Programme de 19 à 24 mai 1923



Livret de programme

Source: FelixArchief no. 1968#466

Ce texte a été généré automatiquement sur la base des pages numérisées, en utilisant la technologie ROC. En raison des polices de caractères historiques utilisées dans les livrets de programmes, les résultats ne sont pas sans fautes.

Consultez les images de ce livret de programme



10,000 frank geld­pri­j­zen en tal­rijke pri­j­zen in natura

Elsie Fer­gu­son

Jac­que­line Logan

cU)edstrijd

Door de ôcboonste en

van

Bel­gië

Sedert men weet dat we ons met cinema-aan­ge­le­gen­he­den bezig hou­den stroo­men aan­vra­gen van jonge ele­men­ten, welke de loop­baan van film-kuns­te­naar of film-kunste-nares zou­den willen betre­den.

Dui­zen­den jonge meisjes en vrou­wen, in alle ste­den en dor­pen, uit alle stan­den; dui­zen­den mooie men­schen­kin­de­ren, met 'n bekoor­lijk figuur en een typische uit­druk­king, bie­den zich aan als cine.​ma-artiste op te tre­den.

Welnu, De Cinema en zijn zus­ter­blad Ciné-Revue, willen dien zoo dik­werf uit­ges­pro­ken wensch onzer vrou­we­lijke bevol­king, niet lan­ger onbeant­woord laten. En met dit doel zet­ten we vanaf heden op touw, den meest boeien­den pri­js­kamp dien men den­ken kan: De Wed­strijd voor de meest Pho­to­ge­nieke Vrouw van Bel­gië. — 10.000 frank geld­pri­j­zen en tal­rijke pri­j­zen in natura.

Aldus geven we elke lezeres van De Cinema een kans, om te too­nen dat ook zij de noo­dige bekoor­lij­kheid bezit om als film-artisté, eer en roem te ver­wer­ven.

Eén hoofd­ve­rei­schte wordt van de can­di­da­ten even­wel gevergd: dat ze photo-geniek zijn: d. i, dat haar gelaats­trek­ken die hoe­da­ni­ghe­den bezit­ten, zon­der dewelke men niet, met kans van wels­la­gen, een film­rol ver­vult.

Hoe'over deze bij­zon­de­rhe­den geoor­deeld, wordt in hier­naast omschre­ven regle­ment, waar­naar we alle deel­neem­sters ver­wi­j­zen. Ook uiten we onze over­tui­ging dat bij drom­men, uit alle oor­den des lands, blonde kopjes en bru­net­te’s, jonge meisjes en vol­was­sen vrou­wen — héél de bloem onzer bevol­king — met graagte aan onzen pri­js­kamp zul­len willen deel­ne­men. ' DE REDAC­TIE.

Regle­ment voor de Can­di­da­ten

1 Mogen deel­ne­men aan dezen wed­strijd, alle vrou­wen of jonge meisjes van Bel­gische natio­na­li­teit, die voor 15 Maart den leef­tijd van 16 jaar bereikt heb­ben, en de hie­rach­ter omschre­ven bepa­lin­gen zul­len vol­gen.

2° De can­di­daat zal aan het adres van De Cinema laten gewor­den:

a) Twee harer por­tret­ten, het eene de face en het andere in pro­fiel (post­kaart-for­maat), maar zoo­da­nig dat het gezicht 2 cen­ti­me­ters hoogte heeft;

b) Den bon, vast­ge­hecht in de De Cinema (zie blz. 14), nauw­keu­rig inge­vuld. De brie­fom­slag, por­tret­ten en bon inhou­dende, moet het vol­gend adres dra­gen: DE CINEMA, Charles Decos­ters­taat, 10-12, Brus­sel, of Pro­vin­cies­traat, 24, Ant­wer­pen, als­mede de aan­wi­j­zing: Wed­strijd van de meest Pho­to­ge­nieke Vrouw van Bel­gië.

3° Een por­tret van elke deel­neem­ster zal in de bla­den van DE CINEMA ver­schi­j­nen.

4° De in arti­kel 2 genoemde zen­din­gen zul­len ont­van­gen wor­den vanaf 15 Maart tót en met 15 Juni 1923. Na dit tijd­sip zal geen enkel can­di­da­tuur in aan­mer­king geno­men wor­den. Op tijd en stond zul­len de por­tret­ten der can­di­da­ten ver­schi­j­nen in De Çinema.

5° Een jury, samen­ges­teld uit: Drie cine­ma­to­gra­phis­ten, drie Bel­gische kuns­te­naars en drie Bel­gische dag­blad­schri­j­vers of let­ter­kun­di­gen, zal gelast wor­den eene eerste keus te doen onder de dui­zen­den can­di­da­ten en er 20 aan te dui­den, waa­ron­der het Bel­gisch publiek de meest Pho­to­ge­nieke Vrouw van Bel­gië zal mogen kie­zen.

Die 20 can­di­da­ten zul­len op de kos­ten van De Ciner­ria gefilmd wor­den en zul­len dus tege­lij­ker­tijd op het doek en in de num­mers van De Cinema ver­schi­j­nen, ten einde de keus van het publiek te ver­ge­mak­ke­lij­ken.

Wie deel neemt aan onjeèn pri­js­kamp, neme de bepa­lin­gen van het regle­ment in acht en vuile den bon in, ver­schi­j­nend op blz. 1' van DE CINEMA.

PAU­LINE

GARON

Eene slanke, blonde ver­schi­j­ning; ’n lie­flijk oog, ’n prach­tige haar­tooi, ’n hou­ding waa­ruit een­voud, doch tevens leven­di­gheid en soms kracht spreekt: Pau­line G a r o n is een nieuwe meteoor, die mor­gen met bij­zon­der hel­de­ren glans aan den cinema-togra­phi­schen hemel, zal schit­te­ren, ’t Is waar dat het feit alleen, door Cecil B. de Mille geko­zen te wor­den voor de lea­ding-rol in Adam's Rib, eene vol­doende waar­borg van bij­val en glo­rie mag genoemd wor­den.

Hoe kwam de goede Ame­ri­kaansche direc­tor er toe zoo­veel ver­trou­wen in dit nieuw ele­ment te stel­len? Was deze artiste dan al opge­tre­den in stu-dio-voort­breng­sels? Dit al willen we hie­ron­der, met het hoe en het waa­rom, naar behoo­ren dui­de­lijk maken.

Pau­line Garon is eigen­lijk meer eene « Demoi­selle » dan eene « Miss ». daar ze het eerste daglicht in Fransch Canada aan­schouwde. Men beweert zelfs dat ze tot haar tiende jaar slechts haar

(1) “ Pep „: in dit woordje is al wat een onder­ne­mende »eest staande houdt, ambi­tie, bedri­j­vi­gheid, enthou­siasme en zelfs een beetje humor; de moderne Ame­ri­kaan dient te zijn " full of pep „ of niet te zijn 1

moe­ders­praak kende, zoo-dat ze lang, toen ze later Engelsch sprak, een eige­naar­dig accent behield. De vader van Pau­liife was een Fransche afstam­me­ling, haar moe­der een Fransch Cana­deesche: dit meng­sel van bloed heeft, zooals men ziet, goede resul­ta­ten teweeg­ge­bracht, licha­me­lijke als zede­lijke, want Mejuf­frouw Garon heeft niet alleen een uiterst ele­gante e n smaak­volle figuur, maar is daar­bij nog met gevoel, vers­tand en kunsts­maak begaafd.

Lang stu­deerde het meisje in het Hei­lig-Hart-Kloos­ter van Mon­treal, doch deze stille kin­der­ja­ren blu­sch­ten in haar noch den drang naar bewe­ging, noch het groeiende enthou­siasme, die in haar schuil­den; en ze werd een van die vele levens­lus­tige «full of pep » (T) girls, waar

Ame­rika terecht trots

op is. t

En eens haar stu­dies voleind kwam in haar een drang om meer van de wereld te zien; de geva­ren

UIT­GE­VER 3. MEUW1S­SEM.BRU55EL tel. aiere REDAC­TIE BHJ55EL. (H DE COS­TERSTR. 10-12 ANT­WER­PEN. PRO­VIN­CIE5TR.9V

HET HUM­MER 5Ô JAA­RA­BONl 25 F* VERHUMT OP \/RlJ­DAfi


die ze wel­licht nou onder­vin­den wer­den haar vóór oogen gehou­den, 't baatte niets! En zij ging dap­per en onbe­vreesd. Maar het lot schi­jnt den stou­ten guns­tig gezind; vaar­wel zeg­gen aan den vader­grond, zou voor Pau­line het begin eener prach­tige loop­baan zijn.

Eerst ging het even­wel niet al te best. In New-York aan­ge­ko­men, had het meisje haren intrek geno­men in het Com­mo­dore-Hotel, 12 dol­lars voor haar logies beta­lend en slechts 1,25 dol­lar op zak ove­rhou­dend. Ze tele­gra­feerde fluks naar huis: « Zend mij 50 dol­lars », doch voo­ra­leer ze het geld van haar ouders kreeg, debu­teerde ze reeds in een thea­ter-troep.

't Is waar, om te sla­gen als artiste, had Mejuf­fer Garon vele wapens te harer bes­chik­king: ze was mooi, zeer pho­to­ge­niek, met een expres­sief gelaat, trillend onder de ver­schil­lende emo­ties als een fijn bes­naard ins­tru­ment; ze voelde meê de vreugde, de haat, de liefde of de drift van den te ver­tol­ken rol. Twee jaren, nadat ze Lovely Romeo gecreëerd had, vond haar talent een pas­send gebruik in Bud­dies en in Libris of the Field, twee prach­tige film­voort­breng­sels, die veel opgang maak­ten in New-York.

De weg was nu voor haar gebaand; ze zou voor­taan, in gezel­schap van de beroemd­ste star­ren, groote rol­len spe­len, die karak­ter, expres­sie en gevoel verei­sch­ten; ze zou Remo­de­ling- a Hus­band ver­tol­ken met Doro­thy Gish; dan The Man from Glen­garry, voor een Cana­deesch ven­noot­schap. En in de laatste jaren Repor­ted Mis­sing, met Owen Moore als lea­ding-man, gevolgd door Who is She en Sonny, het prach­tig mees­ters­tuk van Richard Bar­thel­mess.

Deze laatste « pic­ture * trok op Pau­line Garon de aan­dacht van den befaam­den mees­ter Cecil B. de Mille. Hij won de groote artiste om zijn

Pau­line GARON luis­tert zeer aan­dach­tig naar Cecil B. de Mil­le's aan­wi­j­zin­gen, in ' t voo­ruit­zicht van den hin­nen kort te ver­tol­ken film . € Adam’s Rib ».

fee­ren

Wilt U het blad De Cinema in Uw zaal laten ver­koo­pen, met het pro­gram der voors­tel­ling? Vraagt dan voor­waar­den aan den uit­ge­ver van De Cinema, 10-12, Charles De Cos­ters­traat, of aan den heer H. Jas­pers, 17, Paa­sch­bloem­straat, Brus­sel.

De Haçr Jas­pers begeeft zich ter plaatse om alle inlich­tin­gen te vers­trek­ken.

Twee groote mooie pop­pen!

geduchte Adam­s’s Rib te ver­tol­ken en haar den hoof­drol toe te ver­trou­wen. Men zegt dat — cine-mato­gra­phisch ges­pro­ken — de too­neel­schik­ker en zijne ver­tolks­ter het uiterst goed met elkaar kon­den vin­den. En dit is geen won­der: voor zoo'n geïns­pi­reerde geest als de Mille, is een dank­bare kuns­te­nares, die fijn­ge­voe­li­gheid aan smaak, schoon­heid aan talent paart, een kost­baar schat. Onder de lei­ding van een der beste van Ame­ri­ka’s direc­tors, belooft dan ook het werk van Pau­line Garon dat van de meest expres­sieve stu­dio-kun-ste­na­res­sen te eve­na­ren, en wie weet, wel­licht te overv­leu­ge­len. MAR­NIX.

Pierre Louys bes­chri­jft ons «rgens, in den loop zij­ner sier­lijk bes­chre­ven stu­dies, han­de­lend over de intieme zeden der Oude Grie­ken, een zij­ner droo­men; en de schri­j­ver die bezocht wordt door eene uiterst ver­fi­jnde vrou­we­lijke ver­schi­j­ning van twin­tig eeu­wen her, legt in haar mond omtrent deze para­doxale bewe­ring: « De moderne mensch

heeft geen nieuw genot, niets teweeg­ge­bracht — dan de siga-rette... ».

Zulke stoute gezeg­dens zijn nooit geheel van grond ont­bloot; inder­daad is onze heden­daagsche kunst geba­zeerd op wat de jonge ges­lach­ten voort­brach­ten; is onze indus­trie en weten­schap gebouwd op eenige gege­vens, reeds drie dui­zend jaar bekend; inder­daad, mag men aan­ne­men dat zelfs de « Chi­neesche schim­men » en wel­licht een ver prin­ciep van den htii­di­gen cinema, door de pries­ters van Oud-Egypte in toe­pas­sing werd gebracht om vóór de oogen hun­ner goed­ge­loo­vige vol­ge­lin­gen spec­trale ver­schi­j­nin­gen te doen voor­ko­men.

Ook de too­neel­kunst is slechts het per­fec­tion­ne­ment van het aloud schouw­too­neel. Doch in de manier van hunne rol­len te ver­tol­ken, heb­ben de hui­dige gene­ra­ties het zoo ver gebracht, dat men waar­lijk mag aan­ne­men

Pierre Louys ten spijt — dat hier waar­lijk in alle onaf­ke­lijk-heid spon­tane schep­pin­gen zijn onts­taan.

Voo­ral wat het ver­tol­ken van film­rol­len — de zwi­j­gende kunst — dient dit gezegd: de moderne mimiek, door bios­koop-artis­ten beoe­fend, heeft niets gemeens met het kin­der­lijk naboot­sen, nog in zwang, twin­tig jaren gele­den, toen de eerste cinema - voort­breng­sels op het doek ver­sche­nen. Ver heb­ben inder­daad de hui­dige artis­ten het gebracht, in de kunst om door tee­kens en geba­ren gewaar­wor­din­gen en denk­beel­den te uiten; sober en tevens uiterst expres­sief treedt de cinema-artist op, en waar zijn veel­vul­dige crea­ties in een zelf­den film, ver­schil­lende, tot tien of twaalf ver­schil­lende rol­len moe­ten weer­ge­ven, zijn zijne pres-waar­lijk bewpn­de­rens-

Aan Fre­goli heb­ben we gedacht, toen, in Dok­ter Mabuse, de film-artist Rogge in zoo­vele gedaan­ten vóór onze oogen ver­scheen. Zeker, de bekende Ita-liaansche naboot­ser kon, in den kortst moge­lij­ken tijd zich heel en al verk­lee­den en schmin­ken, zoo­dat hij beur­te­lings als Lin­coln, Kru­ger, Vic­tor Hugo of.​Tolstoï, als en straat­ve­ger, een 'moe­jick


of een man­da­rijn ver­scheen; en Rogge heeft al den tijd om zijne « typen » te ver­zor­gen. Doch men bedenke dat niet gedu­rende een oog­wenk die bui­ten­ge­wone goed begaafde kuns­te­naar vóór de lens ver­schi­jnt: een heel too­neel, een heel karak­ter, moet hij ver­tol­ken — en hij doet zulks mees­ter­lijk.

Men­schen als Rogge zijn dank­bare ele­men­ten, als ze zich in dienst van de cinema willen stel­len. Dub­bele rol­len — als in M. Jecky/I en Dok­ter Hyde of De Afschuw — is reeds een uiterst zware taak; in Dok­ter Mabuse heeft Rogge het aan­ge­durfd een nog veel zwaar­dere last te tor­sen: meer dan tien à tvi»alf karak­ters weers­pie­gelt hij naar waa­rheid.

Dat, in het bij­zon­der geval dat deze film ons biedt, ook de medes­pe­lers hun uiterste best deden om de taak van den hoofd­per­soon moge­lijk te maken, valt niet weg te cij­fe­ren; dat ook het sce­na­rio van het stuk — te inge­wik­keld om hier een­vou­dig neer te pen­nen — goed gebouwd was, en de too-neel­schik­king het moge­lijk maakte een vol­le­dig geheel te vor­men, dient erkend.

Maar Mabuse bli­jft de « deus ex machina » van deze gewel­dige fresco. Zie de pho­to’s die onze verhan­de­ling illus­tree­ren: allen stel­len de eene of de andere gedaante van den kun­dig! spe­ler vóór; en het zij als boer, club­man, matroos, vre. ime bur­ger of boe­me­laar, van ’t begin tot het einde der ver­schil­lende too­nee­len, boeit ons de acteur door zijn zui­ver weer­ge­ven v /. gemoed­saan­doe­nin­gen, zijn sober en tevens indruk­wek­kend spel.

Neen, waar­lijk de moderne too­neels­pe­ler, de cinema-artist voo­ral, hoeft zijn 'toev­lucht niet te nemen in het gebruik van onna­tuur­lijke mimiek of het dra­gen van mas­kers, als in het oud too­neel. Rogge, * tweede Fre­goli », maar een « Fre­goli », naar de eischen van tijd en kunst han­de­lend, weers­preekt Pierre Louys’ para­doxaal gezegde en opent wel­licht nog voor ande­ren de baan naar eene nieuwe uit­druk­king­sgenre. EMKA.

BRIE­VEN­BUS

DE CHEIK. — I. Rudi is de lie­ve­ling­snaam van Rudoph Valen­tino; ook hij komt een dezer dagen aan de beurt; 2. Lucie Doraine is de hoofd­per­soon in Het Zesde Gebod; 3. Gim Relly heeft in Ame­rika en Duit­schland ver­toefd; sinds kort is ze weer in Fran­krijk; 4. Raquel Mel­ler is een Spaansche.

KITY. — Na de Fransche en Ame­ri­kaansche film­ster­ren, komen eenige Ita­liaansche, Zweed sehe, vHn­gelsche en Duitsche aan de beurt.

A. B. C. — Her­lees wat we over Pola Negri en Char­lie ver­tel­den, dan zijt u even wijs als wij.

KARELTJE. - La Gar­çonne wordt afge­draaid door den Bel­gi­schen too­neel­schik­ker Arm. du Plessy; daa­ro­ver meer in een vol­gend num­mer.

DE SWEEDSCHE FIL­MIN­DUS­TRIE

Een paar kiekjes uit zweedsche voort-bren­gels: men lette op de sier­lijke bouw der artis­ten en de smaak­volle too­neel­schik­king.

Ken klein ver­schil in hef pre­sen tee­ren van den film onder­scheidt den Ame­ri­kaan­schen « direc­tor » van zijn Scan­di­na­vi­se­hen confra­ter, een klein onder­scheid dat even­wel op heel het Zweedse!) oine­ma­we­zen zijn stem­pel druikt, en «r diets aparts van maakt.

De Yan­kee tracht altoos de per­soon­lij­kheid van een hoof­dar­tiste op den voor­grond te stel­len; bij den Zweed daa­ren­te­gen, kri­jgt ieder eene bes­tem­ming, ver­vult zijn rol met de meeste nauw­keu­ri­gheid en gevoel, geens­zins om de aan­dacht op ziich te trek­ken, weleer om een homo­geen geheel te berei­ken. Deze bij­zon­de­rheid hoiult dus in zich de rede waa­rom de namen zelfs der grootste Scan­di­na­vische film­ver­tol­kers ons wei­nig bekend zijn; ook waa­rom hij het terug­den­ken aan een Zweeds eben film, men zich eer­der herin­nert van de actie, van de grond­ge­dachte, van het doel, dan van het spel van een of ande­ren ver­tol­ker.

Tot heden toe zagen w

Het stoere, krach­tige, dat de vol­ke­ren van Noord-Europa ken­schetst, vin­den we terug bij onze 'krach­tige typen uit Kem­pen of Pol­der­land. We willen slechts eenige titels van fil­men aan­ba­len die helaas niet in de meeste blos­koop­za­len ver­toond wor­den; de direc­tie van veel onzer zalen is van oor­deel dat ons publiek meer voelt voor Ame­ri­kaansche of Fransche cine­ro­mans, of grootsch opge­vatte levende fres­co’s.

Wij even­wel, zon­der de ver­dienste van deze pro­duc­ties te negee­ren, zagen graag terug « De Schat van Arne », De Schim­wa­gen », of de « Vierde allian­tie van Dame Mar­gue­rite ». Voo­ral het spel van Sjo­ra­trom heeft ons geboeid. En, we hou­den van die edele, fris-schie karak­ters, van dat zui­ver men­sche­lijke dat de Zweedsche acteur nooit afwerpt, waa­rheids! ie vend bli­j­vend in de hevig­ste tafe­ree-len, waar Fransche, Duitsche, Ame­ri­kaansche en voo­ral Ita­liaansche artis­ten wel eens in pathos ver­val­len,

Deze regels heb­ben daa­rom slechts voor doel den wensch te uiten dat meer dan tot hier­toe het geval was, een mooie Zweedsche film »rus oog toome stree­flen.


Julia LAMY

Hen­riette VAN STEEN­BRUGE

Eli­sa­beth DE LOM­BAERT

Marthe FABRY

Mal­vina VAN­DE­VY­VER

irniGE KAH­Di­DArm \ oou onzen ppi­js­kamp

SCMOOM­STE

Yvonne VAN LERBHR­GHE

IffiJöifc*[iJdil UU„ ÄOUW VAM

velens toe over dit onder­werp — pho­to­ge­nie — gehan­deld, zon­der -

even­wel hun lezers en leze­res­sen veel wij­zer te maken. Wij zelf heb­ben getracht, in den loop van ver­schil­lende korte verhan­de­lin­gen, onze leze­res­sen dui­de­lijk te maken wat onder dit uitheemsch en nieuw woord begre­pen werd. Moge ons pogen ze eenig­zins gehol­pen heb­ben.

Toch weten we nog menig meisje, dat tever­geefsch naar de spie­gel getuurd heeft, zich afvra­gend: heb ik groote oogen? Is mijn huid fijn en effen? Heb ik een klein mondje, regel­ma­tig ges­chikte tan­den, 'n rech­ten neus? Is er in mijne gelaats­trek­ken iets karak­te­ris­tieks, dat aan mijn gelaat zoo­niet schoon­heid dan toch per­soon­lij­kheid ver­leent?

En twi­j­fe­lend of dit zoo wel is, aar­zelt ze ons hare photo toe te zen­den. Waa­rom, Mejuf w? Niet U, nZ des­kun­di­gen zijn het beste geplaatst om hiero.«r te opr­dee­len, stuur ons dus -sito een paar pho­to’s, ook den bon van « Cinema » in, en neem deel aan onzen kamp.

Het ware onver­gee­flijk, uit schroom­val­li­gheid of vrees, de kans weg te kij­ken die U wel­licht in ’t bezit zal stel­len van ’n flin­ken prijs, en U de car­rière van cinema-ster ope­nen.

De ach­ter­bli­jf­sters dienen den tjdd in te halen; niets is ver­lo­ren, zoo­lang de dag van slui­ting — d.l. 15 Juni — niet over­schre­den is. We ver­trou­wen daa­rom dat zij dief­tot heden toe nog aar­zel­den, nu de stoute schoe­nen zul­len aan­trek­ken en mee­doen. Aan allen groot succes toe­ge­wen­scht door ,1

* DE REDAC­TIE.

ÜlLG 1E

Emmy BECKERS

Ginette HAVART


in

EENIGE

KAN­DI­DA­TEN

VOOR ONZEN

PRI­JS­KAMP

Jelly LAHAYE

VAN DE SCHOONSTE EN

MEEST

Juliette LES­PA­GNARD jvR­QUW VAN BEL­GIË

Elisa SCHIL­LE­MANS

Wetens­waar­di­ghe­den

DE LEGENDE VAN ZUS­TER BEA­TRIJS.

- Wie « lik (Dien » mg. «n genoot bij de opvoe­ring van Her­man Teir­lin­ck’s laatste werk, zal met belang­stel­ling ver­ne­men, dat de Legende van Zus­ter Bea­trijs bin­nen kort ook op het doek zal ver­toond wor­den. Jacques de Baron-eeBd heeft ifret aan­ge­durfd dit. gevoel vol ..’ve­rhaal te ibe­han­de­lel); in de hoof­drol (.Zus­ter Bea­trice), San­dra Milo­wa­moff, ons guns­tig bekend door hare ver­diens­te­lijke crea­ties in Feuilla­de’s voort­breng­sels.

DE «GAR­ÇONNE». Het veel­bes­pro­ken

werk van 'Mar­gue­rite wordt voor het doek afge­draaid door den Bel­gi­schen too­neel­schik-ker Armand du Plessy; France Dhe­lia. Jean Tou­Jont, en onze mede­bur­ger Jules Raneourt. bene­vens een twin­tig­tal andere artis­ten van naam, heb­ben den lieer du Plessy hun mede­wer­king toe­ge­zegd.

Intus­schen wordt een andere film aange-kon­digd « La Gare sonne », min of meer vol­gens soor­te­lijke gege­vens opgps­teld. Dat belooft nog her­rie inj de Fram­sc­tie einema-we-reld. maar ach, ’t is wel­licht voor heide films een goede bron van kos­te­looze publi­ci­teit.

SPORT EN BIOS­KOOP. - iMeer en meer begri­jipl men dat deze twee zeer moderne vor­men van men­sche­liijk ver­maak, belang moei en heb­ben. Wel kwam de fil­mop­name goed van pas, Wij het beo or deel en van ver­schil­lende boiks­ka­mi­pen; wel heb­ben toe­kende sports­men hun talent in dienst van het doek ges­teld; wel .heeft men voor­na­me­lijk in de laatste maan­den veel aan spor­tieve films gei­j­verd: maar het ware is nog ndet toe­re­rikt. Er wijn men­schel) die er »ich bij­zon­der­lijk op toe­leg­gen ters­tond hou­ding en in ede wer­king tus­schen sport en toies­koop, te ver­kri­j­gen. In den loop van een onzer arti­kels zul­len we dan ook dit boeiend onder­werp behan­de­len.

WAT HE.T DOEK OjN§ BIEDT

House Peters, Vir­gi­nia Valli,

Mat Moore en Jozef Swi­ckard, vier uit­mun­tende artis­ten, bij­zon­der ges­chikt voor het ver­tol­ken van karak­ter-roi­len; hier vor­men ze een zeer homa­geen qua­tuor, elk met een afzon­der­lijk goed afge­tee­kende men-schen­type. Peters is de stoere, een­vou­dige, doch door en door eer' ke Burr Wing ton, 'n een-z

Een drift­kop, een boe­me­laar, doch ove­ri­gens een goed gevoel­vol hart is Mat Moore in zijn rol van Dave Ste­wart. En Jozef Swi­ckard, als vader van het meisje, speelt ook met waa­rheid den epi­so­di­schen rol die hem werd toe­ver­trouwd.

De too­neel­schik­king- is ook wat men van « Uni­ver­sal » ver­wach­ten kan: pas­send, met de goed opge­werkte details in klee­ding- en schik­king der decors. Het verhaal zelf is hoogst boeiend, zooais onze lezers uit den hier­na­vol­gend bek­nop­ten in» houd zul­len zien.

Dave Ste­wart was 'n flinke, jonge man, doch de voor ande­ren zoo kost­bare tijd, slechts met jacnt­par­ti­jen sli­j­ten; en zoo kwam hij er toe ette­lijke weken door te bren­gen in het Cana­deesche woud­ge­bied. En waa­rom zou hij nu de fac­to­rij Sint-Michaël, wau­rin hij logiest geno­men had, de woeste, maar prach­tige natuur vaar­wel zeg­gen, om zich weer te dom­pe­len in het New-Yorksche stad­sge­woel? Te meer daar hij ken­nis had met den

.lout­nak­ker burr Wing­ton en de beide jonge, avon­tuur­lijke lie­den zeer aan elkaar gehecht waren. En daar Burr zij­nen over-win­te­ring­stocht zou begin­nen en zijn vriend in begees­te­ring had gébracht bij ’t bes­chri­j­ven van de bes­neeuwde, ein­de­looze hori­zon­ten, zou Dave zich bij hem voe­gen.

Intus­schen kri­j­gen ze bez, oek van den Fran­schen Kap­per, Jacques Fachoud, die, doo­de­lijk gewond, eene schuil­plaats'zoekt om te ster­ven; en tevens beide vrien­den smeekt zijne doch­ter in vei­lige haven te bren­gen naar het O.-L.-V.-kloos­ter.

Hart­ver­scheu­rend was het afscheid van vader en kind; en ter­wijl de oude man den laats­ten adem­tocht uit -blies, trok­ken beide maten, het meisje verge -zel­lende, naar het barre sneeuw­land, de « Deep-Val­lei ». Doch een zwaar onwe­der breekt los, het orkaan loeit afgri­j­se­lijk en de rei­zi­gers sla­gen er niet in den gang te berei­ken die hen uit het dal ynoet bren­gen. En het drie­tal bli­jft gevan­gen tus­schen de hooge boom­stam­men, de diepe afgron­den, de ber­gen en de sneeuw. Tot de Lente zul­len ze moe­ten wach­ten, tot­dat de zon het werk van den storm te niet doet, van dien storm waar­van de echo's nu nog in de ziel en het hart van beide man­nen bli­j­ven voort­loeien...

De wees is lang­zaam over haar ver­driet heenge-komen en nu zweeft vaak een bli­jde glim­lach op hare roode lip­pen. Hoe zou ze ver­moe­den, in hare onschuld, dat juist haar aan­min­ne­lijke vreugde in het gemoed van Dave en Burr een onbed­wing­bare


12

harts­tocht heeft teweeg­ge­bracht, ’t Is waar, de liefde van Burr is meer bes­cher­mend, vader­lijk en zui­ver; die van Dave lijkt meer op heb­zucht, op 'n onbed­wing­baar ver­lan­gen om die weel­de­rige vor­men in zijne ges­pierde armen te slui­ten, de mooie, teere bloem te pluk­ken om een « sou­ve­nir » te voe­gen aan de vele lief­de­sa­von­tu­ren die hij reeds meê­maakte. Toch scheidt nu afgunst de twee man­nen, ééns zoo bevriend; en zoo groot was het ver­driet van Jean­nette, toen ze ver­nam dat zij de oor­zaak was van dezen opko­men­den haat, dat Wing­ton en Ste­wart, vree­zend het weesje te zien wegk­wi­j­nen, het bes­luit namen voor­taan in goede vers­tan­dhou­ding te leven.

Maar deze gewaar­wor­din­gen had­den ook licht gebracht in het hart van Jean­nette. Ze zag in dat ook zij eene diepe gene­gen­heid voor Burr koes­terde; ze had hem lief, aan­bad hem, die als haar bes­cher­mer zoo tact­vol opge­tre­den was.

Toch heeft de haat nu zijn top­punt bereikt; één van de twee moet het veld rui­men en eene goede gele­gen­heid doet zich dan ook vóór. Het woud staat in vuur en vlam en de levens­mid­de­len zijn haast op; één van beide man­nen moet naar Sint-Michaël. Het lot heeft Dave aan­ge­we­zen, doch hij wei­gert te ver­trek­ken, voor­ge­vende dat hij onmo­ge­lijk de goede weg zou vin­den te mid­den van deze onher­berg­zame oor­den; « en bui­ten­dien », zegt hij, «hoe zou ik Jean­nette kun­nen ver­la­ten, die zoo van me houdt ». — Dat liegt ge, schreeuwt Burr, — * 'k Wil er u het bewijs van geven!» En 's avonds slaagt Dave er in het meisje een broe­der­zoen te onts­te­len en Burr die ze uit de verte ziet, denkt dat ze als min­nende har­ten lief­ko­zin­gen wis­se­len; alles is gedaan, zijn afgod is dood, hij zal ver­trek­ken! Maar het vuur is tot de val­lei door­ge­dron­gen en dwingt Burr o p zijne stap­pen terug te kee­ren.

Daar­bij ver­keert Jean­nette in gevaar in deze vlam­men­zee..

Het num­mer: 70 cen­tiem',

Dos spant hij al zijne krach­ten in en redt het meisje. Dave zelfs is ook bes­temd de prooi der vlam­men te wor­den, want, gewond door het val­len van een boom, kan hij zich onmo­ge­lijk zelf re<( i. Burr wil alles wagen om zij­nen mede­din­ger te hel­pen en hij zelf snelt naar het vlam­mende woud waa­ruit hij Dave weet te bevri­j­den.

De Indiaan Pie­ter zal ze nu allen op zijn pri­mi­tief bootje ver­der voe­ren en in meer her­berg­zame stre­ken lan­den ze nu aan met hun vie­ren. Dave is aan den arm gewond. Jean­nette staart vol angst naar het ver­band dat de pijn­lijke oogen van Burr bedekt, die haast het gezichts­ver­mo­gen ver­loor in deze kolk van vuur en vlam­men; het meisje wil de eerste zijn die zij­nen blik zal opvan­gen, de stree-lende blik van hem voor wien haar hart zoo gewel­dig klopt. Wing­ton ont­doet zich van het doek, maar niets anders dan onver­schil­li­gheid is' in zijn oog te lezen en zijn mond zich niet tot het uits­pre­ken dier harts­toch­te­lijke min­ne­woor­den door ’s meisjes hart zoo innig ver­wacht, maar voor 't kort bevel zijne « pupil » naar het kloos­ter te voe­ren...

Door weder­zi­jdsch wan­trou­wen en mis­vers­tand zou dus hun geluk niet mogen zijn, zoo y' ‘ Dave, door wroe­ging gefol­terd, zijne leu­gen V kende.

En zie, nu is voor goed « de storm » in aller har­ten ges­tild. De hemel blauwt, onein­dig rein. En mor­gen zal de pries­ter hun echt zege­nen,' gelou­terd en ges­terkt door zoo­vele opof­fe­rin­gen twi­j­fel en leed. EMKA.

Engelsch lee­ren

zon­der wee­nen!

Lees hier­voor

THE BEL­GIAN:: TRI­BUNE::

76. d« Han­ni­ni­traat, BRUS­SEL

57. HET WAYT EEN WIN­DE­KEN COEL.

Gaande bewe­ging.

Ant­werpsch Lie­de­boek.

1. Het waijt een

2. Ie was een

3. Noch weet ie een

4. Nu is dit

win * de - ken coel uu-ten clerx - ken, >) ic lach ter lief - ken uut-ver -

lot op mi ghe

oos - ten, Hoe lus - te-lijc

scho - len, Den rech-ten

- co - ren, Daer waer ic val - len, Daer ick een

jzjêz

staat dat groe - - - ne wech heb ic ghe

al - so gaar - - - ne can se ' af - wach-ten

wout, Die vo - gel - kens sin - gen Wie sal mi

- mist; Schoon jon-ghe vrou - wen doen mi

bi; 'Wat ic - se min - ne, ’t is alver -

moet; Ay la-een, ic en heb ghee-nen troost met

• Vrou-wen gne We - der te Cran-cken *) Niet dan

pet­jns is me • .nich

kee-ren dat dunct mi

troost so gheeft si

al-tijd druc ende te - ghen

‘j Gees­te­lijk per­soon.

*) Zwak­ken

'1 ln 't geheel geen troost.


Chro­no­me­ters

WON­DER VAN NAUW­KEU­RI­GHEID

Maxi­mum-afwij­king: één minuut per maand

In nik­kel: 280 frank In goud: van af 600 frank

TEN­SEN

Aux Fabri­cants Suisses Réunis

BRUS­SEL

I?, ». .de Kleer­koo­perss­traat, 12

ANT­WER­PEN 12, Schoen­markt, 12

BRIE­VEN­BUS

(too­neels­rhik­ker van « Atlan­tide » eiw< cC..,-que­bille ») is een Belg. 5. « Het Bron­zen Kas­teel « wordt door Pho­rea uit­ge­ge­ven.

RARA AVIS. — 1. Of u nog tijd heeft tot den foto­graaf te snel­len voor het slui­ten van onzen pri­js­kamp? Wel zeker; 2. Er zijn ar-tis­ten die zelf ver­ge­ten heb­ben wat de oors­pron­ke­lijke kleur van hun haar was, b. v. Ginette Mad­die. 3. Wel, schrijf ons daar wat over, 't kan wel­licht inter­es­sant zijn en we zul­len het graag opne­men.

BI.​AUW-BLAUW. — 1. Hier­voor altijd ter uwer bes­chik­king. 2. Buree­len van Fox-Film zijn geves­tigd 17, rue Pegalle, te Parijs, en 59. Nieuw-Brug­straat, te Brus­sel.

SIN.​TOORiKE. — 1. We kun­nen u onmo­ge­lijk de lijst aller Bel­gische bios­koo­pen geven, er zijn er omtrent 800. 2. De laatste box­film waar­van sprake in de Franse he bla­den is: « Car­pen­tier tegen Nilles ». 3. De legende van Zus­ter Bea­trijs wordt ook op het doek ver­toond. door Jacques de Bar­neilli. 4. Fey­der

LILI. — 1. Alleen ant­woor­den we op vra­gen die iets gemeens heb­ben met bios­koop. 2. Gina Relly, 58, rue Gau­lain­court, Parijs. 3. Lilian Gish is niet meer aan het gezel­schap van Grif­fith ver­bon­den. 4. André Nox: J2S, rue Des­bordes. Val­mores.

KAATJE. — 1. Zeer vrien­de­lijk, stuurt u ons maar wat op. 2. Natuur­lijk, heel graag. 2. Dimi­tri Bucho­wetzki, nu ver­bon­den aan de Svenska. is de too­neels­rhik­ker van «-Dan­ton».

IK. — Iets Bel­gisch, beter, iets zui­ver Vlaamsch? Zeker, waa­rom niet: « ende

dcses­pe­reert niet! »

QUASI. — 1. Wie de zwaarste is, Hiers of Ros­coe Arbu­ckle, kun­nen we waar­lijk niet zeg­gen. 2. Dat Max op deze wijze voor eigen « réclame » zorgt, is best moge­lijk.

DE REDAC­TIE.

dion tot deel­name aan den Pri­js­kamp

voor de

Öcboonste en meest boto­ge­nieke CVVouw van Bel­gië

Mevrouw t

gebo­ren te .... den , wonend: .... straat, nr.., te , wen­scht

deel te nemen aan den pri­js­kamp voor de meest pho­to­ge­nieke vrouw van Bel­gië.

Aan het bes­tuur van De Cinema, met de meeste Hoo­gach­ting

(Hand­tee­ke­ning)

N. B. — Dui­de­lijk en lees­baar dezen bon invul­len, en het zen­den aan t vol­gende adres:

De Cinema, 10-12, Charles De Cos­ters­traat, Brus­sel, of Pro­vin­cies­traet, 94, Ant­wer­pen.

Ächillc GEY ZEN

ALTIJD VOOR­RA­DIG - 20.000 ROL­LEN -VAN 65 en 88 NOTEN

178, KONINK­LIJ­KES­TRAAT, BRUS­SEL

Tele­phoon: B 98.04 — Tele­gram-adres: Gey­zella-Brus­sel

:: Bij­huis: 13, JESUSS­TRAAT, ANT­WER­PEN::

ALGE­MEEN AGENT VOOR BELOIË VAN DEN BEKEN­DEN PIANO

" August Förster „

THE AUTO­PIANO Kästner & C° Ltd

IN METAAL GEMON­TEERD

JSoir

De Sle­gante clOe­reld poetst gijn schoe­nen met LION IVOIR

Ono­ver­trof­fen hoe­da­ni­gheid, oe meest in zwang zijnde tin­ten

LION NOIR PRO­MO­TEN, Von­del­strul, iS-U, Brus­sel

4de Han­dels-Jaar­beurs van Brus­sel, Stand*n’ 82Q

r»'Edouard Hmnen.​brmÉ

E. HAN­NEN, Van­der­meers­clu­traat, 51, BRU­SIEL


Iti

/A ELIOR CLARY„

DE SIGAAR VAN EEN FRANK VIJF CEN­TIEM DIE ER TWEE WAARD IS

Ernest TIN­CHANT:: Ant­wer­pen


POUR AVOIR UNE BIÈRE BONNE ET SAINE

Adres­sez-vous à la Bras­se­rie

VAN HOM BEECK

BER­CHEM - Tél. 5210

IUK­KE8 en BOU­TEILLES - en FUTS

HABILLEZ VOS j Mai­son BERÏHY

ENFANTS 106, rue de l’Eglisc, 106

BRI­TAN­NIA FOun­nuHES

Arran­ge­ments — Répa­ra­tions

77, Longue rue d’Ar­gile Conser­va­tion de four­rures

Prix avan­ta­geux — Tra­vail soi­gné

lire

12, rue Van Ert­born Tél. 2921 ANVERS Tél. 2921

Agence pour la Pro­vince d’An­vers du Vrai ‘'FE­RODO”

Agence pour Anvers des Rou­le­ments à billes S. K. F.

Agence géné­rale pour la Bel­gique du Dia­mond et Noble’s Polish

La seule mai­son de la place four­nis­sant aux garages aux prix de gros

OUVRAGES DE DAMES s

OUV­KA­CiES DES­SIXÉS

LAINES, SOIES, COTONS, COUVRE-LITS, NAPPES, STORES, BON­NET­TE­RIE A LA MAIN, DEN­TELLES, JUM­PERS

MAI­SON EMMA

H li\»WERKE

WOL, ZIJDE. KATOEN. BED­SPREIEN', TAPEL-S] KLEE­DE­REN, STORES, KAN­TEN, HAND­BREIOOED,

H JUM­PERS

I Anvers, Rue Von­del­straat, 15, Ant­wer­pen

ARNI­TURES

POUR

Fumoirs, Salons, Bou­doirs Chambres à cou­cher Veran­dah Fau­teuils - Club

11, Longue rue du Van­neau

(près du parc)

Autos pour Céré­mo­nies, Mariages, Bap­têmes et Fêtes

Garage J & H. DEHU

Télé­phone 3107

42, Canal des Bras­seurs - ANVERS

VOYAGES A L’ÉTRAN­GER - EXCUR­SIONS PRIX A FOR­FAIT

(A w/yvvuoeÄdL-

A. oi el?oo s -

°°Q8dt.​oiîoie­no­gllj

ttnm­resTKM­TiO

lllllllll|[llll!llll||||||||||||||||||||||l||||||||||||||||||l|lllllllllllll|]|]!l

I MEUBLES I

I Les plus grands Maga­sins en Bel­gique

9 Longue rue des Claires 9

(près Meir)

I Grand choix de gar­ni­tures. 200 salles à man­ger,| chambres à cou­cher, salons, cui­sines, veran­dah’s, | g bureaux, lite­ries, chaises-longues, etc. etc.

Mai­son Amé­ri­caine

Meilleur mar­ché qu'aillerns I Ouvert tous les jours jus­qu'à 8 h. f. | Maga­sin fermé

iTillIl­llllllllllllllllMlllllllll­MIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII­I­I­I­I­I­lÏÏ

BRO­DE­RIES

! DES­SINS MODERNES

PER­LAGES, BOU­TONS, POINTS­CLAIRS. PLIS­SAGE

\rNRY­CKAERT

RUE RUBENS, 17, ANVERS

sedeiÄSi insist«

.. ED1­GELSCH HOE­DE­BiMA GA ZI JDI.. A

VON­DEL­STR., 19 CAUS I nabij St. Jans­plaats)

De laatste nieu­wi­ghe­den in Vil­ten Hoe­den

fLurne leus = Ziet Eta­lage


ROYAL - ZOO­LO­GIE CINEMA

Eugé­nie

Gran­det

uno

Eugé­nie est la fille d’un ancien ton­ne­lier Sau­mur qui, par d’ha­biles spé­cu­la­tions, l’usure et par l'ava­rice la plus ladie a amassé for­tune consi­dé­rable. Un jour arrive inopi­né­ment de Paris un neveu du Père Gran­det Charles Gran­det, por­teur d’une lettre de son père: celui-ci annonce à son frère qu'il se lue pour évi­ter la faillite et la honte. Le vieil avare dupe les créan-'ciers de son frère et se débar­rasse de soir neveu en lui payant son pas­sage aux Grandes Indes; où il va ten­ter de refaire sa for­tune.

Mais Eugé­nie n'a pu voir ce cou­sin si élé­gant •et sur­tout si mal­heu­reux sans s’éprendre de lui. Vvanl de se quit­ter les deux jeunes gens jurent d’étre l'un à l’autre.

Durant les années qui sui­virent Eugé­nie Gran­det ne reçut aucune lettre de son cou­sin bien qu’elle lui écri­vit fré­quem­ment. Cepen­dant' la foi qu'elle avait en son amour n’était pas ébran­lée.

Avec l’âgé l’ava­rice du père Gran­det s’exas­pé­rait. Croyant faire un grand plai­sir à sa fille, il lui récla­mai! Un jour, pour quelque infaillible spé­cu­la­tion une petite somme que, louis à louis, il lui avait remise en cadeau. La jeune fille se trou­blait, hési­tait è répondre. Gran­det com­pre­nait lout: l’or avait été donné à Charles Gran­det pour l'ai­der dans son début dans la vif. La colère de Gran­det est ter­rible. Il mnu­dil sa fille et ren­ferme dans sa chambre au pain et à l’eau. Acca­blée par ce der­nier coup la pauvre Madame Gran­det, dont la santé était déjà fort com­pro­mise, meurt subi­te­ment. Durant des mois, Gran­det à moi­tié fou garde sa fille étroi­te­ment cloî­trée. Dans le voi­si­nage on com­mence à jaser.

C’est, alors que par un habile manège on veut sous­traire à Eugé­nie la suc­ces­sion de sa mère. Convaincu par son père et par Mon­sieur Cru­chot, Pré­sident au Tri­bu­nal de Com­merce de Sau­mur, Eugé­nie est sur le point de signer l’acte de renon­ce­ment. lors­qu’elle découvre sur le bureau de Gran­det, non seule­ment les lettres que, pen­dant des années, elle avait adres­sées à son cou­sin, mais encore cel­les’ assez nom­breuses que celui-ci lui avait envoyées. Elle sè dresse alors en accu­sa­trice et, mal­gré les menaces de son père, refuse de signer l’acte. Com­plè­te­ment fôu le père Gran­det court s’en­fer­mer dans le réduit où il cachait son or. Des visions tra­giques l’as­saillent. Tour à lour les fan­tômes de ses vic­times viennent le mena­cer. On le Irouve à moi­tié écrasé par le coffre dans lequel il enfer­mait son or. Il meurt peu après. La lec­ture des lettres de son cou­sin a mis fin au rêve d’Eu­gé­nie Gran­det. Le jeune horrtnrr lui ren­dait sa parole ne par­lant plus que de faire for­tune. Les années pas­sèrent. Escomp­tant vague­ment un chan­ge­ment d’at­ti­tude de la pari de son cou­sin, Eugé­nie Gran­det vivait seule avec une vieille ser­vante. Un jour elle apprend le retour de Charles: il va épou­ser une riche héri­tière: Mlle d’Au­brion.

C’en est fait des der­nières illu­sions de la pauvre fille: de guerre lasse elle accorde sa main an ridi-

+fWUWV

l'i'ii­liiwne il» 19 un 24 mal

1. Géné­ral

Marche

Leman

Van

La Conspi­ra­tion

Drame

Le chaste

Valse

Tout

Comique

Semi­ra­mis

Ouver­ture

buzanne

Cré­dit

Haven beruhe

J. Gil­bert

Ros­sini

1. Gene­raal

Eugé­nie Gran­det

Comé­die dra­ma­tique d’après l’œuvre d’HO­NORE DE BAL­ZAC et inter­pré­tée par Rudolph Valen­tino et Alice Terry

Prii­piiiimi van 19 mi 24 Hti

Mansch

Leman Fr. Van

Haven­ber­ghe

i)e Samenz­we­ring

Drama

De Knische

Wals

Suzanna . J. Gil­bert

Alles op Kre­diet

Klucht

Semi­ra­mis....​Rossini

Ope­ning­stak

Eugé­nie Gran­det

Dra­ma­tisch too­neels­pel naar het werk van HONORE DE BAL­ZAC en ver­lokt door

Rudolph Valen­tino en Alice Terry

SEMA

BR0d,

ONE

Miss

DE PONT dans

Marie PRE­VOST dans

Bai­sers Men­teurs

Rien qu’un Bai­ser

Drame

Comé­die

PRO­CHAI­NE­MENT LE FILM SEN­SA­TION­NEL

LA BETE TRA­QUÉE

tiré du célèbre roman "MARIELLE THI­BAUT” d’Adrien CHA­BOT

culi* cou­sin convoi­tait s;i

( Iru­chol foi l une.

qui depuis si long­temps

Eugé­nie Gran­det

Euge­nic is de doch­ter van een ouden kui­per van Sau­mur die, woe­ke­raar en vrek, een aan­zien­lijke for­tuin heelt bijeen­ge­bracht. Onver­wachts komt zijn neef Charles Gran­det hem opz.​ockcn, wiens vader zich zeil moordde om aan het failliet en de schande te ont­ko­men. De oude vrek bedriegt de schul­dei sel­lers van zijn broe­der en ont­maak! zich van zijn neef met hem het noo­dige Ie geven om naar Indic te ver­trek­ken, waar bij zijn for­tuin her­ma­ken kan. Euge­nie val ech­ter voor Charles een vurige liefde op en voo­ra­leer te schei­den, zwe­ren zij zich eeu­wige trouw. De ja ren gaan voor­bij en nooit ont­vangt zij nog een enke­len brief van hem, alhoe­wel zij hem dik­wi­jls schreef. Toch bli­jft haar geloof in hem onaan­ge­tast. De vrek­ki­gheid van haar vader wordt ech­ter onhoud­baar Op zeke­ren dag ver­langt hij van zijn doch­ter een kleine som die hij haar eerrs, geld­stuk bij geld­stuk, ten ges­chenke gaf. Het meisje aar­zelt, weet niet wat ant­woor­den; hij vers­taat: zij gaf Charles Gran­det het geld om hem te hel­pen in zijn nieuw leven in den vreemde. Vree­set ijk is. zijn woede. Hij verv­loekt zijn doch­ter en sluit ze in haar kamer op met brood en water Gebróken door dezen laats­ten slag, sterft moe­der Gran­det, wier gezond­heid reeds zoo erg ges­chokt was. Maan­den lang houdt Gran­det, die half gek is gewor­den, hel meisje ingek­loos­terd en de lon­gen begin­nen los te komen in de buurt... Hel is dan dat door een list Gran­det, gehol­pen door M. Cru­chot, voor- zitier der Han­dels­recht­bank van Sau­mur, Eugeni de erfe­nis barer moe­der wil ont­fut­se­len. Zij staa op het punt de,« akte van ver­za­king » te toekent wan­neer zij op Gran­det’s les­se­naar niet alleen de brie­ven terug­vindt die zij zelf aan Charles zond, maar ook die­ge­nen die hij haar schreef. Dan groei' zij tot een beeld van Bes­chul­di­ging en hoe ook Gran­det zo dreigt, onwrik­baar wei­gert zij te teeke-neir. Gran­det wordI elan hee­le­maal zin­ne­loos en \hie­lil naar de kamer waar hij zijn goiid ver­bergt, sluit er zich op. Tra­gische visioe­nen doe­men op en onder de onver­zoen­bare klau­wen der spook­beel­den zij­ner slach­tof­fers gaat. zijn geest hee­le­maal ten onder: men vindt hem ster­vend, haast ver­plet­terd onder het kof­fer waa­rin zijn ‘goud was w eggestópt.

De brie­ven van Charles bre­ken Euge­nie's rnooien lief­de­droom Hij gaf haar beur woord terug: sle­chls de jacht naar goud was voor­taan zijn levens­doel... De tijd gaat voor­bij... toch hoop! zij uog op een moge­lij­ken terug­keer van haren beminde. Eu hij keert terug: een rijke erf­ge­name gaal hij huwen: Mej. d’An­brion.

Zoo bra­ken in hel arme meisje de laatste iliu­zies' zij geeft dan den gr ooien, nul­te­loo­zen strijd op en zal den bela­che­lij­ker! Cru­chot trou­wen, die zoo lang reeds haar for­tuin beloerde.

Impri­me­rie du Centre, 26. Rem­part Kip­dorp, Anyer