Programme de 1 à 5 avr. 1923



Livret de programme

Source: FelixArchief no. 1968#494

Ce texte a été généré automatiquement sur la base des pages numérisées, en utilisant la technologie ROC. En raison des polices de caractères historiques utilisées dans les livrets de programmes, les résultats ne sont pas sans fautes.

Consultez les images de ce livret de programme



WED­STRIJD

voor de Meest Pho­to­ge­nieke Vrouw van Bel­gië

Sedert men weet dat we ons met cinema-«onge­le­gen­he­den bezig hou­den stroo­mèn aan­vra­gen van jonge ele­men­ten, welke de loop­baan van filin-kuns­te­naar of film-kuns­te­nares zou­den willen betre­den.

Dui­zen­den jonge meisjes en vrou­wen­min alle ste­den en dor­pen, uit alle stan­den; dui­zen­den mooie fiere men­schen­kin­de­ren, met ’n bekoor­lijk figuur en een typische gelaat­suit­druk­king, bie­den zich aan als cinema-artiste op te tre­den.

Welnu, « De Cinema » en zijn zus­ter­blad « Ciné-Revue », willen dien zoo dik­werf uit­ges­pro­ken wen­seh onzer vrou­we­lijke bevol­king, niet lan­ger onbeant­woord laten. En met dit doel zet­ten we vanaf heden op touw, den meest boeien­den pri­js­kamp dien men den­ken kun:

De Wed­strijd voor de meest Pho­to­ge­nieke Vrouw van Bel­gië

10,000 frank geld­pri­j­zen en tal­rijke pri­j­zen in natura.

Aldus geven we elke lezeres van « De Cinema » een karis, om te too­nen dat ook zij de noo­dige bekoor­lij­kheid bezit om als film-artiste, weelde, eer en roem te ver­wer­ven.

Eén hoofd­ve­rei­schte wordt van de can­di­date, n e-vehv­vel gevergd: dat ze pho­to­ge­niek zijn: -cl. i. dat haar gelaats­trek­ken die hoe­da­ni­ghe­den . bezit­ten, zon­der dewelke men niet, met kans van wels­la­gen; een film­rol ver­vult.

Hoe over deze bij­zon­de­rhe­den geoor­deeld, wordt in . hier­naast omschre­ven regle­ment, waar­naar we alle deel­neem­sters ver­wi­j­zen. Ook uiten we onze over­tui­ging dat hij drom­men, uit alle oor­den des lands, blon­pe' kapjes en bru­net­te’s, jonge meisjes en vol­was­sen vrou­wen — héél de bloem onzer bevol­king — met graagte aan onzen pri­js­kamp zul­len willen deel­ne­men. DE REDAC­TIE.

Regle­ment voor de can­di­da­ten

1. Mogen deel­ne­men aan dezen wed­strijd, alle vrou­wen of jonge meisjes van Bel­gische natio­na­li­teit, die voor 15 Maart den leef­tijd van 16 jaar bereikt heb­ben, en de hie­rach­ter omschre­ven bepa­lin­gen zul­len vol­gen.

2. De can­di­daat zal aan het adres van « De Cinema » laten gewor­den:

a) Twee barer por­tret­ten, het eene «de face»; en het andere in pro­fiel (post­kaart-for­maat), maar zoo­da­nig dat het gezicht mins­tens 2 cen­ti­me­ters hoogte heeft;

b) Den bom vast­ge­hecht, in « De Cinema » (zie blz. 15), nauw­keu­rig inge­vuld. De brie­fom­slag, por­tret­ten; en bon inhou­dende, moet het vol­gend adres din­gen: « De Cinema », Charles Deeóstens­traaC- 10.-12, Brus­sel, als­mede de aan­wi­j­zing: Wed­strijd van de meest Pho­to­ge­nieke Vrouw van Bel­gië.

3. Een por­tret van elke deel­neem­ster zal in de bla­den van « De Cinema » ver­schi­j­nen.

4. De in arti­kel 2 genoemde zen­din­gen zul­len ont­van­gen wor­den vanaf’15 Maart tot en met 15 Mei 1923.

Na dit tijd­stip zal geen enkele mndi­da­tuur in aan­mer­king geno­men «'or­den. Op tijd on stond zul­len de por­tret­ten der can­di­da­ten ver­schi­j­nen in « De Cinem'a »

5. Een jury, samen­ges­teld uit: Drie cinema-tograp­bis­ten, drie Bel­gische kuns­te­naars en drie Bel­gische dag­blad­schri­j­vers of let­ter­kun­di­gen,: zal gelast wor­den een eerste keus te doen onder de dui­zen­den can­di­da­ten én er 18 aan te dui­den, vvaar­ph­der liet. Bel­gisch publiek de meest Pho­to­ge­nieke vrouw van Bel­gië, zul mogen kie­zen.

Die 18 kun­di­da­teh zul­len op de kos­ten van « De .'Ci­nema » gefilmd wor­den en zul­len dus tegelj­ker­tijd op het doek en in de num­mers van « De Cinema »-ver­schi­j­nen, ten einde de •keus van het publiek te ver­ge­mak­ke­lij­ken.:

Wie deel neemt aan onzen pri­js­kamp neme de bepa­lin­gen van het regle­ment in acht, en vólle den bon in, ver­schi­j­nend op bz. 15 van De Cinema.

fv JAAR­GANG

1923

UIT­GE­VER D. MEU­WIS­SEM.BRUS­SEL TEL. 31676 REDAC­TIE BßU55£L CH OE C05­TER5TR. 10-12 ANT­WER­PEN. PRO­VIN­CIES­TAD HET HUM­MED 5C

JAA­RA­BOm 25

VER5­CHI­JMT OP VRI­J­DAG

ONZE FILM­STER

Het waren twee school­ka­me­raadjes, mooie Parij-sche popjes van amper vijf­tien jaar, maar met durf, hoop en wils­kracht bezield. En ze dach­ten dat hun mimiek en dan­son­der­richt, in de stu­dio’s wel gebruikt zou wor­den. Dus, gin­gen ze stout­weg zich bij een beken­den Franse h e n too­neel­schik­ker aan­mel­den, die plei­zier had met hun gren­ze­loos enthou­siasme, en het wel wilde wagen hun talent op proef te stel­len.

Deze poging nu werd met succes bekroond.

Lang­zaam maar zeker ver­wier­ven onze meisjes bij­val, roem en aller ach­ting. Helaas, te mid­den van dien waren droom, werd Suzette — de oud­ste — woest in de armen des doods gewor­pen: ver­welkt is thans de mooie bloem die het sie­raad van den Franscf­ten cinema zou wor­den.

Want deze jeug­dige artiste, was Suzanne G rand a is. Haar vrien­din­netje is Mejuf­frouw Marise Dau­vray, ook een der meest inter­es­sante figu­ren uit de Fransche Cinema-wereld. Op Marise willen we de sym­pa­thie die we voor Suzanne voel­den, over­bren­gen; want een zelfde sen­ti­men­ta­li­teit bezielt haar rein wezen, want ook zij leeft mede met dén ver­tolk­ten rol; haar gebaar is lenig, deli­caat en soe­pel, en soms ook krach­tig; haar mooi gelaat, haar frissche blik en pho­to­ge­nische trek­ken, weers­pie­ge­len nauw­keu­rig de geei­schte gemoed­saan­doe­nin­gen.

Mejuf­frouw Dau­vray beviel ons reeds toen ze.

Marise Dau­vray in De Hei­lige Vlam (La Flamme Sacrée).

onder lei­ding van Jas­set, tal van kleine rol­len ver­vulde in avon­tu­ren-films; maar nog meer viel haar spel in aller smaak, toen haar talent tot rij­ping kwam onder den inv­loed van Chau­tard, en den beken­den Henry Krauss. Met dezen laats­ten too­neel­schik­ker, ver­tolkte ze beur­te­lings De Dame van Mon­so­reau, Chéri Bibi (van Leroux) en Trompe-la-Mort, naar Bal­zac's werk. Bür­get en de veel bes­pro­ken Abel Gance, moch­ten ook op de mede­wer­king van Marise Dau­vray reke­nen. De eerste gebruikte haar in De Toorts­rit, de tweede in J'ac­cuse, een der wei­nige Fransche films welke tot in Ame­rika opgang maakte. Ein­de­lijk dus kon de jonge kuns­te­nares waar­lijk rol­len harer waar­dig ver­tol­ken, t geen in het ver­volg ook gebeurde. Doch de cri­sis thans door de Fransche cine­mato-gra­phis­ten door­leefd, dwong M. en Mw. Henry Krauss (want intus­schen was Marise met den kun­di­gen too­neel­schik­ker in den echt getre­den) zieft in dienst van bui-ten­landsche fir­ma’s te stel­len. In de Lom­bardo-Film werk­plaat­sen wer­den grootsche plan­nen op touw gezet, ...​en ver­we­zen­lijkt. De hoof­drol zou Marise spe­len in Het Laatste Roman, Li Pao Man­da­rijn, De Hei­lige Vlam, De Vrouw van Osi­ris, en' andere avon­tuur-fil­men. Al waren de karak­ters der hel­din­nen nog zoo uiteen­loo­pend, toch wist de talent­volle kuns­te­nares ze naar waa­rheid te behan­de­len. En groot was het succes met deze voort­breng­sels, niet slechts in Ita­lië en Fran­krijk, doch in ver­schil­lende andere lan­den van Eu-ropa, geoogst. Zou de Heer Henry Krauss, bij­ges­taan door zijne talent­volle ver­tolks­ter, de ware for­mule der « inter­na­tio­nale film » gevon­den heb­ben.


DE KLEUR-FILM

(Ver­volg van hx. 14.)

AI zoo was de oplos­sing te zoe­ken in de « gelijk­ti­j­dige » weer­gave der beel­den: wat ech­ter een meer gecom­pli­ceerd toes­tel vergde, want was liet vol­doente om het toes­tel in het eerste geval dub­bel zoo »nel te draaien, dan hoeft men nu een spel van drie len­zen en een spe­ciale ver­lieh­ting­ssys­teem. Kerst gebruikte men drie neven elkaar aan­ge­brachte objec­tie­ven, waa­rach­ter een film drie­maal zoo breed als d.e gewone liep en waar­voor eten rood, geel of blauw fil­ter was aan­ge­bracht. Van opname tot opnam« vers­prong de film dus één beeld-lioogte. Maar de drie beel­den waren niet geheel gelijk door de paral­laxe der objek­tie­ven, * waar­door pers­pec­tief­stoor­nis­sen (als in ste-reos­koop-foto­gra­fiën).

Voor het eerst dacht Chr. Chris­ten­sen uit, gebruik te maken van drie dicht boven elkaar aan gebrachte objek­tie­ven, waar­door die paral­laxe veel min­der sto­rend werkt ver­mits dit gansch hori­zon­tale beeld geldt.

Maar een andere tech­nische moei­lij­kheid

Hen xeer typisch too­necl met Marise Bau­vray (rechts)

Charles Krauss (bij de paal), Marise Dau­vray (ach­te­raan) en Ossini (rechts), in De Hei­lige Vlam

de film bezit dezelfde breedte als de gewone. Alleen is er ver­schil in de beeldh­qogte, die van 19 mm. terug­ge­bracht is op 14 mm. Kik heeldj, e komt ach­te­reen­vol­gens voor het fil­ter en dank aan den «Cor­rec­teur Gau­mont», is alle kleur ver­vor­ming of onzui­ve­rheid ónmo­ge­lijk gemaakt.

Het is een e'ec­trisch toes­tel dat toe­laat van op afstand en zon­der dat de ope­ra­teur er zich mee moet bemoeien' de stand der twee ohro-mo-fil­ters in verhou­ding van de derde (rood) te wij­zi­gen en liet minste ver­schil dat de kleu­ren had doen imeen­loo­pen. onmid­del­lijk en auto­ma­tisch te doem verd­wi­j­nen.

Ver­ras­send mooi zijn de effec­ten die door bit mid­del wer­den ver­kre­gen en men denke even aan den rechts­treeks in kleu­ren, opge­no­men film van den « Défilé de 'a Vic­toire » van 1919 om al het haast per­fekte, het heer­lijke der ver­we­zen­lij­king te bewon­de­ren.

In een vol­gend num­mer van « De Cinema » spre­ken we over de sub­trac­tieve en de milu-cli­ro­noom-methode van den film in natuur­lijke kleu­ren AVAL.

Ossini en Marise Dau­vray in De Hei­lige Vlam; too­neel-sichik­king van Charles Krauss.

eene for­mule die bevre­di­ging 'zou geven uun ulle cine­ma­lief­heb­bers uit alle land­ss­tre­ken i Men wen-sehe het, en juiche den Heer en Mevrouw Krauss toc, met hun steeds groeiend succes. MARN1X.

schi­jnt hie­raan ver­bon­den; inder­daad, in plaast dat een beeldje wordt voort­ge­dre­ven, moe­ten et' nu drie in een­maal vers­prin­gen: in plaats van 19 mm. 57 mm., wat onge­veer 48 beeldjes in de seconde da ars telt.

Chris­ten­sen heeft getracht daa­rin te verhel­pen met een bree­dere band nage­richt te doe loo­pen van rechts naar links of omge­keerd en waa­rop drie door rood-groen of blauw-vio­let fil­ter opge­no­men beel­den boven elkaar zijn gedrukt (de per­fo­ra­tie bevindt ziel» boven en onder de beel­den) en zoo dicht moge­lijk, waar­door ook de objek­tie­ven dicht bij elkaar zijn ver­za­meld.

De « Kiniei­do­chroom », van Ber­thon en Aude­berd volgt onge­veer dezelfde werk­wi­jze, maar met gebruik van. kon­cen­tri­see­rende pris­mas.

De laatste ver­be­te­ring die schi­jnt in het defi­ni­tieve ver­we­zen­lij­kingss-tadium te zijn getre­den. is bet « chro­no­chroom »-stel­sel van Léon Gau­mont-

Net als het voor­gaande wor­den drie onder elkaar «ange­brachte len­zen gebruikt, maar

CINE­MA­TO­GRA­PHISCHE TYPEN

DE CINE­MAS­LA­PERS

Onder Gods heer­lij­ken wel­ven­den-koe­plen-den hemel loo­pen aller­lei mem­schen, die natuur­lijk ook eenige uurtjes in de cine­ma’s gaan taber­na­ke­len. Legio zijn er dan ook de rus­tige sla­pers, die er regel­ma­tig in een zalig-niets-doen weg­doe­zeien.

Mees­tal komen de def­tige bezoe­kers de belan­grijk« voors­tell tagen bij­wo­nen, na een goed avond­maal, ver­go­ten met een lek­kere flesch of enkele gla­zen bier. Daar zijn ei' zelfs

akker v1 oei en en 't kan hem wei­nig sche­len, wat er op het scherm gebeurt. En wijl dfc ande­ren zich ver­ga­pen aan heer­lijke zich­ten op vreemde lan­den, weene met een ake­lige gebeur­te­nis of lachen met de gui­tens­tre­ken van een straat­boef, roest hij ver­der en droomt wel­licht, over din­gen even mooi als de kit­mema-voors­tel­lin­gen zelf.

Hier 'hoeft hij niet, bang te zijn dat hij gewekt wordt door leven­dige toe­jui­chin­gen- of

die een­vou­dig naar den cinema komen om er een lek­ker dutje te doen; zij sla­pen wel­dra rus­tig, om ’t even -of de lan­gha­rige pia­niste met ge weld de toet­sen hard of maar heel zachtjes raakt; in de duis­ter­nis hier zijn ze vei­lig en roe­zen spoe­dig in eve­nals in ee kerk, waar een s'eohte pre­di­kant zijn paro­chia­nen maar niet kan boeien.

Kalmpjes vli­jen zij zich neder in een don-zigen zetel, kij­ken even naar de too­nee­len die afges­pee’d wórden, maar slui­ten wel­dra de oog­wim­pers en wer­pen zich enkele oogen­blik-ken later geheel in de armem van den God Mor­pheus.

De def­tige rus­tige beer slaapt in... Mijn­heer slaapt ver­der.,Hij laat Gods water over Gods

hard ges­chreeuw. Ook geen tus­so­hen­pooze hin­dert hem, want deze duurt slechts een minuutje in de cine­ma’s, juist tijd genoeg om zijn been, en eens te ver­leg­gen.

De sla­per van den cinema is een wijs man; indien de cinema niet bes­tond, zou hij voor hem uit­ge­von­den moetent wor­den. Hier vindt zijn kalme zie' rust en ver­poo­zing, die hij tever­geefs in de dran­khui­zen of kroe­gen zal zoe­ken. Sla­pen is een kunst, eve­nals goed en lek­ker eten. Alles vergt oefe­ning. De lek­ker­bek zorgt, voor een flink opge­di­schte tafel en Ijvert dan gewel­dig tot tee­ken der waa­rheid. En de sla­per zoekt zich steeds eem vei­lig hoekje om sti­laan in te slui­me­ren en kent de kne­pen om gauw zacht in te mij­me­ren. J. B.


EIEHE AKA­DE­MIE VOOD EERSTE FILM RÜAGtt­TEri

Doch laten wij het woord aan de inrich­ters zelf:

< De « Stock Com­pany », het is de naam der pas opge-richte ins­tel­ling, is de eerste poging in de ges­chie­de­nis ven het bezielde beeld om bij de ver­tol­kers, in dienst der cine-mato­gra­phische kunst, de zui­vere tech­niek te ont­wik­ke­len. Hier worth voor het eerst den film-artis­ten, de gele­gen­heid gebo­den hunne tech­nische opvoe­ding zoo­da­nig te ont­wik­ke­len, dat ze tot in kleine bij­zon­de­rhe­den al de pha­sen omvat, die een film­pro­dukt moet door­ma­ken, vanaf het denk­beeld, dat den stoot gaf voor het schik­ken van het tafe­reel tot de eigen­lijke pro­jec­tie in de zaal, waar de voors­tel­ling plaats heeft. In tegens­tel­ling met de jeugd, die de cinema-scho­len bezoekt, heb­ben de leer­lin­gen der « Stock Com­pany » reeds een geves­tig­den aren van ij behoe­goe­den naam door

lij I

ven dus niet het a. b. c. van

ver­diens­te­lijk werk

jai . Zij

het vak te lee­ren, ofschoon wel­lich een kleine fout te ver­be­te­ren valt; maar zij moe­ten op zoo­da­nige wijze hun tech­nische ken­nis ver­rij­ken, dat zij, bekend zijnde met alle bij­za­ken, betrek­king heb­bend op het werk waar­van zij deel heb­ben, gelijk­ti­j­dig met een rui­men blik op de moge­lij­khe­den, welke hun kunst biedt een vurige begeerte aank­wee­ken, om zich met hart en ziel daa­raan te • wij­den ». ,

Onder de artis­ten der « Para­mount » die zich schaar­den op de ban­ken van dit hooge col­lege, vin­den wij de namen van Glo­ria Swan­son, Rodoph Valen­tino, Betty Comp­son, Elsie Fer­gu­son,

Tho­mas Mei­ghan, Doro­thy Richard Wayre, leden der “ Stock-Com­pany

Dal­ton, Agnes Ayres, Jack Holt, Bebe Daniels, May Mac Avoy; Wanda Haw­lèy en Mary Miles Min­ter. Andere kan­di­da­ten meld­den zich aan, waar­van aan­ge­no­men wer­den. Lila Lee, Bea­trice Joy, Lois Wil­son, David Powell, Nagel, Syl­via Ash­ton, Wal­ter Long, Charles Ogle, Cla­rence Bur­ton, Kath­lijn Williams, Ethel Wales, Helen Dun­bar, Anne Q. Nils­son, Mil­ton Sills,

William de Mille geeft onder­richt aan May Mac Avoy, Bert Lytell en Richard Wayre, leden der " Stock-Com­pany „.

In het meda­j­jon .* William de Mille, belast met de pho­to­draina-leer­gang.

heid van Dou­glas en Cha­plin is te zeer bekend, dan dat men zou veron­ders­tel­len, dat zij hun talent niet voor nog hoo­ger ont­wik­ke­ling vat­baar ach­ten; het is meer waar­schi­jn­lijk, dat, de inrich­ting nog zoo jong zijnde, vele ster­ren zich niet kun­nen vri­j­ma­ken om aan de werk­zaam­he­den der Stock-Cy deel te

Wat hier volgt is geen ver­zin­sel... doch een geloof­waar­dige mede­dee­ling van den cor­res­pondent der « Over Seas pho­to­graph Ser­vice », die » de Cinema » elke week over boeiende aan­ge­le­gen­he­den op cinema-gebied, onde­rhoudt.

Wel­hoe, de hee­ren Zukor en Lasky, hoof­den van de grootste film-uit­ge­ve­rij van Ame­rika, heb­ben het « ver­za­me­len » gebla­zen van alle cine-ma-arties­ten en tech­nici, met het doel een Hoo­ges­chool voor film-arties­ten te stich­ten

Theo­dore Kos­loff, Waker Hiers, Julia Faye, Guy Oli­ver, Lucien Lit­tle­field, Robert Gain, Georges Faw­cett, William Boyd. Men ver­won­dert zich hier­bij de namen der eerste krach­ten van Fox, van de « Uni­ver­sal » en van nog andere groote Ame­ri­kaan-sehe maat­schap­pi­jen niet te lezen. De bes­chei­den­ne­men. Hoe dan ook, het schi­jnt dat het stre­ven der acteurs en der mees­ters uit­mun­tende resul­ta­ten op zal leve­ren, want de inrich­ting voor­ziet zeer zeker in een behoefte.

De ciné­ma­to­gra­phie is in een sta­dium geko­men, waa­rin niets ver­zuimd mag wor­den, wat tot de over­win­ning daar­van kan bij­dra­gen; de Stich­ting der hoo­ges­chool voor film-artis­ten, is een stap ver­der op den weg ter vol­ma­king der kunst op artis­tiek, indus­trieel en tech­nisch gebied.

Bes­chou­wen wij van meer nabij het rader­werk der ins­tel­ling, waar naar meer­dere vol­ma­king wordt ges­treefd, van alle tak­ken der wer­zaam­he­den op het gebied der ciné­ma­to­gra­phie. De Direc­teu­ren en

Stu­den­ten;

Benige stu­den­tin­nen

Lila Lee

Mae Mc Avoy

Elsie Fer­gu­son

Wal­lace Reid

Conrad Nagel

De cur­sus­sen in cine­ma­to­gra­phische tech­niek zijn in twee afdee­lin­gen ver­deeld; ter­wijl de eerste zich bezig houdt met de ont­wik­ke­ling van het phy-siek, is de tweede uits­lui­tend gewijd aan de thea­trale opvoe­ding. Er is boven­dien eene afdee­ling

voor « schep­pend stre­ven », die cur­sus­sen pmvat voor de stu­dio der vol­gende vak­ken: ont­le­den van het photo-drama; theo­rie en prac­tijk daar­van — kluchts­pel en pho­to­gra­phische voors­tel­ling — de too-neel­schik­king, en ein­de­lijk de ges­chie­de­nis der cinema «gra­phie.

De gebroe­ders de Mille, de dan­ser Theo­dore Kos­loff, de gym­nast Kid Mac Coy, de tee­ke­naar Iribe, en twin­tig andere des­kun­di­gen onder­wi­j­zen aan vli­j­tige leer­lin-boven het mid­del­ma­tige

Théo­dore Roberts

talent ver

gen, wier staat.

Zoo wordt voor vol­maak­theid ges­treefd, in d'e cinema-mid­dens der Groote Noord Ame­ri­kaansche Repu­bliek.

de ster­ren en alle leden der Stock Com­pany moe­ten bepaalde cur­sus­sen vol­gen, een zeker aan­tal < klas­sen » door­ma­ken. Het beheer dezer laatste is toe­ver­trouwd aan per­soon­lij­khe­den, die uit­ges­tu­deerd zijn in de ver­schil­lende vak­ken, samen­han­gend met de bios­koop; bij Cecil B. de Mille berust de hoofd­lei­ding der school;

William de Mille, Nog, een drie­tal vli­j­tige leer­lin­gen :

George Mel­ford,

Georges Fitz­mau­rice en James Cruze zijn belast met de ver­schil­lende onder-afdee­lin­gen, naar gelang hun­ner hooge begaafd­heid op tech­nisch of thea­traal gebied. Zij wor­den in hun taak ter­zi­jde ges­taan door spe­cia­lis­ten als Irvin Willart, John Sa R«berf­son, ÜTam Wood, Joseph Hene-barq, Alfred E. Green.

Phi­lip E. Mosen en

Paul Powell. Mary Mites Min­ter Doro­thy Dal­ton Betty Comp­son


ANGELtJS

( Lyrisch spro­ken lied )

staam.i n zal die klauktu m—- 't zelfde werk. »

zed'ic aegen

’t Laatste klankje ver in de

rust is al nu,

»el •ver­wor­ven rust voor wie daar bil­den mocht.

Pij/end Mikt, hii naar der

zonne laaiM»- aio»

tar hij ’s levens vreedük'ouue uit eej­clide


Flik, de Sjasj. kwam bin­nen en hij floor van bin­nen in langs zijn neus uit « Mont­martre ».

De Nei­ger met de gegaIo­neerde pet sloot zijn oog. .opende een boekje van zijn onderste Mp: Sast!...

Dé F’ik stak zijne han­den in zijn zak­ken, zweeg.

Met.​de kassa in haar armen, zweefde Tata, de bura­liste, aan en zij neu­riede: Love! Sweet love! (Fox­trott).

De onderste lip kwam open met een hoekje en: Ss«!!...

Tata slikte en ging.

Toen kwam een brom­mende « Made­lon » van uit de snor van een Poli­tie­man.

En weer 'ini Ssstüü

Toen kwam ik-zelf, ger­ni­soh­loos.

De gou­den Pet sstte niet en stond op.

— Da-a-g! zei ik. fluis­te­rend.

En hij keek heusch niet lek­ker.

— Wat heb­ben ze toch dezen avond, met a,l hun stom muziek.'

.. Ze zij, a wel­ge­mutst, mijn brave vriend.

Alleen de boo­zen zin­gen niet.

- In de « Cinema » zwi­jgt ieder, mijn­heer! En in de eerste plaats het per­so­neel. Het dient tiet goede voor­beeld, te geven. Hebt ge mij ooit een jass-band weten, « fluis­te­ren ». wan­neer daar. in onze zaal, Othello Opi­he’ia

; Nu, nu, zoo erg zal het niet wezen. A/ ge ’t maar bes­chei­de­nem uw eentje doét. Wie hoort het? Wien stoort het?

— Hel stoort de stilte in de zaal, den indruk van den film, de mimiek van de stare,

~ Drie maag­de­kens? met de motie­ven van Hubert, was dat niet mooi, heel mooi?

het spel der figu­ra­tie, het impor­tante van het, decor, liet, ver­breekt de een­heid en de wij­ding. Het sug­ge­reert eene afd­wa­ling van uwe til­gen ver­beel­ding wni het roept andere beel­den op die ver­lam­mend wer­ken op hel ge z i c 1 ) ts v e r m og e n.

Schaf dan maaV liefst,,in eens,«n radi-kaai, uw orkest af in de zaal. Dat maakt, een ander gerucht!

— ’t Orkest, mij­mi­heer, ’t orkest!

En de Neger drulkte zijn pet die­per in zijn kroe­zel­haar, nam mij bij den schèu­der vast en voerde mij ver­der van den ing­kiïg af, tot bij het ijze­ren Itek. in zij» -hoekje van etcr­fie.' — ’t Orkest, mijn­heer! Da's­mijn dood! ze.i hij. en mij dunkt, hij zag er bleek uit.

De dood van de Cinema, mijn­heer! Zijn

Voor dien film (Robin Hoéd) schreef Boris Dunco een sym­pho­nisch opera.

dood, zon­der genade! Wat al heb ik gele­den onder dat orkest in de Cinema! On-zeg-ge-'ijk!... Ik heb een gewaagd toertje rneege-maaikt over de Nia­gara, op de tonen van «) « Adieu, Manon! » Ik heb een leeuw, op loer,

dood­ges­cho­ten, in den manes­chijn, ter­wijl de duis­tere pia­niste « Tip­pe­rary » afram­melde! Ik heb het ster­vens­mo­ment van Cesar Bor­gia « zien » bege­lei­den met « Ber­ceuse de Joce­lyn », mijn­heer!

Jam­mer, echt jam­mer, inder­daad. Dat komt omdat gij de titels van de muzieks­tuk­ken. kent!... Ais de muziek- bij den toes­tand ano­niem aan­ge­past is... En het publiek... Het goede publiek ziet zoo nauw niet.

— Toch wel de man­schen met een smaak, mijn­heer!

De man­schen met één smaak! Ik! Gij! De ken­ners!... Ove­ri­gens, Cinema is er om te zien, niet om te hoo­ren. Daar bes­taat, de Opera voor... En dan nog, mijn­heer!... Vraagt ge u ooit af, hoe het er uit mocht zien, moest mijn­heer Orkest­mees­ter Die of die uit de (( anale, de « Kara­vaan van Marouf » laten affil­mee­ren op het sol­da­ten­koor uit « Faust »!

- Over­dri­j­ving! Uw ver­ge­lij­king gaat niet op, waarde vriend.

— Dan gaat ze niet op?... Neen... Dan is goede smaak een ijdel woord!... Weet ge wat zij bij zulk geval in Japan zou­den gedaan heb­ben?...

— In Japan?

Neen?. . Heusch waar, neen?...​Nu dan... Vijl' minu-

. ten... Zie­hier hoe het er bij toe­gaat bi.j de Mika­dos.

Toen ik te Yoko­hama nog boy was, ging ik gere­geld naar Cine...

Natuuri ijk... Zeer inter­es­sant... Pin zoo­voort.

P>n*s bij toe­val.

draai­den ze. daar een Loti-ror­nan­netje tus-schen een juf­fer Prui­menh­loe­zem pn een jon­ge­heer Ker­sen­pit in kos­tuum uit ie Japan-sche XVHle eeuw, een lief­de­ges­chie­de­nis, ergens gekiekt te Menil­mon­taint... Manes­chijn! Gevrij! Gezoen! Let wel. Dat gezoen heeft lang, te lang geduurd, tus­se­hen de XyiIIe-eetiwsche kos­tuums onder de Len­te­boo­men uit bord­pa­pier... Er is niet één Jap die één' lid ver­rok­ken heeft, niet één spier in zijn gelaat heeft laten tril'en... En noch­tans!... Dat dient u er bij te weten. Het gezoen uit Menilr­non-tant. Passy of uit waar van­daan ook in bet Wes­ten, bes­taat mief in Japan. Z-> ken­nen dat 'liet gin­der. En de zaal bleef kalm. dood­ka'm, koud bij zulk een watis­ma­ke­liijk hei­lig­schen­nis van 's 'ands zeden en wet­ten.

— Ge ziet dus wel, dat het publiek, daar zoo­wel als te onzent...

- Ja maar! Eventjes wach­ten! Dat gevrij en gezoen — ho-e onbe­ta­me­lijk ook — moest toch een einde nemen. Ver­schrik­ke­lijk, mijn­heer! Toen juf­fer But­ter­fly hari­kari ging ple­gen met den sabel van wij­len haar heer-papa, die een samou­raï was. toen werd op de grar­no­foon ges­pee'd — ’k hoor het nog!

« Waar kan men beter zijn »!... De zaal. als één man. sprong op. Wel­dra waren er, geen

stoeltjes genoeg om het doek aan dui­zen­den Har­den' stuk te scheu­ren! En ik zweer het u, op mijn woord van eer! Te Yoko barna was de titel van « Waar kun­nen wij beter zijn », is de naam van Gre­try-zelf niet eens bekend! Spreek me van men­schen met smaak!

< Wordt voort­ge­zet )

Neen, <*een bege­lei­ding voor sen­ti­men­teele noch voor his­to­rische film...


12

iiiiiiiiiiif mil

Ohs ernemfj

nimm

( Vet volg. )

Iede­reen heeft ont­zag voor de groote kracht van Saïd en zijn blik alleen reeds oefent een geheim­zin­nige macht op allen uit.

Het is of Saïd, door zijn over­win­ning op tal­rijke tegens­tan­ders, hem dol over­moe­dig heeft gemaakt. — Dans I gebiedt hij een dan­seres.

Doch de vrouw krimpt ineen van ont­zet­ting. Op

den grond lig­gen immers nog de zeven lij­ken uit­ges­trekt.

Dans! herhaalt Saïd. En zijn oogen zijn- 's eiende kar­bon­kels.

Ik zal dan­sen, mees­ter... pre­velde de dan­seres, en lang­za­me­rhand komen haar bee­nen in bewe­ging en zij gaat dan­sen, dan­sen omheen de lij­ken om den jon­gen, krach­ti­gen Saïd te beha­gen.

Maar Bakir is te oud om nog beha­gen te stel­len in het lenige bewe­gen der vrouw. Zijn geest wordt ove­ri­gens door andere voor­ne­mens gek­weld. Ein­de­lijk weet hij eenige woor­den te wis­se­len met een dan­se­resje.

— Mijn doch­ter... mijn doch­ter Zilah?... vraagt

hij.

— O, de mooie Zilah? Wat wilt ge er van weten, vadertje? ant­woordt het dan­se­resje.

— Is Zilah... leeft Zilah niet in zonde?... Ges­pan-j o in alle zenu­wen, ver­wacht de gri­j­saard het

ant­woord:

— Zilah is rein als de sneeuw op den hoog­sten berg­top!... zweert het meisje.

En Bakir voelt een groote rust in zijn hart dd

Hij wen­scht alleen gela­ten te wor­den. Zijn geluk is groot, groot als Allah zelf...

Wel­dra is Bakir inges­la­pen. En hij droomt van het pro­fe­tisch opschrift van den opge­dol­ven steen...

De dans is geëin­digd. Saïd ziet eensk­laps den ouden Bakir in slaap ten gronde uit­ges­trekt. Hij volgt de bewe­gin­gen van Bakir’s lip­pen, luis­tert naar de woor­den, die de oude man pre­velt:

— Zeven man­nen zijn op één nacht voor haar ges­tor­ven... Zij is een zui­vere maagd... Zij zal de Mogh­reb red­den...

Deze pro­fe­tische woor­den maken die­pen indruk op Saïd. Hij wekt Bakir en vraagt hem de betee-kenis van zijn droom.

— Het is geen droom! Het is waa­rheid.

Zilah, de mooie dan­seres, is mijn doch­ter. Allah, onze God, heeft haar voor­bes­temd ons land van de Mogh­reb te bevri­j­den.

(Wordt voort­ge­zet).

(Lees in ’t vol­gend num­mer: De vlucht door de Woes­tijn. — De strijd om Irchad, enz.).

DE KLEUR-FILM

De 'ki­ne­ma­to­graaf gaf tot hier­toe slechts bewe­gin­gen en vor­men weer; de kleur scheen ech­ter -aan zijn almacht te onts­nap­pen. Welis­waar heeft mein, reeds lang gele­den,, getracht de fil­men te kleu­ren, maar de moei­lij­khe­den voor die bewer­king maak­ten den uits­lag heel betrek­kè­lijk. Als men weet dat

#tg 1

seco­ru­doixe

fCIenr

lan­gen tijd liet kleu­ren met de hand werd gedaan, beeldje per beeldje, dan kan inert al inden­ben hoe onge­luk­kig het resul­taat zijn / >st. Een eerste ver­be­te­ring, maar heel onvol­le­dig nog, was het auto­ma­tisch kleu­ren .met « söhablo­nein » (1), een behan­de­ling die vast niet gemak­ke­lijk was en toch over het alge­meen geen artis­tiek geheel ople­verde.

Sedert eenige jafen ech­ter bei­j­ver­den velen zich om tot de ver­we­zen­lij­king te komen van de film in « natuur­lijke » kleu­ren; opzoe­kin­gen en proe­ven die nu haast, hun do-el heb­ben bereikt.

Voo­ral de uit­vin­ding van Charles Cros en Louis Dueos du Hau­ron (in 1867 en 1869), die het pho­to­chro­misch pro­cédé, genaamd « dric-kleu­rem-methode » uit­dach­ten, voerde naar een prak­tische oplos­sing van het moei­lijke vraag­stuk.

Deze bewer­king is even­wel twin­tig jaar­lang mis­kend gewor­den. (Men is geluk­kig tot een juis­ter begrip van de latente kwa­li­tei­ten

(1) Uits­ni­j­den vnn het te kleu­ren beeld voor de drie ver­schil­lende (grond) tonen! rood, geel en blauw, bij mid­del van een pan­tou­raaf. Het eigeiijke kleu­ren ges­chiedt door mid­del van kleur­nan­den of door bes­proeiing.

geko­men, want bet is wel dank aan deze uit­vin­ding dat de pho­to­me­ka­ni­seihe nij­ve­rheid erin gelukt is repro­duc­ties te maken die de moei­lijks­ten ku-nnen bevre­di­gen.

Het prin­ciep kan als volgt samen­ge­vat: Alhoe­wel de kleu­ren in onein­dig aan­tal voor­ko­men, kun­nen zij toch terug­ge­bracht, oMi­dei opzicht .van den indmk welke zij op ons oog maken, tot drie hoofdk­leu­ren, waar­van de menig­vul­dige ineens­mel­tin­gen het gamma van alle moge­lijke tin­ten kun­nen samens­tel­len.

Het is bewe­zen dat het inens­ci­he­lij.k' oog drie groe­pen van zenuw­cen­tra bevat waar­van e'ke groep eeini zone valt het spec­trum in zich opneemt.

De Z'ichaf­wij­kin­gen der dal­to­nis­ten heb­ben toe­ge­la­ten juist den aard der drie hoofd­tin­teo-te bepa­len. Men nam eerst daar­voor het blauw, het geel en het rood (kar­mi­jini). Maar vol­gens d« theo­ricn van Young, H-elml­hoftz en. Max­well, zijn ze het vio­let, het groen, en het oranje-rood. En toch in de troc hr o nie pho­to­gra­phie zul­len we ziem dat de resul­tante samen­ges­teld is uit de super­po­si­tie der drie kleu­ren: blauw, geel, rood. Maar men moet liet onder­scheid mer­ken tus­schen « gek­leurd licht » en « kleur » pig­men­ten. Eig. 1 en 2 geven goed het onder­scheid aam.

Onder­zoe­ken we eerst de pig­men­ten:

Eig. 2 geeft het resul­taat van de bedek­king. Een pig­ment is een niet gek­leurd bes­tand­deel dat slechts het licht weer­kaatst welke het ont­vangt. Kalk, b.v., is wit in liet daglicht, omdat het geen enkele tint van liet, sspe­crum ops­lorpt, maar ze inte­gen­deel terug­kaatst. Kolen zijn zwart, omdat ze alle stra­len ops­lor­pen en geen enkele terug­kaat­ser.


De onders­taande figuur (2) kan men best alzoo samen­vat­ten:

Massa

Blauw Oranje Groen en vio­let Geel

Bood Groen Oranje en vio­let, Rood

Geel Vio­let Groen en oranje Blauw

In het cen­trale vlak komen al de pig­men­ten te zamen: ai de kleu­ren wor­den opges­lorpt en de resul­tante is « z\Vart ».

Kij­ken we daarna ook de samens­mel­ting van gek­leurd licht na, en beproe­ven dat door mid­del van een ach­te­reen­vol­gende pro­jec­tie van stra­len. Komend uit drie toes­tel­len, waar­van elk voor­zien is van één gek­leurd glas: liet een« groen, het andere vio­let en het derde oranje-rood, pro­jec­tie die der­wi­jze gebeurt zooals aan­ge­duid op tig, 1, waar­van de Iicht­mas­sa’s zich gedeel­te­lijk dek­ken. De beko­men uits­la­gen wor­den dan:

Oor­za­ken

Same­ni­mel- tin­gen Effekt Ops­lor­ping van uit door Bli­jft

Drie kleu­ren Wit

Rood en vio­let Rose kaïmljn Blauw vio­let rood Rose

Rood en Kroen Geel Blauw' rood Geel

Oroen en vio­let Blauw Geel — vio­let Blauw

Daa­ruit kan men dade­lijk aflei­den dat, zoo men in vol­doende snel­heid ach­te­reenvdl­gens drie « nega­tie­ven » opneemt doo­rheen drie chro­mo­fil­ters. waar­van de super­po­si­tie het « wit » weer­geeft, en van deze drie nega­tie­ven, drie gelijke « posi­tie­ven » afdrukt die bij de pro­jec­tie elk voor zijn oors­pron­ke­lijk fil­ter wordt gezien, dan heeft men het ori­gi­neel hers­teld in de rea­li­teit van de kleu­ren.

Het is een pro­cédé dat men « addi­tieve methode » noemt, Heel een­vou­dig . in schi­jnt, maar waar­van de prak­tische ver­we­zen­lij­king haast ono­ver­ko­me­lijke moei­lij­khe­den aan­bood.

'De eerste daar­van is om (ook voor de andere methodes) een pan­chro­mische film­band te ver­kri­j­ger)', van hoog­ste gevoe­li­gheid: om de beel­den der­wi­jze te doen vol­gen en samens­mel­ten dat het oog de drie­dub­bele afbeel­ding niet opmerkt. Lang ech­ter scheen het geflik­ker, dat v re ese­lijk hin­de­rend werkte, niet te ver­mi­j­detni. Het is Mie the, die het eerst deze werk­wi­jze door­vor­schte. Na hem tracht­ten Van Riper, Friese-Greene, J. Sharp-Higham ze te ver­be­te­ren. Een aan­mer­ke­lijke stap voo­ruit was de uit­vin­ding van Albert, Smith, in samen­wer­king met Charles Urbain, die in plaats van drie kle*iran er slechts twee gebruik­ten:rood en groen en de film (het dub­bel der gewone lengte daar­bij 32 beel­den per seconde moet opne­men) wis­selde af door

beel­den doo­rheen een rood en groen fil­ter opge­no­men.

Y'oor de pro­jec­tie dacht men een toes­tel uit ais aan­ge­ge­ven door fig. 3. Ter­wijl de gewone vlin­der voor het objec­tief draait, bracht men een fil­ter-schijf aan tus­schen kon­den­sa­tor èn film draaiend met de helft der snel­heid van den vlin­der, en afwis­se­lend het groene en het roode gedeelte voor den licht­bun­del schui­vend. Om het ot ire­kende blauw eeni­ger­mate bij te voe­gen, werd de gewone vlin­der gebruikt als blauw-vio­let fil­ter, die bij de beeld-ver­wis­seüng een gek­leurde schijn op het doek wierp. In de rood-groene schijf waren er dan ook ope­nin, gen aan­ge­bracht waar doo­rheen iiet. noo­dige witte lidht gaat. Het is te begri­j­pen dat slechts onder­wer­pen goed kon­den behan­deld wor­den als zij « voor­dee­lige » kleu­ren

big. 3

In het mid­den van het groene vlak, wordt de cel­lu­loid fil­ter dub­bel gelegd.

ver­toon­den; een zui­ver blauw werd met ver­kre­gen, ter­wijl de warme fin­ten enig­szins te hel waren.

Het is de z.g, « Kine­maeo­lor », waar­van het bre­vet door den Lon­den­schen ban­kier Rot­schild zou aan­ge­kocht zijn voor 12,000,000 Mk.

Later wil Maxi­mo­witsdh met twee kleu­ren (een geel­groen en een, rose-vio'ot­fil­ter) het zelfde berei­ken.

Wohl en Max Mayer bren­gen in Ame­rika hun Pri­zi­ria-werkv­vi­jze voor (1917), gebrui­kend voor de opna­men een rond­draaiende, van vier kleu­ren voor­ziene schijf, voor de pro­jec­tie slechts twee kleu­ren; rood-oranje en blauw­groen.

Een groot gebrek ligt, nog in een haast onver­mi­j­de­lijke fout,: kleu­ron­zui­ve­rheid aan de ran­den van snel­be­we­gende voor­wer­pen. Wat dus prak­tisch in het wezen der kine­ma­to­gra-fiie een onmo­ge­lij­kheid is.

(Zie ver­volg bz. 4.)

IDEAAL,

PRACH­TIG

PRAK­TISCH

ZIJN ONZE

CARILLON

WEST­MINS­TER

( PEN­DULES

1 FABRI­CANTS SUISSES RÉIS

BRUS­SEL Rue des Fri­piers, 12

ANT­WER­PEN Schoen­markt, 12

BRIE­VEN­BUS

DAISY. — De laatste film van Edward Mathé is « Pa risette ». — Neen, Charles Ray is Ame­ri­kaan. Zendt zijne foto.

SAVI­GNY. —- Inder­daad. Maar de Vlaam-sehe titels ver­schil­len soms onein­dig van de ori­gi­neel.

PORTO. — Dank voor uwe wen­schen. Stel onbe­vreesd uwe vra­gen. Over­we­gen uw voors­tel,

MARIE-ANNE 47. - Armand Tailler is gebo­ren in 1887.

KIS­MET. — Alla Nazi mo va werd op 4 Juni 1879 te Yalta (Krim) gebo­ren. Waa­rom niet? . Blanche Sweet heet nu Mrs Mar­shall Nei­lan.

TOBI. - Ver­schoo­ning, maar op zulke dwaze vra­gen kan ik niet ant­woor­den. Zeg erns­tig wat ge wilt weten en ge kri­jgt vol­doe­ning.

I.​KEUWKEN. — Glo­ria Swan­son is in Chi­cago gebo­ren. — Blauwe oogen. — Ja, van

II. Sorn­bom. — Zon­der twi­j­fel.

LOU. — Beste Lou, uw vra­gen val­len heele. maal bui­ten het kader. Ik beant­woord graag de kine­maaan­ge­le­gen­he­den, maar doe aan wat ge wen­scht niet mêe.

(Zooals we reeds vroe­gen in num­mer 1. dienen de ver­zoe­ken om inlich­tin­gen zoo kort moge­lijk te zijn opges­teld, ten einde, zooals hier­bo­ven, met eenige woor­den te kun­nen ant­woor­den.)

cDon tot deel­name aan den cPri­js­kamp

VOOR

de meest Pho­to­ge­nieke Vrouw van Bel­gië

(naeun), (voor­naam),

deel te nemen aan den pri­js­kamp voor de meest pho­to­ge­nieke vrouw van Bel­gië.

Aa/i iiül bes­tuur van De Cinema, met de meeste Hoo­gach­ting,

(Hand­tee­ke­ning)

N. B. Dui­de­lijk en lees­baar deze bon invul­len, en het zen­den aan 't vol­gende adres: De Cinema, 10-12, Charles De Cos­ters­traat, Brus­sel.

Mejuf­frouw ( Mevrouw


IB

blad­zi­jde voor de ‘dJroutv

Steeds de belan­gen zij­ner lezers en leze­res­sen in acht nemend, wil De Cinema ook nu en dan een blad­zi­jde mode-model­len geven. De tee­ke­ning, welke men hier afge­beeïd ziet, werd uit het tijd­schrift De Nieuwste Modes ont­leend, ' 1 50 f ’

ove­ral ver­kri­jg­baar aan 1. 5Ö frank.

K Als pre­mie voor onze leze­res­sen, stel­len we knip­pa­troons op maat, van deze model­len bes­chik­baar; om deze te be~ komen, tegen mati­gen prijs, behoeft men ons slechts het nie­raan gehecht bon­netje te doen gewor­den, als­mede

T frank in post­ze­gels of post­nian­daat, en de vol­gende inlich­tin­gen: naam. en’voor­naam, adres, taille-maat, num­mer van het model. Wie een dege­lijk op maat gek­nipt patroon ver­langt, tegen spot­goed koo­pen prijs.

make van deze éénige gele­gen­teid gebruik.

Alle orders doen gewor­den aan J. FELIX, 20. Albert de Latours­traat, van de Cin< ma.

Brus­sel, of aan den uit­ge­ver DE DIREC­TIE.


Les

ROYAL

Hommes Nou­veaux

- ZOO­LO­GIE CINEMA

Amé­dée Bour­ron, l’un des fac­teurs do la gran­deur du Maroc, qui a fait for­tune de 1914 à 1918, a épousé Chris­tiane Seve­ral, femme de race, veuve d'un offi­cier. Pour Amé­dée c’est le cou­ron­ne­ment de sa car­rière d’avoir réussi ce mariage avec l’aris­to­cra­tique Chris­tiane. Pour celle-ci c’est après l'illu­sion d’une entente pos­sible, la meur­tris­sure du contact jour­na­lier de son par­venu d’époux. Elle reporte son affec­tion sur La nie Bour­ron, fille d’un pre­mier mariage de son mari, que son édu­ca­tion rap­proche de sa belle-mère, et qui aime .lean, frère cadet de Chris­tiane.

Mais Amé­dée Bour­ron convoite d’im­por­tants ter­rains dans le sud. Il part avec sa femme pour négo­cier avec le Caïd des Aïada. A Mar­ra­kech Chris-liane se retrouve face à face avec son ancien aman!, le capi­taine de Chas­sagne, offi­cier de ren­sei­gne­ments auprès de la tribu amie. Bour­ron, lui, ne voit que l’im­pres­sion pro­duite sur Chas-sagnes, et force sa femme à aller deman­der à ce der­nier de faire pres­sion sur le Caïd. L’en­tre­vue est pénible, dou­lou­reuse, car Chas­sagnes a com­pris que ce n’est pas une amante qui revient, mais une pauvre femme pous­sée par l’avi­dité de son mari. Bour­ron a atteint son but, el il rentre rayon­nant, sans se dou­ter qu’à côté de lui il a fêlé la sen­si­bi­lité de sa femme à jamais. Cepen­dant dans une escar­mouche Chas­sagnes a été mor­tel­le­ment blessé. Il ordonne qu’on le trans­porte en auto jus­qu’à Rabat. En pas­sant par Casa­blanca, sen­tant sa mort cer­taine, il grif­fonne un mot à son ancienne maî­tresse, lui deman­dant de ne pas refu­ser de venir le voir pour la der­nière fois à Rabat. Bour­ron s’y oppose avec vio­lence. Il accuse sa femme de l’avoir trahi. Chris­tiane refuse même de se dis­cul­per et Bour­ron, l'ayant enfer­mée, elle s’échappe et court à Rabat en auto. A l’hâ­pi­tal Chas­sagnes vient d’être trans­porté dans la salle mor­tuaire. Il est mort sous la bis­touri. Et Chris­tiane, désem­pa­rée, ayant perdu d'un côté son foyer, de l’autre jus­qu’à la conso­la­tion irrai­son­née de revoir son ancien amant, errant à l’aven­ture, vient échouer chez de Tolly, le vieux gen­til­homme qui l’a tou­jours pro­té­gée. Bour­ron, lui, s’est aperçu de la fuite de sa fffleme. Il entre dans une colère folle et toute sa nature d’homme sans édu­ca­tion remonte à flot comme de la vase remuée. Lanie qui a assisté à la scène révul­sée de la gros­siè­reté de son père, et pre­nant car­ré­ment parti pour sa belle-mère et le frère de celle-ci, qu’elle aime et veut épou­ser, aban­donne la mai­son à son tour. La mesure est comble. Devant celte double défec­tion, Bour­ron, atterré, com­prend d’un coup ses torts, et dans un geste de déses­poir, il prend son revol- • ver. De Tolly, parti à la hâte de Rabat, arrivé à temps pour l’em­pê­cher de se tuer. En homme avisé il apporte un peu de calme à ces âmes en tour­mente. Une seule solu­tion se pré­sente: la sépa­ra­tion. Il y décide Bour­ron, qui se doit à la gran­deur du Maroc et au bon­heur de sa fille.

Pro­dimnme dH 1 au & avril

Thomé

1. Andante reli­gioso .

(Orgue et Orchestre)

2. KINBTO

Revue scien­ti­fique

3 DUDULE TOREA­DOR

Comique inter­prété par Clyde COOK

Danse Gali­léemte . . J. Mas­se­net

Les Hommes Nou­veaux

Comé­die dra­ma­tique en 7 par­ties d’après le célèbre roman de Claude FAR­RERE et inter­pré­tée par: DONA­TIEN, Georges MEL­CHIOR,

Melle FER­RARE de l’Opéra Comique Melle Lucienne LEGRAND

6. Marche reli­gieuse . . Ch. Gou­nod

7 LES HOMMES NOU­VEAUX

van I loi à April

Thomé

Andante reli­gioso .

(Orgel en Orkest)

kji­meto

Weten­schap­pe­lijk

DUDULE TOREA­DOR

Klucht ver­tolkt door Clyde Cook

Gali­leesche dans . . J. Mas­se­net

Nieuwe Men­schen

Dra­ma­tisch too­neels­pel in 7 dee­len naar den beroem­den roman van Claude FAR­RERE, en ver­tolkt door DONA­TIEN, Georges MEL­CHIOR Mej. FER­RARE van het Opera Comique, Mej. Lucienne LEGRAND.

God­sdiens­tige march . Ch. Gou­nod

NIEUWE MEN­SCHEN

CRAIN­QUE­BILLE

d’après l’œuvre d’Ana­tole FRANCE, Mr. Mau­rice de FÉRAUDY dans ie rôle titu­laire PRO­CHAI­NE­MENT LES j FILMS SEN­SA­TION­NELS:

SAM­SON ET DALILA

avec Mme Marie CORDA de la Comé­die Fran­çaise dans le rôle de Dalila.

NERON

Grand drame Romain inter­prété par les artistes Fran­çais Jacques QRÉ­TILLÀT et Pau­lette DUVAL For­mi­dable mise en scène. -§- Super­pro­duc­tion: FOX-FILM

Celle-ci épou­sera Jean, et Bour­ron se conso­lera en voyant que ce que lui, nou­veau riche, n’a pas réussi à faire, sa fille, déjà ancienne riche, l’a réa­lisé.

Nieuwe Men­schen

Ame­dee Bour­ron heeft in Marokko zijn for­tuin gemaakt van ig14 lot 1920. Dan huwde hij Chris­tiane Seve­ral, een ras-echte, verf ij nd-ont wik­kelde vrouw, weduwe van ten offi­cier -n wier „'’Lik en rijk­dom in het groote oor­log­scaf.ielysme Ie loor gin­gen.

Voor hem is dat huwe­lijk met de aris­to­kra­tische vrouw de bekro­ning van zijn loop­baan: voor haai de voort­du­rende pij­ni­ging van een one­ven­wich­tig leven, naast een nieuw-rijke heer­sch­zuch­tige man. En deze loert op onr­ne­te­lijke nieuwe ter­rei­nen vooi het bezit der­ge­nen bij onde­rhan­de­len moet met den Caïd van Aïada. Te Mar­ra­kech staat Chris­tiane plots voor haar oud-min­naar, kapi­tein de Chas sagnes, ver­bin­ding­sof­fi­cier met den bevrien­den stam. Bour­ron ziet slechts den indruk dien Chris­tiane op deze laatste maakt en dwingt zijn vrouw hem te gaan opzoe­ken om druk­king uit te oefe­nen op den Caïd. Bour­ron beeft zijn doel bereikt; hij straalt van geluk, maar ver­moedt niet dat hij voor altijd liet fijn­ge­voe­lige hart zij­ner vrouw gebro­ken beeft. In een scher­mut­se­ling wordt de Chas­sagnes doo­de­lijk gekw etst en weg­ge­voerd naar Rabat. Een opperste maal wil hij zijne vroe­gere vrien­din weer­zien, en schri­jft haar een ultiem briefje. Bour­ron kant er zich tegen met geweld, sluit haaf in zijne woning op, bes­chul­digt haar hem bedro­gen te heb­ben, Chris­tiane Ver­de­digt zich zelfs niet maar vlucht naar Rabal, Chas­sagne is dood! En Chris­tiane, ontred­derd, gebro­ken, die alles ver­lorpn heeft, «ener­zi­jds haar eigen haard, ander­zi­jds tot de gekke troost, van een weer­zien van haar gewe­zen amant, doolt rond als een wrak en komt aan­ges­poeld hij de Tolly, oud edel­man, die haar steeds heeft getroost. Bij de vlucht zij­ner vrouw breekt in Bour­ron een dolle woede los en heel zijn woeste, harde natuur, heel de ware ziel van den opko­me­ling komt te voor­schijn. Zijn doch­ter — die intuï­tief dich­ter bij Chris­tiane staat en dezes jong­ste broe­der Jean bemint — getuige van het .too­neel van toom­looze woes­theid van haar vader, ver­laat op hare beurt het eigen én toch vreemde huis. Dan is de maat vol. Bij dezen dub­be­len slag vers­taat. ein­de­lijk Bour­ron, en in een opborr­cling van wan­hoop gri­jpt hij naar zijn revol­ver, De Tolly, in alle­rhaast uit Rabat ver­trok­ken, komt juist bij tijds om hem de zelf­moord te belet­ten. Een oplos­sing dringt zich op: de schei­ding. Bour­ron bej gri­jpt nu en stemt toe, en bij de ineens­tor­ting van zijn ijdel­heid is hij, de opko­me­ling, een heter mensch gewor­den.

Zijn doch­ter zal haar beminde huwéiï en zij, die de ziele-adel bezat, zal ver­we­zen­lij­ken wal hij, nieuwe rijke, niet ver­we­zen­lij­ken kon.

Impri­me­rie dp Centre

Rem­part, Kip­dorp. Anrers.


Autos pour Céré­mo­nies, Mariages, Bap­têmes et Fêtes

Garage J- & H. DEHU

Télé­phone 3107

42, Canal des Bras­seurs - ANVERS VOYAGES A L’ÉTRAN­GER - EXCUR­SIONS PRIX A FOR­FAIT

OUVRAGES DE DAMES

OUVRAGES DES­SI­NÉS

LAINES, SOIES, COTONS, COUVRE-LITS, NAPPES, STORES, BON­NET­TE­RIE A LA MAIN, DEN­TELLES, JUM­PERS

MAI­SON EMMA

3 WOL, ZIJDE. KATOEN, BED­SPREIEN, TAFEL-3 KLEE­DE­REN, STORES, KAN­TEN, HAND­BREI­GOED,

S JUM­PERS

I Anvers, Rue Von­del­straat, 15, Ant­wer­pen

FOU­FI­J­RU­JRES

Ate­lier spé­cial de répa­ra­tions et trans­for­ma­tions de four­rures

GRAND CHOIX

MAI­SON DE CONFIANCE

MAR­CHÉ St. JACQUES, 33

Hais MAR­GUE­RITE

Groote keus in Klee­de­ren voor Dames en Kin­de­ren:

Bui­ten alle concu­ren­tie

Alle soor­ten Zij­den Flu­wee­leu, Stof­fen en Elle­goe­de­ren. Lin­ge­rie, Kou­sen enz,

Wij maken alles op maat

PRO­VING! ESTRA AT, 177

HABILLEZ

VOS

ENFANTS

BRI­TAN­NIA

17, Longue rue d’Ar­gile

I Slux Modèles Slé­gants

14, rue Natio­nale - 57, rue Bré­de­rode 0

gj 13, rue des Peignes

0 NOTRE GRANDE SPE­CIA­LITE

Blouses - Robes - Pale­tots

Le plus grand choix de la ville 0 Mai­sons conn, comme étant les moins chères 2

SEULE MAI­SON BELGE D’IM­POR­TA­TION DIRECTE DE THÉS SUR­FINS

Dheere Bro hers Tea Tra­ding C

• TEA-CRO­WERS. IMPOR­TERS BLEN­DERS & PACKERS

Head Office: ANT­WERP, 4, Mar­ché aux OEufs

Branches; COLOMBO, CAL­CUTTA. BATA­VIA, HONG-KONQ

AGENCES " BRUXELLES. 9KIA­LINES, GANO, LIEGE, EUPEN, NAMUR, DINANT, BRUGES,

OSTENDE, IRONS. ETC,

Pro­prie­tors of the deli­cious “TJI­BOUNI TEA,,

and

AGENCES! LONDRES, AMSTER­DAM, PARIS, MAR­SEILLE, GENÈVE, BALE, AIX-LA-CHA­PELLE, HAM­BOUBG, MOS­COU, LUXEM­BOURG,

High grade blends

THES EN GROS ET DEMI-GROS EXPOR­TA­TION VENTE EXCLUS. DE THES DE QUA­LITE SUPER.

POUR AVOIR UNE BIÈRE BONNE ET SAINE

Adres­sez-vous à la Bras­se­rie

VAN HOM­BEECK

BER­CHËM - Tel, 5210

lîlll­lUS en BOU­TEILLES - en FUTS

Mai­son BERTH Y

106, rue de l’Eglise, 106

EOU­JR­J­RU­JRES

Arran­ge­ments — Répa­ra­tions Conser­va­tion de four­rures Prix avan­ta­geux — Tra­vail soi­gna

SIN­CLAIR”

iss

Union Pétro­leum Com­pany of Bel­gium

SIN­CO­GA­SO­LINE

Essence pour Autos et Motos

DÉPO­SI­TAIRES

LEY­SEN & PAU­WELS

Téléph 355 I - Adr. tétég.: SIN­CO­LINE-ANVERS

Longue rue Van Bloer, 138. ANVERS

DEMAN­DEZ-EN DANS VOTRE GARAGE, ESSAYEZ ET COM­PA­REZ

THL* LON­DON STORE

MEU­BE­LEN en CHAISES-LONGUES

Eet- en slaap­ka­mers in eik en aca­jou van af 800 fr. tot 2100 fr. Keu­ke­nin­rich­tin­gen 350 fr. tot 750 fr. Salon- en veran­dah­gar-nitu­ren 250 fr. tot 350 fr. Chaises-longues en bed­den­goed 75 fr. tot 200 fr. - Geen fabriek­werk — Ste­vig hand­werk.

Rechs­treeksche ver­koop uit de wer­khui­zen van

L. VAN DEN WYN­GAERT

50, MECHELSCHE STEEN­WEG, 50

Huis van ver­trou­wen — Matige pri­j­zen Eerste kwa­li­teit gewaar­borgd

PHO­TO­GRA­VEURS

DES­SI­NA­TEURS

EXE­CU­TION RAPIDE ET 50I­GNÉE

Champ Vle­mi­nekx.ô ANVERS

cusu­soan­sasu Telépm • 9209