tot de stu­die waar­door zij ken­nis maakte met vele nieuwe vrien­din­nen.

Met deze rege­len slui­ten wij de eerste phase van de won­der­bare loop­baan der zus­ters Tal­madge.

Op het »ogen­blik is de cinema het meest gelief­koosde volks­ver­maak. Op zeer kor­ten tijd heeft het iu de wereld, als uits­pan­ning, de eerste plaats inge­no­men. 15 jaar gele­den behoorde het nog maar op het pro­gramma eener music-hall, maar nu zijn de music-halls veran­derd in cinema-zalen.

Een hoog­staande kri­tie­ker verk­laarde toen, dat een lief gezichtje op het witte doek van zelf bij­val behaalde en als men naar dit gezegde een onder­zoek wil ins­tel­len, dan vind men dat de man er lee­lijk nevens sloeg. Een lief gezichtje moest de actrice zeker heb­ben maar zij moest ook kun­nen spe­len, anders werd zij niet aan­ge­no­men.

De meeste film­ster­ren waren, alvo­rens aan het scherm te komen, too­nee­lar­tis­ten, maar niet allen. Norma Tal­madge had nooit op het too­neel geweest. Al wat zij kent van spe­len, heeft zij in het stu­dio geleerd.

Eens vroeg men aan één barer regis­seurs hoe het. kwam dat Norma zoo spoe­dig «weg» gemaakt had. Zijn ant­woord was korf,:

« Miss Tal­madge heeft her­sens. Zij voedt deze met al wat zij ziet. »

Wan­neer zij bij de Tri­angle Co. kwam, kreeg zij niets dan «star-rol­len» en de direc­teu­ren heb­ben het hun niet bek­laagd. Haar eerste film was: « The Crown Prin­ce's Double » dewelke een kolos­saal succes ver­wierf.

De groote oor­log brak uit en men maakte een film daa­rop geti­teld: « The Bat­tle Cry of Peace » waa­rin Norma Tal­madge de Ame­ri­kaansche Schoon­heid ver­tolkte.

In deze band maakte zij sen­sa­tie. De kri­tiek was een en al enthou­siasme en voors­pelde haar eene rijke toe­komst.

Vol­gens Mevrouw Tal­madge was deze film de eigen­lijke oor­zaak van haar won­der­bare voo­ruit­gang. Van toen af werd zij wereld­be­roemd.

Norma wérkte en stu­deerde steeds har­der en har­der. Indien de lezer op het oogen­blik naar een Norma Tal­madge-film gaat zien en aan­daich­tig volgt, dan zal hij getrof­fen wor­den door de minste klei­ni­gheid welke bij deze film­ster ver­zorgd is.

Nu dat zij haar eigen stu­dio heeft en met de hulp van haar echt­ge­noot, zelf haar fil­men voort­brengt. nu kan zij zelf nagaan of alles in de puntjes ver­zorgd is. Steeds is zij ook bereid, van ieder die het wel meent, goede raad aan te nemen

Als een bewijs van de nauw­ge­ze­theid en ernst waar­mede zij werkt, kan gezegd wor­den, dat zij in haar stu­dio een bureel heeft opge­richt spe­ciaal om opzoe­kin­gen te doen in aller­lei doku­men­ten. Een bij­zon­der per­so­neel staat ten hare dienste om haar in alles te hel­pen opdat de te maken film kor­rekt zij.

CtNE­MA­WE­RELD »

Er wor­den vijf tot zeven weken gebruikt eer men aan een film begint. In dien tijd moet de regis­seur van alles op de hoogte zijn. Het opzoe­king­sbu­reel moet hem dan inlich­ten. Men gebruikt uren en uren in de biblio­theek om te zien hoe in dien of dien tijd de kos­tu­men van man­nen en vrou­wen waren; hoe aan het Hof van Lode­wijk XIV de menuet gedanst werd, enz., enz.

Het opzoe­king­sbu­reel moet alles weten; niet alleen van de kos­tu­men maar ook hoe de zeden en gewoon­ten waren van alle vol­ke­ren. En daar­bij moet het spoe­dig gewe­ten zijn.

Door een gewoon regis­seur wor­den nog al eens deze klei­ni­ghe­den over het hoofd gezien.

« Wij kun­nen geen geld en tijd bes­te­den aan zulke din­gen» zeg­gen zij. « Het spel is hoofd­zaak; naar de rest ziet het publiek niet.»

« Het publiek ziet dat wel » verk­laart Norma Tal­madge. « Zijn deze regis­seurs dan blind? Zien zij dan niet boe in de laatste jaren alles veran­dert is? De tijd is voor­bij dat het publiek zich tevre­den stelde met enkel een hel­den­daad te zien. De domme ges­chie­de­nis­sen vol­doen niet meer. De fil­min­dus­trie is nu kunst gewor­den. Het volk vraagt fijne come­dies. Dat is dan ook de reden waa­rom bekende let­ter­kun­di­gen nu met de zaak ver­trouwd zijn. Men ziet tegen­woor­dig naar de aank­lee­ding van een film; naar meu­be­len, kos­tu­men, naar alle benoo­di­ghe­den.

« Maar » vroeg iemand aan Norma, « Zou het publiek naar de cinema gaan voor de « ster » en den inhoud van de film?»

« Natuur­lijk » ant­woordde zij. « Als gij naar een res­tau­rant gaat om te dïnee­ren, is het dan niet liet diner wat gij ver­langt? Dit is toch de hoofd­zaak... Maar gij ver­langt in de eerste plaats dat het goed opge­diend wordt, niet­waar? Opge­voed volk ver­langt fijne waar, zeker, maar ik maak mijn fil­men aan­trek­ke­lijk voor iede­reen, zoo­wel voor een werk­man als voor een hoo­glee­raar.»

Norma Tal­madge is eene dier artis­ten welke een karak­ter ka-n uit­beel­den juist zooals de schri­j­ver het ver­langt.

Een bekende too­rieels­pe­ler, welke niets om fil­men gaf, werd meer­maals ver­zocht eens naar een cine­ma­zaal te gaan. Hij zag Norma Tal­madge op de film en was zoo ver­baasd dat hij over niets anders meer sprak. Zijn vriend stootte hem aan den arm en zegde:

« Zij is lief, niet­waar? »

« Ik geloof dat ze dit is, maar dit is het niet wat mij in ver­voe­ring brengt. Zij is een artiste zooals ik er wei­nig gezien heb.»

« Norma gij zijt nu een «star», dat is prach­tig, dat is heer­lijk, ik ben er zoo geluk­kig om. Maar...»

Constance zweeg en van haar arm­stoel, waa­rin zij lag, zag zij fier op naar haar beroemde zus­ter. Zij warén nu in Cali­for­nie en begon­nen al een wei­nig aan hun nieuw leven te gewen­nen.

De jong­ste zus­ter kon moei­lijk een dag laten voor­bij gaan zon­der één van de fami­lie voor ’t lapje te hou­den of ze te pla­gen.

« Wat bedoelt ge met « maar?» vroeg Norma. Constance zette een plech­tig gezicht.

« Gij zijt nu een «star» en voor­taan zul­len wij u eer­bie­dig groe­ten, gek­nield, met onze armen gekruist op de borst, en u nas­ta­ren ter­wijl gij gaat

van triomf tot triomf.... Dat zal heer­lijk zijn, niet­waar? »

Norma lachtte.

« Gek meisje » zegde zij. « Spoe­dig zult gij ook wel een «star» wor­den.

« Neen, neen!... Zoek geen valsche hoop in mijn jonge boe­zem bin­nen te smok­ke­len. Mijn loop­baan wordt gedom­peld in het niet. In de «Vita­graph had ik kans, een kleine kans, maar hier....»

« Van­daag vroeg M. Grif­fith naar u. »

Constance was recht ges­pron­gen, de spot was verd­we­nen, haar oogen glans­den.

« Ja, Connie, hij ver­langt n mor­gen te zien. Hij brengt een prach­tige nieuwe film te voor­schijn. De grootste welke ooit zal ver­toond zijn. Hij is geti­teld: « Into­le­rance ». Hij denkt er voor n een rol in te heb­ben. »

« Oh! » riep Constance in de han­den klap­pende.

« Wat een man! Hoe vers­tan­dig! Ik heb altijd gezegd dat M. Grif­fith iets was! Maar... is het wer­ke­lijk een rol? »

« Ik geloof het toch. Doch, mor­gen zult gij er meer over weten. »

Connie bezag haar zus­ter met wan­trou­wen.

« Wel neen, zusje lief. Meer­maals heb ik hem gezegd u een kans te geven en nu heeft hij ein­de­lijk in deze film iets bij­zon­ders voor u. Hij is er mede is de wol­ken. Hij zegde mij dat hij door uw lief aan­ge­zicht en door nm aan­min­ning figuurtje getrof­fen was. »

« Oh, lieve God! » lachtte Connie met een komische bewe­ging. « In ieder geval, dit is glo­rie­rijk nieuws! Ver­schoo­ning, zus­ter, dit moet ik spoe­dig Peg gaan ver­tel­len! »

De vol­gende dag zag zij M. Grif­fith en Connie werd door hem uit­ge­ko­zen onfin « Into­le­rance » het «Berg­meisje» te ver­tol­ken.

In het deel van deze won­der­bare pro­duc­tie gewijd aan de Baby­lo­nische per­iode, had Constance de lei­dings-rol. Het was een bui­ten­ge­woon iets voor zoo’n jong meisje, maar ieder wie deze film gezien heeft-, zal getui­gen hoe goed zij er in was.

Doch zij moest er hard in wer­ken... In dit deel van de film moest zij in een kar­retje rij­den; op de repe­ti­tiën moest zij dit meer­maals herha­len het­geen van haar zenu­wen eene bij­zon­dere span­ning vergde. Het duurde een tijdje eer zij zich goed kon staande hou­den in dit zwaaiende wagentje, daar het getrok­ken werd door drieste paar­den rond de arena. Weken lang kwam zij naar huis met gek­wetste knieën. Maar ein­de­lijk behield zij haar even­wicht zoo­dat men op de film haar kon bewon­de­ren om haar gra­cieus figuurtje.

Niet deze film alléén maakte Constance Tal­madge Haam en van dien dag af wérd zij ins­ge­lijks «Star ».

«Scan­dal»; «The Honey­moon»; «A Pair of Blue Sto­ckings»; «Mrs Lof­fing­well’s Boots »; «Romance and Ara­bella»; «Two Weeks»; «In Stearch of a Sin­ner»; «The Per­fect Woman» zijn eenige van haai’ fil­men welke door haar bewon­de­raars wel zul­len herin­nerd wor­den.

{Wordt voort­ge­zet.)


FABRI­KAN­TEN EN WIN­KE­LIERS Plaatst uwe aan­kon­di­gin­gen in

Gine­roa- en Too­nee­li­ne­reld

Offi­cieel Orgaan van het Natio­naal Ver­bond der Vlaamsche Too­neel­maat­schap­pi­jen van Bel­gië

Het best en meest­ge­le­zen Famiüe­week­blad

Wan­neer een Kinema in Uw woon­plaats

een

H AOKIN

Kar­thui­zerss­traat, 9A. — BRUS­SEL

film I

geeft, dan is het de schoonste in Uw woon­plaats ver­toond,

Harry Carey

in een bui­ten­ge­wone serie van vijf films

mm HAÏA­KAWA

in zes bui­ten­ge­wone films

DruVk.«Nep­tune», Steen­hou­wers­vest. 28, Antw.