Programme de 4 à 8 févr. 1923



Livret de programme

Source: FelixArchief no. 1968#521

Ce texte a été généré automatiquement sur la base des pages numérisées, en utilisant la technologie ROC. En raison des polices de caractères historiques utilisées dans les livrets de programmes, les résultats ne sont pas sans fautes.

Consultez les images de ce livret de programme


CINE­MA­WE­RELD

ORGAAN DER CINE­MA’S VAN BEL­GIE

Aan­ges­lo­ten bij den „ Bond der Bel­gische Per­io­dieke Druk­pers ”

CINEMA

Sta­tie­plein, 21, Ant­wer­pen = Tele­foon 5259

PRO­GRAMMA

HOOFD­BU­REEL EN OPS­TELRÀAD

ANT­WER­PEN 124, Van Schoon­be­kes­traaf, 124

Tele­foon Nü 11625

ANT­WER­PEN

Post­chek N° 62703

BIJ­BU­REE­LEN

BRUS­SEL: Broeks­traat, 37

MECHE­LEN: Gil­dens­traat, 19

OOS­TENDE: GENT :

Lang­straat, 55 bis Abra­ham­straat, 5

@@060000060000 060666 0«6«00


"LVWVWV WtN­WAVWlftWi

ROYAL - ZOO­LO­GIE CINEMA

Pro­piiM iln 4 an 8 lévrier

Mireille. . . .

(Ouver­ture)

EN PLEIN VOL

docu­men­taire

Lohen­grin .

Ch. Gou­nod

E. Wag­ner

(Intro­duc­tion et chœur des fian­çailles)

MAMAN

Chef d œuvre ciné­gra­ph’que eu 9 par­ties avec Madame MARY CARR dans le rôle titu­laire

Cava­le­ria Bus­ti­cana

(Inter­mezzo)

MAMAN

P. Mas­ca­gni

Thaïs (médi­ta­tion) . . . Mas­se­net

Pour vio­lon solo avec accom­pa­gne­ment de Chœur mixte et Orchestre

Pro­gramms van 4 loi 8 Frli­ruarle

Ch. Gou­nod

(Ope­ning­stuk)

IN VOLLE VLUCHT

Oor­konde (

Lohen­grin E. Wag­ner

(Inlei­ding en ver­lo­ving­skoor)

MOE­DER

Kine­ma­to­gra­fisch mees­ter­werk in 9 dee­len met Madame MARY CARR in den hoof­drol

Cava­le­ria Eus­ti­cana . P. Mas­ca­gni

(Tus­schens­pel)

MOE­DER

Thaïs ....​Massenet

Voor viool solo met bege­lei­ding van Gemengd Koor en Orkest

MOE­DER

PRO­CHAI­NE­MENT

LE GRAND FILM D’ART

LR DAME AUX AME­LIAS

d’après le célèbre roman d’Alex. DUMAS Fils et inter­prété par

NAZI­MOVA et Rudolf VALEN­TINO

Adap­ta­tion musi­cale du film

pour Chœur mixte, Orgue et Grand Orchestre sous la direc­tion de Mr. Henri Ceu­le­mans

Rosa­munde (ouver­ture) .... Fr. SCHU­BERT.

La Chaise à Por­teurs .... A. Cha­MI­NADE.

Les Noces de Figaro (ouver­ture).... W. A. MOZART.

(pour Chœur mixte, Orgue et Orchestre)

Sep­tuor .... L. v. Bee­tho­ven.

Sous les Tilleuls .... J. MaS­SE­NET.

MADRI­GAL .... Van Duy­sen.

(Chœur mixte « a capella »)

La Cin­quan­taine .... G. Marie.

Corio­lan (ouver­ture) .... L. V. BEE­THO­VEN.

(Chœur mixte et Orchestre)

Andante can­ta­bile .... TsCHAï­FOWSKY.

Louise .... C. Char­pen­tier.

(Chœur mixte et Orchestre)

La Reine Fia­mette (trio) .... X. LEROUX.

L’En­jant Pro­digue .... Cl. DEBUSSY.

LA VIERGE A LA CRECHE .... C. Franck.

(pour deux voix de femmes et orchestre)

LA MORT DTSOLDE .... R. Wag­ner.

(pour Soprano solo et Orchestre)

Mme G. Clau­wens-Mat­tees­sen.

Peines de Cœur .... E. GRIEG.

Der­nier Prin­temps .... E. Grieg.

A LA PORTE DU CLOITRE .... E. Grieg.

(pour Soprano et Alto sole, Orgue et Orchestre)

Mme Clau­wens-Mat­tees­sen.

Mlle Weyers.

L’Onde tra­gique (ouver­ture) .... G. Marie.

Man­fred (ouver­ture) .... R. SCHU­MANN.

Les Erin­nyes .... J. MaS­SE­NET.

CHŒUR DE LA PAS­SION selon ST. JEAN .... J.-S. Bach.

(Chœur mixte, Orgue et Orchestre)

Lohen­grin (Cor­tège solen­nel) .... R. WAG­NER.

(Chœur mixte et Orchestre)

Impri­me­rie du (’entre, 26. Rem­part

Anver


s/rfg?3

zoJc ik VLV) efy­pon* >—

A. oi e'T?oo s - Çjoe­Cixxûhi

çggMu ooget -

cTfn ciwe sTraat2ö

BRO­DE­RIES

DES­SINS MODERNES

PER­LAGES, BOU­TONS, POINTS­CLAIRS, PLIS­SAGE

M— RYCKAERT

RUE RUBENS, 17, ANVERS

TRA­VAIL SOIGNE ET RAPIDE

Hol­landsche varen — Pra­cîil­vu­ren

in alle sti­j­len en in allen aard

CUI­SI­NIÈRES:: KACHELS

LOUIS TOTTE

ântw.-L Rie­vitstr, 9 L. r. du Van­neau-Anvers

Foyers Hol­lan­dais - Foyers de Luxe

en tous styles et en tous genres

Cui­si­nières - Poêles - Poêles à feu continu

* H. GOOS­SENS "

141, Chaus­sée di Malines - 7, Rue de l’Har­mo­nie

Télé­phone 1462

tenile spée­lalltê île voi­lures île noces

Auto­mo­biles Oe grand luxe

S’ei-son­nel e!i«i«s et stylé

La Foii­raiim liè­né­rale Aiuo­mo­lille

12, rue Van Ert­born Tel. 2921 ANVERS Tél. 2921

Agence pour la Pro­vince d’An­vers du Vrai "FERODO”

Agence pour Anvers des Rou­le­ments à billes S. K F.

Agence géné­rale pour la Bel­gique du Dia­mond et Noble’s Polish

La seule mai­son de la place four­nis­sant aux garages aux prix de gros

Mm Muguet ct’Or

Mai­son Vers­trakte Vieux Mar­ché au Blé. 55-57, Oude Koorn­markt ANVERS AN7 WER­PEN

Modèles-Robes-Blouses-Man­teaux Com­bi­nai­sons-Lin­ge­ries

Spé­cia­lité de Robes *ï

Confec­tionné — Sur Mesure

&au d’Sîn­vers

Het aan­ge­naam­ste reuk­werk voor het toi­let

Groot: St-Michielss­traat, 19, ANT­WER­PEN

Depo­thou­ders:

Grande Par­fu­me­rie, Hui­de­ve­tierss­traat, 1-3 Mai­son Guillaume, De Key­ser­lei, 43 Mai­son Jean­nine, Schoen­markt, 3

en in alle goeds reuk­werk­win­keis

Aux Fabri­cants suisses réunis

PEL­LE­TIER - FOUR­REUR

12, rue Fer­di­nand - Coose­mans, 12

tel. 9536 BER­CHEM-ANVERS tél. 9536

RÉPA­RA­TIONS — TRANS­FOR­MA­TIONS CONSER­VA­TION

Nico­las TEN­SEN

Mar­ché aux Sou­liers, 12 ANVERS

rue des Fri­piers, 12 BRUXELLES

REPA­RA­TIONS

.Grand choix de Montres-bra­ce­lets...

gar­ni­tu­res'9

POUR

Fumoirs, Salons, Bou­doirs Chambres à cou­cher Veran­dah Fau­teuils - Club

11, Longue rue du Van­neau

(près du parc)

CoroNA

La meilleure machine à écrire por­ta­tive

AGENT

F. MAFS

59, Rem­part S,e Cathé­rine

(Coin rue Israé­lites)

t«i. 1822 ANVERS

COD­TEL­LE­BIE MER­CKX

1, FUE DE MENUI­SIERS, 1

(Mar­ché aux Sou­liers)

Cou­teaux-Canifs - Rasoirs-Ciseaux

COU­VERTS EN TOUS GENRES

ORFE­VRE­RIE Ile CIITS­TOFLE dé PARIS

rariir:ox.​rETrrf .rrrrwt:

iiiiiiiiiiiiiiiiiüiiiiiiiiiiiiiiiiiiii­miiiiiiiiiiiiiiiiiiiii­Hii­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­m­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­iil

MEUBLES J

I Les plus grands Maga­sins en Bel­gique |

9 Longue rue des Claires 9

I Grand choix de gar­ni­tures, 200 salles à man­ger, f g chambres à cou­cher, salons, cui­sines, veran­dah’s, | I bureaux, lite­ries, chaises-longues, etc. etc.

Mai son Ai néri­caine

Meilleur mar­ché qu’ailleurs I Ouvert tous les jours jus­qu’à 8 h. e. 1 Maga­sin fermé |

Entre­prises Gén. d’Elec­tri­cité

R.​RUYSSERS

6, rue Van Maer­lant, 6

Tél. 5374

Appa­reils d’Eclai­rage Force motrice


ANVERS

LOUIS CAVENTS

Ins­tal­la­tions et Répa­ra­tions d’Eîec­tri­cité

GROS

Mai­son Prin­ci­pale: Devis gra­luü sut demande FABRIQUE:

21, RUE LÉp­POLD Rue Vii cotte, 88 (

* » Suc­cur­sales: OÉYAIL BOR­GE­RHOUT

6o, rue de lEa­lise 118, rue Natio­nale * 3* LAMPES PHI­LIPS - [Anvers] -

Ate­liers: rue Guillaume Tell, 1 Spé­cia­lité: LUS­TRE­RIE TÉLÉ­PHONE 5842

Voor­be­hou­den aan het huis A L’IN­NO­VA­TION

Meir­plaats

Ant­wer­peu


« CINEMA WERELD x

1892 WAL­LACE REID f 1923

Toen we ver­le­den week het lako­nieke nieuwsje in een Engelsch dag­blad lazen, als­dat deze zoo graag geziene film­spe­ler zou over­le­den zijn, kwam ons dit bericht niet al te zeer onwaar­schi­jn­lijk voor daar we reeds sinds lan­gen tijd de vrees­dij ke kwaal ken­den waar­van Wally ten slotte dan toch als slach­tof­fer zou moe­ten val­len.

Reeds een paar malen werd het bericht de wereld inge­zon­den als zou hij weer aan de bete­rhand zijn, ja, zelfs dat hij reeds zoo­ver opgek­napt was, dat hij terug zou gaan draaien, en bij­ge­volg wil­den wij hier de logens­traf­fing of beves­ti­ging van die tra­gische nieuws­ti­j­ding uit de eerste bron heb­ben, en we tele­gra-fieer­den naar Los Angeles. Het ant­woord, dat we te laat ont­vin­gen om nog

in ons vorig num­mer te kun­nen opge­no­men wor­den, kwam en helaas, de droeve mare werd beves­tigd: Wal­lace Reid was niet meer!

Wal­lace Reid was op 15 April 1892 te St. Louis (Mis­souri) in de Veree­nig-de Sta­ten gebo­ren. Nau­we­lijks ééne week . oud verhuisde de fami­lie naar de hoeve van zijn over­groot­va­der, Mr T. B. Rice, rech­ter aan het Beroep­shof, en stich­ter der mooie stad Medora in Vir­gi­nia en alwaar Wally de geluk­kig­ste jaren van zijn leven sleet.

Toen Wal­lace 7 jaar oud was, stierf zijn over­groot­va­der en ver­lie­ten zijne ouders opnieuw Vir­gi­nia, om terug naar St Louis te kee­ren. Hij begon zijn stu­diën in deze stad maar vond de voet­bal veel inter­es­san­ter dan de stel­kunde en het latijn, en zelfs voelde hij in zich de stof om later een groot schri­j­ver te wor­den. Hij ein­digde zijne stu­diën aan de hoo­ges­chool van Prin­ce­tan alwaar hij in al zijne exa­mens slaagde.

Hij werd onge­dul­dig en trachtte er naar zijn eigen kost te ver­die­nen en het land te door­rei­zen. Ein­de­lijk neun hij zijn bes­luit, en ver­trok naar het Wes­ten, met als alle hulp­mid­de­len eene zeer kleine geld­som en een aan­be­ve­lings-schri­j­ven van zijn vader aan dezes vriend de beroemde Buf­falo Bill, bes­temd voor zijne zus­ter Aunt May Cody, bes­tuurs­ter van het hotel Irma te Cody, Wya-ming. Hij had nog slechts 15 (Ameri-kaansche) cents op zak toen hij te Cody aan­landde, maar Miss Cody ver­bond hem als boe­khou­der aan hare inrich­ting aan het sala­ris van 30 dol­lar per week.

Na getracht te heb­ben een sport­ti­jd­schrift « The Motor Maga­zine », uit te geven, betrad hij voor de eerste maal de plan­ken in een gekend stukje van zijn vader « The Girl and the ran­ger » en de omrei­zen begon­nen.

Op door­tocht te Chi­cago, werd hij door de oude Selig-Cy aan­ge­wor­ven, ach­te­reen­vol­gens als regis­seur, ope­ra­teur en

CINE­MA­WE­RELD »

als artist. Hij bes­tuurde de opname, gri­meerde zich met een kne­vel om.​de ver­ra­ders­rol te ver­tol­ken en draaide aan het opname-appa­raat wan­neer de ope­ra­teur belet was.

Vader en zoon Reid wer­den aan de Vita­graph ver­bon­den. Wal­lace draaide er in gezel­schap van Mau­rice Cos­tello, John Bunny, Harry Morey en Jimmy Moris­son.

Daarna ging hij naar de Nes­tor Cy over en draaide er « Every inch a Man », een film die voor hem van groote betee-J'enis zou wor­den. De star ervan was ' oro­thy Davon­port. Dit was in 1913. Kort daa­rop herhaalde hij opnieuw het lief­des­too­neel, dit­maal zon­der getui­gen en op 13 Okto­ber 1913, de ver­jaar­dag van Doro­thy, stap­ten bei­den in het hu-welijks­schuitje. De bruid telde 17 jaren.

Terug van de huwe­lijks­reis, ver­kreeg Wal­lace eene ver­bin­te­nis van de Bio­graph, onder de lei­ding van D. W. Grif­fith.

De fil­men die hij toen draaide zijn ontel­baar, want men draaide er 2 à 3 per week. Het gezel­schap was toen samen­ges­teld uit Lilian en Doro­thy Gish, Mary Pick­ford, Blanche Sweet, Maë Marsh, Owen Moore, welke op dit tijd­stip, even als hij zelf, nog zoo goed als onbe­kend waren.

In 1915 sloot hij met de Famous Players eene ver­bin­te­nis voor 11 jaren af en ( ijne voor­naam­ste en hier best bekende ril­men zijn: «Een Man voor één Dol­lar», «Zijne 40 H.P.», «Kam­pioen van Liefde en Snel­heid», «De Snel­heid­sdui­vel», «De Val­lei der Reu­zen», «De school der Beko­ring», «De spe­ciale Trein», «Moet men beken­nen?». Kor­te­lings zal men hem nog zien in «De heische Bag­germa-chiene» met Lois Wil­son, «Het Hart bedriegt ons», met Glo­ria Swan­son, ((Bui­ten­spo­rige Snel­heid», met Agnes Ayres, «De Wonin­gnood», met Lila Lee, «De Ont­war­der» met Bebe Daniels.

Zijn laatste suc­ces­sen in Ame­rika waren: ((Doo­rheen het Vas­te­land», met Lois Wil­son, «De Gees­ten­tem­mer», met Lilia Lee, ((Brave Lie­den» met Bebe Daniels en «Cla­rence» met May Mac Avoy, Agnes Ayres en Kath­lyn Williams.

Wal­lace Reid was begon­nen met Nobo­dy’s Money» (Het geld dat nie­mand toe­hoort) te draaien, toen de ziekte hem verhin­derde van dezen band te volein­di­gen en het was Jack Holt die hem ver­ving.

Wal­lace Reid is een slach­tof­fer der geest­doo­dende mid­de­len en der alkooli-sche dran­ken. Zijne vrouw verk­laarde aan de poli­tie dat, sinds twee jaar, Wal­lace in gezel­schap van eenige andere ar-tis­ten, mor­phine en cocaïne gebruikte en dage­lijks ver­schei­dene liters whisky dronk. Zij heeft aan de poli­tie de namen dier artis­ten bekend gemaakt die zich regel­ma­tig ten zijnent ver­ga­der­den en hem in het slechte spoor lok­ten, « want Wally », zegde zij, « was een brave jon­gen, doch liet zich te gemak­ke­lijk ove­rha­len en dit was zijn onge­luk. »

Wal­lace mat 1 m. 82 en woog, voor zijne ziekte, 84 kg.; hij had gri­jze oogen en kas­tan­je­bruine haren. Hij laat een zoontje, William-Wal­lace, van 5 jaren, als­mede een jon­gentje, dat hij en zijne vrouw pas had­den aan­ge­no­men, ach­ter.

Wal­lace Reid is de tweede ster die sinds kor­ten tijd van het fir­ma­ment van Cine­ma­po­lis verd­wi­jnt. Over eene goede maand de Fransche cinema-artist René Cresté, nu hij.

Doch voor eeu­wig dood is hij niet. De won­der­bare film zal hem op het witte doek doen voort­le­ven. En wan­neer onze naza­ten eens, veel veel later, wede­rom een zij­ner fil­men zul­len zien afrol­len, zal men kun­nen zeg­gen de woor­den uit de

H. Schrift, op hem toe­pas­sende: « Ver­le­den sta op! »

En de film zal zijn beeld opnieuw weer­ge­ven en de kine­ma­to­graaf zal zeg-gen:

« Ik ben de Ver­ri­j­ze­nis en het Leven! Wie in mij gelooft, weze hij dood, zal leven. Wie in mij leeft en gelooft, zal niet voor altijd ster­ven! »

Nemo.

N. B. — Een prach­tige reeks pho­to’s, Wal­lace Reid, zijne vrouw en zoontje, zijne woonst, enz. voors­tel­lende, zijn deze week aan de uits­tal­ling der druk­ke­rij <( Nep­tune », Steen­hou­wers vest, n° 28, Ant­wer­pen, ten­toon­ges­teld.


« CINE­MA­WE­RELD »

3 S-S-5

§ S8-|s5

un-M

2Q 13

SHS

fl) ~ Co

►suct-

QoS

CO CO

fHM4

'H 02

4-* o3

(Ü öp-p d CO

* 8-3 SJT

Jrî >h u A)

cd J) CO

(L)

cd en

r« ÏTJ

ITS an

cd cd

r* cd

€ CINE­MA­WE­RELD »

De cine­ma­tak­sen en de regee­ring

Wij ver­ne­men Van bevoegde per­so­nen dat de Regee­ring onde­rhan­delt met de cinema-eige­naars om de tak­sen te her­zien.

Uit die her­zie­ning Van tak­sen op het volks­ver­maak kan niets anders dan een ver­be­te­ring, dus een ver­min­de­ring van tak­sen komen-

Wij weten dat de Regee­ring die aan het roer en aan den Ruhr is, zich Voor groote moei­lij­khe­den bevindt. Dié modi' jkhe­den zou­den zich gun­nen oplos­sen in nieuwe las­ten. En toch moe­ten wij van de Regee­ring Ver­kri­j­gen dat, niet­te­gens­taande alle ont­wer­pen van nieuwe las­ten, niet­te­gens­taande alle moei­lij­khe­den bin­nen oj bui­ten het land, de Regee­ring toch bes­luit tot het ont­las­ten van het volks­ver­maak door het invoe­ren Van billij­ker en rede­lij­ker tak­sen.

De open­bare Ver­ma­ken zijn een nij­ve­rheid als een andere, en het is niet omdat zij aan het Volk ver­ma­ken bren­gen dat de cine­mauit­ba­ters zich zelj ver­ma­ken. De cine­ma­ni­j­ve­rheid, de muzi­kan­ten, de schouw­bur­gen heb­ben even goed recht op Regee­ring­ss­teun als gelijk welke nij­ve­rheid.

Meer dan 10,000 Werk­lie­den vin­den in deze onder­ne­min­gen hun bes­taan en (( un werk­kring- Zij mogen niet gebroo­droofd wor­den door onre­de­lijke belas­tin­gen. De Regee­ring moet zich kun­nen inden­ken, hoe moei­lijk de toes­tand der Cine­mauit­ba­ters wordt, geperst als zij zijn tus­schen onver­bid­de­lijke tak­sen en de billijke eischen van het Volk op goed-koope ver­too­nin­gen.

Wij heb­ben ver­trou­wen in de per­so­nen die het volks­ver­maak ver­de­di­gen. Wij heb­ben Ver­trou­wen in de com­mis­sie door de Regee­ring aan­ges­teld.

Wij hopen dus ten spoe­dig­ste op eene ont­las­ting Van het volks­ver­maak, door het af schaff en van alle Pro­vin­cie- en Ge-meen­te­tak­sen, en door billij­ker rege­ling van ons tak­sens­tel­sel.

Too­neel- en Cine­ma­we­reld.

Gine­ma­nieuwsjes

Cecil B. de Mille, had vóór onge­veer drie maand eèn prijs uit­ge­looft van 1000 dol­lar aan die­gene welke hem een goed onder­werp voor sce­na­rio zou voor­leg­gen; 20,000 ant­woor­den wer­den er inge­zon­den en hij zag zich ged­won­gen acht pri­j­zen te ver-lee­nen in plaats van één. De win­nende «gedachte» was: « De Tien Gebo­den Gods », welke Cecil B. de Mille reeds aan ’t draaien is, In dezen film wordt dé man­ne­lijke noof­drol ver­tolkt, door de Roche­fort, de Fransche film­spe­ler, zoo pas te Hol­ly­wood aan­ge­ko­men.

Max Lin­der brak zich ver­le­den week den arm, met in de omstre­ken van Lau­sanne, een onge­luk­kige val te. doen. Hij wordt nu in een zie­ken­huis te Onchy ver­pleegd.

Cri­qui, de boks­kam­pioen, zijne vrouw en zijn mana­ger Eude­line heb­ben alle drie een kon­trakt afges­lo­ten om fil­men te draaien.

Dou­glas Fair­banks is sinds de laatste dagen van Decem­ber terug aan ’t draaien; in zijn nieuwe film ver­tolkt hij de rol van zee­roo­ver.

Pearl White... kloos­ter­linge. — De Ame­ri­kaan-sche bla­den druk­ken het sen­sa­tie bericht af dat Pearl White het wereldsche leven zou moe zijn en .zin­nens zou zijn er de rest van in een kloos­ter, als kloos­ter­linge, door te bren­gen.

Fatty wil terug aan cinema gaan doen. Indien hij door geene enkele film­maat­schap­pij aan­ge­no­men w,ordt, zal hij zijn eigen gezel­schap stich­ten,

Phyl­lis Haver, de lieve « Mack Sen­nett Bathing Girl », gaat wel­dra als «star» draaien.

Marie Pré­vost, eve­neens eene goed bekende « Mack Sen­nett Bathing Girl », gaat in ’t huwe­lijk tre­den met Ken­neth Har­lan. Deze is ges­chei­den van de in Ame­rika beroemde dan­seres Flo Hart, om eene woor­den­wis­se­ling die zij des­ti­jds had­den op eene door Fatty gege­ven par­tij.

Jack War­ren Ker­ri­gan’s moe­der is over­le­den.

Dou­glas Mac Lean heeft zijne eigen maat­schap­pij ges­ticht.

Cullen Lan­dis eve­neens.

Texas Gui­nan, de vrou­we­lijke cow-boy en film-speel­ster, is wede­rom in de gevan­ge­nis om een jon­gentje van 14 jaar ont­voerd te heb­ben, die het ouder­lijk dak ver­liet om haar te vol­gen. Het is de derde maal in één jaar dat Texas Gui­nan werd aan­ge­hou­den.

Mary Pick­ford gaat den­ke­lijk geene meis­jes­rol­len meer draaien. Haar eerste rol onder dit nieuwe oog­punt zal zijn: « Doro­thy Ver­non of Had­don Hall». Ernst Lübitsh, de beroemde duitsche film­re­gis­seur is te Hol­ly­wood aan­ge­ko­men om er haar film te bes­tu­ren.

Harold Lloyd (Lui) komt zich te ver­lo­ven met Mil­dred Davies, zijne par­te­naire uit « De Vos­sen­jacht ».

Frank Mayo’s ver­bin­te­nis voor de Uni­ver­sal werd niet meer ver­nieuwd. Hij gaat nu voor de Goldwyn draaien,

Mary Miles Min­ter zou de stille kunst vaar­wel zeg­gen en zich in de een­zaam­heid terug­trek­ken. Zij ver­diende zoo­wat 60,000 dol­lar per film.

Eddy Polo heeft te Wee­nen (Oos­ten­rijk) zijn eerste film gedraaid. De titel is: « De Gee­sel der Gie­ri­gheid ». Het is een band in 6 dee­len, metende te zamen 1700 meter.

Lot­tie Pick­ford, zus­ter van Mary en Jack, komt in een auto onge­luk nabij Los Angeles gevaar­lijk gek­wetst te wor­den.


€ CINE­MA­WE­RELD

Van den Dui­vel beze­ten

(THE LIT­TLE MINIS­TER)

Voors­tel­ler.... Adolph Zukor

Roman van....​Sir James Bar­rie

Sce­na­rio van .... Edfrid Bin­gham Euro­peesche omwer­king van

Franck Ser­vett Film­re­gis­seur .. Pen­rhyn Stan­laws

Ver­tol­kers:

Bab­bie .... Betty Comp­son

De Domi­nee .. George Hacka­thorn

Wij zijn te Thrums, in Schot­land, ten jare 1830; de wevers der streek, de ei-schen hun­ner werk­ge­vers, ges­teund door den bal­juw, moede, ver­zet­ten er zich tegen. De poli­tie moest tus­schen­ko­men.

woonte de armen der streek te bezoe­ken en hun hulp te ver­schaf­fen. Een terug­keer der poli­tie en zelfs de tus­schen­komst der troe­pen vree­zende, had­den de wevers ove­ral schild­wach­ten uit­ge­zet, met opdracht van drie­maal op den hoorn te bla­zen wan­neer er onraad was.

Bab­bie, de boheemsche zwerf­ster, was in wer­ke­lij­kheid, maar bui­ten eeniedf weten, Lady Ceci­lia, doch­ter van Lord Rin­toul, vri­j­heer en bal­juw, gouw­heer der pro­vin­cie. Zij was ver­loofd aan kapi­tein Hal­li­well, bevel­heb­ber van een regi­ment dra­gon­ders dat in de streek kan­to­neerde. Ver­no­men heb­bende dat haar vader, op aan­drin­gen van den kapi­tein, de aan­hou­ding van de lei­ders der wevers gelaste, veran­dert Ceci­lia spoe­dig in Bab­bie, ten einde te trach­ten ze te red­den.

maar de wels­pre­kend­heid van den nieu­wen her­der, bij­ge­naamd « de kleine Domi­nee », verhin­dert dat eenige al te woe­lige werk­lie­den aan­ge­hou­den wor­den.

De wevers ver­dach­ten eene Boheemsche hen ver­ra­den te heb­ben. Deze zwerf­ster, gekend onder den bij­naam van c geheim­zin­nige Bab­bie », had de ge-

Zij bevond zich in het woud toen er eenige schild­wach­ten door de sol­da­ten wer­den over­val­len en gek­ne­veld; toe­val­lig ver­neemt zij wat het alarm­si­gnaal was, en een hoorn gri­j­pende, kon zij er helaas, geen geluid uit kri­j­gen. Geluk­ki­glijk kwam de her­der langs daar en zij had hem slechts te wen­ken om door list

€ CINE­MA­WE­RELD »

van hem te beko­men dat hij het weeT-sland­ssi­gnaal geeft. De wevers zijn gered!

Daar kapi­tein Hal­li­well ver­nam dat zijne plan­nen door eene Boheemsche ged­wars­boomd wer­den, geeft hij oogen-blik­ke­lijk het bevel deze te doen aan­hou­den. Maar Bab­bie weet het zoo te schik­ken dat zij als de vrouw van den domi­nee door­gaat. ’S ande­ren­daags gaat de domi­nee, welke in « eer en deugd » op de Boheemsche ver­liefd is, zich bij den bal­juw bes­chul­di­gen zelf het signaal gege­ven te heb­ben. De mooie kapi­tein Hal­li­well, door de poli­tie­vers­la­gen ver­no­men heb­bende dat de domi­nee Bab­bie als zijne vrouw heeft doen door­gaan, eischt dat de Schotsche wet toe­ge­past worde. Deze schri­jft voor dat ieder man

die open­baar zijne veree­ni­ging met eene vrouw bekent, als dezer wet­tige echt­ge­noot zal aan­zien wor­den.

Met dit plan in ken­nis ges­teld, bes­luit Bab­bie van zich op staan­den voet te laten aan­hou­den. Groot was natuur­lijk de alge­meene ver­won­de­ring wan­neer men in de Boheemsche nie­mand anders dan Lady Ceci­lia her­kende.

Het huwe­lijk mag niet meer uit­ges­teld wor­den. De mooie Hal­li­well verd­wi­jnt op staan­den voet en de bal­juw, dezes ver­der­fe­lijke inv­loed niet meer onder­gaande, belooft het jonge echt­paar van het lot der wevers, hunne dier­bare bes­cher­me­lin­gen, te ver­be­te­ren. En zie­daar hoe de dui­velsche Boheemsche, de vrouw van een Dorps­do­mi­nee werd.

De strijd tegen de tak­sen

in den vreemde

Het bekende Neder­landsche too­neel-tijd­schrijt « Het Mas­ker » doet de hier-onder­vol­gende oproep. Wij kun­nen hem zon­der com­men­taar oüer­ne­men daar hij wels­pre­kend genoeg bewi­jst dat de tak­sen ove­ral de kunst en het volks­ver­maak fnui­ken.

Kunst is geen gene­ver

Indien u met ons van mee­ning is: dat de tegen­woor­dige belas­ting op de publieke Ver­ma­ke­lij­khe­den (die over de ont­vangst in plaats van over de winst bere­kend wordt) in de prak­tijk Acci­jns op Kunst beteekent;

dat het een schande is voor de hui­dige maat­schap­pij, indien men aldus bli­jft voort­gaan, Too­neel­kunst en Muziek op één lijn te stel­len met jene­ver en opium;

dat genoemde belas­ting fnui­kend werkt voor Too­neel­kunst, Voor­dracht­kunst en Muziek, en dat een groot deel der bur­ge­rij erdoor beroofd wordt van gees­te­lijk genot;

dat, al werkt een kuns­te­naar ook n,'ef ter­wille Van het geld, hij toch zeker even­min als eenig ander ver­plicht moet zijn om het geld, dat hij Ver­dient heeft, ten gevolge van een onhoud­baar bureau-kra­tisch stel­sel geheel en al aan de ove­rheid af te staan en zelf vaak gebrek te lij­den;

toont dan dat u eve­nals wij een einde wilt zien gemaakt aan dit onrecht­vaar­dige en absurde stel­sel van belas­ting der publieke Ver­ma­ke­lij­khe­den.


CINE­MA­WE­RELD »

- KNOCK - OUT -

Sce­na­rio van .... J. W. Merle y

Film­re­gis­seur . . Armand du Plessy Gedraaid in 1922

Ver­tol­kers:

Chi­quita .... Elmire Vau­tier

Moreno .... Gas­ton Jac­quet

Bru­tus .... Lewis Brody.

Tij­dens zijn ver­blijf in Zuid-Ame­rika maakte Lord Harold ken­nis met de mooie dan­seres Chi­quita, welke in een bar, gehou­den door Moreno optreedt.

Deze laatste ver­dient grof geld met de boks­mat­chen van den beken­den neger Bru­tus, welke op de dan­seres dol ver­liefd is.

Harold ver­trekt naar Europa en wordt door Chi­quita, Moreno en Bru­tus opge­volgd. Hier wordt de Engel­sch­man ver­liefd op een mooi meisje, wat Chi­quita doet zwe­ren wraak te nemen.

Door een toe­val ver­neemt het drie­tal dat dit meisje, Elva, de erf­ge­name is eener groote for­tuin, ver­bor­gen in het park. Zij bes­lui­ten ze op te lich­ten en

Harold, die zijne ver­loofde ach­terna snelt, wordt in eene hin­der­laag gelokt.

Morena wil het meisje laten ontv­luch­ten doch Bru­tus waakt! Daar hij zelf wil ont­ko­men, wordt hij door den neger met een ver­gif­tigde pijl doo­de­lijk getrof­fen.

Elva wordt gevaar­lijk ziek en een bij­ge­roe­pen genee­sheer, de toes­tand waa­rin het jonge meisje zich bevindt begri­j­pende, geeft haar een slaap­drank. Na eeni-ge oogen­blik­ken verk­laart hij Chi­quita, dat Elva over­le­den is. Harold, die onder-tus­schen op het spoor is geko­men, werpt zich op het ziel­looze lichaam van het jonge meisje, ter­wijl Chi­quita, zich gewro­ken den­kende, in een auto ontv­lucht, Bru­tus aan zijn lot over­la­tendl.

* CINE­MA­WE­RELD »

De dok­ter stelt Harold gerust en na Eva terug tot het bewust­zijn gebracht té heb­ben, duidt deze de plaats aan waar de schat begra­ven ligt. Doch deze is verd­we­nen!

Bru­tus, de ges­to­len titels niet kun­nende verhan­de­len, ziet zich ged­won­gen een nood­match aan te gaan. Zijn tegens­tre­ver, Harold, slaat hem knock-out..

De ges­to­len waar­den wor­den ont­dekt en Bru­tus aan­ge­hou­den.

Elva en Harold wor­den een paartje, ter­wijl Chi­quita, aan de zijde van een nieuwe vriend naar de Antillen ver­trekt, er trotsch op zijnde <( haar wraak » te heb­ben kun­nen vol­bren­gen.

Office Géné­ral Ciné­ma­to­gra­phique 22, de Brou­ckè­re­plaats, Brus­sel.

De Cinema in de Veree­nigde Sta­ten

In de Veree­nigde Sta­ten wer­den nauw­keu­rige sta­tis­tie­ken opge­maakt over de Cinema.

Hie­ron­der enkele bij­zon­de­rhe­den over de opperv­lakte Van de 14,000 cine­ma­za­len, vers­preidt over de Veree­nigde Sta­ten.

3763 zalen heb­ben tot 250 plaat­sen; 5167 van 251 tot 500; 3842 van 501 tot 1000; 448 van 1001 tot 1250; 332 van 1251 tot 1500; 312 van 1501 tot 2000 en 136 zalen heb­ben meer dan 2000 plaat­sen.

962 zalen zijn een dag per week geo­pend; 1821 2 dagen; 1453 3 dagen; 758 4 dagen; 326 5 dagen; 421 6 dagen; en 4462 alle dagen.

De beta­lende inkom­sten Wor­den als volgt ges­chat:

2188 ont­van­gen 100 toes­chou­wers; 4742 van 101 tot 200; 2272 Van 201 tot 300; 1095 vqn 301 tot 400; 1207 van 401 tot 500; 646 van 501 tot 600; 252 van 601 tot 750; 561 van 751 tot 1000; 392 van 1001 tot 1500; 377 van 1501 tot 2000 en 308 ont­van­gen dage­lijks meer dan 2000 toes­chou­wers.


CINE­MA­WE­RELD »

Carl Laemmle

. Pre­sident der Uni­ver­sal Film Manu­fac­tu­ring Com­pany

0e Roman van een Film­ma­gnaat

Wie heeft er de naam van Carl Laemmle nog niet op het witte doek gezien? Wien is de vol­gende tekst, die «De Maagd van Stam­boul», «Conflict», « Blinde Echt­ge­noo­ten », de fil­men van Pris­cilla Dean, Miss Dupont, Frank Mayo, Lee Moran, Gla­dys Wal­ton, Harry Meyers, Lon Cha­ney, Art Acord, Marie Pré­vost, Hoot Gib­son, Her­bert Raw-lin­son, Baby Peggy, Tom Sant­schi.

voo­raf­gaat

Carl Laemmle pre­sents

Uni­ver­sal Film Mfg. NewiYork.

nog niet opge­val­len?

Het is dien man, wien wij de vol­gende rege­len wij­den.

Carl Laemmle is eene der drie of vier mach­ti­gen der heden­daagsche fil­min­dus­trie.

Wan­neer men zich van een man, die der­ge­lijke plaats in de maat­schap­pij bek­leedt een idee wil vor­men, dan komt onvri­j­willig het beeld voor den geest van een trotsche mil­lion­naire en groot-indus-trieel, met drukke geba­ren en eene aan­ma­ti­gende hou­ding. Hij bewoont een pracht­vol paleis, enz. enz.

Welnu bij Carl Laemmle, niets van dit alles. De man, met een vrien­de­lijk gelaat, gri­jze haren, lijkt ræt een goe­dig groot­va­der toe, die u ont­vangt, niet in een vors­te­lijk kas­teel maar in een idyl­lisch land­huisje dat hij het gansche jaar door betrekt.

De man, die zich vóór zes­tien jaar in de fil­min­dus­trie wierp, en van het begin af op dit gebied een lei­der was, dê man die zware doch goede kam­pen te stri­j­den had; in de te maken wins­ten bes­chei­den, doch een groot genoe­gen vin­dende met goed­be­taalde loo­nen aan zijne onde­rhoo­ri­gen uit te kee­ren, de man die dui­zende kuns­te­naars, artis­ten, regis­seu­ren en bedien­den, onder zijne lei­ding heeft, •nooit van zijne macht mis­bruik makend, recht­vaar­di­gheid tot voor den nede­rig­sten arbei­der ver­ze­kert, de man die met de gevoe­lens van een film-too­neel zooals een kind wee­nen kan en zich het wel en wee zij­ner onde­rhoo­ri­gen erns­tig ter harte trekt, de man die macht heeft zijne ziens­wi­jze met bevel door te dri­j­ven doch immer met redene.ering tracht en weet te over­tui­gen, de man die al de gedane voors­tel­len over­weegt en onder­zoekt, zulk een man is Carl Laemmle.

Klein van ges­talte, iet­wat ineen gedron­gen, een­vou­dig in klee­ding en doen­wi­jze, het dunne, gri­jze haar, glad plat­ges­tre­ken laat het breede hooge voo­rhoofd vrij... in het goe­dige gelaat menige diepe rim­pel, de spo­ren en eere­tee­kens van zij­nen strijd met het Leven en de Men­schen.

Het merk­waar­dig­ste uiter­lijk van dezen man zijn zijne leven­dige blauw­gri­jze oogen. Jong en frisch schit­te­rende zij ach­ter de brille­gla­zen — en blik­sem­snel kan de uit­druk­king ervan veran­de­ren... zij kun­nen die­perns­tig zijn, ter­wijl om de lip­pen en op

de gelaats­trek­ken nog het over­bli­jf­sel van eenen vroo­lij­ken lach speelt.

Die oogen zijn te vree­zen tegens­tre­vers en gebo­ren over­win­naars.

Hij die met de man voor de eerste maal omgaat voelt ommid­de­lijk dat die mach­tige en rijke per­soon­lijk­lijk immer of mees­tal een een­zaam leven slijt, en de kalme, wel­ge­meende vriend­schap sterkt hem in dit geloof. En de bezoe­ker kri­jgt het gevoel dat hij tege­no­ver een man staat, die zoo­veel voor zijne mede­men­schen gedaan heeft en nog doet, en deson­danks door het lot niet naar ver­dienste is geloond gewor­den.

De man lijkt een­zaam... hij is een­zaam — sinds hij voor eenige maan­den, zijne trouwste kame­raad en beste vriend, ges­tor­ven is. Carl Laemmle is weduw­naar.

Zijne mede­wer­kers ver­tel­len dat hij met sta­len wils­kracht tegen zijne smart, die hem bijna neder -smakte, inwèrkte, met weken­lang bijna dag en nacht te arbei­den. De schei­ding zij­ner levens­ge­zel­lin was eene echte tra­ge­die, daar deze vrouw voo Carl Laemmle zijne lij­dens- en stri­jd­ge­zel­lin was, die al de tijd­per­ken zij­ner ame­ri­kaansche loop­baan heeft mede­ge­maakt. .

In 1906 was Carl Laemmle bediende in eene klee-ding­szaak te Osh­kosh, Wis­con­sin; elf jaar lang bleef hij hier in zijne bedie­ning en had gedu­rende dien tijd drie­dui­zend drie hon­derd dol­lar ges­paard. Toen kwa­men hij en zijne vrouw tot de over­tui­ging dat. de toe­komst voor hen geen ander uit­zicht had dan arbeid, nog eens arbeid en immer arbeid, indien geene veran­de­ring intrad. Iets moest er gebeu­ren -— niet voor zich zelve maar voor het drie­ja­rig doch­tertje dat de ouders eene geluk­kige toe­komst wil­den ver­ze­ke­ren. Een bes­luit werd geno­men; Carl Laemmle zegde zijne bedie­ning op, en was zin­nens naar Chi­cago af te rei­zen. Hij vol­bracht zijn opzeg­ging­ster­mijn, kocht spoor­weg­bil­jet­ten, landde met vrouw en kind, zijn scha­mele huis­raad en zijne drie­dui­zend drie­hon­derd ges­paarde dol­lars te Chi­cago aan.

Hij nam er pool­shoogte en bes­loot van een klein gebouw aan te koo­pen met het doel «film­beel­den» te ver­vaar­di­gen, alhoe­wel hij over den uits­lag eenig-zins twi­j­felde. Hij dreef zijn plan door en opende een «Film­thea­ter», een der eers­ten in Ame­rika. Tegen zijne ver­wach­ting in was deze onder­ne­ming een succes.

Zijn levens­doel scheen zich nu dui­de­lijk af te t.​eeken. Maar zeer spoe­dig kwam het tus­schen Laemmle en de per­so­nen die het film­be­drijf onder kon­trolle had­den, tot mee­ning­sver­schil­len; deze hee­ren van dien Trust had­den hunne eigene idééën en Carl Laemmle deelde ze niet, hij ver­wierp ze zelfs. Hij zocht mid­del op mid­del om zich van den inv­loed van dien Trust vrij te maken, en vond er maar één: de Trust te bekam­pen. Voor den eigen -naar dier kleine ins­tel­ling stond de strijd gelijk met die van een man met klein kapi­taal die eene bank opent en daar­mede de geheele finan­tie­we­reld wil bekam­pen.

Carl Laemmle dreef zijn plan toch door en bes­loot het ver­vaar­di­gen en in den han­del bren­gen der fil­men onaf­han­ke­lijk te maken... de onaf­han­ke­lijk-heid­so­verk­la­ring der Film-indus­trie.

Over dezen har­den, ver­bit­ter­den en op het eerste zicht hope­loo­zen strijd zou veel te zeg­gen val­len maar het resul­taat er van was: David had Goliath vers­la­gen -— de kleine Laemmle had den Reus Trust over­won­nen.

Hij, eene der voor­naam­ste film­fa­bri­kan­ten, werd de vriend en bond­ge­noot der kleine cine­maeige-naars; hij werd de mach­tige mede­din­ger der «Trust» wan­neer het er om ging zich de mede­wer­king van bekende sce­na­rio-schri­j­vers, bekende regis­seurs, bekende artis­ten te ver­ze­ke­ren. Hij heeft mil­lioe­nen gewon­nen en mil­lioe­nen ver­lo­ren — en

« CINE­MA­WE­RELD »

is heden een rijk man. Hij, is de eige­naaar der Unni­ver­sal Film Com­pany en leidt ze zon­der onders­teu­ning, zon­der raad of daad van Wall­street (het hoofdk­war­tier der New Yor­ker finan­tie­we­reld. Red.), en dit wil veel zeg­gen. Daar­bij dient aan­ges­tipt te wor­den dat Carl Laemmle boven­dien zeshon­derd eigen cine­ma’s bezit.

Het succes is Carl Laemmle niet licht geval­len; hij heeft die vele jaren hard moe­ten stri­j­den: en er was één «iets» dat hem in dien kamp deed vol­har­den en zijn moed staalde. In al deze'ja­ren van strijd, van vijand­schap, gevaar­lijke ver­ras­sin­gen, zv.​are neder­la­gen, ver­nie­tigde verho­pin­gen, trouw­loo­sheid van mede­wer­kers, ver­bro­ken ver­bin­din­gen, van de waa­ghal­zig­ste proef­ne­min­gen en van den ont­ze­nu­wen­den arbeid, in al deze zware jaren was er, de, Echt­ge­noote, die zijn vriend en raad­ge­ver, die Zijn deel­ge­noot was. Hare trouw bleef immer stand­vas­tig, haar geloof wilde niet wan­ke­len... zij twi­j­felde niet, zij talmde niet, zij zegde niets.

Ondanks alles, zor­gen, armoede, enz. geloofde zij toch aan eenen goe­den uits­lag.

En eensk­laps kwam de uits­lag, schit­te­rend, over-hóopt.

En als de uits­lag voor goed vast­ge­legd was, als hij niet meer kon aan­ge­val­len wor­den... dan kwam de Dood den over­win­naar de trouwe met­ge­zel roo-ven en nam met haar de vroo­lij­kheid mede.

Nooit ver­laat*, Carl Laemmle New-York zon­der aan het graf der dier­bare afli­j­vige een afscheid­groet te bren­gen; nooit keert hij naar zijn land­huisje terug zon­der op het graf een stil gebed te gaan stor­ten.

Carl Laemmle wordt nu ove­ral gekend en aan-hoord. Carl Laemmle is nu mach­tig en is ver­mo­gend en ondanks alles door­kruist hij New-York te voet.

Geld speelt bij hem geen rol, en als hij iets wil door­dri­j­ven dat hem noo­dig voor­komt, dan vraagt hii ach­ter geene bedra­gen.

Over den film « Foo­lish Wives » die over het mil-liœn dol­lars gekost heeft, alhoe­wel hij er maar

50,000 had mogen kos­ten, zegt hij een­vou­dig:

« De schri­j­ver — regis­seur— star, Eric von Stru-lieim, verk­laarde plech­tig, toen hij reeds de 100,000 dol­lar bereikt had, dat men hem in het diepst der San Fran­cis­co­baai mocht ver­drin­ken, indien zijn film nog één cent meer kostte. Hij ver­langde meer: als de film klaar was kostte hij 1,103,000 dol­lar, en nog is hij niet ver­dron­ken gewor­den ».

Op de vraag wat wel de oor­zaak dezer hooge onkos­ten mocht zijn, ant­woordde Carl Laemmle: « Al het moge­lijke... maar ik berouw het mij niet, want de film is won­der­baar —- hij is een mijl­paal in de fil­min­dus­trie. Menig­maal, toen er mij de hooge reke­nin­gen wer­den voor­ge­legd, werd ik naden­kend en bij mij zelve wen­schte ik dat ik met die zaak maar nooit begon­nen ware. Toen ze dan toch ein­de­lijk klaar was, trok ik er een streep onder, en sloeg de boe­ken dicht. Daar­mede was voor mij alles voo­rin ] —- het eenige wat over­bleef was de vreugde aan dier Film) aan het resul­taat, op kunst- en finan­tieel gebied ». En lachend voegde Carl Laemmle er aan toe: « Maar we zul­len et zoo spoe­dig niet meer her­be­gin­nen ».

Iets waa­raan noch­tans sterk te twi­j­fe­len valt. Wan­neer Laemmle mor­gen een ges­chikt onder­werp voor een reu­zen­film vindt, laat hij er over­mor­gen aan begin­nen — de kos­ten en de bij­za­ken.

Laemmle is geen spe­ler, die alles op ééne kaart zet: hij gelooft vast en zeer voor­zich­tig aan zijn arbeid. Hij zoekt zijne mede­wer­kers uit, men­schen in wier vak­ken­nis hij ver­trou­wen heeft.

Eene mis­sing kan natuur­lijk voor­ko­men maar Carl Laemmle is de eerste die de zijne erkent.

Carl Laemmle bezit een uiterst groot ver­beel­ding­sver­mo­gen, en daa­rin ligt zijne grootste kracht.

NEMO.

Gine­ma­meuwsjes

Lilian Gish, de beroemde Ame­ri­kaansche ver­tolks­ter der meeste Grif­fith-fil­men, is op ron­dreis in Europa: Onlangs was zij te Rome en draaide er eenige too­nee­len uit: «De Witte Zus­ter» onder de lei­ding van Richard Bar­thel­mess. Ver­schil­lende zich­ten van het Vati­kaan kómen in de film voor en dank aan de wel­willend­heid van Kar­di­naal Gra­nito di Bel­monte, groot cine­ma­lief­heb­ber, stond dePaus het toe dat er eenige too­nee­len in de gaan­de­ri­jen van het Pau­se­lijk paleis wer­den opge­no­men. Voe­gen wij er nog bij dat Lilian Gish, die reeds op het Witte Huis te Washing­ton is ont­van­gen gewor­den, een audiën­tie bij den Paus is beloofd gewor­den.

Een waar gevecht zal men te zien kri­j­gen in «Brass Com­mand­ments» tus­schen William Far­num en Tom Sant­schi. Dit herin­nert aan een zelfde gevecht dat tus­schen beide film­spe­lers plaats had voor de film: «The Spoi­ler's», weken nadien waren zij in het stu­dio niet-te zien, daar zij te lee­lijk toe­ge­ta­keld waren.

« Sam­son en Dalila » gaat door de Cae­sar-Film op den band gebracht wor­den.

De film « De Drie Mus­ket­ters », in Ant­wer­pen onlangs afge­rold, wordt nu ook in Ita­lië ver­toond. In Napels ech­tey werd hij uit­ge­flo­ten.

De Ita­liaansche ciné­ma­to­gra­phie zit in slechte papie­ren; de eene maat­schap­pij sluit haar boek­jaar niet tien­dui­zen­den lires ver­lies, ter­wijl er andere hunne stu­dio’s een­vou­dig te koop stel­len.

Leda Gys draait voor de « Lom­bardo Film » te Turijn « De Poë­zie der Leu­gen ».

Hes­pe­ria draait nu voor eigen reke­ning.

Fran­risca Ber­tini komt met de Unione Cine­mato-gra­fica Ita­liana eene ver­bin­te­nis voor zes fil­men te tee­ke­nen. De eerste zal « Aïda » zijn.

De « Cour des Miracles », naar den roman van Michel Zevacco, gaat door de Cines gefilmt wor­den.

Fabiola of de ges­chie­de­nis der Romeinsche Cata­com­ben, naar het beroemde werk van car­di­naal Wise­man, komt door de Bel­gische cen­suur afge­keurd te wor­den en mag bij­ge­volg niet aan kin­de­ren onder de 16 jaar ver­toond wor­den. Nu moet men weten dat bedoelde, onge­cen­su­reerd, op 11 April 1921 voor het Bel­gische Hof, in het bij­zijn der hof­hou­ding en van Prinses Marie-José is afge­rold gewor­den. Toen was deze laatste nog geen 16 jaar oud.

Een ech­ten « Toi­let­ten Film » komt te Lon­den ver­toond te wor­den. « Pas­siev­lam­men » is de naam en het sce­na­rio, noch het spel der ver­tol­kers is mets bizon­ders, maar hij munt uit door de groote varië­teit der prach­tige toi­let­ten. Maë Marsh, de hoof­drol, gebruikt er niet min­der dan 30 ver­schil­lende toi­let­ten in; het is eene echte mode ten­toons­tel­ling van wan­del, sport, avond, namid­dag-toi­let­ten; reis­man­tels, ama­zone-uitrus­tin­gen, fiev o’clock en gar-den-party-toi­let­ten, négli­gés, enz.

De vol­gende dag­bla­den bezit­ten nu regel­ma­tige cinema-rubrie­ken: « Times », « Daily Mail »,

« West­mins­ter Gazette», «Daily Mir­ror», «Daily News», «Star», «Eve­ning News», «Daily Express » en « Eve­ning Stan­dard ».

Steunt onzen Strijd

TEGEN de tak­sen FOOR het goedk­pope üolf­sver­maak


12

« CINEMA WERELD

« CINEMA WERELD »

Brie­ven­bus

Cœur C.L. — 1. Agnès Ayres, adres: Para­mount-stu­dio,6284 Selma Ave­nue, Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A.

2. Char­ley Caplin, adres: Ath­le­tic Club, Los Angeles (Cal.) U.S.A.

3. Rai­ce­vitch, adres: c/o U. C. I., 51, via Mace-rata, Rome (Ita­lië).

N.-B. — Ecrire aux deux pre­miers en Anglais au troi­sième en Fran­çais. (Aan de 'twee eers­ten in 't Engelsch en aan de derde in ’t Fransch schri­j­ven. )

Lou Tel­le­gan. — 1. Zie arti­kel over Wal­lace Reid in dit num­mer.

2. Henny Por­ten zal U zeker ant­woor­den; haar uw brief nog eens herin­ne­ren; met die poli­tieke kwes­ties zal zij zich niet inla­ten.

Arman­dus I. — Rudolph Valen­tino zendt zijne photo; hem te schri­j­ven in de Engelsche taal; adres: 7139, Hol­ly­wood Boul­vard, Los Angeles (Cal. ) U. S. A.

Mary Rod. — l. Frank Mayo îs te New-York gebo­ren in 1886; ges­chei­den van Dag­mar Godowsky en van Elea­nor Joyce.

2. Harry Carey is gebo­ren te New-York op 6 Juni 1880; gehuwd met Olive Ful­ler.

J. Van Haven­ber­ghe, — Wen­schen de verant­woor­de­lij­kheid van het geven van der­ge­lijke adres­sen niet op ons te nemen.

Henri, — Zie para­graaf b van arti­kel 6 van het regle­ment.

A. Simo­ti­quel. — Ont­van­gen fr. 0.50 in. post­ze­gels bij de inzen­ding van den stem­brief.

Anna Cool. — Ont­van­gen fr. 0.50 in post­ze­gels bij de inzen­ding van den stem­brief.

A. B. — Denkt U in de verei­sehte voor­waar­den te ver­kee­ren.

Mar­tha. — 1. Henny Por­ten zal, als Duitsche, een in de Vlaamsche taal dui­de­lijk ges­chre­ven brief vers­taan; U moogt u zeker van ons blad aan­be­ve­len; hare ’voor­naam­ste fil­men zijn: « Anna

Boleyn », « Rose Bernd », « Die Geier­wally ».

2. Voor ’t oogen­blik zijn er geene bekend welke die taal mach­tig zijn.

Een vreem­de­ling. — Dit gedeelte van den film is ver­brand doch nadien ver­van­gen gewor­den.

Kater. — 1. Die ban­den zijn in 1919 gedraaid.

2. Eileen .Sedg­wick is te Gal­ves­ton (Texas) in 1897 gebo­ren; zendt hare photo.

3. Draait voor ’t oogen­blik geene epi­so­den­fil­men meer.

Laura Biboche, — 1. Baby Peggy Brown, adres: Uni­ver­sal Stu­dios, Uni­ver­sal City (Cal.) U.S.A.

2. Frank Mayo is de Fransche taal niet mach­tig.

3. Voor Mary Pick­ford en Dou­glas Fair­banks aan ieder afzon­der­lijk een brief te rich­ten.

N. -B. — Ver­ne­men met genoe­gen dat U eene photo van Liane Haid en van Pris­cilla Dean ont-vingt.

Dimphne. — 1. Mary Pick­ford en Dou­glas Fair­banks, adres: Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A.

2. U kunt hunne photo bin­nen de 5/6 weken ont­van­gen.

3. Bei­den zen­den hunne photo gra­tis.

Hoe­pel­man. — « L’At­lan­tide » is door Jacques

Fey­der gedraaid en door Aubert uit­ge­ge­ven gewor­den; de scher­men en klee­dij waren van Manuel Orazi.

Modistje. — 1. U bedoelt « M. C. » zeker? Dit is om zich in de oogen dier artis­ten inter­es­sant te maken.

2. House Peters, voor­naam­ste fil­men: « The

Storm », « The Leo­pard Woman », « Lying Lips »; adres: Uni­ver­sal Stu­dios, Uni­ver­sal City (Cal.) U. S. A.

Rita Jol­li­vet, adres: c/o Film d’Art, 14, rue Chau­vrau, Neuilly s/Seine (France).

Iicmo. — 1. Mae Mur­ray, adres: 1 West, 67th Street, New-York (U.S.A.).

2. Bebe Daniels, adres: Rea­lart . Stu­dios, 469, Fifth Ave­nue, New-York City (U.S.A.).

3. Glo­ria Swan­son, adres: Lasky Stu­dio, 6284, Selma Ave­nue, Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A.

N.-B. — Zen­den allen hunne photo; er wor­den per week maar 3 vra­gen beant­woord.

Za-la-Vie. — 1. Zie gedeelte der gevraagde adres­sen in deze brie­ven­bus; er wor­den ove­ri­gens maar 3 vra­gen per wéék beant­woord.

2. Conrad Nagel, adres: 1846, Che­roke Ave­nue, Los Angeles (Cal.) U.S.A.

3. Conrad Nagel ver­tolkte geen rol in « Helio­trope»; dit was Fred Bur­ton.

Keurs­ter. — Dit .was gansch onaf­han­ke­lijk van onzen wil. De hee­ren jury­le­den waren in deze kwes­tie opper­mach­tig.

Joë Mar­tin. — 1. Pho­to­ge­nisch zijn is op de film wat op eene photo « goed trek­ken » is.

2. Kor­te­lings zal onze wed­strijd film te Brus­sel ver­toond wor­den.

3. Van welke maat­schap­pij waren die fil­men?

Kin­de­kens. — 1. Op uwe eerste vraag is niet

geant­woord gewor­den tér oor­zake van den wei­nig erns­ti­gen dek­naam.

2. Is beroeps­ge­heim.

Mare Ram­paert. — Nemen uwe aan­vraag in nota en zul­len er ten gepas­ten tijde op terug­ko­men.

D. Mounts­te­phens. — 1. Liane Haid, adres: Wie­de­ner Haupts­trasse, 18, Wien (Oos­ten­rijk).

2, De hoofd­ver­tolks­ter van «Onver­draag­zaam­heid » was Lilian Gish, adres: c/o Grif­fith Stu­dios, Mama­ro­neck New-York (U.S.A.).

3. Max Lin­der, adres: llbis, ave­nue Desha­nel.

Sphinx. — 1. Fran­cesca Ber­tini woont wel dege­lijk te Genua, maar laat al Kare brief­wis­se­ling naar Rome zen­den alwaar zij haar sekre­ta­ris heeft.

2. Met genoe­gen ver­ne­men we dat U weer pho­to’s ont­vingt, n.l. van Dou­glas Fair­banks, André Nox, Andrée Bra­bant en Jackie Coogan.

Pola Negri. — 1. De roi van Nomis in « De Konin­gin van Saba » werd ver­tolkt door Joan Gor­don.

J. Lau­wers. — 1. Die film werd ver­tolkt door Mar­ga­reth Fisher; Wal­lace Reid ver­tolkt er geen rol in.

2. U kunt U eens wen­den tot de Para­mount, 48, Nieuws­traat, Brus­sel.

3. Zie arti­kel over Wal­lace Reid in dit num­mer.

N.-B. —Voor wat de photo van Wal­lace Reid

betreft, dit is in regel. Ont­van­gen fr. 1.—.

Rietmns. — 1. Die zul­len wel niet te vin­den zijn; na afloop van onzen film­wed­strijd zult U er eene heb­ben.

2. Die maat­schap­pij heeft geene artis­ten met vast kon­trakt; zij ver­bindt ze maar alléén voor één film.

Mae en Glo­ria. — 1. Bernd Aldor, adres: Hotel Excel­sior, S.W. 11, Ber­lin (Duit­schland).

Almi­rante Man­zini is de Fransche taal een wei­nig mach­tig; zij zendt hare photo.

3. Enid Ben­net, adres: Thos. H. Ince Stu­dios, Culver City (Cal.) U.S.A.


« CINE­MA­WE­RELD »

2. Bé naam dier artiste is niet gege­ven gewor­den. '

3. De rol van Lygia in « Quo Vadis » werd ver­tolkt door Mme Giun­ghi.

H. V. Herck. — Char­ley Cha­plin, te schri­j­ven in de Engelsche taal, adres: Ath­le­tic Club, Los Angeles (Cal.) U.S.A.

Kater. — 1. De echt­ge­noot van Eileen Sedg­wick is geen fil­mar­tist; zij zelve zendt hare photo.

2. William Rus­sel, adres: Fox Stu­dios, 1401, Wes­tern Ave­nue, Los Angeles (Cal.) U.S.A.

3. Art Acord, adres: Uni­ver­sal Stu­dios, Uni­ver­sal City (Cal.) U.S.A.

Livine. — De pho­to’s, post­kaart for­maat van de artis­ten der Para­mount, zijn in ons bureel ver­kri­jg­baar aan den prijs van fr. 0.50 per exem­plaar; voor ver­zen­ding per post dezelfde prijs plus fr. 0.30 voor ver­zen­ding­son­kos­ten per zenidng.

Juffr. Jean. — Wen­schen de verant­woor­de­lij­kheid met het geven van der­ge­lijke adres­sen niet op ons te nemen.

Clai­rette Ciné. — Wen­schen eerst en voo­ral uwe aan­dacht te trek­ken op het feit dat vra­gen om inlich­tin­gen alléén door de Brie­ven­bus beant­woord wor­den. Voor wat newust arti­kel betreft de schri­j­ver ervan was stel­ler dezes, dus... eerste ver­gis­sing van uwent­wege; voor wat het tweede betreft, we bet­wis­ten de moge­lij­kheid niet dat het er in zekere kur­sus­sen schi­jn­baar erns­tig toe­gaat, maar..., we herha­len het, en zul­len het steeds bli­j­ven herha­len, we willen de eerste « gedi­plo­meerde » ervan zien die een rol, een heel klein rol­letje van gediens­ti­gheid zelfs maar, door het toe­doen van de inrich­ters zal kun­nen of mogen draaien, ’t zij hier of in het bui­ten­laiid, voor eene erns­tige film­maat­schap­pij natuur­lijk. En wan­neer dit feit zal bewe­zen zijn, dan willen wij er nog wel eens over pra­ten. In afwach­ting ervan staat het onze trouwe kor­res­pon­dente Clai­rette Ciné en hare kol­le­ga’s gansch vrij er hun eigen gedacht op na te hou­den of over stel­ler dezes, in stilte, aller­lei alles behalve aan­ge­name din­gen te den­ken. Wij ken­nen onzen plicht: de Cinema indus­trie in Bel­gië hoog te hou­den, ze te ver­de­di­gen en ze van alle para­sie­ten te vri­j­wa­ren. In die richt-’ng wer­ken we voort en wij­ken geen duim­breed van onze opi­nie af.

Cla­ris. In tegens­tel­ling met wat dit plaat­se­lijk dag­blad beweerde, is Agnès Ayres onge­huwd, en zelfs nöoit gehuwd geweest. Nemo.

ONZE FILM-STER WED­STRIJD

NOG EENE PERSS­TEM

Expörtfilm » van 15 Januari schri­jft:

CHER­CHEZ LA VEDETTE Notre excellent confrère d’An­vers, « Too­neel-wereld», a orga­nisé un concours pour la recherche d’une étoile du cinéma belge.

Trois cent quatre vingt-dix can­di­dats se sont mises sur les rangs et ont été suc­ces­si­ve­ment sou­mises à l’épreuve de l’ob­jec­tif qui fixa leurs diverses expres­sions et enre­gis­tra leurs atti­tudes les plus avan­ta­geuses.

Il appar­tien­dra au public de dési­gner désor­mais la grande vedette belge et un vote popu­laire sui­vra cha­cune des .pro­jec­tions du film édité par notre confrère avec la col­la­bo­ra­tion des trois cent quatre-vingt-dix can­di­dats.

(Ver­ta­ling.)

ZOEKT DE STER Onze uit­mun­tende kon­fra­ter van Ant­wer­pen « Too­neel­we­reld » heeft een pri­js­kamp inge­richt ter ont­dek­king eener Bel­gische film­ster.

Drie­hon­derd negen­tig kan­di­da­ten heb­ben zich aan­ge­meld en zijn ach­te­reen­vol­gens aan de proeve

der leus onder­wor­pen gewor­den, welke hunne ver­schil­lende uit­druk­kin­gen en hunne guns­tig­ste hou­din­gen opnam.

Het ligt nu aan het publiek de groote Bel­gische film­ster aan te wij­zen en elk af rol­len van den film, door onzen kon­fra­ter met de mede­wer­king der drie­hon­derd negen­tig kan­di­da­ten uit­ge­ge­ven, zal van eene volks­tem­ming gevolgd wor­den.

Een sche­pen die met zijn tijd mee­gaat, is wel de heer Junes, sche­pen van Schoone Kuns­ten van Ant­wer­pen. Hij heeft bes­lo­ten van de ope­ning der Ten­toons­tel­ling der Oud-Stri­j­ders te laten fil­men, en iede­reen, zon­der onder­scheid .van poli­tike opi­nie, zal het met ons eens zijn sche­pen Junes om zijne daad geluk te wen­schen, en wij hopen uit gan­scher harte dat zijn voor­beeld in de andere sche­pen­ka­bi­net­ten navol­ging zal mogen vin­den.

Gine­ma­nieuwsjes

Pris­cilla Dean heeft hare ver­bin­te­nis met de Uni­ver­sal zien ver­bre­ken, omdat zij eene rol in een nie­wen film wei­gerde te ver­tol­ken, rol die zij « onze­de­lijk » noemde.

Anto­nio Moreno zou, naar het schi­jnt, te Los Angeles ver­moord zijn gewor­den door den echtge noot der Spaansche artiste Car­men Rodri­guez.

In Fran­krijk vin­den 50,000 men­schen een bë staan in de cine­ma­ni­j­ve­rheid.

Dou­glas II, de zoon van Dou­glas Fair­banks uit zijn eerste huwe­lijk met Miss Beth Sully, waar­van hij ges­chei­den is, ver­toeft op ’t oogen­blik met zijne moe­der te Parijs. Twaalf jaren oud gaat hij zich op de tee­ken­kunst toe­leg­gen voor dewelke hi j groote aan­leg gevoelt.

Char­ley Cha­plin ont­ving voor het draaien van « The Kid » (Het Kind) de somme van $ 800,000 (fr. 12,000,000).

De grootste ges­chie­de­nis der wereld is wel het Oud Tes­ta­ment. Eene Ita­liaansche film­maat­schap­pij heeft daar­van een prach­tige film ver­vaar­digd. De grootste kos­ten zijn gedekt door de Ita­liaansche Regee­ring. Ver­schil­lende too­nee­len zijn geno­men in de vul­ka­nische stre­ken van het land; men ziel er echte zand­stor­men in. Ara­bie­ren, wilde die­ren en nog vele won­de­ren der woes­ti­j­nen. Bij het maken van dezen band gin­gen de Ita­lia­nen ook naar de ver­bo­den, en mees­ten­deels onont­ginde hoog­ten van Sinaï; op den berg Sinaï alwaar Jeho­vah tot Mozes sprak en hem de Tien Gebo­den ove­rhan­digde, werd een groot gedeelte gefilmd.

Eric von Stro­heim wiens naam best gekend is door de ver­tol­king van «Blinde Echt­ge­noo­ten» en «Foo­lish Wives» heeft ook niet altijd weelde gehad. Gebo­ren in Oos­ten­rijk diende hij in het leger als lui­te­nant. Fami­liek­wes­ties deden hem in 1909 uit­wij­ken naar Ame­rika. Zijn eerste werk aldaar was in een maga­zijn pakjes in te pak­ken aan

2 per week. Hij werd figu­rant in eene film­com­pany en leed mees­tal hon­ger. Ein­de­lijk kreeg hij eene kleine rol van Duitsch offi­cier en dit maakte zijn naam. Op het oogen­blik is Eric von Stro­heim eene beroemd­heid.

BELAN­GRIJK BERICHT

Alle brief­wis­se­ling, mede­deelm­gen, enz. « Too­neel­we­reld » of « Cine­mawe-reld » aan­be­lan­gende, moe­ten van af heden, aan onders­taand adres gezon­den wor­den.

« TOO­NEEL­WE­RELD »

Post­bus n° 47, Ant­wer­pen I.

« CINE­MA­WE­RELD »

ONZE CINE- ROMANS

De Ver­bor­gen­he­den & & & & van Parijs

(Les Mys­tères de Paris)

Groot Avon turen-drama naar het beroemde werk van Eugène Sue, en naar den film der Pho­céa. Vlaamsche bewer­king van Ed. Neorg.

(13e Ver­volg)

De Her­tog de Luce­nay behoorde tot eene der aan-zien­lijkste fami­lies van Fran­krijk; hij ins­ge­lijks ( aerkte de dames op en riep:

« Wat is dat?... De schoonste vrouw van het bal welke zich ver­schuilt!... Is het mij toe­ge­la­ten?... » Dit zeg­gende wierp hij zich om zoo te zeg­gen nevens de zijde der Mar­kie­zin.

« Wel­hoe, mijn­heer, reeds terug van Constanti-nopel? » zegde zij een wei­nig geëi-gerd.

« Reeds?... Gij zegt het­geen mijn vrouw denkt, want zij heeft mij dezen avond niet willen ver­ge­zel­len en hare afwe­zi­gheid hier baart meer opzien, dan mijne ver­schi­j­ning... En gij, Mar­kie­zin, ont­vangt mij als een hond in een kegels­pel... ik ben toch zoo lief als welk ander ook!... »

« En het is u zoo gemak­ke­lijk lief te bli­j­ven...

’ in Constan­ti­no­pel... » ant­woordde mevrouw d’Har-ville glim­la­chend.

« Gij wilt zeg­gen afwe­zig te bli­j­ven?... Maar dat is schan­de­lijk het­geen gij daar zegt! » riep de Luce­nay.,

« Lieve God, mijn­heer, roep zoo niet, of ik ben ver­plicht de plaats te ver­la­ten. »

De Mar­kie­zin zou de daad bij het woord gevoegd heb­ben, indien zij niet M. Charles Robert had zien nade­ren, de kom­man­dant zooals madame Pipe­let zegde; de her­tog had hem ook opge­merkt want hij riep:

« Tiens, M. Charles Robert, welke ik ont­moet heb in eene bad­plaats der Pyre­neeën!... » t Charles Robert naderde; hij was een wel­ge­bouwd

man, met regel­ma­tige trek­ken; zijn gang ech­ter was lomp en zwaar en zijne hou­ding miste alle bekoor­lij­kheid. Wan­neer hij de mar­kie­zin zag kreeg zijn gelaat eene droeve uit­druk­king.

« Goe­den dag, mijn­heer! » riep de Luce­nay « ik heb u niet meer gezien sedert onze ont­moe­ting in die bad­plaats!... Maar wat hebt gij? Men zou zeg­gen dat gij lijdt! »

Bij deze woor­den wierp hij een blik op de Mar­kie­zin en ant­woordde:

« Gij hebt gelijk, mijn­heer, ik ben zeer lij­dend... »

« Maar, goede hemel, waa­rom ont­doet gij u dan niet van die galach­tige gedach­ten! »

Op deze vraag stond Robert een oogen­blik vers­tomd; het bloed steeg hem naar het hoofd en hij ant­woordde dan ook kor­taf:

« Daar gij naar mijne gezond­heid vraagt hoop ik dat gij mor­gen vroeg om nieuws komt! »

« Wel­hoe, mijn­heer... maar zeker... ik zal komen!... » zegde de her­tog uit de hoogte.

M. Charles Robert maakte eene bui­ging en ver­wi­j­derde zich.

« Wel, wel... » ging de Luce­nay ver­der, « hij heeft zoo min last van slijm als de Groote Turk... Maar zeg mij, Mevrouw Mac-Gre­gor, hebt gij soms bij dezen groo­ten jon­gen die gram­schap opge­wekt” »

Sarah, zon­der te ant­woor­den, stond plot­se­ling

op; zij had gemak­ke­lijk in een scha­ter­lach kun­nen los­bars­ten bij de gekke vraag van de Luce­nay, maar zij bedacht hoe een man moest lij­den, in tegen­woor­di­gheid der vrouw welke hij beminde, zulke vraag ges­teld te zien. De mar­kie­zin stond ins­ge­lijks recht, nam de arm van Sarah en hei­den gin­gen heen; zij ver­voeg­den M. Charles Robert en Cle­men ce zegde stil in het voor­bi­j­gaan tot hem:

Zij kwa­men als­dan aan de gale­rij en de Mar­kie­zin d’Har­ville ver­liet het bal.

Rodolphe, van zijn kant, wan­neer hij naar dit feest kwam om eer aan zijn rang te doen, kwam ook met de bedoe­ling om meer van de Mar­kie­zin te weten; wan­neer hij den win­ter­tuin ver­liet kwam hij in de warme serre en was plot­se­ling getuige van het too­neel tus­schen de vorige per­so­nen ver-roor­zaakt door de stomme vraag van de Luce­nay.

« De onge­luk­kige » mom­pelde hij... als­dan ging hij Murph vin­den en zegde tot deze;

« Gij ziet wel die jonge blonde man, niet­waar? Tracht hem te nade­ren en zeg deze woor­den: Gij komt wel laat, mijn engel! »

Murph vol­bracht de taak en Rodolphe zag de kom­man­dant schrik­ken, waar­door hij niet meer twi­j­fe­len kon.

Alzoo was de Prins in het bezit geko­men van een geheim welke hij onmo­ge­lijk oplos­sen kon; van die vrouw welke hij in stilte bemind had en nog beminde. Bedroefd daa­ro­ver en zoe­kende naar een mid­del om de Mar­kie­zin te 'red­den, was hij terug naar den win­ter­tuin gewan­deld en had zich in een een­zaam hoekje neer­ge­zet, wan­neer het toe­val hem voor de tweede maal eene afschu­we­lijke samens­praak deed hoor en... Sarah Sey­ton, na het ver­trek van de Mar­kie­zin had haar broe­der Tom opge­zocht.

« Mijn broe­der » zegde zij, « wij her­vat­ten ons ges­prek. Gij weet dat Charles Robert en de Mar­kie­zin elkaar bij mij heb­ben lee­ren ken­nen, niet­waar? Zij, die in bet diepste van haar hart Prins Rodolphe beminde leverde strijd met zich zelf bij het zicht van Robert. Ein­de­lijk, meer uit mede­li­j­den dan uit liefde, gaf zij hem eene samen­komst waar zij ech­ter niet naar toe ging. Ik gaf hem den raad zijne vraag te her­nieu­wen en zij beloofde nog­maals te komen maar weer brak zij haar woord. De laatste maal ech­ter kwam zij tot aan de deur maar ver­trok... Gij ziet hoe deze vrouw een inwen­dige strijd voert. En waa­rom? Omdat zij nog altoos in stilte Rodolphe bemint. Zie­daar waa­rom ik haar haat!... Maar nu weer heeft zij aan Robert eene samen­komst beloofd voor mor­gen en ik twi­j­fel niet of dit­maal zal zij haar woord hou­den. »

« Wat zijn uwe plan­nen? »

« Ik wil de Mar­kie­zin doen ver­ge­ten, niet alleen door Rodolphe maar ook door haar echt­ge­noot! »

« En waa­rom? »

« Daa­rom, mijn lieve Tom!... Kom, ver­la­ten wij het bal... In het eerste beste kof­fie­huis stapt gij bin­nen en schri­jft een brief aan Mijn­heer d’Har­ville dat zijne vrouw mor­gen zich begeeft om lnut naar de rue du Temple, num­mer 17, voor een ren dez-vous. .De mar­kies, welke jaloersch is, zal Clé­mence veras­sen en de rest kunt ge begri­j­pen... » Sarah dacht een oogen­blik na en ging dan ver­der: « Van den ande­ren kant heb ik mij vers­taan met Chouette om Fleur-de-Marie te doen verd­wi­j­nen en ik ben over­tuigd dat wij dit­maal sla­gen zul­len. »

Ds ande­ren­daags in den mor­gend wan­delde de Mar­kies d’Har­viüe in zijne slaap­ka­mer op en neer. Zijne kamer was in de grootste wanorde; men zag ove­ral gebro­ken kris­tal en de meu­be­len van hunne plaats; men zou zeg­gen dat er een hevige strijd had plaats gehad.


If)

€ CINEMA WERELD »

Mijn­heer d’Har­ville was omtrent 30 jaren oud, hij had zachte maar karak­ter­volle gelaats­trek­ken. Hij had nog dezelfde klee­ding aan van den avond tevo­ren maar zijne onder­vest hing open, de hals naakt, het hemd ges­cheurd waa­rop hier en daar vlek­ken bloed.

Plots bleeef hij staan, de armen gekruist, de blik­ken geves­tigd op de mar­me­ren plaat der schouw; hij nam een brief en her­las deze: « Mor­gen om 1 uur begeeft uwe vrouw zich naar de rut du Temple, 17, voor een ren­dez-vous... Volg haar en gij zult u over­tui­gen... Geluk­kige echt­ge­noot...»

Op dit oogen­blik ging de deur open en een oude trouwe kamer­die­naar ver­scheen. De Mar­kies draaide het hoofd om zon­der van hou­ding te veran­de­ren « Wat wilt gij? » vroeg hij ruw.

Deze, in plaats te ant­woor­den, zag met ver­ba­zing naar de wanorde i nde kamer en ver­vol­gens deze van zijn mees­ter.

« Lieve God, mijn­heer, gij zijt gek­wetst! Wat is er gebeurd? Waa­rom hebt gij niet op mij gebeld? »

« Maar mijn­heer » ant­woordde de dienaar bevend, « gij hebt aan M. Dou­blet bevel gege­ven, om van mor­gend hier te zijn om 10 uren; hij is daar met de nota­ris. »

« Gij hebt gelijk » ant­woordde hij bit­ter. «Wan­neer men rijk is moet men aan de zaken den­ken...

Is'men reeds bij mijne vrouw geweest?... »

« Ik geloof niet dat Mevrouw de Mar­kie­zin reeds gebeld heeft. »

« Dat men mij ver­wit­tige wan­neer zij belt. »

« Ja mijn­heer. »

« Zeg aan Phi­lippe u te komen hel­pen. »

« Maar mijn­heer, wilt u niet zeg­gen wat ér dezen nacht gebeurd is? »

« Wan­neer gij begreept zoudt gij wel schrik- ' ken. »

De kamer werd in orde gebracht en nadat de Mar­kies zich wat gek­leed had ging hij naar het kabi­net waar M. Dou­blet met de nota­ris wachtte.

« Het is de akte welke men komt te lezen, mijn heer» zegde de inten­dant, « zij moet alleen nog maar getee­kend wor­den. »

« Gij hebt ze gele­zen, mijn­heer Dou­blet? »

« Ja, m'jn­heer de Mar­kies. »

« Dat is vol­doende... ik tee­ken... »

De Mar­kies tee­kende en de nota­ris ver­trok.

« Mag ik de heer Mar­kies doen opmer­ken dat het eene zeld­zaam­heid is, een inko­men in gron­den te bezit­ten van onge­veer jaar­lijks 750,000 fran­ken! »

« En met een inko­men van 250,000 livres ren­ten... eene jonge schoone vrouw... en een doch­tertje dat een che­ru­bijn gelijkt... dus, er bli­jft niets meer te ver­lan­gen, niet­waar? ».

« Eh, eh, mijn­heer de Mar­kies, men kan wen sehen zoo­lang moge­lijk te leven... Heeft mijn­heer de Mar­kies niets te bevé­len? »

« Niets. »

Nau­we­lijks had de inten­dant de plaats veria ten of M. d’Har­ville plofte in een zetel neer; de do elle­bo­gen geleund op de tafel ver­bof g hij het hoofd in zijne han­den; voor de eerste maal weende hij. .

« Mijne eer bezoe­delt door Cle­mence! » riep hij.

« En de schande zal zich aftee­ke­nen op het voo­rhoofd van mijn doch­tertje!... De ellen­dige!... Ja, ik weet wel dat het fei­te­lijk mijne schuld is, maai noet zij mij daar­voor bedrie­gen?... In plaats van iaat ver­dien ik niet. eer mede­li­j­den?... Neen, neen, iloed!... Het bloed van bei­den wil ik!... »

Deze gedachte ver­dub­belde de woede van den lar­kies. Hij liep naar een wapen­schild en nam wee kleine pis­to­len; hij laadde deze en liet ze in ijne zak­ken gli­j­den.

De kamer­be­diende Joseph klopte op de deur en kwam zeg­gen:

« Mijn­heer, men kan bij mevrouw de Mar­kie­zin bin­nen tre­den. »

« Heeft mevrouw haar rij­tuig gevraagd?? »

« Neen, mijn­heer de Mar­kies. Zij heeft aan me-juf­fer Julie gezegd dat zij te voet ging. »

« Is er hier in de buurt geene stand­plaats van huur­ri­j­tui­gen? »

« Ja, mijn­heer, op den hoek van de rue de Lille. »

« ’t Is goed, Joseph. »

Een- wei­nig later ging M. d’Har­ville uit ‘en begaf zich naar de plaats der huur­ri­j­tui­gen.

« Koet­sier, per uur! »

« Goed, bur­ger. Het is half twaalf. Waa­rheen gaan wij? » —

« Rue de Belle Chasse, op den hoek van de rudf' Saint-Domi­nique; plaats uw rij­tuig langs den muur van den hof daar en wacht. »

De Mar­kies stapte in, liet de gor­di­j­nen zak­ken en het rij­tuig ver­trok in de aan­ge­we­zen rich­ting. Wel­dra was men ter plaatse en van hier uit kon men gemak­ke­lijk zien wie het hotel d’Har­ville bin­nenk­wam en ver­liet. Het ren­dez-vous van zijne vrouw was om 1 uur. Hij wachtte. Zijne gedach­ten wei­den zoo­zeer door een stroom van gewaar­wor­din­gen geleid dat de tijd voor hem voor­bij vloog.

Het sloeg twaalf uren op de klok van Saint-Tho­mas d’Aquin; do poort van het hotel d’Har­ville opende zich lang­zaam en de Mar­kie­zin stapte naar bui­ten. De Mar­kies boog zich tot den koet­sier:

« Gij ziet goed die dame niet­waar? Rijdt lang­zaam en volg haar. Wan­neer zij een rij­tuig neemt, volg het rij­tuig.

Mevrouw d’Har­ville ging ins­ge­lijks naar de stand­plaats en nam een huur­ri­j­tuig. De twee voer­tui­gen kwa­men aan de Quai de l’Hô­tel de Ville, de rue Saint-Avoye en ver­vol­gens aan de rue du Temple.

« Bur­ger » zegde de koet­sier, « de dame gaat het huis n° 17 bin­nen. »

« Houdt stil. »

Eenige secon­den later ging M. d’Har­ville het huis bin­nen waa­rin zijne vrouw hem was voo­raf- /"* gegaan. N

Mijn­heer en Madame Pipe­let, uit nieuws­gie­rig, heid, ston­den op den drem­pel van hunne loge, wan­neer de Mar­kie­zin voor­bij kwam. De trap­pen waren zoo don­ker dat de jonge vrouw ver­plicht was te vra­gen:

« Mevrouw, waar is de trap als ’t u belieft? »

« Een oogen­blik... waar gaat u naar too? »

« Naar M. Charles Robert... »

« Welnu dan, schoone jonge dame, recht voor u uit­gaan naar boven, de ijeur is vlak voor u. »

(Wordt voort­ge­zet.)

ONZE FILM-STER WED­STRIJD

Uit­ge­deelde deel­ne­ming­sbul­le­ti­jns van

12 tot 18 Januari 19 tot 26 Januari 27 jan. tot I febr.

Totaal

60.000

75.000

50.000

185.000

Ah (je het noord

aan de deur van een Kinema ziet staant

treedt dan bin­nen en ge zijt zeker een aan­ge­naam oogen­blik door te bren­gen

arcs

Uit­ges­chre­ven door Het week­blad TOO­NEEL­WE­RELD .. Orga­nisé par l’heb­do­ma­daire TOO­NEEL­WE­RELD ..

STEM­BRIEF —- BUL­LE­TIN DE VOTE

Aan vlelke bloem geeft U de Ooor­keur?

A quelle fleur don­nez Oous la pré­fé­rence?

Met hoe­veel stem­men zal de Eerste Bel­gische Film­ster geko­zen vOor­den?

AOec com­bien de Ooijc sera élue la pre­mière Etoile Ciné­ma­to­gra­phique Belge?

vJelk zal éol­gens U de alge­meene rang­schik­king zijn, hoeéeel stem­men zal elk der acht kan­di­da­ten beko­men?

Quel sera d'après Vous le clas­se­ment géné­ral, et com­bien de •Ooitc obtien­dra chaque concur­rente?

Alge­meene rang­schik­king - Clas­se­ment géné­ral AAN­TAL STEM­MEN NOMBRE DE VOIX

Zie keer­zi­jde - Qoir air -Ocrso


Naam 'Jan den deel­ne­mer .Nom du par­ti­ci­pant

Adresse

Dui­de­lijk inOul­len en zen­den onder moto „FILM­WED­STRIID” aan „Tpo­neelv­Je­reld” Post­bus 47 Ant­wer­pen I of te bes­tel­len op ons bureel: Korte Gas­thuiss­traat, 16, Ant­wer­pen.

Envoyer dûment rem­pli sous la motion „CONCOURS CINÉ­MA­TO­GRA­PHIQUE ” à „Too­neel-vJe­reld” Boîte Pos­tale 47 AnOers I ou à remettre à nos bureau*; Courte rue de l’Hô­pi­tal, 16 à Anôer*.