Programme de 13 à 17 avr. 1924



Livret de programme

Source: FelixArchief no. 1968#640

Ce texte a été généré automatiquement sur la base des pages numérisées, en utilisant la technologie ROC. En raison des polices de caractères historiques utilisées dans les livrets de programmes, les résultats ne sont pas sans fautes.

Consultez les images de ce livret de programme


Kine­ma­we­relD

DOU­GLAS FAIR­BANKS

dc sym­pa­thieke ver­tol­ker van ”BOBlH HOOD”

Uit­gave Kinema- en Too­neel­we­reld Korte Gas­thuiss­traat 1G, Ant­wer­pen.

Nr 15


< K IN EMA WERELD »

Wat Grace Dar­ling deed met 100 Pond Ster­ling

De ges­chie­de­nis eener loop­baan door heer­sch­zucht vero­verd

RACE DAR­LING is eene ge-(II Tjfr borene Aus­tra­lische; zij zag het 'le­vens­licht te Syd­ney. Haar vader was een zeeof­fi­cier der Britsche vloot toen Grace zeven­tien jaar oud was: Reeds vanaf haar vijf­tien­ja­ri­gen ouder­dom had zij hare ouders er weten toe ove­rha­len hunne toes­tem­ming te geven tot de too­neel­loop­baan. Maar toen hare moe­der haar eens zag optre­den in een stuk dat, vol­gens haar oor­deel niet ges­chikt was voor jonge meisjes, ver­bood zij hare doch­ter nog naar de plan­ken terug te kee­ren en zond ze naar eene tante die de nog maar half bes­chaafde Aus­tra­lische bin­nen­lan­den bewoonde. Maar dit kon haar drang naar het too­neels­pel niet wegne­men en zeke­ren dag ontv­luchtte zij hare tante en landde wede­rom in de groote stad aan.

Zij begaf zich onmid­del­lijk naar Dan O’Con­nor, eën bekend too­neel­ma­na­ger, welke zij in die plaats wist wonen en kwam er toe zich in zijn gezel­schap te laten opne­men. Zon­der iemands toe­la­ting, reisde zij met den troep van stad tot stad, tot­dat zij ein­de­lijk Syd­ney bezoch­ten, Gra­ce’s eigen geboorte- en woon­plaats.

We moe­ten hier nog aan toe­voe­gen, dat, toen Grace hare tante ver­liet, zij haar een brief had ges­chre­ven waa­rin zij haar mede­deelde dat zij terug naar huis ging. Hare tante deed dus ach­ter haar geene ver­dere opzoe­kin­gen, maar zond die brief ver­der door naar Miss Dar­ling’s moe­der.

Deze was over het lot harer doch­ter ten zeerste onge­rust en zij zond Gra­ce’s zus­ter haar ach­terna om de vluch­te­linge op te spo­ren en te trach­ten ze mede terug naar het ouder­lijke huis te bren­gen.

Na lang zoe­ken, was zij dan toch op haar spoor geko­men, maar Grace bad haar in het gezel­schap te laten, nu dat het succes haar juist begon toe te lachen.

Ik heb reeds een bewo­gen leven ach­ter mij. ver­telde zij, het was voor mij een gansch nieuw bes­taan en niet zoo gemak­ke­lijk dan men wel zou geneigd zijn het zich voor te stel­len, maar ik he er veel door geleerd. Wij waren steel op ron­dreis, en mees­tal ’s nachts als iede­reen ons dacht te sla­pen. Om elf ure ’s mor­gens was het herha­ling, die dik­wi­jls voort­duurde tot de mid­dag­voors­tel­ling. Tus­schen twee bedri­j­ven in zagen wij ons dan ver­plicht te eten en te rus­ten. Het was voor mij eene zeer harde '-•nder­vin­ding, maar hard wer­ken doodt niet, bizon­de­rhjk geen jong, gezond meisje dat vast geloofd geroe­pen te zijn om eene lange en roem­volle loop­baan te heb­ben.

Wat er ook van zij, Grace stemde er in toe hare zus­ter naar den ouder­lij­ken haard te vol­gen en wan­neer zij thuis kwa­men, von­den zij er hun vader erns­tig ziek. Zij bes­loot dus te bli­j­ven en hem te ver­zor­gen, wat zij deed tot aan zijn dood. Toen zij daarna, ver­schei­dene avon­den lang met hare moe­der ovei hare too­neel­suc­ces­sen sprak, en dit met zulke geest­drift, dat zij er toe kwam hare moe­der er toe te bewe­gen hare toes­tem­ming te ver­lee­nen tot het ver­vol­gen harer loop­baan.

Moe­der Dar­ling was nu vast over­tuigd van de kuns­troe­ping harer doch­ter. Al spoe­dig bek­wam zij eene ver­bin­te­nis in een nieuw ron­drei­zend too-neels­pe­lers­ge­zel­schap. Gedu­rende al dien tijd spaarde zij zoo­veel zij kon en op zeker oogen­blik zag zij zich de geluk­kige bezits­ter der mooie som van £ 100. Met £ 100 ver­schafte zij zich een over-tocht­be­wijs naar San Fran­cisco en een ticket naar New-York. Hier aan­ge­ko­men, ging zij oogen­blik­ke­lijk op zoek naar eene nieuwe loop­baan.In de groote wereld­stad aan­ge­ko­men, bevond zij dat

< KINE­MA­WE­RELD

haar spoor­weg­bil­jet haar toe­liet nog andere onder­weg gele­gen plaat­sen te bezoe­ken en al spoe­dig was zij te Salt Lake City, Kan­sas, Chi­cago en Bal­ti­more. Dank aan een aan­be­ve­ling­sschri­j­ven van hare moe­der aan een harer ken­nis­sen welke in deze laatste stad een

de niet min­der suc­ces­volle Bought and paid for, en The Argyle Case, en waa­rin de haar toe­ver­trouwde rol allengs be-lan­grij­ker werd.

Rond dezen tijd was het dat Grace Dar­ling hare blik­ken' naar de Stille Kunst begon te wer­pen. Hare eerste

kost­gan­ger­shuis hield, was zij alras onder­dak, nog alvo­rens zij eene ver­bin­te­nis Jrad weten te beko­men. Na lang zoe­ken en menige teleurs­tel­ling opge­loo­pen te heb­ben, bek­wam zij toch een rol­letje aan. de, zijde der toen­maals beroemde Ame­ri­kaansche too­neels­peel­ster, Grace George, in een stuk van Ber­nard Shaw, Major Bar­bara. Dit werd gevolgd door

kans in de ((levende beeldpn» beproefde zij bij de Tri­angle Co, met My Leac­ty’s Eas­ter, gevolgd door de- twee art­craft suc­ces­sen Thé Family Ske­le­ton en We can ’t have eVey­thing. Daarna kon­trak -teerde zij met de J. Stuart Black­ton Pro­duc­tions en hier­voor draaide zij: Mis­sing, The Com­mon Cause, A House Divi­ded, The Moon­shine Trail, Dawn,


< KINE­MA­WE­RELD

Res­pec­table by Proxy, The Blood Bar­rier en in eene Pathe Exchange voort-brengst The Devil.

Voor de First Natio­nal bracht zij voort: No Guilty en Unseen Forces, en voor de Goldwyn, Atha­lia.

Zeer kor­te­lings kri­j­gen wij haar te zien in De Prijs van een Gewe­ten, een zes­dee­lig treurs­pel, een harer laatste voort­breng­se­len dat bizon­der uit­munt door haar mach­tig gelaats­pel. Naar men zegt, moet die film het mees­ter­werk harer loop­baan zijn.

Grace Dar­ling heeft in zich zelf een zeer groot ver­trou­wen en doet boven­dien aan spi­ri­tisme; zij deelt vol­gaarne

mede dat zij hie­rin reeds zeer merk­waar­dige resul­ta­ten heeft beko­men.

Haar grootste ver­lan­gen is rol­len te ver­tol­ken in tijdk­lee­dij. Maar aan­ge­zien de film­re­gis­seurs uit haar talent met moderne stuk­ken beter par­tij weten te trek­ken, zoo zal het nog zoo spoe­dig niet zijn dat aan haar wensch gehoor zal gege­ven wor­den.

Het adres van Grace Dar­ling is:

6015 Hol­ly­wood Boul­vard. Hol­ly­wood (Cal.)

KINE­M­BR1E­VEN­BUS

ALICE PAVOn. — 1°) Den­ke­lijk is dit op de Post gebeurt; kwam die brief terug omdat het adres niet juist was Î

2°) Jack War­ren Ker­ri­gan, adres: 1743, Cal-menga Ave­nue, Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A.

3°) René Navarre, adres: 17, rue Vic­tor Massé, Paris.

N.-B. — 'n Mooi brief­hoofd, hoor.

SCHIE­TERKE. — 1°) Eva Novak, adres: Uni ver­sai Stu­dios, Uni­ver­sal City (Cal.) U.S.A.

2°) Tom Mix, adres: 5841, Carl­ton Way, Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A.

3») Norma Tal­madge, adres: Uni­ted Stu­dios, Mel­rose Ave­nue, Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A.

KITTY EN MOLLY LAVEN­DER. — 1°) Lilian Gish, adres: Ins­pi­ra­tion Pic­tures, 565, Fifth Ave­nue, New-York City (U.S.A.).

2°) Dolly Davis, adres: 68, rue Lau­gier, Paris.

3°) Ame­ri­kaansche artis­ten kun­nen met Bel­gische post­ze­gels niets ver­rich­ten.

MARIE. — 1°) Die artist was Harry Liedtke. adres: Apos­tel Pau­luss­trasse, 13/14, Ber­lin-Schöneberg,

CELINO. — 1°) Een kinema-appa­raat kan zeker op die ver­schil­lende snel­he­den gere­geld wor­den.

2°) Neen, dit wordt niet gedaan; eenige too-nee­len wel, maar geen geheele film.

3°) Dit geld alléén voor fllm­too­nee­len welke wij in een zeer vers­nelde tempo op het doek zien voor­bi­js­nel­len.

SHIR­LEY. — 1») Gla­dys Wal­ton, adres: 456, South-Wes­tern Ave­nue, Los' Angeles (Cal.' U.S.A.

2°) Hoot Gib­son, adres: Uni­ver­sal Stu­dios, Uni­ver­sal City (Cal.) U.S.A.

3°) Harry Carey, adres: c/o. 6015, Hol­ly­wood Boul­vard, Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A.

N.-B. -r- Zen­den alle drie gra­tis de hen gevraagde photo.

TEDDY. — 1») House Peters, adres: 431. Geir­gia Ave­nue, Los Angeles (Cal.) U.S.A..

2°) Shir­ley Mason, juist adres is noch­tans: 1770, Grand Concourse, New-York City.

ALTIJD EVEN ZWAK. — 1») De levens­bes­chri­j­ving van Oscar de Raeve, deel­den wij mede over een paar maan­den.

2°) William Far­num, Eddie Polo en William S. Hart draaien zeker nog.

3°) ’t Spijt ons zeer, de gansche week belet. het opge­ge­ven adres is dit van het bureel zelve, alwaar men U vol­gaarne te woord zal staan.

HAD-JE-ME-MAAR. — 1°) Van alles nota ge nomen en zal niet ver­ge­ten wor­den; voor wat de Vrije Tri­buun betreft, de inzen­ders zelve zijn verant­woor­de­lijk voor hunne arti­kels, en niet de redakte; zoo­dus... Mogen we U beleefd ver­zoe­ken in 't ver­volg de Vrije Tri­buun op een apart vel te schri­j­ven 7 In ’t belang onzer druk­ke­rij, ziet U.

JEANNE. — Om vroe­ger ver­sche­nen num­mers te beko­men, is het best dat U langs ons kan­toor komt: 16, korte Gas­thuiss­traat.

J1M. — 1°) Suzanne Révonne, adres: 17, rue de Miro­mes­nil, Paris.

2°) Gaby Mor­lay, adres: ave­nue Octave Gréard, Paris. I

3«) Suzanne Bian­chetti, adres: 9, rue d'An nale, Paris.

T.​OMEKE. — 1°) Mario Auso­nia, adres: Cav Mario Guait.a. Via Doni­zetti. 16. Torin (Tta­liaj.

2°) Mil­ton Sills, adres: 1320,Cres­cent Heights Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A.

3») Ginette Mad­die' adres: 7, rue Mont­calm, Paris.

Cl RMENC1TA. — Monte Blue, voor­naam­ste fil­men: Orphans of the Storm, Squavi Man ‘ meet 1 m. 85; gehuwd.

N° R. 5. — l°/2°) Beide ban­den zijn van Oos ten­rijksch fabri­kaat,

3°) Luci Doraine is eene Oos­ten­rijksche kine mn-artiste.

ALEC REER­SCHOT. — 1°) Jaque Cate­lain, adres: 45, ave­nue de la Motte-Pic­quet, Paris, voor­naam­ste film: Le Mar­chand de Plai­sirs.

2°) Clara Kim­ball Young, adres: Gar­son, Stu­dios, 1845, Glen­dale Boul­vard, Los Angeles (Cal.) U.S.A.; voor­naam­ste film: Enter Madame.

3°) Frank Mayo, adres: 7018, Frank­lin Ave­nues, Los Angeles (Cal.) U.S.A.; voor­naam­ste film: The Magni­ficent Brute.

N.-B. — Eén in de Fransche taal en de twee vol­gende in de Engelsche taal te schri­j­ven.

SIMONE. — 1°) Constant Rémy, adres: c/o.

3, rue de Rocroy. Paris.

< KINE­MA­WE­RELD

2°) France Dhé­lia, adres: 97, rue Jean-Jau­rès, Leval­lois-Per­ret (France).

3°) Zen­dén bei­den hunne photo tegen ver­goe­ding van 2 frank.

'HARRY SIN­GLE­TON. — 1») Glo­ria Hope, adres: c/o. Hol­ly­wood Boul­vard, 6015, Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A.

2°) Lilian Rich, zelfde adres als voor­gaande.

3°) Vola Vale, zelfde adres als voor nr 1.

BOU­LEK'E. — lo) De rol van Eglea in Mes­sa­line werd ver­tolkt door: Lucia Zanosi en die van Tri­gria­nus door A. Trouche. U kunt al die artis­ten schri­j­ven aan vol­gend adres: c/o. U. C.T., 51, Viale Mon­forte, Rome.

NEMO.

N.-B. — Vra­gen ons na Zon­dag toe­ge­ko­men wor­den in hei vol­gend num­mer beant­woord.

ONS PHO­TO­HOEKJE

TEDDY ont­ving gra­tis de photo van:

Pracht­photo (bui­teng. form.) Norma Tal­madge, na 1 maand; pra­cllt­photo (in cow-boy) William S. Hart, na 1 maand 8 dagen; pracht-. photo (als Dief v. Bag­dad) Dou­glas Fair­bank, na 1 maand 8 dagen; puike pho­tos van Char­lie Cha­plin, na 1 maand; Pris­cilla Dean, na 1 maand; Doro­thy Phil­lips, na 1 maand 8 dag.

SCA­RA­MOUCHE ont­ving gra­tis de pho­tos van: Ginette Mad­die, post­kaart, 2 dagen; Gina Païenne, post­kaart, 8 dag.; Norma Tal­madge. 24x19, 130‘dagen; Lila Lee, 18x12 1/2, 94 dag.; N’ita Naldi, 2 1/2x16 1/2, 65 dag.; Alice Terry, 18x12 1/2, 102 dagen; Gabriel de Gra­vonne, post­kaart, 6 dagen; William Far­num, 24x19, 38 dagen; Ses­sue Haya­kawa, 18x12 1/2, 38 dag.; Dus­tin Far­num, 24 x 19, 38 dagen; Rudolphe Valen­tino, 18x12 1/2, 59 dagen, met brief; Dou­glas Fair­banks, 21 1/2x16 1/2, 76 dagen; Char­ley Cha­plin, 18x12 1/2, 42 dagen; Tho­mas Mei-ghan, 18x12 1/2, 40 dagen; Félix Ford na 4 dagen met per­soon­lij­ken en zeer vrien­de­lij­ker! brief

KITTY EN MOLLY ont­vin­gen gra­tis de pho­tos van: Mae Mur­ray, Viola Dana, Rudolph Valen­tino met schrii­ven. Betty Bal­four, Harold Lloyd, Lila Leei Glo­ria Swan­son, William Far­num, Dou­glas Fair­banks, Tho­mas Mei­ghan en Lea­trice Joy met een lief “schri­j­ven; allen tus-sehen 2 en 4 maan­den.

VRIJE TRI­BUUN

1.4Y DE VRIJE TRI­BU­NIS­TEN

merk­waar­di­ghe­den van heer Have­laar indach­tig wezen. (Ik vind het toch lief van U om er nog een achtste bij te voe­gen. Ik kan “t heu­seb niet hel­pen, meisjes zijn over het alge­meen maar zwak­ke­lin­gen (op dat punt) en zoo ga ik nu opnieuw begin­nen met een goed bes­luit, voor­taan niets meer te bewon­de­ren dan echte kuns­te­naars. En ik zal trach­ten uw hel­den ook voor mij te win­nen. Ik bedoel, natuur­lijk, niet dat ik Ruddy voor goed vaar­wel zeg, doch een tot weer­ziens (op de film natuur­lijk) -en nu zal ik voor een heel lan­gen tijd niets anders meer bewon­de­ren dan echte kuns­te­naars..

Had­je­me­maar.

DE VER­TEL­SELS VAN

RARE MARÜS

OE LUI­MIGE REVUE VAN

” DE SNUI­VER ”

OVER4L TE VER­KRI­J­GEN

50 CEN­TIEM

KINEM ANIEU W S JES

PAU­LINE CARON is offi­cieel ver­loofd met Gene Sara­zen, de golf­kam­pioen,

VOL­GENS de eigen bewe­ring van Tom Moore zou hij lie­ver aan het too­neel zijn dan aan de film.

FRAN­CIS X. BUSH­MAN, welke aan­ge­we­zen is om in Ben Hur de rol te ver­tol­ken van Mes­sala, heeft in 504 fil­men gedraaid. Beii Hur zal de eerste film zijn waa­rin hij niet de hoof­drol speelt maar het zal ook de eerste maal zijn dat hij een «mar­qué» rol op zijn gewe­ten zal heb­ben.

FRANK MAYO is ziek, lij­dende aan de keel klie­ren; bijna was hij aan­ge­tast door pneu monia.

DE GELIEF­KOOSDE AUTEUR van Regi­nald Denny is Jack Lon­don en het boek van dezen schri­j­ver, het­welk hij het liefst leest, is A Piece of Raw Meat.

Ik bied U mijne veront­schul­di­ging aan. Ik was het die R. V. zoo har

WILLIAM RUS­SELL is lief­heb­ber van paar-den­koer­sen maar ook een groot spe­ler daa­rop; hij waagt hooge som­men.

GLA­DYS JEN­NINGS, alvo­rens aan de film te komen, was een ope­ret­ten­zan­geres, zij behaal­de' veel succes in The Maid of the Moun­tains. Op het witte doek heeft zij naam gemaakt met The Young Lochin­var en Becket.

EENIGE DAGEN GELE­DEN had Constance Tal­madge erns­tig last aan haar oogen van dé stu­dio Klei­glich­ten, waa­raan veel film­spe-lers lij­den. Nooit tevo­ren heeft zij er van ge-weten'en zij werkt zeven jaar in de stu­dios.

TULLY MAR­SHALL is gehuwd met Marion Fair­fax, de bekende seenn­rio-schri­jf­ster.


< KINE­MA­WE­RELD

BRAVE MEN­SCHEN

(DES GENS TRÈS BIEN - NICE PEOPLE)

TAFE­REEL UIT HET MODERNE LEVEN

ROL­VER­DEE­LING:

Theo­do­ra'*Glou­ces­ter .... Bebe Daniels

Scotty Wil­bur .... Conrad Nagel

James War­tin .... Wal­lace Reid

THEO­DORA is het echte type van het na-oor­logsche jonge meisje en is eene vurige bewon­de­raars­ter dier soort jeugd welke de ouder­lijke haard in een dan­cing of club her­scha­pen.

Als flirt heeft zij een lieve en nie­tige jon­gen, Scotty Wil­bur, die in 1 heo­dora slechts haar bruid­schat begeert, en als harts­vrien­din de fijn­ges­le­pen Hal­lie.

Om hare ouders, die een grens willen stel­len aan hare licht­zin­ni­ghe­den en haar klein te kri­j­gen, onder­neemt zij zeke­ren dag, in Scot­ty's gezel­schap, een lange auto­rit naar den bui­ten, doch hét onge­luk wil dat zij onder­weg door een hevig onwe­der ver­rast wor­den, wat hen ver- ( plicht in een buitpn­goed, dat de Glou­ces­ter’s te Dower bezit­ten, te over­nach­ten

Maar dien­zelf­den nacht komt een sol­daat, James War­tin, in ver­lof, en verd­waald op den weg naar huis, ins­ge­lijks om onder­dak ver­zoe­ken.

Theo­dora biedt hem de gast­vri­j­heid en zal dien nacht de toI van kin­der­meid ver­vul­len: alzoo is hare eer gered.

Kort daa­rop komen Theo­do­ra’s ouders, door Hal­lie op de hoogte gebracht, op het bui­ten­ver­blijf aan, en hunne doch­ter in ops­praak gebracht ziende, willen zij de beide jonge ieden dwin­gen elkaar te huwen.

Scotty wen­scht niets lie­ver, maar Theo­dora; op wie jaihes een diepe in druk heeft gemaakt, wei­gert.

Noch­tans heeft Hal­lie al het noo­dige

Sce­na­rio van

Clara Beran­ger

« KINE­MA­WE­RELD »

gedaan om Miss Glou­ces­ter in de stad te bez­wad­de­ren. De praatjes gaan hun gang en Theo­dora bes­luit van zoo­lang op het bui­ten­goed te ver­bli­j­ven tot alles ver­ge­ten is.

James, die haar meer­maals is komen bezoe­ken, weet haar te over­tui­gen de hoeve te laten opbren­gen. En het is eene

nedeien. En hie­rin lukt zij vol­ko­men.

Wal­gend over de wis­sel­val­li­ghe­den der men­schen, trekt Theo­dora zich op bui­ten­ver­blijf terug, alwaar zij zal leven in gezel­schap der die­ren, die beter zijn dan de men­schen.

En zij zal de kroon op het werk laten zet­tén met de krach­tige en oprechte

gan­sché gebeur­te­nis onder de lei­ding van den onder­vin­din­grij­ken en stren­gen oud-sol­daat.

Hal­lie doet in de stad haar best om Scotty in te pal­men en ten einde Theo­dora voor goed uit haar kring te ver­ban­nen noo­digt zij heyar op een groot feest ( uit waa­rop zij ze in t open­baar zal ver­james War­tin te huwen, die van haar eene geheel andere vrouw heeft weten te maken.

Deze band is eene der laatste suc­ces­sen van den betreur­den

— WAL­LACE REID --

P Ait AM O U a T il Lai - rue JNeuve, 48 - BRUS­SEL


DE JACHT OP DE LIEFDE

ROL­VER­DEE­LING:

Mary Gleane .... Gina Relly

Jenny Gleane.... Gina Relly

Betty .... Jane Rol­lette

De wereldsche ath­leet .. Mario Auso­nia

Cara­ban­cès .... Ed. Mathé

Mar­kies de Morte Sai­son.... Lorin

âUSO­NIA, Cara­ban­cès en de Mar­kies de Morte Sai­son, bevin­den zich in eene bad­plaats, wan­neer hunne aan­dacht getrok­ken wordt door een zeer mooi jong meisje dat juist aan t baden is. Zij zoe­ken alle mid­de­len uit om toch maar met haar in aan­ra­king te kun­nen komen. Dank aan een list van Auso­nia, neemt zij hun voors­tel, om dien avond samen te dinee­ren, aan.

Al pra­tende, ver­telt zij dat zij eene

gelicht, en Auso­nia, welke de chauf­feur der twee Glea­ne’s heeft opge­licht, doet de reis aan de zijde van Miss Jenny, over­tuigd zijnde dat zij het rechte per­soontje is.

En de Mar­kies de Morte Sai­son, reist ins­ge­lijks per auto naar Evian af in ge-elschap der kame­niers­ter der Glea­ne’s, en ook hij denkt, daar zijne gezel­lin ges­luierd is, dat hij in gezel­schap van Miss Mary is.

En begri­j­pe­lij­ker­wi­jze, doen er zich onder­weg een over­groote menigte avon­tu­ren voor, door de film op bewon­de­rens­waar­dige wijze weer­ge­ge­ven.

De ontk­noo­ping brengt de twee gezus­ters wede­rom te samen, de eene te Cha­mo­nix, de andere te Saint-Ser­vais, alzoo hunne navol­gers alleen Evian latende berei­ken, en Betty, de kame­niers­ter, ver­plicht de mar­kies het­zelfde te doen, maar deze laatste, in een reis­kof­fer opges­lo­ten, bemerkt door eene ope­ning dat er twee gezus­ters Glea­ne’s zijn

Op den vast­ges­tel­den dag, stor­men Auso­nia en Cara­ban­cès op het por­tieT van den auto toe welke zoo juist voor het Casino komt te stop­pen, en zij zijn ten hoog­ste ver­won­derd van bei­der eene Miss Gleane te zien, die elkaar zoo won­der­wel gelij­ken, dat zij zich af-vra­gen of geen van bei­den geen ken­tee ken draagt om ze van de andere te on der­schei­den.

Op dit oogen­blik komt de Mar­kies op het too­neel welke het gezel­schap mede­deelt dat zijne oprechte bedoe­ling is. van Betty eene mar­kie­zin te maken, en de geheele ges­chie­de­nis ein­digt aan de oevers van het blauwe Leman meer.

Film Ch. Hen­dri­ckx

67, rue des Planles, 67 — BRUS­SEL

Film Ch. Hen­dri­ckx

67. rue des Plantes, 67 — BRUS­SEL

rijke Ame­ri­kaansche is en dat zij naar Fran­krijk geko­men is om er te huwen, maar daar zij zeer veel van sport houdt zal zij alleen maar hare hand schen­ken aan die­gene welke haar op dit gebied het meest bevalt.

En bij het einde van het maal is het vier­tal reeds zoo­ver gevor­derd ds Miss Gleane beloofd heeft die­gene te ullen huwen welke het zoo zal weten te schik­ken dat hij het meest in haar gezel­schap is en haar tevens de hand zal druk­ken voor het Casino van Evian, het doel der

reis.

Maar wat de drie vrien­den niet weten, is dat Miss Mary Gleane er eene twee­ling­zus­ter, Jenny, op nahoudt die haar in alles won­der­wel gelijkt.

Cara­ban­cès, die een vlie­ger is, heeft Miss Mairy Gleane in zijn vlieg­tuig op-


* KIM EMA WERELD »_

De Voor­rang der Ame­ri­kaansche Stu­dios op de Fransche

P 20 DECEM­BER 1920, op het

ban­ket gege­ven ter gele­gen­heid der 1000e ver­too­ning der Drie Mus­ke­tiers en dat plaats vondt in de Zaal Hoche, te Parijs, drukte M. Denis Ricaud zich uit als volgt: « Wij ook heb­ben onze Stu­dios. Zon­der te willen bewe­ren dat wij de vol­maak­the­den der Nieuwe Wereld bezit­ten, bevin­den wij ons toch in staat onze too­nee­len van zich­top­name op den­zelf­den voet te zet­ten als de ver­maard­sten onder hen_»

Wij mee­nen dat het mis­schien waar zou kun­nen wezen wat M. Ricaud des­ti­jds zegde, w'ant het is onwe­der­leg­baar dat het Pathé Stu­dio onder oog­punt van voort­brengst en van kunst gerust wedi­j­ve­ren kan met de ver­maard­ste der Ame­ri­kaansche stu­dios.

Noch­tans is het niet te bet­wi­j­fe­len dat de Ame­ri­kaansche stu­dios een zeke­ren voor­rang bezit­ten op de Fransche.

En welk is die voor­rang?

Laten wij voo­reerst de kleine bij­hoo-righe­den ter­zi­jde laten om iedere ver­ge­lij­king gemak­ke­lij­ker te maken.

De belan­grijke Ame­ri­kaansche Com­pa­gnies bezit­ten niet één stu­dio maar heb­ben er zes, tien, allen op dezelfde wijze gebouwd, het eene naast het andere. Daar zij zich nooit van het natuur­lijk daglicht bedie­nen, bes­chik­ken zij over een elek­trisch mate­riaal dat zeer aan­zien­lijk is.

Is het elek­trisch mate­riaal van het Pathé Stu­dio vol­doende?

Is het zóó ont­zag­ge­lijk als dit waar­van de Ame­ri­ka­nen zich bedie­nen?

Neen.

En voor de rest?

Zijn de Fransche ins­ce­neer­ders zoo vol­ko­men bij­ges­taan als hunne Ame­ri­kaansche confra­ters?

Ik denk dat gansch de voor­rang hier juist op berust.

Wan­neer men een Ame­ri­kaansch gezel­schap ziet wer­ken is de eerste indruk die u aan­gri­jpt de vol­gende:

Wat doen toch al die men­schen ron­dom den ins­ce­neer­der???

Weet dan, geachte lezer en geachte lezeres, dat dààr ieder zich op zijne plaats bevindt. Zij zijn wel twin­tig of der­tig cm te hel­pen, en... zij zijn er allen, geen enkel uit­ge­zon­derd. Zij zijn dààr om den ins­ce­neer­der te hel­pen, almach­tig per­son­nage, waar­van de minste wensch stipt .vol­bracht wordt en met een vlu­gheid die recht bui­ten­ge­woon is: deze wordt nooit in zijn voor­rang wee­rhou­den door eene domme of bela­che­lijke bij­hoo­ri­gheid, zooals het maar al te dik­wi­jls plaats gri­jpt in Fran­krijk.Vroe­ger heb­ben wij dik­wi­jls uiteen­ge­zet wat en wie de hel­pers zijn van den ins­ce­neer­der. Uiter­lijk zijn er ver­schil­lige bij die over­bo­dig schi­j­nen, maar ver­ge­ten wij niet dat het juist deze zijn die de 'voor­tref­fe­lij­kheid, den gewis­sen voor­rang dààrs­tel­len der Ame­ri­kaansche stu­dios. De bij­ge­voeg­den aan den ins­ce­neer­der zijn hem trou­wens gansch toe­ge­daan, zij begri­j­pen dat zij betaald wor­den om te wer­ken, en zelfs als men ver­plicht is van laat tot in den nacht te wer­ken, dan nog is er geen enkele die pro­tes­teert of zich bek­laagt. Zij hou­den te veel aan hun chef en aan hun werk.

Geen enkel woord wordt er nut­te­loos uit­ges­pro­ken. Het werk vol­brengt zich in de vol­ko­menste stilte en regel­ma­ti­gheid, zon­der gerucht, zon­der schit­te­ring. Om meer har­mo­nie, meer samen­wer­king te geven aan het spel, • laten muzie­kan­ten zich ono­phou­de­lijk hos­ren.

De ins­ce­neer­der behoeft zich niet te ver­plaat­sen. In een rusts­toel geze­ten spreekt of roept hij door zijn roe­phoorn, omringd van zijne too­neel­schik­kers en hunne hel­pers, zijne ope­ra­teurs en hunne hel­pers, zijn col­lega de kunst-be-stuur­der, de chef elek­tri­cien, de schri­j­vers, afge­vaar­dig­den der muzie­kan­ten en een groot aan­tal andere per­so­nen onge­kend in de Fransche stu­dios...

Het is alleen langs dezen kant dat wij

« KINEM A WERELD

het bes­taande sys­teem in Fran­krijk moe­ten ver­ge­lij­ken met dit der Ame­ri­ka­nen. Wan­neer de Fransche bes­tuur­ders zul­len ter­zi­jde ges­taan zijn zooals hunne Ame­ri­kaansche col­le­gas, dan eerst zal M. Denis Ricaud kun­nen zeg­gen dat de Fransche stu­dios op den­zelf­den leest ges­choeid zijn als de Ame­ri­kaansche.

Om de waa­rheid te zeg­gen, alle stu­dios zijn bijna het­zelfde. Er zijn er na tiiur­lijk die beter inge­richt zijn als andere, de eene zijn klei­ner, de andere ziin groo­ter, maar in het alge­meen gelij­ken:ij zich.

Wat u het meeste treft in de Cali­for-nische stu­dios is dat het natuur­lijk daglicht er niet bin­nen­komt, waar de vens­ters met zwart bes­chil­derd of wel afges­lo­ten zijn met plan­ken of met eene ijze­ren plaat. Er bes­taan zelfs stu­dios waar­van de muren van geene enkele vens­ter voor­zien zijn. De groote com­pa­gnies heb­ben allen vier, vijf of zes stu­dios, ver­schei­dene scenes in open lucht op dewelke men met gemak dekors kan stel­len in verhou­ding met het daglicht. Bui­ten deze scenes heeft ieder stu­dio nog een « loca­tion » (men noemt « loca­tion » een ter­rein op het­welk men bui­tens­cènes kan draaien). Al de Ame­ri­kaansche stu­dios, zon­der uit­zon­de­ring, heb­ben op hun « loca­tion » ten minste eene nage­maakte straat van New-York of eene kleine stad van Ari­zona met hare « saloons ». Het is ook dààr dat we, in een hoek dier « loca­tion » al de truk­ken kun­nen vin­den die aan de toes­chou­wers den indruk geven van zich hier of daar te bevin­den.

Bij­voor­beeld bij Fox, bemerkt men op den ach­ter­grond een hemel, een der tig­tal meters hoog op een twin­tig­tal meters breed waarvóór de gevech­ten plaats gri­j­pen gele­verd door vlieg­ma­chienes ofwel het vlie­gen dezer lucht­vo­gels in volle vlucht. Ver­der is er een ach­ter­grond van een land­schap, een twin­tig­tal meters lang en het­welk bij mid­del van een motor in bewe­ging kan ges­teld wor­den en het aldus kan doen rond­draaien zoo traag en zoo vlug als men ver­kiest... om aldus de toes­chou­wer den indruk te geven dat men het bewe­gend bin­nenste van een trein ziet die in volle vlucht is. Links bevindt zich een tram­way op zijne rig­gels en zoo­da­nig geplaatst dat zijne wie­len voort­du­rend draaien zon­der dat de tram zich beweegt. Ter­wijl het pano­rama rond­draait eve­nals de wie­len van het rij­tuig, heeft men den vol­len indruk dat de tram­way zich voort­be­weegt. Een aldus bes­taand sys­teem ver­beeldt het bin­nenste van een put of van eene schouw. Dit alles is zeer ver­nuf­tig aan­ge­bracht.

Bene­vens de « loca­ties » die de stu­dios ron­dom hunne inrich­ting bezit­ten heb­ben zij eve­neens « pri­vate gron­den » ver­de­rop gele­gen. Aldus, tegen Santa Monica bemerkt men de prächtige ter­rei­nen van Lasky met hon­derd­tal­len kleine dekors geplant in het mid­den der bos­schen of plei­nen tot aelfs tegen de zee aan. Deze dekors ver­beel­den vil­las, hui­zen van goud­zoe­kers, kas­teel en en « saloons ».

Maar komen wij tot ons onder­werp terug. De over­dekte stu­dios zijn zeer groot en ver­schil­lige gezel­schap­pen kun­nen er ter­zelf­der­tijd in draaien. De elek­trische Inrich­ting is doo­deen­vou­dig prach­tig. Er zijn onnoem­lijke een­he­den van boo­glam­pen, zon­lich­ten, hemel­lich­ten, groote mid­del­ma­tige en kleine straal­lich­ten, kwik­dam­plam­pen, ver­plaats­bare elek­trische lam­pen.Wan­neer al deze lam­pen hun licht uits­tra­len is het stu­dio op eene god­de­lijke wijze ver­licht, voo­ral van bove­naf gezien, wamt, waneer er acht of tien gezel­schap­pen ter­zelf­der­tijd draaien is er over­tol­li­gheid aan klaarte. Noch­tans, laat ons er bij­voe­gen dat het licht onschaad­baar is en dat de spe­lers niets voor hunne oogen te vree­zen heb­ben. Zeker, er gebeurt nu en dan wel eens een onge­val doch in het alge­meen is het niet erg. De hoe­veel­heid van het licht is zeer kos­te­lijk en daa­rom gebruikt men dit maar juist op het oogen­blik wan­neer het nood­za­ke­lijk is. Wan­neer de ope­ra­teur zijn toes­tel op de hoogte ges­teld heeft roept hij a light » en cnmid­del­lijk gaan al de lam­pen aan. De ins­ce­neer­der roept dan «muziek», ver­vol­gens d camera ». De muzie­kan­ten hef­fen een muzieks­tuk aan vol­ko­men in ove­reens­tem­ming van den te spe­len rol van de hoofd­ver­tol­kers, ter­wijl de « came­ra­nen » zon­der ophou­den draaien. Eensk­laps roept de ins­ce­neer­der (( stop » en alles houdt ineens stil. De lich­ten, de spe­lers, de opera-


( KINE­MA­WE­RELD »

beurs en de muzie­kan­ten... En men gaat over tot eene andere scene...

Wan­neer men zich bevindt in het bovenste gedeelte der stu­dios, dat is te zeg­gen, tus­schen de ijze­ren gebin­ten, en rpen ziet al die bewe­gin­gen, al die spe­lers van ver­schei­dene gezel­schap­pen, dik­wi­jls wel 5,000 man sterk, dan is men waar­lijk aan­ge­daan: dan eerst begri­jpt, dan beseft men het schoone, het mach­tige van de kine­ma­kunst... Bene­den ziet men Tom Mix en zijne cow-boys, ver­der William Rus­sell, in het mid­den Ellen Percy en wat opzij Buck jones, de gebroe­ders Famum, allen omringd van eene menigte elek­tri­ciens, machi­nis­ten, ope­ra­teurs, bij­hoo-rigen, muzie­kan­ten too­neel­schik­kers, enz.​Gansch die wereld roept, schreeuwt tot er opeens een graf­stilte intreedt: men hoort niets anders dan korte orders van den bes­tuur­der, onder­li­jnt door het muzie­kaal gedeelte der ver­schil­lige scenes.

Zooals wij hoo­ger zeg­den zijn de stu­dios meest allen gelijk. Het is natuur­lijk zooals dat, in de onaf­han­ke­lijke stu­dios gelijk bij Charles Ray, Dou­glas Fair­banks of William Hart, er maar ééne com­pa­gnie draait, ter­wijl er bij Fox. de Metro, enz. er ver­schil­lige ter-zelf­der­tijd draaien, daar die stu­dios be-aet zijn door gezel­schap­pen die een ze-

Zij die heen­gaan...

LOUIS DEL­LUC

If N tege­no­vers­tel­ling met het­gene men 1 wel zou gene­gen zijn te geloo­ven, S. heb­ben wei­nige kine­ma­to­gra­fis­ten een oprecht betrou­wen en geloof in de kunst van het levende beeld en bes­chou­wen deze door­gaans als een dood­ge­woon beroep. Louis Del­luc behoorde tot eene der zeld­zame uit­zon­de­rin­gen.

Zooals alle oprechte kine­ma­lief­heb-bers van heden, heeft Louis Del­luc lan­gen tijd de kinema. het onver­draag­zame kine-too­neel van 1913, ver­racht.

Tot in 1917, moet men Louis Del­luc

ker getal fil­men te leve­ren heb­ben bepaald door een jaar­lijksch kon­trakt.

De stu­dios wor­den streng ges­lo­ten gehou­den tege­no­ver vreemde bezoe­kers daar de kine­ma­gra­phis­ten gaarne bij zich, in hun gezel­schap wer­ken in alle stilte en bui­ten ieder onge­wen­scht bezoek.

Noch­tans, wan­neer het u toe­ge­la­ten wordt een kijkje te nemen, dan is men ver­baasd, dan wordt men getrof­fen door de orde, door de tucht die er alom heer­scht.leder mede­wer­ker, t zij hoof­drol, medes­pe­ler, machi­nist of elek­tri­cien enz., is bewust van zijne per­soon lijke verant­woor­de­lij­kheid, leder hun­ner weet zeer goed dat hij werkt onder het oog van den ins­ce­neer­der en dat deze zijn gezel­schap bes­tuurt met eene onver­bid­de­lijke wils­kracht, zoo­da­nig dat de minste fout met weg­zen­ding kan ges­traft wor­den. Niet één hun­ner bekom­mert zich met wat er in het gezeL schap naast, voor of ach­ter hem gebeurt: ieder hun­ner is maar bekom­merd met zijn eigen troep.

Die tucht, die orde, dit schoone samens­pel maakt eene onloo­chen­bare kracht rit der Ame­ri­kaansche stu­dios, kracht die wij tot nu toe nog niet op een ander gevon­den heb­ben. N.

aan­schou­wen als een let­ter­kun­dige die onder al hare uitin­gen, de schoon­heid lief­heeft: 't zij plas­tische, muzie­kale of woor­de­lijke. Van Bor­deaux, waar hij in 1890 gebo­ren werd, kwam hij naar Parijs om er zijne stu­dies et volein­di­gen, en zendt er ver­schei­den romans en dicht­wer­ken in de wereld; hoof­dops­tel­ler gewor­den aan Comœ­dia Illus­tré, bes­tuurd hij het too­neel van dicht­bij en na een boek, gewiid aan de Max. te heb­ben laten ver­schi­j­nen, doet hij Fran­cesca, daarna Lazare en Res­sus­cité opvoe­ren Voor de gala­ver­too­nin­gen, gege­ven in 1916 ten voor­dee­len der oor­log­slief­da­dig-heid­swer­ken, voert hij op Edith Cavell met Lvda Borelli, en La Prin­cesse ne sou­rit plus, met Eve Fran­cis.

De Stille Kunst moest hem wel­dra aan­trek­ken. Eenige avon­den in de vroe­gere Max Lin­der-zaal en in de vroe­gere Select door­ge­bracht, deden zijne oogen

« KINE­MA­WE­RELD

voor de kunst der Moving Pic­tures open­gaan.

Met hart en ziel bes­tu­deerde hij de fil­men van Cha­plin, der Tri­angle, der Blue Bird, der Svenska, enz.

Al spoe­dig werd hij hoof­dops­tel­ler van de Film en mengde zich meer en meer in de Fransche kine­be­we­ging. Hij vat zijne kine­ma­to­gra­fische indruk­ken samen in Cinema & de, Pho­to­gé­nie, La Jungle du Cinéma en Cha­riot, als­mede in eene reeks kro­nij­ken in Paris-Midi. Ciné-Cluh, Cinéa, Le Monde Nou­veau. Excel­sior, enz.

Hem bli­jft er nu nog over te ver­we­zen­lij­ken wat hij komt te beli­j­den. In 1919 stelt Louis Nal­pas hem voor in zijn stu­dio te Nice een eerste sce­na­rio te draaien. Het is La Fête Espa­gnole, een vree­se­lijk iro­nisch gewrocht, op de wijze der Ince-Tri­angle, en waar­van Eve Fran­cis, Jean Tou­lout en Gas­ton Modot de hoofd ver­tol­kers waren.

Het vol­gende jaar vroeg de Film d’Art hem een ander sce­na­rio in beeld te bren­gen: Le Silence, eene «film-mono­loog», in den trant der Cecil B. de Mille-ban-den, en waar­van Gabriel Signo­ret de voor­naam­ste ver­tol­ker was.

In het land der Bas­ken, dat Louis Del­luc bizon­der goed kent, onder­neemt hij de ver­we­zen­lij­king van een meer voor­name film, in den aard der dra­ma­tische oDen­lucht-ban­den der Svenska. Sur le Che­min d’Er­noa. Fumée Noire, een een­vou­dig dra­ma­tisch voor­val, komt nadien.

In 1921 ver­we­zen­lijkt hij met Fièvre, een soort van weten­schap­pe­lijke dra­ma­tische film, af geke­ken van zekere Grif­fi­th's methodes.

In 1922 ver­toonde hij Eve Fran­cis, die bijna op zich­zelf de gansche film is, in La Femme de Nulle Part, waa­rin zijne per­soon­lijke opvat­ting over het film­ve­rhaal meer en meer op den voor­grond komt.

Onlangs nog bracht hij L’Inon­da­tion voort, een film die eenig­zins aan kri­tiek onde­rhe­vig was, maar die toch vol be-tee­ke­nis is.

Louis Del­luc was eene dier­ge­nen die oprecht in de Stille Kunst geloo­ven, hij trachtte op alle manie­ren ze uit het spoor

der «han­dels-voort­brengst» te ruk­ken Ook moest hij een harde strijd leve­ren tegen vele behoud­sge­zinde gees­ten van vak­man­nen, en het publiek kwam zelfs meer­maals in ops­tand tegen zijne op rechte nieuwe schep­ping­sgeest.

Louis Del­luc is ver­le­den week, ten­ge­volge eener lang­du­rige en pijn­lijke ziekte voor goed heen­ge­gaan en in hem doet de Fransche kine­ma­to­gra­phie een bijna onhers­tel­baar ver­lies. NEMO.

KINE­MA­NIEUWSJES

VER­LE­DEN JAAR loofde Goldwyn 5000 dol lar uit aan die­gene welke een mid­del vin­den zou tegen de Klei­gli­cli­ten. Naar wij ver­ne­men zou Syl­via Brea­mer deze som ver­diend heb­ben en wel met een een­vou­dig mid­deltje. Dok­ter Lar­sen heeft- dit dade­lijk in prak­tijk ges­teld.

NAAR WIJ VER­NE­MEN zou de webe­kendê Duitsche regis­seur Max Rein­hardt geën­ga­geerd zijn om een film te bes­tu­ren met Marion Davies in de hoof­drol; de naam van de film is nog niet gekend doch zoo­dra Marion « Jane Mere­dith » vol­tooid heeft zou men er aan begin­nen. Men zou voor deze regie Rein­hardt een fabe­lach­tige som gebo­den heb­ben.

TWEE AME­RI­KAANSCHE film­speel­sters zijn uit­ge­ko­zen om in een Britsche film te draaien Het zijn Alice Joyce en Mar­jo­rie Daw. De titel van die film is The Pas­sio­nate Adven­ture Medes­pe­lers zijn Clive Brook en Vic­tor McLa­glen. Als regis­seur wordt genoemd Gra ham Cutts. Een der groote too­nee­len wordt ge nomen in de Water­loo­sta­tie te Lon­den.

THE LOVE STORY OF ALIETTE BRUN­TOS wordt gefilmd. Het is een bewer­king naar de novelle van Gil­bert Fran­kau.

BLANCHE SWEET zou gaarne twee weken rust nemen op een mel­khoeve nabij Los An geles, doch zij vindt de tijd niet om haar plan uit­ge­voerd te zien. Haar echt­ge­noot ver­langt zijn vrouw nu weer te zien begin­nen aan eën nieuwe pro­duc­tie, Tess óf the d'Uher­villes Men weet dat zij gehuwd is met Mar­shall Nei­lan.

MEN WEET dat Will Rogers een der grootste humo­ris­ten is van Ame­rika.Hij maakte menige paro­die­fil­men. Nu weer heeft hij op The Cove­red Wagon zoo iets gevon­den, het­welk hij noemt Two Wagons — Both Unco­ve­red. Het schi­jnt dat deze film een bui­ten­ge­woon lach succes is van het begin tot het einde.

WAN­NEER NOR­MAN KERRY zijn rol vol tooid heeft, een Sheik in The Sha­dow of the Past, dan zal tiij zijn werk begin­nen in een Sha­kes­peare-drama, the Taming of the Shrew. Wan­neer Bebe Daniels haar werk in Mon­sieur Beau­caire met Rodolphe Valeh­tino geëin­digd heeft, dan zal zij naast Kerry in het Shakes peare-werk de rol ver­vul­len van «Katha­rine».

VOL­GENS CONWAY TE ARLE, is de stem op de film van groot belang; men hoort ze we) niet, doch men ziet ze; het publiek volgt tel kens met span­ning op het doek de mond­bewe ginn de- --nes­ten, waa­raan zij begri­j­pen wat men bedoelt.


« KINEM­fl­WE­RELD »_

Onze Ciné-Romans

De Zil­ve­ren Auto

(The Sil­ver Car)

Bewerkt vol­gens de Vita­graph film door Ed. Neorg.

Alfred Anthony Earle Williams

Onder een reu­sach­ti­gen eiken­boom, in het park van de Graaf van Rose­car­rel, stond een jong­man en een meisje. De man was omtrent 26 jaar oud, wel­ge­bouwd en met een 'open gelaat. Het meisje was van een bij­zon­dere schoon­heid, waar­voor sinds eeu­wen de Rose­car­rel’s vrou­wen bekend waren.

« Waa­rom moet ge gaan? » vroeg zij hem.

De jonge man aar­zelde een oogen­blik.

« Ik heb toch het recht dit te vra­gen? » voegde zij er bij.

« Omdat ik u lief­heb, Daphne, en omdat uw ge-, luk voor mij, in de wereld alles is. a

« Maar, door te ver­trek­ken neemt ge mijn geluk met u. Gij hebt een zon­deiTnge manier om uw liefde te too­nen, Alfred. »

« Maar, Daphne, het is omdat ik u tè lief heb, dat ik niet kan gedo­gen, dat ge u opof­fert door mij te huwen » ant­woordde hij zacht. « Er is iets in mijn ver­le­den, dat mij ver­bied, de doch­ter van de Graaf van Rose­car­rel tot vrouw te nemen. »

« Wat er ook in uw ver­le­den moge gebeurd zijn, ik ben ver­ze­kerd dat ge, gedu­rende den oor­log, alles goed gemaakt hebt. Het zal in elk geval toch geen oneer­lijke daad geweest zijn! » riep het meisje vurig uit. « Ik bemin u, Alfred, gij zijt de eerste man welke ik lief heb!... Ik kan u niet dwin­gen mij te huwen! Doch, ik zweer u, dat ik nooit een ander bemin­nen of huwen zal! »

« Dat is het juist wat mij zoo’n pijn veroor­zaakt, Daphne. Van het eerste oogen­blik dat-ik u beminde, had ik moe­ten weg loo­pen! »

« Dan zou het nog te laat geweest zijn, Alfred. » zegde zij erns­tig. « Op het zelfde oogen­blik, wan­neer ik u zag, had ik u lief... Oh, ik ben geen dwaas roman­tisch school­meisje; had ik dit geweest dan zou ik menige flirt gehad heb­ben. Ware liefde is geheel ons leven. De dood alleen kan haar weg stui­ten. Die eenige weken, dat wij elkaar ken­nen, heb­ben mij zoo geluk­kig gemaakt. Niets of nie­mand kan onze liefde ont­ne­men! »

« Lieve Daphne, u zoo te hoo­ren spre­ken maakt mij ver­drie­tig... Gij zijt jong, schoon, rijk, edel op alle manie­ren. Wat al ander geluk zoudt gij niet gekend heb­ben, ware ik niet op uw weg geko­men... Ik heb uw liefde ges­to­len en laat u niets dan de herin­ne­ring... »

« Het is geen ste­len, Alfred, wat u vri­j­willig gege­ven is. Wan­hoop niet, lie­ve­ling. Ik weiisch u niet onge­luk­kig te zien. Het eenige >vat ik ver­lang is uw geheim te dee­len, zoo niet, iaat ons er dan niet meer over spre­ken. Herin­ner u dit slechts: wat er moge ges­chie­den, ik zal op u wach­ten. »

« Een zaak zal ik doen, Daphne » zegde Alfred, wan­neer zij lang­zaam naar het huis wan­del­den, « ik zal dit gewicht van uw vaders ’s gedach­ten wegne­men. Ik beu ver­ze­kerd de rede te ken­nen, waa­rom uw vader niet in het publieke leven wil terug kee­ren... He zal hem zien voor ik ver­trek. » .

... « Oh, Alfred, indien ge vader kon­det hel­pen, dan zoudt ge niet alleen hem en mij een groo­ten dienst

bewi­j­zen maar ook Enge­land » ant­woordde Daphne « Ik weet niet waa­rom hij zich uit het poli­tieke leven heeft terug getrok­ken, maar ik weet heel goed dat hij ver­langt er in terug te kee­ren. Alle bla­den zijn het eens, om vast te stel­len, dat hij de eenige man is welke die oos­tersche zaak kan oplos­sen. »

De jonge man bleef plots staan en keek haar strak in het gelaat.

« Daphne, gij hebt daar iets gezegd wat mij hoop geeft. Indien ik dit geheim kan onts­luie­ren, het­welk over uw vader’s hoofd hangt, en indien ik, zooals gij zegt, Enge­land daar­mede een groo­ten dienst bewijs, welnu, dan zal mijn ver­le­den daar­mede in de scha­duw ges­teld wor­den. In elk geval, wan­neer ik geluk, zal ik u mijn geheim toe­ver­troi/ wen, en zoo ge wilt, uw vader ook, hij kan dar. oor­dee­len. »

Het meisje zag iiem aan, glim­la­chend door haar tra­nen.

« Oh, lie­ve­ling » zegde zij, « ik ben zeker dat gij uw slag zult thuis halen en dat vrij ten laatste zul­len geluk­kig zijn. »

Alfred Anthony ont­moette de Graaf, wan­neer deze juist naar zijn biblio­theek ging.

« Ik hoor dat ge ver­trekt. Anthony » zegde deze vrien­de­lijk. « Ik dacht dat wij nog eenige weken in clkaar’s gezel­schap zou­den ver­toe­ven. »

« Groo­ter oer kon mij niet over­ko­men » ant­woord de Anthony, « doch onvoor­ziene omstan­di­ghe­den nood­za­ken mij te gaan. Ik ver­lang nu met u, heer Graaf, eenige minu­ten onde­rhoud. »

« G0*4! Anthony. Kom bin­nen. »

- Zoo­dra zijn gas­theer geze­ten was, kwam Alfred dade­lijk tot de zaak.

« Denk niet dat ik vri­j­pos­tig ben. Lord Rose­cai ' rel. doch uw herhaalde wei­ge­ring, om terug in het poli­tieke leven te gaan, op een tijd dat het land u zoo noo­dig heeft, heeft mij tot naden­ken ges­temd.

Gij zijt in de macht van iemand of zekere bende Ben ik mis of niet? »

« Veron­ders­tel een oogen­blik dat ge klaar gezien / hebt, mag ik dan vra­gen, Mr Anthony, of gij daar V belang in stelt? » vroeg de Graaf koel.

« Ja, omdat ik u kan hel­pen... Laat ons vrij nit spre­ken, heer Graaf. Deze per­so­nen heb­ben er alle voor­deel bij om u uit het poli­tieke leven te hou­den.»

« En indien het zoo was, hoe zoudt ge mij hel­pen? » ging de Graaf ver­der... « Inder­daad, is er iemand, welke mij wil belet­ten diens­ten aan mijn land te bewi­j­zen. Doch, zij heb­ben een macht welke niet kan gebro­ken wor­den. »

« Daa­ruit bes­luit ik, dat gij getracht hebt er u van te onts­laan, maar mis­lukte. Waar­schi­jn­lijk hebt gij u bediend van lief­heb­bers... Ik zal u dan maar zeg­gen dat ik een beroeps-avon­tu­rier ben. »

In dit geval vraag ik u, wat ge in mijn huis doet? » vroeg de Lord onts­temd.

« Doch, in mijn beroep is niets oneer­lijks » ant­woordde Alfred haas­tig. « Maar laat mij ant­woor­den op uw vraag... Ik ben in uw huis omdat ik uw doch­ter, Lady Daphne bemin. 11 ver­laat uw 1 m is nu om dezelfde rede, daar er in mijn ver­le­den iets is wat mij belet haar tot mijn vrouw te vra­gen. Doch, iets kan mijn ver­le­den uit­wis­schen, dit is: laat mij u en Enge­land een onschat­ba­ren dienst bewi­j­zen. »

Lord Rose­car­rel zag Alfred Anthony scherp äan.

« Er is veel in u, Anthony, waar­van ik houd., an

( KINE­MA­WE­RELD »

ders zou ik u al lang ver­zocht heb­ben mijn huis te •ver­la­ten, want ik ben niet blind geweest, voor het feit, dat gij met mijn doch­ter op ver­trouw­lij­ken voet staat. Doch, ik geloofde u een gent­le­man. Mijn ver­trou­wen in u wordt nu ges­terkt omdat gij zoo rid­der­lijk zijt mijn kind niet te vra­gen. Ik neem uw aan­bod aan... Ant­woord mij nu. Indien gij deze zen­ding op u neemt is uw leven in gevaar. Diç lie­den zul­len alles wagen. Het gaat om leven of dood... Zijt gij bereid uw leven daa­raan te wagen? »

« Ik ben bereid » ant­woordde Alfred ferm. « Ik weet zeer goed dat die bende voor geen moord zal terug dein­zen, doch, ik yrees hen niet! »

« Zeer goed » sprak de Graaf...» Zie­hier de ges­chie­de­nis: Graaf Michael Teme­var, één der gevaar­lijkste per­so­nen van Europa, houd mij in zijn macht. Om die macht te kun­nen behou­den, heeft hij maan­den en maan­den gekom­plot­teerd met een dui­velsche vast­be­ra­den­heid. Hij viel mij aan door mijn zoon Gren­vil, toen nog maar, om zoo te zeg­gen, een knaap en welke zijn eerste oplei­ding onving in een kava­le­rie­re­gi­ment. Hij ver­lokte den jon­gen tot het kaarts­pel en trug­gelde hem, met valsch spel, zoo veel af dat hij niet meer beta­len kon. De Graaf wilde van hem geen schuld­be­wijs aan­vaar­den dan op voor­waarde, dat hij hem zeker doku­ment liet zien, het­welk in mijn bezit was; het diende alleen maar, maakte hij mijn zoon wijs, dat het was om te weten te komen hoe zij gedra­gen moest als Ambas­sa­deur in ons land. Het pij­nigt mij u te moe­ten zeg­gen dat Gren­vil zich liet ove­rha­len. Hij stool het papier en bracht het naar Temes­var. Deze, niet alleen nam er inzage van, maar behield dit doku­ment. Wel­dra ont­dekte;k den dief­stal en mijn zoon 'be­kende alles, maar voegde er bij, dat hij het ver­nie­tigd had, den­kende, zooals hij later mij mede­deelde, het een­maal terug te kun­nen kri­j­gen om het dan wer­ke­lijk te ver­scheu­ren.

Om liet doku­ment terug te heb­ben, beging Gren­vil een andere mis­daad. Hij tee­kende een wis­sel met de valsche hand­tee­ke­ning van zijn oom. Temes­var gaf aan mijn zoon het schuld­be­wijs terug maar niet het doku­ment. Gren­vil heeft zijn best gedaan om zijn schuld te boe­ten, door als vri­j­willi­ger te gaan dienen in den groo­ten oor­log. Gij hebt hem gezien, niet­waar, lij­dende in het hoofd, ten­ge­volge het ont­plof­fen eener bom. Doch, ik bei; trotsch op hem, hij heeft voor zijn moe­dig gedräg een eere­tee­ken gekre­gen. »

« En indien hij zijn rech­ten liet gel­den, dan zou hij er nog het Vic­to­ria-kruis bij heb­ben, voor een andere held­haf­tige daad! » riep Anthony vurig. «Hij redde een man het leven, door hem, onder het vuur der Duit­se­hers, in vei­li­gheid te dra­gen! »

« Vreemd ant­woordde de Graaf, « daar heb ik nooit iets van gehoord. »

« Er zijn maar twee per­so­nen in de wereld welke dit kun­nen zeg­gen » sprak Anthony. « Uw zoon is de eene, maar de andere ben ik!... Mij redde hij het leven. Wij von­den een schuil­plaats in een loop­graaf; er ont­plofte een bom in onze nabi­j­heid, en den­kende, hier den dood te zul­len vin­den, ver­trouw­den wij elkaar onze gehei­men toe. Hij deelde mij alles mede omtrent die schrift­ver­val­sching, en ik ver­telde hem mijn geheim. Een andere bom begroef ons onder de aarde... Wan­neer ik tot bezin­ning kwam lag ik in het hos­pi­taal. Van de zie­ken­diens­ter ver­nam ik dat den man, welke mij het leven gered had, gedood was. Later zag ik ech­ter Gren­vil terug in Ame­rika. Ik liep hem na maar ver­loor hem uit het oog. Dan kwam ik naar Enge­land om hem te zien en hem te doen zwe­ren mijn geheim niet te ver­ra­den. Doch, zijn herin­ne­rin­gen zijn verd­we­nen, uit oor­zaak dier bomont­plof­fin­gen; zelfs mij herkent hij niet meer. »

« Wat een vreemde wereld » mom­pelde de Graaf.

« Het schi­jnt dat het toe­val mij aan­ge­we­zen heeft om u te hel­pen, Lord Rose­car­rel » zegde Alfred zacht. Uw zoon redde mij het leven. Indien ik ijn dit avon­tuur den dood vind, zal ik mijn schuld terug betaald heb­ben. »

« En indien gij die moei­lijke taak door komt. wat zult gij mij vra­gen? »

« Daar zul­len wij later over spre­ken... Zeg mij nu waar dit doku­ment zich bevind. »

« Op het kas­teel van Temes­var in Mal­ma­tia. Twee mij­ner agen­ten heb­ben het kas­teel kun­nen binr>e,T) drin­gen maar wer­den gedood, »

« Mag ik geluk­ki­ger zijn » ant­woordde Anthony.

« Maar waa­rom is Temes­var voor u bevreesd? »

« Doo­deen­vou­dig omdat ik te veel van hem weet» zegde Rose­car­rel. « Indien ik mijn plaats in hét Minis­te­rie van Bui­teh­landsche zaken kon her­ne­men, dan kon ik hem, ver­wi­j­de­ren, maar juist door dit te doen, zou hij alles kun­nen open­ha­ren... Tre­mes­vai-is nu in Lon­den. Een mij­ner zag hem gis­te­ren in de stad. Hij ging een auto­mo­biel-maga­zijn bin­nen $n bes­telde daar een bij­zon­der rij­tuig. »

Antho­ny’s gelaat klaarde op. « Indien' gij genoeg inv­loed bij die firma bezat, om mij door Tenes­var te doen aan­ne­men o-mdien auto te stu­rep, dan kon ik zeer gemak­ke­lijk in Croa­tië komen, zon der arg­waan te wek­ken. »

« Een uits­te­kend gedacht » ant­woordde de Lord.

« Uw her­sens wer­ken vlug, jong­man. »

« Een leven vol avon­tu­ren heeft ze ges­cherpt. Hebt ge de noo­dige inv­loed dan is reeds veel gedaan. Het is niets onge­woons dat een firma een dri­j­ver aan­be­veelt om een auto voor de eerste maan­den te voe­ren. Ik ben een expert-auto­dri­j­ver, en ik geef u de ver zeke­ring dat ik Graaf Temes­var zoo­veel vol­doe­ning. zal geven, dat hij niet meer van mij zal willen sehe: den. » j

« Goed, gij knnt er op aan dat ge in dienst zult komen van den Graaf. »

Rose­car­rel stond op en drukte Anthony de hand « Voor de eerste maal, sinds Tenes­var mij in zijn macht heeft, krijg ik nieuwe hoop » glim­lacbtte de Lord.

Zes weken later was Anth'ony in Mal­ma­tia, de hoofd­stad van Croa­tië. Hij had niet over­dre­ven met te zeg­gen dat de Graaf over hem vol­daan zou zijn als chauf­feur.

Temes­var was gek op dolle rit­ten en aan de krom min­gen der wegen, naar zijn kas­teel, gele­gen op een steile berg, kon alleen een man met sterke zenu­wen, vei­lig heen komen. Geluk beguns­tigde Anthony.

De eigen chauf­feur van Temes­var, een croa­tiër. was jaloer­soh op den Engel­sch­man. Deze Vas­par genaamd, had van Anthony reeds een lesje gekre gen, bij het dri­j­ven van den zil­ve­ren auto,'het nieuwe rij­tuig van den Graaf. Var­par vroeg aan Temes­var om toch maar eens een tochtje te mogen maken. Doch, Anthony had de gehei­men van den nieu­wen auto niet ver­teld en wan­neer nu Vas­par, de eerste maal het voer­tuig bes­tuurde, reed hij er mede in een ondiep ravijn waar­door de Graaf erns­tig gek­wetst en de auto bes­cha­digd werd.

« Gij idioot! » riep Temes­var. « Ik had kun­nen gedood wor­den! Ik was op het punt de Engel­sch­man terug naar zijn firma te stu­ren, maar nu zal hij bli­j­ven en wel als hoofd-chauf­feur! »

Anthony kon bijna zijn vreugde niet ver­ber­gen, wan­neer een bediende hem dit mede­deelde. Doch, wan­neer nu de Graaf hem dit aan­bod deed, wei­gerde hij, onder voor­wend­sel dat Hentzi de par­ti­ku­liere secre­ta­ris van Temes­var, hem wan­trouwde.

« Mijn firma ook zal niet willen dat ik lan­ger hier blijf dan het kon­trakt luidt, Excel­len­tie » zeg de hij.

(Wordt voort­ge­zet);


WAN­NEER GIJ HET WOORD

aan de deur van een Kinema ziet staan, treedt dan bin­nen en gij zijt zeker een aan­ge­naam = oogen­blik door te bren­gen.

Abon­neert u op «Kinema- en Too­neel-wereJd». Fr. 16 por half Jarr. Fr. 7.60 per drie maan­den.

AAM DE KH. ADVER­TEER­DERS VAM WEEK­BLA­DEN

Wsr.​aoht U een goede publi­ci­teit, pineut dan uw aan­kon­di­gin­gen In i Kinema- en Too­neel-wereld ».

Kinema- en Too­neel­we­reid » I« het beste en meest gele­zen week­blad van Bel­gië.

< Kinema- en Too­neel­we­reid » Ie het offlo­leel orgaan van het Natio­naal Ver­bond der Vlaam-sche Too­neel­maa­ta­chap­pi­jen, waar­bij bijna ai da too­neel­krln­gen van het Vlaa­meoho land zijn aan­ges­lo­ten. Het Is alleen daar­door reeds het voor­naam­ste famll­le­week­blad van Bel­gië.

Met een aan­kon­di­ging van sleohts enkele lij­nen In < Kinema- en Too­neel­we­reid », bereikt men meer dan met heele pages In andere week­bla­den.

KINEMA- EN TOO­NEEL­WE­RELD» WORDT DOOR HAAR AANOE­NA­MEN INHOUD, van arti­kels van de beste en meest gekende schri­j­vers en let­ter­kun­di­gen van Bel­gië, OVE­RAL GELE­ZEN.

Onze bureel en zijn open Alle werk­da­gen van 9 tot 1 en van 3 tot 7 uur.

Korte Gas­thuiss­traat, 16, Ant­wer­pen.

HACK IN

86, rue d.s Plan es, 83 — BRUS­SEL 1 Biedt aan;

Vijl bui­ten­ge­woone avon­tuur­lijke film - dra­ma’s met

IIarry Carky

Drukk. Nep­tune, Steen­hou­wers­vest, 28, Antw.


OVAL - ZOO­LO­GIE CINEMA

'-Réha­bi­li­tée

« SIX HEURES .»

Jac­que­line Cham­bry a été éle­vée très libre­ment par son père Vic­tor Cham­bry, auteur célèbre, qui pose que cha­cun a droit de dis­po­ser libre­ment de sa vie. La jeune fille s’oc­cupe libre­ment de pein­ture, sous la direc­tion du peintre Pierre Nio­rot, qui éga­le­ment voit très lar­ge­ment. Vic­tor Cham­bry tra­vaille avec achar­ne­ment à un grand roman, étude sur la jeune fille moderne. Les édi­teurs hésitent mal­gré le nom de l’au­teur; mais leur repré­sen­tant Jacques Mazion, amou­reux de Jac­que­line, y pousse beau­coup au contraire. Ce jour-là Mazion a pro­fité d’une récep­tion chez Cham­bry pour faire la. pour à Jac­que­line, et celle-ci, en le rac­com­pa­gnant à la gare, le voit dis­pa­raître avec une incon­nue.

Jac­que­line a quitté la mai­son pater­nelle et se réfu­gie ehe - un ami. riche ban­quier sans scru­pules, nommé Chah­ra­ham. Celui-ci pro­fite du désar­roi et accom­pagne Jac­que­line dans le monde de la Noce.

La jeune fille y fait une étude du monde galant et y ren­contre son ex-fiancé avec sa maî­tresse. Ecœu­rée par le spec­tacle, elle quitte à l’aube le temple de la débauche, et en ren­trant chez elle fait une étude com­pa­ra­tive entre le monde qu’elle quitle et la foule des ouvriers qui se rendent au tra­vail. Elle songe: d’un côté le plai­sir... avec ses orgies, de l’autre le tra­vail avec son repas moral.

Chah­ra­ham relance Jac­que­line; mais elle désire se frayer un che­min uni­que­ment par son labeur. 11 lui repren­dra une mai­son de cou­ture et elle payera des traites éche­lon­nées. Toute l’af­faire est faite sous les conseils d’un agent d’af­faires véreux: Sar­lat, oui s’ar­ran­gera pour que l’af­faire tombe et nue Jac­nue­line, accu­lée, fasse la chute. Chn­bra-llam sera là nour la rece­voir. Tout se passe ainsi que l’ont prévu les deux com­plices, lorsque l’in­ter­ven­tion de No’rot déjoue leurs plans.

Jac­que­line a réagi; elle a pris comme asso­ciée Lou­lou, la maî­tresse de Mazion, son ancien fiancé. Une fête a lieu pour fêter l’heu­reux retour à la for­tune et son père assiste inco­gnito au triomphe de sa fille. Mazion fait la paix fra­ter­nel­le­ment avec Jac­que­line et Noi­rot, très amou­reux, assiste de loin à cette scène, corn­prend mal le sen­ti­ment qui anime les anciens fian­cés, s’en­fuit. Vic­tor Cham­bry a sorti son livre, mais ce n’est plus la jeune fijle qu’il avait conçue qu’il dépeint, c’est l’âme de son enfant, de la jeune fille moderne, éner­gique. fière, vrai­ment femme. Cepen­dant, lac­que­line apprend le motif de la dis­pa­ri­tion de Noi­rot; elle le cherche, et, à la même gare où mou­rut son amour, elle retrouve Noi­rot. Tan­dis que la vieille hor­loge égrène ses notes légères, gaies... Carillon de bon­heur, de l’amour, de la vie qui renaît...

PRO­GRAMME du 13 AVRIL au 17 AVRIL 1 PRO­GRAMMA i 3 van APRIL tot 17 APRIL

1. La Chasse du jeune Henri

Méhul

2. R Bourg’ la IBresse

(voyage)

3. Dédé mari modèle

(Comique)

4. Chan­son joyeuse....P. Wachs

Rio Jim tient parole

diame avec W. S. Hart

1. Jacht van den jon­gen Hen­drik

2. IBoiirg la Bresse

Méhul

Dédé model-echt­ge­noot

(Klucht)

4. Vroo­lijk lied....P. Wachs

Rio J m houdt woord

drama met W. S Hart

Zaza R. de Buxeuil Cê\va\>\Y\\êe grande comé­die dra­ma­tique inter­pré­tée par Melle Andrée Bra­bant .? 6. Zaza R. de Buxeuil 7, 5 ere\va\n\\\eerà groot dra­ma­tisch too­neels­pel ver­tolk door Mçj Andrée Bra­bant

Semaine proe­haine den x fiims à grand suc­cès

«M WAL­LACE KEJD f dans j 100 à l’heure | comé­die spor­tive NEAL HART dans La loi Indienne ». grand drame d’aven­tures

à par­tir du 27 avril

G-XUS­TAA PALEEME

dans une œuvre rem­plie d'émo­tion et de sen­ti­ment

Frou--Frou

tirée de la célèbre pièce de MEIL­HAC et HALÉVY

Gere­ha­bi­li­teerd

Vic­tor Cham­bry, een beroemde let­ter­kun­dige, die zijn talent sleeds ten dienst stelde van voo­ruits­tre­vende idééën, woont met zijn doch­ter Mar­gue­rite, die van het leven een heel moderne opvat­ting heeft, gediend door haar uit­bun­dige jeugd.

Voor het oogen­blik werkt de mees­ter aan een groot roman, van gewaagde ten­denz, waar­mede Jacques Mazion dweept, maar ter­zelf­der­tijd aan Mar­gue­rite niet onver­schil­lig is. Een toe­val brengt haar een bit­tere ont­goo­che­ling: zij ziet Jacques een andere ver­voe­gen die hem afwachtte. Na een hevige woor­den­wis­se­ling met haar vader verk­laart Mar­gue­rite dat zij zich aan alle gezag wil ont­trek­ken. Zij brengt een bezoek aan den ban­kier Gha-brn­ham, wien zij een aan­zien­lijke geld­be­leg­ging vraagt om een groot mode­huis over te nemen. Chah­ra­ham, ver­liefd, stemt toe. Intus­schen voert hij haar mee naar de nach­thars en leert haar het schil­te­rend-fac­tice, kla­ter­gou­den groot-leven ken­nen. Mar­gue­rite walgt ervan en verk­laart den ban­kier dat zij niet zijn maî­tresse wil zijn, maar dat zij wil wer­ken. De ban­kier buigt voor haar wil, met de geheime gedachte dat haar han­delsza ik een tegen­val­ler zijn zal, dat zij niet zal kun­nen beta­len en alzoo wel ver­plicht te zijn, zijn wen-schen te vol­doen. Zij wordt uil deze lage doe­nin­gen gered door een jong schil­der die haar sinds lang bemint en dien zij huwen zal.

Van zijn kant heeft Mar­ge­ri­te’s vader het ten-den­zieuse hoek ver­nie­tigd en, den­kend aan zijn doch­ter, een ander ges­chre­ven waa­rin hij verheer­lijkt het moderne jonge meisje dat zich, door den arbeid, vrij maakt.

»feil


as

jSSI

POUR AVOIR UNE BIÈRE BONNE ET SAINE

Adres­sez-vous à la Bras­se­rie

VAN H OM BEECK

BER­CHEM - Tél. 5210

ItI­KItKS en BOU­TEILLES - en FUTS

HABILLEZ

VOS

ENFANTS

BRI­TAN­NIA

77, Longue rue d’Ar­gile

Mai­son BERTH Y

106, rue de l’Eglise, 106

La Fou­niii­nie lié­né­ralt miiiiiio­lille

12, rue Van Ert­born

Tél. 2921 ANVERS Tel. 2921

Agence pour la Pro­vince d'An­vers du Vrai “FERODO"

Agence pour Anvers des Rou­le­ments à billes S. K F.

Agence géné­rale pour la Bel­gique du Dia­mond et Noble’s Polish

La seule mai­son de la place four­nis­sant aux garages aux prix de gros

fo uFin unies

Arran­ge­ments — Répa­ra­tions Conser­va­tion de four­rures Prix avan­ta­geux — Tra­vail soi­gné

PHO­TO­GRA­VEURS

DES­SI­NA­TEURS

EXE­CU­TION RAPIDE ET SOI­GNÉE

Champ Vle­mi­nekx..ô ANVERS Ten* PM • 9209

OUVRAGES DE DAMES

OUV­KAGKS IftES­SIXES

LAINES, SOIES, COTONS, COUVRE-LITS. NAPPES, STORES, BON­NET­TE­RIE A LA MAIN. DEN­TELLES, JUM­PERS

MAI­SON EMMA

HAND­WER­KEN

WOL, ZIJDE, KATOEN. BED­SPREIEN, TAFEL-KLEE­DE­REN, STORES, KAN­TEN, HAND­BRE1­GOED, JUM­PERS

Anvers, Rue Von­diis­traat, 15, Ant­wer­pen ßj

Autos pooi Céré­mo­nies. Mariages. Bap­têmes et Fêtes

Garage J & H. DEHU

Télé­phone 3107

42, Canal des Bri­seurs - ANVERS VOYAGES A L’ÉTRAN­GER - EXCUR­SIONS PRD

GAR­NI­TURES

A FOR­FAIT

POUR

Fumoirs, Salons, Bou­doirs Chambres à cou­cher Veran­dah Fau­teuils - Club

11, Longue rue du Van­neau

- (près du parc) -

A. à e"T?oo s » Çtoi

vrw* «MM

g££Ùr .pmtéwôi

iff EM ÊEÂTe STRAAT«?.

...."••iiiiiiiiiiiiiiiiiiiii

I MEUBLES

I Les plus grands Maga­sins en Bel­gique | 9 Longue rue des Claires 9

j§ (près Meir)

BRO­DE­RIES

DES­SINS MODERNES

PERLA.​GE3, BOU­TONS, POINTS­CLAIRS. PLIS­SAGE

Grand choix de gar­ni­tures, 200 salles à man­ger, |

Ichambre, à cou­cher, salons, cui­sines, veran­dah's, |

I bureaux, lite­ries, chaises-longues, etc. etc. j s

I Mai­son Amé­ri­caine I

I Meilleui mar­ché qu'ailleu, s |

Ouvert tous les jours jus­qu’à 8 h. ». |

I M tga­sin fermé 1

ffHiiiiiiiiiiiii­Miiiiiiiiiiiuiinî C rWj GHl­viO

M RYCKAER

RUE RUBENS, 17, ANVERS

TRA­VAIL SOI­GNÉ ET RAPIDE

.. EUGELSCH HOED EN MA GA ZI JIX..

VON­DEL­STR., 19

CAUS

(nabij SL Jans­plaatsi

De laatste nieu­wi­ghe­den in Vil­ten Hoe­den

W- Rüinre leus Ziet