Programme de 19 à 24 mai 1923



Livret de programme

Source: FelixArchief no. 1968#464

Ce texte a été généré automatiquement sur la base des pages numérisées, en utilisant la technologie ROC. En raison des polices de caractères historiques utilisées dans les livrets de programmes, les résultats ne sont pas sans fautes.

Consultez les images de ce livret de programme


CIIEMÀ­WE­RELD

ORGAAN DER CINE­MA'S VAN BEL­GIË

Aan­ges­lo­ten bij den „ Bond der Bel­gische Per­io­dieke Druk­pers "

I «4444« 44444444444444444m«

MARY PICK­FORD

44444444444444444440444444444444444449«

Cinema ZOO­LO­GIE

Sta­fie­plein, 21, Ant­wer­pen - Tele­foon 5259

444444C«C«Ct 4 4 « 4444 4444444444 4444444444


ANVERS

LOUIS CAVENTS

Ins­tal­la­tions et Répa­ra­tions cTE­lec­tri­cité

Mai­son Prin­ci­pale:

21, RUE LÉO­POLD

Suc­cur­sales:

60, rue de l’Eglise 118, rue Natio­nale

Ate­liers:

rue Guillaume Tell, 1

GROS

Devis gra­tuit sur demande

DÉTAIL

Spé­cia­lité: LUS­TRE­RIE

FABRIQUE:

Ru Vin­çotte, 88 BOR­GE­RHOUT - [Anvers] —

TÉLÉ­PHONE 5842

HACKIN

Kari­hui­zers­si­raat, 9A - Brus­sel

I Kor­te­lings te Ant­wer­pen:

De laatste sue­cesfD­men

: De Liefde sterft nooit

Zijn Plicht Ver­los­sing

De Zee­dui­vel

*448444444tmm­mu­muï

Hais De tan

Groens­traat, 69, Brus­sel

Kor­te­lings te Ant­wer­pen:

Een film van bij­zon­dere groote waarde

De Kleine Mar­te­lares

D. W. Grif­fith. Met Lilian Gish

mrnmtntmr­miimtf

EEN MEES­TER­LIJK WAA­GHALS

CHARLES HUT­CHIN­SON

anneer me in de States spreekt

V y over een «dare-devil (waa­ghals) dan komt aldaar oogen­blikke-ujk, doch onwille­keu­rig de naam van Charles Hut­chin­son in ieders geest voor.

Charles Hut­chin­son is over 33 jaar te Pitts­burg in Ame­rika gebo­ren. Reeds vanaf zijne jeugd, was hij aan de Hoo-ges­chool van Pen­syl­va­nië, wier les­sen hij volgde, beroemd om zijn spier­kracht en opmer­kens­waar­dige leni­gheid. Toen hij zes­tien jaar oud was, behaalde hij reeds menige over­win­ning in boks­par­ti­jen tegen beroeps­kam­pers. Tevens was hij ins­ge­lijks lei­der van een voet­bal-elf­tal.

En noch­tans trachtte Charles niet naar de loop­baan die zijne ath­le­tische hoe­da­ni­ghe­den voor hem scheen weg­ge­legd te heb­ben. Op twin­tig-jari­gen ouder­dom werd hij, net zooals menig film­kol­lega, lid van een ron­drei­zende too­neel­troep.

Het was slechts in 1915 dat hij voor de eerste maal vóór het appa­raat der Uni­ver­sal-Vic­tor Film Cy in Cali­fo­mië kwam te staan. Gedu­rende onge­veer een jaar ver­tolkte hij kleine rol­len in too­neelspe-len. In 1916 ging hij over naar de Crys­tal Come­dies alwaar hij onder de lei­ding werkte van Joseph A. Gol­den, die nu nog zijne fil­men bes­tuurt.In 1917 zegde Charles Hut­chin­son de schmink­doos voor de spreek­trom­pet vaar­wel en bes­tuurde als­dan eenige ban­den der Wes­tern Pho­to­plays, firma waar­van Mr. Gol­den bes­tuur­der was gewor­den.

Wan­neer men in 1918 de «Wolves of Kul­tur» (Kul­tuur­wol­ven) een anti-duit-sche band, ging draaien, werd Hut­chin­son wede­rom ver­tol­ker, en die eene der bizon­derste rol­len voor zijn deel nam. De kracht­toe­ren, welke hij er in dien band ten uit­voer bracht, deden hem natuur­lijk door Mr. Gol­den aan­wi­j­zen toen deze zijn groote avon­tu­ren­film in vijf­tien epi­sodes «The Mes­sen­ger of death» ging draaien.

Deze band werd hier afge­rold onder den naam van «De Zen­de­ling des Doods» en Huchin­son had hie­rin Shel­don Lewis en Leah Baird als part­ners.

De Pathé-Exhange, die zich in Ame­rika ges­pe­cia­li­seerd heeft in het uit­ge­ven van avon­tu­ren­fil­men in vele tijd­vak­ken, bes­telde toen aan Mr. Gol­den een film in den­zelf­den aard, maar waa­rin kracht­toe-


0 3-0. 3

rt 0)

fi 2- oi

2jh-C 3 ±0.0 3 2 rt oi 3 n =-

2-033

cya

Qx (D

rt TO 3’

8 aÂ18

4 & Triî­beel­den & â

VER­LE­DEN

HEDEN

TOE­KOMST

Kalen­der

Onze Ster

Nieuwe Fil­men

Vri­j­dag 18 Mei (1911). — Pris­cilla Dean draait haar eerste film en dit voor de oud Bio­graph Com­pany.

Zater­dag 19 Mei (1921 ). — Doris May huwt Wal­lace Mac Donald.

Zon­dag 20 Mei (1919). — Alice Brady huwt James Crane, waar­van zij sind­sdien reeds ges­chei­den is.

Maan­dag 21 Mei (1922). — D. W. Grif­fith ont­vangt offi­cieel de geluk­wen-schen van den Voor­zit­ter der Veree­nigde Sta­ten.

Dins­dag 22 Mei (1879). — Geboor­te­dag van Alla Nazi­mova.

IToens­dag 23 Mei (1921). — Elaine Ham­mer­stein draait haar eerste «star»-rol.

Don­der­dag 24 Mei (1920). — William Fox opent zijn nieuw New-Yo.rker stu­dio.

JACKIE C00­GAN

If the screen were- spo­ken of in terms of royalty, Jackie would cer­tainly be its lit­tle prince.

Het negen­ja­rig won­der­kind dat reeds mil­lioe­nen ver­diende en nog ver­dient, dat er eigen auto, eigen vlieg­tuig, eigen jacht, eigen T. .S.F-ins­tel­ling, enz. op nähoudt.

Terecht merkt men op dat, indien er in Cinema-land een konin­grijk moest zijn, Jackie er de kleine prins van was.

Nieuwe Uit­gave

De Waa­rheid. — Fransche Film. Emmy Lynn en Mau­rice Renaud. Treurs­pel. V.B. A. G. C., Bau­de­wi­jn­laan, 30, Brus­sel.

De Ver­lie­jde Zee­roo­ver. — Ameri-kaansche Film. Jack Mul­hall en Viola Dana. Too­neels­pel. V.B. Aubert, 40, de Brou­ckè­re­plaats, Brus­sel.

Het Huis in het Woud. — Fransche Film. Jean Angelo en Constance Worth. Treurs­pel. V.B. B. I. F., 76, Moe­rass­traat, Brus­sel.

De Vlam der Woes­tijn. — Ame­ri­kaan -sche Film. Geral­dine Far­rar en Lou Tel­le­gen. V.B. Cinéo, 26, Kruid­tuin­laan, Brus­sel.

De Konin­gin der Zee. — Ame­ri­kaan-sche Film. Annette Kel­ler­man. Dra­ma­tisch too­neels­pel. V.B. Fox Film, Wol-ven­grachts­traat, 33, Brus­sel.

Dr. Jelyll en Mr. Hyde. — Ameri-kaansche Film. John Bar­ry­more. Treurs­pel. V.B. 48, Nieuws­traat, Brus­sel.


€ CINE­MA­WE­RELD »

zult niet Fil­men!

M an, man, wat gaat gij een gevaar­lijke weg in. » Deze woor­den wer­den gericht tot den God­sdiens­ther­vor­mer Luther die hie­rop ant­woordde:

Dat men de film­ziekte niet onder­schatte! Alhoe­wel het zeer aar­dig is daar­van te spre­ken, alhoe­wel het op een gezond mensch een zekere komische indruk teweeg­brengt, doch is het een feit dat er men­schen zijn die film­ziek zijn en is dit eene kran­kheid van zeer erns­ti­gen aard.

Sinds lang trachtte. Ber­tha (1) naar den Cinema te kun­nen gaan tot­dat zij ein­de­lijk het geluk had van in gezel­schap eener vrien­din eene cinema-evr-too­ning te kun­nen bij wonen. Stra­lend van geluk en zelf­vol­doe­ning trad zij de zaal bin­nen en zij dacht zich in een para­dijs te bevin­den. De ver­too-ning begon, en in alle kleu­ren schil­derde zich in de «ogen van Ber­tha de wereld af. Zij kon zich maar niet ont­doen van al dit schoone, van al dit won­der­bare, dat zich daar in hare onmid­del­lijke omge­ving afspeelde.

Haar geest was zoo zeer onder den bli­j­ven­den indruk van het geziene, dat hare gedach­ten dag en nacht er over mij­mer­den.

Zij werd eene regel­ma­tige bezoeks­ter en nog immer kwam zij meer en meer onder den indruk van al dit schoone, van al dit prach­tige dat zij voor hare oogen zag ontrol­len.

Het onge­luk­kige meisje droomde gedu­rig van die film­hel­den en film­hel­din­nen, van die geluk­ki­gen, en zij bouwde zelve gansche fan­ta­zi­jen op het­geen haar geest weers­pie­gelde. Op den duur droomde zij dat zij zelve eene film­hel­din was die zij dan zag spe­len en spoe­dig had zij haar lie­ve­lings-held gevon­den. Wel­dra kende zij al de film­hel­den met hunne, geboor­te­plaats en geboor­te­dag, hunne wer­ken en alle soor­ten van bizon­de­rhe­den uit hun pri­vaat leven, totza tzij er zeke­ren dag vast in ging geloo­ven dat zij voor het film­le­ven in de wieg gelegd was en... zij ook zou gaan fil­men.

Ber­tha was van eene gegoede bur­ger­lijke fami­lie, altijd een­vou­dig gek­leed en nooit iets of wat van de wereld gezien heb­bende. Onder vrien­din­nen dik­wi­jls uit­bun­dig en hoogst belang­wek­kende verha­len over den film gehoord, en.... wij weten hoe het jonge volkje gemak­ke­lijk zekere indruk­wek­kende too­nee­len over­dri­j­ven kan. Met een mij­me­rend gemoed keek ze de schoone kleed­sels op straat na en dik­wi­jls had zij zich gedroomd omge­ven van schoone en prach­tige toi­let­ten.

Na ja'ren betrach­ting ach­ter de ver­we­zen­lij­king dezer droo­men duikt de film op ais uit een droom­land en zie, daar in die fil­men zien ze al de pracht, al het geluk, de vol­ko­men zelf­vol­doe­ning waar­naar hun hartje reeds zóó lang hun­kerde. Kon zij het maar eens zoo ver bren­gen, oh! wat zou ze geluk­kig zijn. Hare begee­ring werd gul­zi­ger, eerst was zij tevre­den met een vin­ger, thans moet zij de geheele arm heb­ben.

(1) Het geval hier aan­ge­haald is geen ver­zin­sel, doch een ons per­soon­lijk bekend feit, waar­van wij de geboorte, de ont­wik­ke­ling en de gevol­gen van dicht­bij heb­ben kun­nen vol­gen. N.

In Ber­tha’s ver­beel­ding bes­tond er geen mid­den tus­schen de wereld harer ver­beel­ding en de wer­ke­lij­kheid.

De glo­rie, de pracht, de zelf­vol­doe­ning was voor haar alles. En alzoo begon Ber­tha te zin­ken en alzoo kwam het dat zij gees­tes­krank werd.

Zoo los als hare gedach­ten vroe­ger waren, zoo hevig klampte zij zich nu aan hare gees­te­lijke bes­pie­ge­lin­gen vast, om met moed hare inzich­ten te doen zege­pra­len.

Allen die zich met den film bezi­ghou­den, bes­tuur­ders van fil­muit­ga­ven, druk-inrioh­tin­gen, enz., wer­den met brie­ven over­la­den zon­der hare per­soon­lijke bezoe­ken bij Film en Cinema-bes­tuur­ders aan te step­pen met het doel deze jper­so­nen aan te zet­ten haar te willen hel­pen om « star » te wor­den. Har­troe­rend waren hare brie­ven, zich diep bek­la­gende dat zij de noo­dige hulp niet vond, zij die natuur­lijk begif­tigd was met alle gaven, verei­scht om «film­ster» te wor­den...

In hare beweende oogen, vol wee­moed en innig ver­driet lag er en diep gevoel van lij­den. Inder­daad, nie­mand schi­jnt zich te willen bekom­me­ren omtrent ’hare innige betrach­ting: « Zij wilde, zij moest ook fil­men ».

Opvol­gend waren hare brie­ven smee­ken­der en smee­ken­dor en begin­nen van dank te spre­ken en die arme, lieve Ber­tha, schri­jft van gereed te zijn tot alle opof­fe­rin­gen tot hem die haar tot de ver­we­zen­lij­king harer droo­men hel­pen zal.

Dit wordt een gevaar­lijke toes­tand.

Ver­beeldt u daé zulke brie­ven in han­den val­len van een eer­looze! Wat is er het gevolg van? Dit laat zich maar al te gemak­ke­lijk raden.

En wie weet hoe­vele dra­ma’s er plaats gri­j­pen ten gevolge zul­ker naieve betrach­tin­gen en welk elen­dig en onge­luk­kig bes­taan er niet uit voorts­pruit . uit die zucht naar pracht en zins­be­goo­che­ling. '

En dit alles door den film.

Maar ver­geet niet, lieve film­vrien­den en lieve film­vrien­din­nen dat de film daa­raan geene schuld heeft.

Ber­tha was gees­tes­krank. Mis­schien had zij haar leven zelve zoo gemaakt. Het gaat zoo met vele men­schen.

Wij ken­nen den aard dezer ziekte maar al te wel en daa­rom wan­neer er bij ons per­so­nen bizon­der­lijk en herhaal­de­lijk e rop aan­dron­gen om te willen fil­men heb­ben wij er immer aan­ge­hou­den te trach­ten ze van dit inzicht te doen afzien.

Al deze onge­luk­ki­gen al die­ge­nen die te hevig vat­baar zijn voor de schoone kunst van den Film geven zich eene valsche voors­tel­ling van het fil­men.

Mis­schien komt het hier­door dat de too­nee­len op het witte doek gebracht som­ti­jds onm­ge­lijke din­gen als moge­lijk doen door­gaan en ook dat al de film­star­ren hun rol zoo natuur­lijk, zoo mees­li­j­pend spe­len dat Bun talent voo­ral de geest treft. En daar het maar al te goed gewe­ten is dat deze film­star­ren gemak­ke­lijk een for­tuin ver­die­nen, is de betrach­ting, de nij­ging om ook film­star te wor­den in zeer groote mate verhoogd.

Onge­luk­ki­glijk, velen schi­j­nen te ver­ge­ten dat het tegen­woor­dig zoo gemak­ke­lijk niet meer is als over 10/15 jaar om film­star te wor­den.

Dit is vol­strekt een feit te meer,, daar de fil­min­dus­trie tevens eene geheele veran­de­ring onder­gaan heeft.

Wan­neer het, over 10 jaar, moge­lijk was zon­der talent eene « star » te wor­den, kwam dit omdat toen het film­pu­bliek er nog niet aan gewoon was

CINE­MA­WE­RELD »

onbe­ris­pe­lijke en kuns­tig ges­peelde fil­men te zien, De cinema was als­dan maar eene kunst « in het ge-boor­te­ti­jd­perk » en ’t was toen maar van wei­nig belang dat de een of andere medes­pe­ler zich schul­dig maakte aan eene mis­sing of een of andere valsche bewe­ging. Maar ten hui­dige dage is dit gansch veran­derd. Heden moet iedere film artis­tiek en op eene onbe­ris­pe­lijke wijze, vrij van alle kri­tiek, ver­tolkt wor­den, wil hij de goed­keu­ring van het publiek beko­men.

Hij of zij die nietè Van het spel kent wordt een over­bo­dig iets en geen enkele Film­maat­schap­pij zou zich de moeite doen hun aan­bod in acht te nemen temeer daar deze maat­schap­pi­jen door ontel­bare aan­vra­gen overs­telpt zijn, aan­vra­gen van per­so­nen zelfs, die ach­ter zich eene echte loop­baan heb­ben als kuns­te­naar of kuns­te­nares.

Onbet­wist­baar heeft de film-indus­trie nieuwe jonge krach­ten noo­dig, maar natuur­lijk zijn daar Ber­tha of hare aan­ver­wante geest­ge­noo­ten niet diens­tig voor.

Oo kde moe­dig­ste nieu­we­linge moet heden, tot het beko­men van een rol, in eene film-maat­schap-pij, eene omvan­grijke school door­ge­maakt heb­ben. Deze school geeft u geene film­school, en de noo­dige ken­nis­sen ver­werft men niet door zelf­stu­die... De weg tot de film gaat nog over andere door­nen.

CINEM ANIEUW S JES

De vrouw Van Ralph Graves, Mar­jo­rie Sea­man, komt te over­li­j­den na de geboorte van haar kind. Men heeft Mar­jo­rie Sea­man kun­nen zien in den Grif­fi­th­film « De Straat der Droo­men », waa­rin haar echt­ge­noot een der hoof­drol­len ver­tolkte.

Tutan­kha­men’s Graf­tombe.— De ont­dek­kin­gen in deze Egyp­tische graf­kel­ders heeft ver­schil­lende film­maat­schap­pi­jen naar gin­der doen trek­ken om opna­men te doen. Een film « Tutan­kha­men » genaamd, wordt ver­vaar­digd. Tom Ter­ris is ook in Egypte en draait voor Gau­mont « Fires of Fate », waar­bij alle too­nee­len rond de graf­tombe geno­men wor­den. De State Pic­tures Cor­po­ra­tion filmt er «Com­pli­ca­tions» waa­rin men oud-Egypte zal te zien kri­j­gen in natuur­lijke kleu­ren. Dit zal dus een Egyp­tisch jaar zijn.

Een kost­baar geheim. — Maë Mur­ray heeft meer­maals bewe­zen dat zij een geheim kan bewa­ren, ten minste wat hare kos­tu­men betreft. Hare beste vrien­den weten niets van haar af welke klee­de­ren zij dra­gen zal in een nieuwe film. Die kri­j­gen zij maar te zien wan­neer de film ver­vaar­digd wordt. Zij heeft voor deze toi­let­ten eene spe­ciale gemaakte brand­kast.

Het kuns­trijke van het « mee­le­ven » der toes­tan- > den, de mimiek, verei­schte hou­ding en bewe­ging en gron­de­lijke begrip­ken­nis, zijn allen gaven die de kuns­te­naar niet leert maar die hem aan­ge­bo­ren zijn: Kuns­te­naar moet men zijn en het helpt niets wan­neer er Van dit alles, van al dit nood­za­ke­lijke, maar een per­soon­lijke dunk over­bli­jft.

Aan u %llen vrien­den en vrien­din­nen, wij­den wij u deze rege­len toe: Dat de gees­tes­kran­ken, de fitm-kran­ken uit bovens­taande de moed vin­den zich zelf te troos­ten in het ellen­dige van hun toes­tand en in al het onge­luk­kige wat er uit dien toes­tand voOrt-sprui­ten kan inge­val zij er zich niet met alle wils­kracht tegen ver­zet­ten, tegen die nij­ging die sti­laan hun vers­tand, sti­laan hun gezonde geest onder­mi­jnt. En dat de gezonde gees­ten zich wel wach­ten zich lucht­kas­tee­len op te bou­wen en illu­sies te koes­te­ren dewelke, voort­gek­weekt, hen sti­laan zou­den lei­den tot die soort van gees­tes­kran­ken waar­van wij een onge­lik­kig voor­beeld aan­ge­haald heb­ben met Ber­tha.

En wordt uw, hartje bekro­pen door die vurige zucht naar pracht, die glo­rie van óéns eene « star » te wor­den, bekampt dit gevoel met alle kracht en roep u zelve toe: « Ik mag niet fil­men! »

NEMO.

THE GREAT UNK­NOWN

If you ever see the ori­gi­nal of this pho­to­graph, Rex Ingram wants to hear from you—pre­fe­ra­bly by wire.

DE GROOTE ONBE­KENDE

Hex Ingram, de groote Metro fil­mer­gis­seur, en de man welke «De Vier Rui­ters van Apo­ca­lyp­sus» ineen­zette, en die over jaren zijn brood ver­diende met in attrak­tie­num­mers en zelfs in de drank­ge­le­gen­he­den de bezoe­kers uit te tee­ke­nen, is een groot ver­za­me­laar. Laatst legde hij de hand op de hier afge­drukte photo. Deze stelt een jon­ge­ling voor in de Ame­ri­kaansche klee­der­dracht van ’t jaar 1860. Welnu vol­gens Ingram is deze jon­ge­ling het ideaal van man­ne­lijke pho­to­ge­nie. Hij wil hem kost wat kost ont­moe­ten en hij heeft dan ook aan iede­reen opdracht gege­ven, wan­neer ze op zijn spoor komen, er hem onmid­del­lijk van te ver­wit­ti­gen. De naam van dit jong­mensch stond onder de photo: Ebe­ne­zer Noach Daniel Per­ry­crinkle.


Ver­tol­kers:

John Hard­wich . . Georges Lar­kin Edith Mar­tin....​Betty Comp­son

Eerste epi­sode

DE NACHTZ­WER­VERS

John Hard­wick, de jong­ste en de stout­moe­dig­ste der agen­ten van het gou­ver­ne­ment, wordt naar het Wes­ten ges­tuurd

door zijne man­nen ges­chaakt. John gelukt er in haar te ver­los­sen.

Edith zegt tot haar vader dat de Mexi-kanen haar naar die kaart vroe­gen. Deze ver­schrikt: welk drama ver­borg zich aldus tus­schen haar vader en die man­nen?

om op de plaats de beste mid­de­len te bera­men om het oppe­r­hoofd eener bende schiu­mers « De Schrik van de Ber­gen » gevan­gen te nemen.

Hij biedt zich in de hoeve Mar­tin aan die bewoond is door William Mar­tin, een blinde, en er met zijne doch­ter Edith eve­nals met Tom Hardy, die ook blind is, leeft. Hij wordt als gast aan­ge­no­men en hij zweert die fameuze «Schrik der Ber­gen» te van­gen. Deze ver­bergt immer zijn aan­ge­zicht met een wolf­skop.

Tweede epi­sode DE GEHEIME KAART

John ont­vangt een brief waa­rin hij aan­ge­maand wordt het land te ver­la­ten.

Edith was juist bezig eene kaart te bezich­ti­gen die zij ach­ter eene schil­de­rij gevon­den had toen de Mexi­kaan Fran­cisco haar daar­mee verastte. Deze kaart was een plan van eene ver­bor­gene goud­mijn en de Mexi­kaan had al iets over deze goud­mijn gehoord. Hij keert naar zijn kamp terug en ’s avonds wordt Edith

Der­çle epi­sode DE AFGROND VAN DEN SCHRIK Car­men­cita, de vrien­din van Fran­cesco, wordt in de hoeve Mar­tin geplaatst om allen te bes­pie­den. Edith bemerkt zeke­ren dag dat eene geheime hand een briefje naar John werpt. John leest het: het is een geheim ren­dez-vous waa­rop hij ver­zocht is.

John gaat er heen doch wordt onvoor­ziens over­val­len: hij is gevan­gen. Doch Edith heeft alles gezien en komt er toe hem te ver­los­sen.

DE ROODE WEIDE

« CINE­MA­WE­RELD »

Vierde epi­sode

DE NACH­TE­LIJKE TOCHT

Het berucht plan der goud­mijn maakt Edith droo­me­rig. Zij ver­zoekt John haar te komen vin­den in «De Grot des Dui­vels». Car­men­cita heeft hen nage­volgd en ver­wit­tigt de Mexi­ka­nen. John wordt gevan­gen geno­men ter­wijl Edith is kun­nen onts­nap­pen. Een tijd later hoort John eenig gerucht; 't is Edith die zijne ban­den komt door te sni­j­den en bei­den kun­nen zich zon­der gerucht te maken, red­den. Zij wor­den ach­ter­volgd doch John en Edith wer­pen zich op een vlot en kun­nen zich uit de han­den der ach­ter­vol­gers los maken.

Vijfde epi­sode HET SPOOK­BEELD VAN HET VER­LE­DEN

Dank aan zijne koel­bloe­di­gheid heeft John den toes­tand gered.

In de woes­tijn komen ze eene kara­vaan nieuwe colo­nis­ten tegen en ont­dek­ken eve­neens eene bende India­nen.

John en Edith komen geluk­kig aan de hoeve aan ter­wijl de colo­nis­ten aan­ge­val­len wor­den door de roode dui­vels: de aan­ge­val­le­nen komen schuil­plaats zoe­ken op de hoeve Mar­tin. Een dezer vraagt aan Edi­th’s vader of hij zich niet Payne noemt. Mar­tin schrikt bij het hooien van deze naam. Edith is dus ver­ze­kerd dat er een geheim in het leven van haar vader bes­taat.

Dien avond gaat John terug naar de «Grot des Dui­vels)), om de beruchte kaart die het plan der mijn behelst en dewelke hij daar ver­bor­gen had toen hij door de Mexi­ka­nen over­val­len werd, terug te halen. Hij valt weder in een val­strik dewelke deze hem ges­pan­nen had­den. Geluk­ki­glijk had Edith hem opge­volgd en bei­den ont­ko­men door eene geheime gang van de grot.

Zesde epi­sode

HET GROOTE GEHEIM

Toen bei­den aan de hoeve toek­wa­men wachtte zich daar voor John eene ver­ras­sing. Op bevel van het Gou­ver­ne­ment werd John aan­ge­hou­den als deser­teur. Bij den kolo­nel gebracht zegde deze dat hij dien list aan­ge­wend had om in alle ver­trou­wen van John te ver­ne­men hoe ver de zaken ston­den.

Het aan­hou­den van John werd spoe­dig gekend en iede­reen was van gedacht dat John en de Schrik der Ber­gen één en de zelfde per­soon was.

Toen John terug naar de hoeve keerde wilde men hem ter dood bren­gen.

Zevende epi­sode

HET WORDT LICHT

Toen men John ging ter dood bren­gen komt juist Edith te voor­schijn en ver­de­digt de veroor­deelde.

Intus­schen komt Mac­ken­sie op de hoeve en eischt Mar­tin’s doch­ter op, daar deze hem als zijne vrouw is beloofd gewor­den, zoo­niet zal hij, Mac­ken­sie, erge fei­ten ken­baar maken.

De voor­be­reid­se­len tot het huwe­lijk van Edith met John wor­den met haast gemaakt toen de Schrik der Ber­gen bin­nen komt. Hij doet zijn mas­ker af en het is Tom de ban­diet. Hij ver­telt zijne ges­chie­de­nis. Eeni­gen tijd daarna wor­den Edith en John door het huwe­lijk veree­nigd.


« CINEMA WERELD »

Kid Roberts, Gent­le­man van den Ring

EERSTE ROUND DE BEGIN­NE­LING

Twee mana­gers zoe­ken een man: het zijn Jimmy Wamey, bru­taal en zich niet in de war laten bren­gend, en Joe Mur­phy, oprecht, vol moed en bere­kend.

Bat­tling Fagan, een oude bok­ser duidt hen Kane Hal­li­day aan. Deze zou hun man kun­nen wezen indien hij de boks wilde doen. Mur­phy glim­lacht en zegt: « De lief­heb­ber is voor ons een vijand ».

Jimmy War­ney ver­zoekt noch­tans Fagan dien Kane Hal­li­dey tot bij hen te laten komen en deze neemt aan van tegen Dufresne te bok­sen onder den dek­naam van Kid Roberts.

Waa­rom heeft Kane Hal­li­day bes­lo­ten zich bok­ser te maken, hij die tot eene wel­stel­lende fami­lie toe­hoort? Omdat zijn vader geheel gerui­neerd is gewor­den door de zak­king der petro­leum­waar­dens en omdat hij aldus het fami­lie­for­tuin opnieuw op peil wil bren­gen.

Kid is uit­zin­nig van vreugde, te meer omdat hij de lieve Miss Irène Gre­sham bemint en dat hij denkt dat zijne liefde beant­woord wordt.

Kid is volop bezig met zich te trai­nee­ren onder de lei­ding van Sam Mac Vea een uit­ge­doofde luis­ter van de boks­kunst.

Kid biedt zich tot het gevecht aan. De eerste round is voor hem zeer twi­j­fe­lach­tig zoo­dat War­ney de over­tui­ging heeft dat hij een slechte zaak met Kid gedaan heeft. Mur­phy koopt hem het kon­trakt af voor 100 dol­lars. Na den Sen round rust Kid in zijn hoek, bijna gansch uit­ge­put. Mur­phy komt voor hem staan met een spie­gel en zegt hem: « Zie eens Kid wat zou Miss Irene wel zeg­gen als zij uw ver­moeid gelaat aldus moest zien? » Die woor­den wek­ken den moed op van Kid en hij zet Dufresne knock out met de 5e round.

TWEEDE ROUND DIE VER­LIEST.... WINT

De over­win­ning die hij op Dufresne behaalt heeft hem niet belet aan zijn ver­loofde te den­ken, Miss Irène Gre­sham.

Dien avond gaf deze juf­fer een lief­da­di­gheid­sfeest.

Kid gaat er ook naar toe; hij komt daar in aan­ra­king met zijn aans­taande schon­va­der, doch deze meldt hem dat hij de ver­lo­ving ver­breekt daar hij zijne doch­ter niet geven wil aan een man die totaal gerui­neerd is. Kid ant­woord hem dat- hij zich maar alleen­lijk bij de mee­ning van Miss Irène zal neer­leg­gen.

Maar onder­tus­schen had Jimmy bes­lo­ten dat, in geval Kid niet tot hem terug kwam hij iemand tege­no­ver hem zal weten te zet­ten die hem totaal knock-out zou sla­gen.

Miss Irène is aan­we­zig op een trai­ning van Kid. Doch daar komt Jimmy War­ney bin­nen en deze, om Kid te pla­gen, gebruikt hij ’n gemeene uit­druk­king tege­no­ver Miss Irène. Kid die dit euvel opneemt zendt hem met een vuists­lag ten gronde. Maar de uits­lag dij Miss Irène was gansch anders. Deze betit­telt Kid met de naam van « Bru­tale » en ver­wi­j­dert zich per auto.

Toen Jimmy weer boven water kwam daagde hij Kid uit tot een twees­trijd met een zekere Mac Kelly. Mur­phy wedt dat die fameuze Mac het geen 2 rounds zal uithou­den.

Het gevecht heeft plaats en Mac Kelly valt neer na den 2en round: aldus heeft Mur­phy zijne wed­ding ver­lo­ren en Kid heeft gewon­nen.

Bij het terug aank­lee­den ont­vangt Kid een brief

' van Irène en zij zendt hem haar ver­lo­ving­sring terug.

DERDE ROUND

MEN LEERT MET SCHA OF MET SCHAND

Heel New-York staat ove­rhoop, men spreekt gedu­rig over den aans­taande wed­strijd van Kid Roberts met Al Ken­nedy.

Om het publiek meer aan te trek­ken had Joe Mur­phy, Kid aan­ge­ra­den New-York te door­ri­j­den in habiet en een mas­ker voor het gezicht. Doch de werk­zaam­heid van Joe wordt lee­lijk tegen­ge­werkt van de betrek­king die Kid aan­gek­noopt heeft met een zekere Arlette.

Het gevecht begint.

Kid had te veel ver­trou­wen in zijn eigen macht eit hij wilde met zijn tegens­tre­ver spe­len als de kat met de muis. Doch Jimmy War­ney had aan Ken­nedy voo­ral aan­ge­ra­den naar het hoofd te tref­fen en inder­daad Kid had zich daar zoo wei­nig aan ver­wacht dat hij desaan­gaande geene aan­dacht nam: Kid ont­vangt" eensk­laps een gewel­dige hoofd­slag dat hij ten gronde stort. Zijn te groot ver­trou­wen was hem fataal gewor­den.

VIERDE ROUND

DUIS­TERE FEI­TEN

In een groot res­tau­rant te New-York.

Arlette zit aan eene tafel met Jim War­ney en aan eene andere tafel Kid Roberts met Joe Mur­phy.

Arlette, wiens betrek­kin­gen met Kid afge­bro­ken zijn is tot alles in staat om zich te wre­ken.

Jim War­ney zou opnieuw Al Ken­nedy tege­no­ver Kid willen stel­len opdat deze laatste defi­ni­tief knock-out zou ges­la­gen wor­den.

Hij gelast aldus Arlette met Ken­nedy op te zoe­ken en hem mits grof geld aan te spo­ren zich te trai­nen om Kid goed af te mat­ten.

Dit wordt uit­ge­voerd.

VA serf

« CINE­MA­WE­RELD »

De strijd heeft plaats doch Ken­nedy, voe­lende dat hij ’t niet halen kan, zoekt eene list en... slaagt te laag. Hij wordt gedis­wa­li­fieert. Doch Kid eischt dat de strijd voortga en aldus gebeurt het. Kid vecht met de laatste kraGh­ten tot hij over­win­naar bli­jft.

VIJDE ROUND ANDERE LIS­TEN

Kid Roberts heeft eene uit­da­ging ont­van­gen van Tiger Oapato, de glo­rie van New-Orléans. Kid neemt aan van zich met hem te meten.

Jimmy War­ney, de mana­ger van Capato heeft bes­lo­ten eene schun­dige list te gebrui­ken tege­no­ver Kid. Met de 'ïe round moet ineens het licht uit­gaan en van die gele­gen­heid moet Capato gebruik maken onn hem ter neer te sla­gen. Maar Joe Mur­phy heeft daar iets over gehoord en hij ver­wijt die booze inzich­ten aan Jim. Langs een ande­ren kant biedt er zich bij Kid eene vrouw aan hem smee-kende Capato te willen laten over­win­nen daar hij haar man en brood­win­ner is.

Jim haalt eene zekere Rose Del­mont over om Kid zoo lang moge­lijk in een café op te hou­den ten einde te maken dat hij niet in den ring is wan­neer het oogen­blik van vech­ten geko­men is. Alles gaat naar wensch. Kid is nog niet in de zaal. Nog ëen paar minu­ten, doch... daar komt Kid Roberts aan­ge­kro­pen. Er bli­jft nu niets anders meer over dan op het gege­ven oogen­blik het licht uit te doo­ven.

Van deze gele­gen­heid maakt Jimmy Wamey gebruik om te vluch­ten.

ZESDE ROUND BETER EN BETER

Kid Roberts gaat naar Liver­pool om daar te stri­j­den. Na eene dege­lijke entr­lai­nee­ring is hij gereed

voor den kamp. Doch groot was zijne ver­won­de­ring op den ring zijn eigen spar­rin­gnaat tegen zich te heb­ben: deze was aldus, op aan­ra­den van Jimmy War­ney, in staat de gehei­men te lee­ren van Kid. Deze vecht met een hart vol razer­nij en hij behaalt de over­win­ning.

Joe Mur­phy zegt tot 'Kid dat zij zou­den moe­ten schei­den want dat van­daag het kon­trakt tus­schen hen bei­den ver­valt.

Kid ant­woordt hem dat hij daar niet wil van weten: « Wij heb­ben samen de slechte tij­den doov-gemaakt, wij zul­len de goede tij­den samen dee­len ». * *

Het succes van dezen band is ver­ze­kerd. Wij voor­zien voor deze film eene bui­ten­ge­wone loop­baan, en het publiek zal niet nala­ten hem te waar dee­ren.

UNI­VER­SAL FILM

St-Michiel­straat, 28, Brus­sel

Onder Twee Vlag­gen

Tot het ineen­zet­ten en draaien van dezen film werd niets tot het wel­ge­luk-ken ervan ver­waar­loosd. Noch de moeie-lij­khe­den om de simoun, die vree­se­lijke gee­sel der woes­tijn te draaien, noch om echte Alge­riaansche stad op te bou­wen.

Het zou veel te lang zijn hier al de lot­ge­val­len die zich tij­dens het draaien van dien band voor­de­den, op te som­men. De meeste too­nee­len wer­den gedraaid op meer dan 200 kilo­me­ter van Uni­ver­sal City en ver­schei­dene dui­zende men­schen moes­ten naar die plaats gevoerd wor­den om er de gevechts­too­nee­len op te nemen. Een gansch regi­ment ver­tol­kers, verk­leed in Fransche jagers te paard, en even­veel verk­leed in Ara­bie­ren waren er in aktie. En boven­dien waren er vier krach­tige machie­nen ter plaatse gebracht, en wier schroe­ven de gevreesde woes­ti­jns­torm

moes­ten teweeg bre­gen. Maar het toe­val wilde dat men er geen gebruik moest van maken want een tem­peest van onge­kende hevi­gheid streek over de kamp­plaats neder. Dit ziende, nam de film­re­gis­seur. Tod Brow­ning, ondanks het drei­gend gevaar, al de noo­dige maa­tre­ge­len, en men draaide het too­neel van den zand­storm in min­der dan vijf uren in plaats van vier weken welke men zou noo­dig gehad heb­ben, indien men zich van de motors en schroe­ven hadde moe­ten bedie­nen.

Na den storm waren al de leden van het gezel­schap uiterst tevre­den eene goed ver­diende rust te mogen nemen, en gin­gen zich fe sla­pen leg­gen afge­mat en bijna door het zand ver­blind.

Tij­dens die­zelfde nacht toog er een leger schri­jn­wer­kers aan ’t werk en begon de gebou­wen terug op te rich­ten welke de woes­ti­jns­torm in de vlakte verts­trooid had, en ’s ande­ren­daags was alles wee­ral klaar om de andere too­nee­len te draaien.


Geïl­lus­treerde Cine­ma­nieuwsjes

DORO­THY DAL­TON

Bovens­taande photo brengt een too­neel in beeld uit Dotty Dal­ton’s laats­ten film «Black Secrets» (Zwarte Gehei­men) voor de Para­mount. Het grootste gedeelte van dien band speelt zich af in Tur­kije en waa­rin prach­tige harem’s-scènes te bewon­de­ren zijn. De intrigue zelf is avon­tuur­lijk en boeiend en Doro­thy’s spel uit­mun­tend.

Deze hier nog wei­nig, maar in Ame­rika beroemd artist, is niet alleen een talent­vol film­spe­ler, maar tevens een vol­maakt ath­leet. Oud-zwem­kam­pioen der Yale-Hoo­ges­chool, wist hij nog­maals dit jaar de kam­pioens­ti­tel weg te kapen maar dit­maal in den zwem­wed­strijd tus­schen film­spe­lers,

Mal­colm Mc Gre­gor houdt er eene eige­naar­dige oefen­me­thode op na; hij tracht n.l. eiken dag zoo lang moge­lijk op de han­den te bli­j­ven staan, zoo-als hier­bo­ven afge­beeld: «Dit sterkt de arm­spie­ren op uits­te­kende wijze en men bekomt er onver­wachte rezul­fa­ten mede» beweert hij.

Bericht aan de lief­heb­bers dus!

ALICE TERRY

She brings grace, sen­si­ti­ve­ness and beauty to her roles, the latest of which is “Sca­ra­mouche.”

Alice Terry is ten onzent voo­ral goed gekend door hare pracht­volle rol­ver­tol­king in den reu­zen­film: «De Vier Rui­ters van den Apo­ca­lyp­sus».

Haar vol­gende band, die we hier kor­te­lings zul­len te zien kri­j­gen, is getit­teld: «De Roman van een Koning», waa­rin zij Ramon Navarro als part­ner heeft. Haar laatste band die zij nu pas in Ame­rika komt af te wer­ken is «Sca­ra­mouche» waa­rin zij al haar talent van bekoor­lij­kheid, gevoel en schoon­heid heeft weten te leg­gen.

Rea­ding from north to south, we have here the for­mer Yale swim­ming cham­pion, who seems to be deve­lo­ping into as good a screen actor as he is an ath­lete.

MAL­COLM McGRE­GOR

« CINE­MA­WE­RELD

William de Mille is de broe­der van den niet min­der beroemde Cecil Blount, en is tevens lee-raar in den cur­sus van het pho­to­drama aan de Fil­ma­ka­de­mie der Para­mount te Hol­ly­wood.

William de Mille stamt af uit een fami­lie let­ter­kun­di­gen en too­neel­kuns­te­naars. Na zijne stu­dies op schit­te­rende wijze aan de Colum­bia Uni­ver­si­teit te New-York geëin­dig te heb­ben, begon hij, voor alle begin in de cinema, eenige sce­na­rios te schri­j­ven, en de beste onder hen wer­den door zijn broe­der Cecil voor reke­ning der Famous-Players-Lasky o ) het doek gebracht.

Spoe­dig werd hij ins­ge­lijks aan de maat­schap­pij van zijn broe­der ver­bon­den. Als film­re­gis­seur wijdde hij zich eerst aan het too­neels­pel, maar spaei­lig begre­pen heb­bende hoe groot het veld was dat zich aan zijn talent voor dra­ma­tisch too­neels­pel aan­bood, hield hij zich aan meer erns­tige wer­ken. Zoo kre­gen wij o. a. hier van hem te zien: « De Boom der Weten­schap »,« Prinses Alice », « Zomer-Gek-heid »,enz. ’

CINE­MA­NIEUWSJES

In üer­loj. — Bull Mon­tana is in ver­lof en hij doet niets lie­ver dan in bos­schen en vel­den kam­pee­ren en zijn eigen hui­shou­den doen. Hij heeft met hem eene zeer groote tent. ’s Maan­dags mor­gends kookt hij een groote ketel spa­ghetti, een soort maca­roni -{Buil is Ita­liaan) en een

groote ketel kof­fie, en koopt een dozijn broo­den. Dit is voed­sel voor een gansche week. Hij heeft drie bed­den, ’s Maan­dags avond slaapt hij in het eene, Dins­dags in het andere en s Woens­dags in het derde; Don­der­dags mor­gend maakt hij ze alle drie op en her­be­gint dan dezelfde methode. Zoo­doende spaart hij veel tijd.


* CIN EM A WERELD »

De Over­win­ning

CKNOCK OUT BLOW)

Voors­te­lier. ....​Thomas H. Ince

Sce­na­rio van....​Julien Jose­phon

Film­re­gie van....​Jerome Storm

Omwer­king van....​Frank Ser­vet

VER­TOL­KERS

Jim Belly....​Charles Ray

Kate Hes­kell....​Colleen Moore

In het kleine dorpje, Pitt-Junc­tion, ver­vult Jim Belly met vreugde zijne bedie­ning van voer­man. Jim’s leven zou zeer kalm ver­loo­pen indien hij niet ver­liefd ware op Kate Hes­kell, de doch­ter van zijn patroon, en die tevens bediende is in de brou­we­rij-apo­theek van het plaatsje. Jim had geen enkel mede din­ger tot­dat Perry Woods, een hupsche ste­de­ling, op het too­neel ver­scheen.

Dien avond ont­ving de patroon met de post een aar getee­kend pak­ket dat 2000 dol­lar inhield. Daar de zegel­lak ver­bro­ken was werd er tot de inven­ta­ris over­ge­gaan en Jim plakt een ges­cheurd briefje terug aaneen. De patroon ech­ter is niet gerust zulke belan­grijke som in huis te heb­ben en stelt Jim voor het geheim der brand­kast te veran­de­ren; Woods komt op dit oogen­blik onge­merkt bin­nen en hoort de samens­praak, en ’s nachts sluipt hij het kan­toor bin­nen, opent de brad­kast, waar­van hij het nieuwe geheim kent, en maakt zich van de 2000 dol­lar mees­ter.

of anders gevan­gen geno­men te wor­den. Da onge­luk­kige bevindt zich in een vree­se­lijke toes­tand; nie­mand dan hij en zijn patroon ken­den het geheim, maar zou hij de vader zij­ner ver­loofde kun­nen ver­den­ken?

De vol­gende mor­gen bemerkt Jim dat Hes­kell een geplakt bank­billet in de hand heeft, geen twi­j­fel is meer moge­lijk en hij zal zich voor zijne geliefde opof­fe­ren. Hij vlucht door het vens­ter en springt in een voor­bi­j­ri­j­dende trein, die hem naar Chi­cago voert. Wel­haast wordt hij een beroem/ bok­ser, V

Zeke­ren dag moet hij een match aan­gaan met iemand die nie­mand anders blijkt te zijn dan... Perry Woods; deze komt in het stri­jd­perk onder den naam van Howard. Dezes mana­ger is ins­ge­lijks een gewe­ten­loos mensch; hij tracht Jim om te koo-pen om zich knock-out te laten slaan, maar in den ring komt onze held glans­rijk uit den strijd en wordt tot over­win­naar uit­ge­roe­pen. Woods, die op niets anders denkt dan zich te kun­nen wre­ken, bes­chul­digt Jim van den dief­stal te Pitt-Juac­tion. En zie­daar Jim opnieuw aan­ge­hou­den. In het dorp wordt Hes­kell in Jim’s tegen­woor­di­gheid gebracht en zijn oud-patroon zegt hoe hij aan het ges­cheurde bank­billet kwam: hij kreeg het van den kleer­ma­ker die het op zijne beurt van Perry Woods ont­van­gen had. De dader is dus ein­de­lijk gevon­den. Jim wordt de held van he tdorp, en hij onts­napt aaa do toe-

’,s Ander­daags komt de Opzie­ner der Spoor­weg­maat­schap­pij de boe­khou­ding van het kan­toor nakij­ken en men ont­dekt de dief­stal; de ver­den­king valt natuur­lijk op Jim. Hij wordt voor de keuze ges­teld: de som bin­nen de 24 uur terug te beta­len

jui­chin­gen der massa, om zijne onschuld em over­win­ning aan de voe­ten zij­ner geliefde Kate ten offer te bren­gen.

Para­mount, 48, Nieuws­traat, Brus­sel.

« CINE­MA­WE­RELD »

Brie­ven­bus —

Ten­ge­volge der sta­king der post­be­dien­den ble­vei: een groot aan­tal brie­ven ach­ter­wege. Wij ver­zoe­ken onze brief­wis­se­laars, zoo­ver liet hun moge­lijk is, hunne brief­wis­se­ling per­soon­lijk aan onze bureelcn, 16 Korte Gas­thuis­traat, ter stede, te bezor­gen of te laten afge­ven.

De vra­gen die ons na het ein­di­gen der sta­king zul­len gewor­den, zui­len ALLEN nog beant­woord wor­den, eve­nals de niet bes­telde num­mers van « Cinema en Too­neel­we­reld » aan al onze abon­nem ten zul­len toe­ge­zon­den wor­den.

HET BEHEER.

Ze wi! me wel. — 1» « Men vangt meer vlie­gen iet een drup­pel honig dan met een heel vat azijn i, een oud spreek­woord maar een goed, hoor!

2 Billie Burke is in 1886 gebo­ren; gehuwd met Flo­renz Zieg­feld.

3“ Doro­thy Dal­ton is op 22 Sep­tem­ber 1893 gebo­ren; gehuwd doch reeds ges­chei­den.

Abonnent. —- 1° Dou­glas Fair­bank’s film « Robin Hood » wordt voor ’t oogen­blik in exclu­si­vi­teit in den Cinema de la Mon­naie de Brus­sel afge­draaid.

2° Zie bericht begin dezer Brie­ven­bus.

Pha­rao. — 1e De ware naam van Zigoto is Larry Semon; adres: Vita­graph Stu­dio, 1708, Tal­madge Street, Hol­ly­wood (Cal.) U. S. A.

2" D ware naam van Freddy is Harry Mc Coy; adres: c/o 6016, Hol­ly­wood Boul­vard, Hol­ly­wood (Cal.) U. S. A.

3° De ware naam van Percy is Sid­ney Smith; zelfde adres als voor­gaande.

Cura­list. — 1» Dan bedoelt u Mil­ton Sills; adres: 1320,Cres­cent Heights Bonl­vard, Hol­ly­wood (Cal.) U 8. A.

2° Betty Oomp­son; adres: Para­mount Stu­dios, 6284, Selma Ave­nue, Hol­ly­wood (Cal.) U. S. A.

3° Agnes Ayres; adres: Famous Players Stu­dios, New-York City (U. S. A.).

Dür­kopp. — 1° Mar­jo­rie Daw is eene Ame­ri­kaan-Bche; haar par­te­naire in « Voor haar die hij beminde » was Henry B. Wal­thall; adres: 66C9, St-Fran-ces Court, Los Angeles (Cal.) U. S. A.

2° Hobart Bos­worth is in 1867 gebo­ren; zendt, zijne photo gra­tis; adres: Bever­ley Hills Hotel, Bever­ley Hills (Cal.) U. S. A.

3° William Far­num zendt ins­ge­lijks zijne photo gra­tis; adres: Fox Stu­dios,1401, Wes­tern Ave­nue, Los Angeles (Cal.) U. S. A.

N.-B. — Die photo zal u opge­zon­den wor­den zoo-dra de post­sta­king geëin­digd is.

Laura Nij­val. — 1° « Serge Panine » is de naam van den held uit een roman van Georges Ohnet en teveng de titel van een film naar dezelfde roman.

2° De brief­wis­se­ling tus­schen lezers van ons blad is reeds vroe­ger bes­tu­deerd gewor­den, doch we deins­den immer terug voor de Rede­lijke geva­ren aan der­ge­lijke prak­tij­ken ver­bon­den. Zelfs het bewust fransch blad heeft het er deze week over.

De Water­rat­ten. — De rol­ver­dee­ling van dien band is niet gege­ven gewor­den.

Puckie. — Ver­ne­men met genoe­gen dat ons blad n bevalt, zie ver­der in « Ons Pho­to­boekje ».

Nor­ma’s Lover. — 1° We gaan vol­ko­men ’t akkoord met u over het niet ver­mel­den der ver­tol­kers doo de film­ve­rhuur­ders; voor ’t oogen­blik is daar wei­nig an te verhel­pen, dit hangt af van de goede luim dier hee­ren.

SF Kwes­tie van opi­nie; wij zelf hou­den ins­ge­lijks veel van Norma Tal­mad­ge’s spel.

3° Norma Tal­madge, adres: 318, East, 48th Street, New-York City (U. S. A.).

Ona­gra. — 1° René C'resté, de ver­tol­ker van « Jud«x x>, is in Decem­ber 1922 over­le­den.

2> Dit zijn wer­ke­lijk echte dag­bla­den.

3° Billie Burke zendt hare photo gra­tis.

Rapide. — Van ver­nie­ti­ging geen sprake; bin­nen kort de vol­le­dige uits­lag.

Willy Bel­le­froid. — Zon­der­ling, daar Hoot Gib­son gewoon­lijk zijne photo zendt. Bes­ten dank voor de inlich­tin­gen, en bizon­der­lijk voor de wijze waa­rop u ze hebt opges­teld.

Femina. — 1° Die rol werd ver­tolkt door Nina Raie­veska; den­ken wel dat zij hare photo gra­tis zal zen­den; adres: c/o 153, Ave­nue de Wagram, Paris.

2° Die artiste was Fran­cine Mus­sey; .zendt hare photo gra­tis; adres: rue Faid­herbe, 30, Paris.

3° Rol ver­tolkt door Charles Vanel; zendt zijne photo; adres: 28, Bou­le­vard Pas­teur, Paris.

N.-B. — Bes­ten dank voor de inlich­tin­gen.

Clai­rette Ciné, — Vorige vra­gen zijn in vorig num­mer beant­woord. Voor wa die kwes­tie betreft, onze wil is goed genoeg .maar... er zijn zoo­veel andere fak­tors waar met af te reke­nen valt. Voor-loo­pig zien we er géene moge­lij­kheid in dit te veran­de­ren.

Nemo.

ONS PHO­TO­HOEKJE

Ftxa­rao ont­ving gra­tis de photo 16x7 van Henry Kraus na 28 dagen; brief was in de Vlaamsche taal ges­chre­ven.

Dür\opp ont­ving gra­tis twee pho­to’s van William S. Hart na twee maan­den.

Clai­rette Ciné ont­ving gra­tis de photo van Dou­glas Fair­banks, drie van Mary Pickord, 1 van Henny Por­ten, 1 van Andrée Bra­bant, 1 van Tho­mas Mei­ghan, 1 van Harry Carey en 1 van Frank Mayo.

Femina ont­ving gra­tis de pho­tos van: Mia May, na 5 weken; Mary Pick­ford, na 3 maan­den; Norma Tal­madge, Pris­cilla Dean, Doro­thy Phi­lips en Viola na 2 maan­den; Bebe Daniels, na 4 maan­den; Ethel Clay­ton, na 6 maan­den; Elsie Fer­gu­son, na 3 maan­den; Mae .Mur­ray, na 7 maan­den; Alice Brady, na 2 maan­den; Betty Bal­four, na 2 weken; Alla Na-zimova, kaartje ont­van­gen; Marion Davies, na 2 maan­den met brief; Edna Pur-viance, na 2 maan­den; San­dra Milowa-noff, na 4 dagen; Wanda Haw­ley, na 6 dagen; Frank Mayo en Tho­mas Mei­ghan, na 2 maan­den; Rudolf Valen­tino, kaartje ont­van­gen.

Willy Bel­le­froid ont­ving gra­tis de pho­tos van: William S. Hart, 2 pho­to’s, na 45 dagen, 19/23 cm.; Dou­glas Fair­banks,


1 photo, na 2 maan­den, 19/23 cm.; Frank Mayo, I photo, na 1 maand, 14/19 cm.; William Far­num, 1 photo, na 42 dagen, 14/19 cm.; Tho­mas Mei­ghan,

1 photo, na 2 maan­den, 14/19; Her­bert Raw­lin­son, 1 photo, na 1 1/2 maand, 14/19 cm.; Char­lie Cha­plin, 1 photo, na

2 maan­den, 14/19 cm.; Viola Dana, 1 photo, na 3 maan­den, 12/17 cm.; Betty Blythe, 1 photo, na I 1/2 maand, 12/19 cm.; Seena Owen, I photo, na I 1/2 maand, 22/27 cm.; Mary Pick­ford, 1 photo, na 2 maan­den, 19/23 cm.; Max Lin­der, 1 photo, na 6 dagen, 13/17 cm.; Mar­ti­nelli, 1 photo, na 3 dagen, post-kaart­for­maat; Armand Tal­lier, 1 photo, na 4 dagen, post­kaart­for­maat; San­dra Milo­wa­noff, 1 photo, na 10 dagen, post­kaart­for­maat; Blanche Mon­tel, 1 photo, na 12 dagen, 12/16 cm.; Lya de Putti,

3 pho­to’s, na I 1/2 maand, 2 post­kaar­ten en 1 groot por­tret; Henny Por­ten, 1 photo, na 5 dagen, post­kaart­for­maat; Wanda Treu­mann, 1 photo, na 8 dagen, post­kaart­for­maat; Luciano Alber­tini, I photo, na 11 dagen, post­kaart­for­maat.

Pucie ont­ving gra­tis de pho­to’s van: Alla Nazi­mova, 24 x 19, na 38 dagen; Ethel Clay­ton, 24 x 19, na 36 dagen; Marion Davies, 23 x 20 1 /2, na 38 dagen; Hobart Bos­worth, 22 x 11 1 /2, na 69 dagen; Max Lin­der, 13 x 11 1/2, na 10 dagen; Viola Dana, 16 1/2 x 11, na 57 dagen; Bryant Wash­burn, 18 x 12 1/2, na 48 dagen; William Dun­can, 18 x 12 1/2, na 72 dagen; Ses­sue Haya­kawa, 18 x 12 1/2, na 89 dagen;, Elmire Vau­tier, 18 x 13, na 40 dagen; Tho­mas Mei­ghan, 18 x 12 1/2, na 54 dagen; Vir­gi­nia Valli, 18 x 13, na 56 dagen; William Far­num, 18 x 12 1/2, na 39 dagen; Char­ley Cha­plin, 17 1/2 x 12, na 17 dagen; Frank Mayo, 18 x 12, na 44 dagen; Water Hiers, 12 1/2 x 16 1/2, na 41 dagen; Charles Ray, 21 1/2 x 17, na 52 dagen; William

S. Hart, 22 x 16 1/2, na 40 dagen; Harold Lloyd, 21 1 /2 x 16 1/2, na 44 dagen; Wanda Haw­ley, '21 x 16, na 33 dagen; Theo­dore Roberts, 22 x 16 1/2, na 57 dagen; Mary Pick­ford, 16 1/2 x 21 1/2, na 86 dagen; Car­pen­tier, 20 1/2 x 13, na 13 dagen; Bebe Daniels, 17 1/2 x 12 1/2, na 88 dagen; San­dra Milo­wa­noff, post­kaart­for­maat, na 32 dagen; Henny Por­ten, id., na 21 dagen; Luciano Alber­tini, id., na 23 dagen;

Georges Bis­cot, na 10 dagen; Gio­vanni Rai­ce­vitch, 2 pho­to's, na 19 dagen; Harry Piel, 2 pho­to’s, na 14 dagen; Liane Haid, na 69 dagen.

F. Por­ta­bella ont­ving gra­tis de pho­to’s van: May Mc Avoy, na 2 maan­den, 12 1/2 x 17 1/2; Blanche Mon­tel, na 3 ken, 9x14.

EEN PRO­TEST

Een onzer lezers zendt ons een schri­j­ven waa­rin hij pro­tes­teert tegen het ne-gee­ren van Ant­wer­pen in de « Actua­li­tei­ten » en de « Dag­bla­den » ter gele­gen­heid van het bezoek van het Spaansche koning­spaar aan onze stad.

Reeds vier­maal zag hij in de « Actua­li­tei­ten » het bezoek aan Brus­sel « in extenso » en van het bezoek aan Ant­wer­pen zagen we maar alleen de lan­ding aan de Sui­ker­rui en de ingang en het ver­la­ten det kathe­draal.

Te veel wordt ver­ge­ten dat onze Metro­pool Bel­gië’s leven­sa­der is, wat de kor­res­pon­den­ten van bui­ten­landsche Film-Dag­blan­den of Actua­li­tei­ten wel eens zou­den mogen over­we­gen.

En wij onder­schri­j­ven vol­ko­men de meer dan gewet­tigde opmer­king van on-, zen gele­gen­heids-brief­wis­se­laar.

- Eens Prac­fit-Ptiüto van -jllavy Plck­ford-Dor­las Fair­banKs

AAN ONS BLAD

Deze twee wereld­be­roemde film­ster­ren zon­den ieder aan «Too­neel­we­reld» eene reu­sach­tige pracht-photo, met eigen­han­dig ges­chre­ven opdracht en hand­tee­ken.

Beide pho­tos zijn, inge­li­jst, aan onze buree­len, 16, Korte Gas­thuiss­traat, ten toon ges­teld.

Een bewijs hoe goed ons blad in de Ame­ri­kaansche cinema-mid­dens door de fil­mar­tis­ten gekend Is en gewaar­deerd wordt.

< CINE­MA­WE­RELD »

Onze Ciné-Romans

Levens­bes­chri­j­ving = van Pola Negri

door Ed. Neorg.

Wij laten Pola Negri zelf ver­tel­len:

Ik zit voor mijne schri­jf­ta­fel in mijn ver­trek van het Ritz-Carl­tonhc­tel. De kamer is gansch ver­sierd met bloe­men, van die prach­tige Ame­ri­kaansche rozen waar­van de geur bed­wel­mend is; vor mij eene schoone vaas gevuld met de heer­lijkste orchi­deeën.

In het neven­ver­trek legt het kamer­meisje mijne klee­ding gereed voor dezen avond want ik ben uit-genoo­digd om met eenige vrien­den te gaan dinee­ren.

Ik werp een blik rond het ver­trek, haal diep adem om van den geur der bloe­men te genie­ten en begin te schri­j­ven.

Ik,, Pola Negri, ben in New-York om een nieuw leven te begin­nen, om een nieuwe wereld te vero­ve­ren. Het is te schoon om waar te zijn. Mis­schien zon ik den­ken te droo­men, maar neen, ik ben wel dege­lijk wak­ker; alles is ech­ter zoo vlug gegaan dat ik nau­we­lijks kan geloo­ven waar ik ben.

Ik zeg dan tot mij zelf: Zoo, Pola Negri, ge zijt nu in Ame­rika, ga naar het vens­ter en aan­schouw uw nieuw vader­land.

Ik leg mijne pen neer en wan­del tot het dichtst gele­gen vens­ter het­welk ik open. Eene frissche lucht stroomt naar bin­nen, lucht welke mij zoo heer­lijk schi­jnt als de geur der bloe­men.

New-York ligt voor me; geluk­ki­glijk ben ik op het 14e ver­diep zoo­dat niets het zicht belem­mert. Het geroe­ze­moes der stad klinkt als muziek in mijne ooren.

Ik sluit het vens­ter en ga terug tot de schri­jf­ta­fel. Ik pen heer: New-York, stad van groote din­gen. Ik, Pola Negri, ben in «The Big City». Ik ben zoo geluk­kig dat ik ophoud en de prach­tige roode rozen nevens mij een kus geef.

Ik, Pola Negri, ben nu de geluk­kig­ste vrouw van de wereld want ik hen aan­ge­we­zen om deze wereld­stad te vero­ve­ren. Ik moet iets doen om vol­doe­ning te schen­ken aan de tal­rijke nieuwe bewon­de­raars mij­ner kunst.

Men klopt op de deur; het is mijn nieuwe secre­ta­ris welke mij komt mel­den dat mijn auto­mo­biel, welke ik van Parijs ver­zon­den had, aan­ge­ko­men is.

Hoe won­der­baar is toch alles: New-York, de bloe­men en de tal­rijke wen­schen. van mijne vrien­den.

.Ta, dezen avond ben ik de geluk­kig­ste vrouw van het hee­lal; daar­voor dank ik God. Mijn god­sdienst hen ik getrouw en daa­rom hen ik Hem zoo dank­baar. Het is een heer­lijke droom welke bewaa­rheid is gewor­den, eene dier droo­men welke ik zoo menig­maal droomde tij­dens mijne kin­der­ja­ren in mijns vaders huis, zoo ver weg, in Polen.

Mijn hart is nu zoo, vol om met schri­j­ven voort te gaan over mijne jeugd, jeugd van smart, welke noch­tans soms goede oogen­blik­ken had. Mor­gen, wan­neer ik van het stu­dio terug kom, begin ik mijne levens­ges­chie­de­nis te schri­j­ven.

Mijn naam is Apol­lo­nia Cha­lu­pez en ben gebo­ren op mijns vaders bezit­tin­gen te Yanowa, nabij Lip-nau in Rus­sisch Polen, op 3 Januari 1897. Mijn vader, was door geboorte Hon­gaar, maar mijne moe­der was lid van eene der oud­ste Pool­sehe fami­lies. Ik had mijne opvoe­ding gehad te War­schau en was dus door en door Pool­seh.

Niet­te­gens­taande mijn vader « een vreem­de­ling » was, vocht hij nog­thans in de revo­lu­tie van 1905. Hij was voor zijn tweede vader­land een goed patri it en betaalde het met zijn leven daar hi] naar Sibe­rië gezon­den werd en er, lijk dui­zen­den zij­ner mede­broe­ders, van ellende omk­wam.

Polen in 1905 was niet het vrije land zooals het nu is. Ons volk werd uit­ge­zo­gen door Rus­sische, Duitsche en Oos­ten­rijksche gewel­de­naars, maar bes­tuurd door de Rus­sen, en was er het ellen­digst aan toe.

Ik was ook een goed patriot en ware ik een man geweest ik zou mijne plaats in het leger inge­no­men heb­ben om voor de vri­j­heid van Polen te stri­j­den.

Edoch, ik was gebo­ren Apol­lo­nia Cha­lu­pez en ter­wijl de man­nen stre­den moes­ten de vrou­wen de hel­den ver­zor­gen.

Maar, zult ge vra­gen, van­waar de naam Pola Negri als ge Apol­lo­nia Cha­lu­pez heet. Alvo­rens ver­der te gaan zal ik u dit uit­leg­gen.

Van als ik het levens­licht aan­schouwde werd ik door mijne ouders Pola genoemd, de ver­kor­ting van Apol­lo­nia.

Mijn vader, een wel­ge­bouwd man, ik herin­ner hem zeer goed daar ik den ouder­dom had van 8 jaar toen hij naar Sibe­rië gezon­den werd, noemde mij altoos «Lobus», de Pool­sehe ver­ta­ling van « kind »; in één woord: nooit werd ik aan­ges­pro­ken bij Apol­lo­nia.

Zoo­dus ik heette Pola Cha­lu­pez tot ik mijne intrede deed in het Conser­va­to­rium van War­schau.


« CINE­MA­WE­RELD »

Wan­neer als­dan mijn bes­luit vast stond too­neel-speel­ster te wor­den,,nam ik de naam van i\egri, naar de beroemde Ita­liaansche schri­jf­ster Ada Negri welke mijne gelief­koosde dich­teres was.

Men ver­telt mij hier dat wei­nige per­so­nen de gedich­ten ken­nen van Ada Negri, het­geen zeer spi­j­tig is daar zij eene knappe schri­jf­ster is. Hare wer­ken heb­ben op mij steeds groo­ten indruk gemaakt het­geen ik mij noodt bek­laagd heb.

Dit dus wat mijn naam betreft. Maar per slot van reke­ning, wat is een naam? Apol­lo­nia Cha­lu­pez of Pola Negri, ik ben wat ik ben, het­geen het geluk, de for­tuin en het noo­dlot van mij gemaakt heb­ben.

Het noo­dlot spelt den mensch soms grillige din­gen.

' Indien de Revo­lu­tie van 1905 niet had plaats gehad, indien mijn’s vaders bezit­tin­gen niet waren aan­ges­la­gen; zeer zeker ware ik nooit actrice gewor­den en voor­ze­ker zou ik heden niet hier zijn, de Pola Negri der films. Mijn vader was een weel­de­rig fabri­kant en ik, als eenig kind, had al wat mijn hartje ver­lan­gen kon.

Wij woon­den in een groot hee­ren­huis, omringd van een klein park, nabij Lip­nau. Het was een zeer oud huis met groote ver­trek­ken dewel­ken men heden niet vindt in bui­ten­ver­bli­j­ven in Ame­rika.

Onze bezit­ting was omge­ven van ver­schil­lende hoe­ven, bes­tuurd door wel­stel­lende boe­ren; drie volle mij­len waren wij van de stad ver­wi­j­derd. En de eerste herin­ne­rin­gen gaan naar feest­da­gen dezer Poolsche boe­ren. In geen enkel land dan Polen zijn deze lie­den meer schil­de­rach­ti­ger in hunne zeden, gebrui­ken en klee­ding.

Ik herin­ner mij nog zeer goed hoe op zeke­ren dag het gras­plein voor ons huis gevuld was met boe­ren en boe­rin­nen. Hoe zij zon­gen en dans­ten voor ons. Natuur­lijk had ik eene Poolsche voed­ster en op den ouder­dom van 5 jaren eene Poolsche gou­ver­nante welke mij niet alleen onze moe­der­taal leerde maar ook Rus­sisch en Duitsch.

Eenig kind zijnde op een groot bui­ten­goed had ik om zoo te zeg­gen geene speel­ka­me­raadjes. Dit is waar­schi­jn­lijk de reden waa­rom ik mij zoo jong aan­ge­trok­ken voelde naar boe­ken en mijn tijd benut­tigde om deze te lezen, tijd welke ik anders zou gebruikt heb­ben om te spe­len.

Mijn vader wps een wel onder­we­zen man en ver­diepte zich ook graag in de lezing, daar­door had­den wij eene wel­voor­ziene biblio­theek.

Wan­neer ik met kin­de­ren speelde, kin­de­ren welke soms vrien­den of fami­lie­le­den op bezoek bij ons ver­ge­zel­den, dan speelde ik altijd met de jon­gens. Meisjes, en bij­zon­der van mijn leef­tijd, kon­den mij geen belang inboe­ze­men. Waa­rom is mij eigen­lijk onbe­kend. Mis­schim wel omdat ik erns­ti­ger was dan zij.

Ik was mijns vaders afgod. Steeds, wan­neer hij had weg geweest, bracht hij iets voor mij mede en wan­neer ik iets mis­dre­ven had nam hij mijne par­tij tegen moe­der. Deze was rede­lijk streng zooals alle Poolsche moe­ders van de oude school zijn ter­wijl mijn vader altijd opge­ruimd en vroo­lijk was.

Ik geleek mijne moe­der, alleen zij had goud­blond haar ter­wijl mijn vaders haar zwart was lijk dat van meest alle Hon­ga­ren. Hij had ook schit­te­rende zwarte oogen en parel­witte tan­den. Nooit heb ik zijns gelijke gezien.

Ik geloof dat mijne eerste kin­der­ja­ren geluk­kig waren. Maar kan iemand op zulk een ouder­dom zich wezen­lijk voors­tel­len wat geluk is? In ieder geval zij waren geluk­kig ver­ge­le­ken bij de jaren welke volg­den.

In 1905, ik was toen 8 jaar oud, brak de Revo­lu­tie uit. Ik was te jong om dit alles te begri­j­pen

doch vader en moe­der ver­tel­den mij wat het volk te lij­den had van de Rus­sische amb­te­na­ren.

War­schau was het mid­den­punt der ops­tan­ding en ik herin­ner den avond dat mijn vader de woning ver­liet om de Poolsche revo­lu­tion­nai­ren aldaar te gaan ver­voe­gen. Ik voel nog steeds den kus welke hij mij toen gaf en ook voel ik nog de tra­nen op mijn aan­ge­zicht rol­len toen moe­der mij in de armen nam wan­neer vader ver­trok om... nooit meer weer te kee­ren... Dit was* dus de laatste maal dat ik mijn vader zag...

Eenige maan­den later werd hij door de Rus­sen gevan­gen geno­men en voor zijn leven naar Sibe­rie gezon­den.

In het eerste scheen de Revo­lu­tie suc­ces­vol, mijn moe­der bes­teedde haar tijd aan de zaak en aldoor gaf zij al wat zij bezat aan de Revo­lu­tion­nai­ren welke voor­bij ons huis kwa­men. Doch de Kozak­ken, in massa gezon­den, dre­ven ónze jon­gens op de vlucht.

Zeke­ren avond kwam een seh­wa­dron Kozak­ken op onze bezit­ting en niet­te­gens­taande dat moe­der en ik alleen te huis waren scho­ten zij op onze vens­ters.

Wij ver­bor­gen ons boven onder een bed; niet lang daarna bra­ken zij de deu­ren open en één der offi­cie­ren vond ons daar.

Met enkel onze scha­mele klee­ding aan wer­den wij uit het huis gedre­ven ter­wijl de sol­da­ten alles plun­der­den.

« Gij zijt de vrouw van de revo­lu­tion­nair Cha­lu­pez » zegde de bevel­voe­rende offi­cier, « wij gaan uw huis in brand ste­ken! »

Vruch­te­loos smeek­ten wij om eerst onze klee­ding te gaan halen en voo­ra­leer wij goed kon­den begri­j­pen wat er eigen­lijk gebeurde ging onze woning in de vlam­men op. Het was bit­ter koud, maar geluk­kig von­den wij een onder­ko­men bij boe­ren, eenige kilo­me­ters van de noo­dlot­tige plaats van­daan.

Ik herin­ner mij zeer goed hoe ik schreeuwde, wan­neer wij daar te voet naar toe gin­gen, ter­wijl ik aan mijn moe­der’s rok­ken hing. De vol­gende mor­gend gin­gen wij terug naar Yanowa, maar, helaas, wij von­den van ons huis niets meer dan een hoop assche.

Mijn moe­der’s vers­tand had een gewel­dige schok gekre­gen maar door goede ver­zor­ging van fami­lie­le­den kwam zij deze gebeur­te­nis­sen toch te boven. Jaren later ver­telde zij mij nog hoe ik haar troostte met te zeg­gen dat ik voor haar zor­gen zou. Daar­van herin­ner ik mij niet veel maar uit de assche van Yanowa ver­rees eene nieuwe Pola.

Eerst eenige weken later, na het ver­lies onzer bezit­tin­gen, bes­loot mijne moe­der aan onze toe­komst te den­ken. Geluk­kig dat wel­stel­lende fami­lie­le­den ons opge­no­men had­den anders WJ»ren wij ver­plicht geweest in de vel­den te sla­pen. Alles was ons afge­no­men en zelfs had­den wij geene klee­ding om ons te ver­war­men. In den beginne wou moe­der niet eten en zij kon gansche dagen daal zoo roer­loos bli­j­ven zit­ten. Wan­neer ik haar dan naderde, nam zij mij op en keek mij strak in de oogen. Maar, zooals ik zegde, wij wer­den zeer har­te­lija gehol­pen door een oom van mijne moe­der welke ook nog van eenige lie­den geld kon kri­j­gen, geld welke men mijn vader schul­dig was. Het waren welis­waar maar eenige hon­der­den roe­bels maar deze vri­j­waar­den ons toch van alge­heele armoede.

Door die­zelfde oom en mijne moe­der werd bes­lo­ten mij te War­schau in een kost­school te plaat­sen. Mijne moe­der zon bij eene harer zus­ter aldaar gaan inwo­nen zoo­dat zij mij elke week zien kon. Nooit zal ik die dag ver­ge­ten wan­neer wij te War­schau aank­wa­men en naar « Gra­vin Pla­ten’s School » reden, mijn nieuw, tehuis.

CWordt voort­ge­zet.)

Als ge het woord

aan de deur van een

Kinema ziet staan

aan­ge­naam

bin­nen en oogen­blik

een

door te bren­gen

Abon­neert u op TOO­NEEL­WE­RELD.

Het beste en meest gele­zen week­blad van * Bel­gië.

Prijs per jaar­gang; 30 frank.

oMI-Lifi

Zie in „Too­neel­we­reld” vol­gende week:

mmmmrm



||j

POUR AVOIR UNE BIERE BONNE ET SAINE

Adres­sez-vous à la Bras­se­rie

VAN HOM­BEECK

BER­CHEM - Tél. 5210

BtILBSLS en BOU­TEILLES - en FUTS

HABILLEZ

VOS

ENFANTS

BRI­TAN­NIA

17, Longue rue d’Ar­gile

Mai­son BERTH Y

106, rue de l’Eglise, 106

FOun­nuFtES

Arran­ge­ments — Répa­ra­tions Conser­va­tion de four­rures

Prix avan­ta­geux — Tra­vail soi­gné

ta foii­niiim lifiimle Anioiiiiilt

12, rue Van Ert­born Tél. 2921 ANVERS Tél. 2921

Agence pour la Pro­vince d’An­vers du Vrai "FERODO"

Agence pour Anvers des Rou­le­ments à billes S. K. F.

Agence géné­rale pour la Bel­gique du Dia­mond et Noble’s Polish

La seule mai­son de la place four­nis­sant aux garages aux prix de gros

PHO­TO­GRA­VEURS P DES­SI­NA­TEURS

EXÉ­CU­TION RAPIDE ET SOI­GNÉE

Champ Vle­mi­nekx . Ö ANVERS

E5ESÏ!SHSH­SaSSS2­SaSHS2­SE5H­SE5E­Sa­sa5aS

'OU­VRAGES DE DAMES g

OUVIt ACAES DES­SI­NÉS

LAINES, SOIES, COTONS, COUVRE-LITS, NAPPES, STORES, BON­NET­TE­RIE A LA MAIN, DEN­TELLES, JUM­PERS

MAI­SON EMMA

H IMl­WEKkPX

WOL, ZIJDE, KATOEN. BED­SPREIEN, TAFEL-KLEE­DE­REN, STORES, KAN­TEN, HAND­BREIOOED, JUM­PERS

I Anvers, Rue Von­del­straat, 15, Ant­wer­pen

P

GAR­NI­TURES

POUR

Fumoirs, Salons, Bou­doirs Chambres à cou­cher Veran­dah Fau­teuils - Club

11, Longue rue du Van­neau

(près du parc)

MEUBLES

I Les plus grands Maga­sins en Bel­gique

9 Longue rue des Claires 9

I (près Meir)

Grand choix de gar­ni­tures, 200 salles à man­ger, chambres à cou­cher, salons, cui­sines, veran­dah’s,; bureaux, lite­ries, chaises-longues, etc. etc.

Mai­son Amé­ri­caine

Meilleur mar­ché qu’ailleurs [ Ouvert tous les jours jus­qu'à 8 h. >. Maga­sin fermé

Autos pour Céré­mo­nies. Mariages, Bap­têmes et Fêtes

Garage J & H DEHU

Télé­phone 3107

é3. Canal des Bras­seurs - ANVERS VOYAGES A L’ÉTRAN­GER - EXCUR­SIONS PRIX A FOR­FAIT

2-oiX ik, LL ify experts '—

\x>oi* oopet -ervc­cLe­si'ZoeŒi

i5~gMCf­SrcS­TRAAT0

BRO­DE­RIES

DES­SINS MODERNES

PER­LA­GÈS, BOU­TONS, POINTS­CLAIRS. PLIS­SAGE

MMA RYCKAERT

RUE RUBENS, 17, ANVERS

TRA­VAIL SOIGNE ET RAPIDE

.. EJX­GELSCH HO ED EMMA GA ZI JM.. VON­DEL­STR., 19 CAUS 1 nabij St. Jans­plaats

De laatste nieu­wi­ghe­den in Vil­ten Hoe­den

Ziet Zia­lae


ROYAL - ZOO­LO­GIE CINEMA

lùiiié­nie Gran­det

la fille d’un ancien ton­ne­lier de par d habiles spé­cu­la­tions, par

Eugé­nie est Sau­mur qui, l’usure et par l'ava­rice la plus ladre a amassé une for­tune consi­dé­rable. Un jour arrive inopi­né­ment de Paris un neveu du Père Gran­det Charles Gran­det, por­teur d’une lettre de son pèrè: celui-ci annonce à son frère qu'il se tue pour évi­ter la faillite et la honte. Le vieil avare dupe les créan­ciers do son frère et se débar­rasse de son neveu en lui payant son pas­sage aux Grandes Indes; où il va ten­ter de refaire sa for­tune.

Mais Eugé­nie n’a pu voir ce cou­sin si élé­gant et sur­tout si mal­heu­reux sans s’éprendre de lui. Avant de se quit­ter les deux jeunes gens jurent d’être l’un à l’autre.

Durant les années qui sui­virent Eugé­nie Gran­det ne reçut aucune lettre de son cou­sin bien qu’elle lui écri­vit fré­quem­ment. Cepen­dant la foi qu’elle avait en son amour n’était pas ébran­lée.

Avec l’âge l’ava­rice du père Gran­det s’exas­pé­rait. Croyant faire un grand plai­sir à sa fille, il lui récla­mait un jour, pour quelque infaillible spé­cu­la­tion une petite somme que, louis à louis, il lui avait remise en cadeau. La jeune fille se trou­blait, hési­tait à répondre. Gran­det com­pre­nait tout T' l’or avait été donné à Charles Gran­det pour l’ai­der dans son début dans la vie. La colère do Gran­det est ter­rible. Il mau­dit sa fille et l’en­ferme dans sa chambre au pain et à l’eau. Acca­blée par ce der­nier coup la pauvre Madame Gran­det, dont la santé était déjà fort com­pro­mise, meurt subi­te­ment Durant des mois, Gran­det à moi­tié fou garde sa fille étroi­te­ment cloî­trée. Dans le voi­si­nage on com­mence à jaser.

C’est alors que par un habile manège on veut sous­traire à Eugé­nie la suc­ces­sion de sa mère. Convaincu par son père et par Mon­sieur Cru­chot, Pré­sident au Tri­bu­nal de Com­merce de Sau­mur, Eugé­nie est sur le point de signer l’acte de renon­ce­ment, lors­qu’elle découvre sur le bureau de Gran­det, non seule­ment les lettres que, pen­dant des années, elle avait adres­sées à son cou­sin, mais encore celles assez nom­breuses que celui-ci lui avait envoyées. Elle se dresse alors en accu­sa­trice et, vjnal­gré les menaces de son père, refuse de signer l’acte. Com­plè­te­ment fou le père Gran­det court s’en­fer­mer dans le réduit où il cachait son or. Des visions tra­giques l’as­saillent. Tour à tour les fan­tômes de ses vic­times viennent le mena­cer. On le trouve à moi­tié écrasé par le coffre dans lequel il enfer­mait son or. Il meurt peu après. La lec­ture des lettres de son cou­sin a mis fin au rêve d’Eu­gé­nie Gran­det. Le jeune homnn lui ren­dait sa parole ne par­lant plus que de faire for­tune. Les années pas­sèrent. Escomp­tant vague­ment un chan­ge­ment d’at­ti­tude de la part dé son cou­sin, Eugé­nie Gran­det vivait seule avec une vieille ser­vante. Un jour elle apprend le retour de Charles ( il va épou­ser une riche héri­tière: Mlle d’Au­brion.

C’en est fait des der­nières illu­sions de la pauvre fille: de guerre lasse elle accorde sa main au ridi-

Proii­miiiiie il» 19 au 24 mal

1. Géné­ral Leman

Marche Fr. Van Fia­ven­be­jrV

2 La Conspi­ra­tion

Drame

3. Le chaste Suzanne . . J. Gil­bert

Valse

4 Tout à Cré­dit

Comique

Semi­ra­mis....​Rossini

Ouver­ture

Eugé­nie Gran­det

Comé­die dra­ma­tique d’après l’œuvre l’HO­NORE DE BAL­ZAC et inter­pré­tée par Rudolph Valen­tino et Alice Terry

Pro­gramma van 19 lai Ik Moi

rule cou­sin Cru­chot convoi­tait sa for­tune.

Gene­raal Leman ( Marsch Fr. Van Haven­ber­ghe

De Samenz­we­ring

Drama

De Kuische Suzanna . J. Gil­bert

Wals

Alles op Kre­diet

Klucht

Semi­ra­mis....​Rossini

Ope­ning­stuk

Eugé­nie Gran­det

Dra­ma­tisch too­neels­pel naar het werk van HONORE DE BAL­ZAC en ver­lokt door

Rudolph Valen­tino en Alice Terry

SEMAL­vii PRO­CHAINE

Miss DE PONT dans

Marie PRE­VOST dans

Bai­sers Men­teurs

-Drame

Rien qu’un Bai­ser

Comé­die

PRO­CHAI­NE­MENT LE FILM SEN­SA­TION­NEL

LA BETE TRA­QUÉE

tiré du célèbre roman ’’MA­RIELLE THI­BAUT” d’Adrien CHA­BOT

qui depuis si long­temps

Eugé­nie Gran­det

Euge­nie is de doch­ter van een ouden kui­per van Sau­mur die, woe­ke­raar en vrek, een aan­zien­lijke for­tuin heeft bijeen­ge­bracht. Onver­wachts komt zijn neef Charles Gran­det hem opzoe­ken, wiens vader zich zei ('moordde om aan het faillie! en de schande te ont­ko­men. De oude vrek bedriegt de schul­dei­schers van zijn broe­der en ont­maakt zich van zijn neef met hem het noo­dige te geven om naar Indic Ie ver­trek­ken, waar hij zijn for­tuin her­ma­ken kan. Euge­nie val ech­ter voor Charles een vurige liefde op en voo­ra­leer te schei­den, zwe­ren zij zich eeu­wige trouw. De jaren gaan voor­bij en nooit ont­vangt zij nog een enke­len brief van hem, alhoe­wel zij hem dik­wi­jls schreef. Toch bli­jft haar geloof in hem onaan­ge­tast. De vrek­ki­gheid van haar vader wordt ech­ter onhoud­baar Op zeke­ren dag ver­langt hij van zijn doch­ter een kleine som die hij haar eens, geld­stuk hij geld­stuk, ten ges­chenke gaf. Het meisje aar­zelt, weet niet wat ant­woor­den; hij vers­taat: zij gaf Charles Gran­det het geld om hem te hel­pen in zijn nieuw leven in den vreemde. Vree­se­lijk is zijn woede. Hij verv­loekt zijn doch­ter en sluit ze in haar kamér op met brood en water Gebro­ken door dezen laats­ten slag, sterft moe­der Gran­det, wier gezond­heid reeds zoo erg ges­chokt was. Maan­den lang houdt Gran­det, die half gek is gewor­den, het meisje ingek­loos­terd en de ton­gen begin­nen los te komen in de huurt... Het is dan dat door een list Gran­det, gehol­pen door M. Cru­chot, voor­zit­ter der Han­dels­recht­bank van Sau­mur, Euge­nie de erfe­nis barer moe­der wil ont­fut­se­len. Zij staai op liet punt de « akte van ver­za­king » te Ico­ke­nen wan­neer zij op Gran­det’s les­se­naar niet alleen de brie­ven terug­vindt die zij zelf aan Charles zond, maar ook die­ge­nen die hij haar schreef. Dan groei' zij tol een beeld van Bes­chul­di­ging en hoe ook Gran­det ze dreigt. onwrik­baar wei­gert zij te teeke-nen. Gran­det wordt dan hee­le­maal zin­ne­loos en vlucht naar de kamer waar hij zijn goud ver­bergt, sluit er zich op. Tra­gische visioe­nen doe­men op J t* en onder de onver­zoen­bare klau­wen der spook-,< beel­den zij­ner slach­tof­fers gaat zijn geest heele- f f maal ton onder: men vindt hem ster­vend, haast J. ver­plet­terd onder het kof­fer waa­rin zijn goud was jj | weg­ges­topt . f

De brie­ven van Charles bre­ken Euge­nie's mooien J1 / lief­de­droom. Hij gaf haar beur woord terug: |

slechts de jacht naar goud was voor­taan zijn levens- (* |* doel... De tijd gaat voor­bij... toch hoopt zij nog op? f een moge­lij­ken terug­keer van haren beminde. En f % hij keert terug: een rijke erf­ge­name gaat hij f j" huwen: Mej. d’Au­brion. g* f

Zoo bra­ken in hel arme meisje de laatste iliu­zies-? I* zij geeft dan den groo­len, nut­te­loo­zen strijd op / i* en zal den belae­he­lijkcn Cru­chot trou­wen, die zoo ij ij lang reeds haar for­tuin beloerde. r »

Impri­me­rie du X’entre, 26. Rem­part Kip­dorp, Anver