Programme from 30 Dec. to 3 Jan. 1924



Booklet

Bron: FelixArchief nr. 1968#590

This text has been generated automatically on the basis of scanned pages, using OCR software. Because of the historical typefaces used in the programme booklets, the output is not flawless.

Show the facsimiles of this programme booklet


M. MANUEL G AMEKE, den hoofd­ver­tolker van ’’Land­loop­erseer”

0 OOOO H»' jj UçQ {| 4-*A JV ! 1 I V V

O 0,00 o

OO >000 «OOOOOOOKOC oooooo c o frOOO

N° 52


• CIN­EMA WERELD »

Zi 1924

Aan onze Lez­ers en Lez­er­essen een Gelukkig Nieuw­jaar

IN MEMO­RIAM

DE DOO­DEN

VAN DE

KINEMA

Lang is reeds de sombere lijst. Tal­rijk zijn de vroeger zóó graag geziene gezichten die uit ons geheugen zouden weggevaagd zijn, in­dien het scherm hen nu en dan eens geene vluchtige ver­schi­jn­ing gunde.

Tal­rijk zijn diege­nen, die vóór de oor­log de avon­turen­drama’s hebben gezien: in zijn troep was er eene jonge artiste die in hare rollen van jeune première zeer werd opge­merkt: Nelly Palmer. Men zag ze in La course aux mil­lions. Les chas­seurs (le lion, La pe­tite danseuse, l’Ecrin du Rad­jah, en de dood ging niet nalaten helaas, haar aan hare tal­rijke be­won­der­aars en vrien­den te on­trukken.

Zoo ook met de arti­est Cesar die bij de Eclair tal­rijke klucht­ban­den in­een­zette en ver­tolkte.

De oor­log ont­nam ons nog meer ver­tolk­ers, in ’t bizc­n­der nomen wij Paul Chevalet en Mau­rice Vinot.

Paul Chevalet de­bu­teerde in de Stille Kunst in Severo Torelli aan de zijde van Renée Carl en Fer­nand Her­rmann. Hij had er eene zeer opge­merkte cre­atie in gemaakt, die on­gelukkiglijk geene navol­gers heeft gehad.

Voor wat Mau­rice Vinot aan­gaat, deze heeft tal­ri­iker suc­cessen te boeken gehad: Le Maléfice, Le Men­songe, Le Rêve au clair de lune, enz. Hij viel op he" veld van eer.

De dood werkte niet alléén op de frontlijn. Gas­ton Sil­vestre, de op ’t too-neel zeer goed gek­ende kun­ste­naar, die

voor de oor­log, voor de kinema de Ro-cam­bole-reeks had gekreëerd, Andrée Marly, zoo ver­make­lijk in La pe­tite Bre­tonne, Som­nam­bules; Co­quet die de p v litiereeVs Charley Colms, La gar­di­enne du jeu had voort­ge­bracht, verd­we­nen m volle jeugd.

Sinds het eindi­gen der vi­jan­delijkhe­den maa'de den Dood nog vreeselijker in de rangen der Fran­sche kun­ste­naars.

Paul Man­son, was een der eerste Fran­sche kinema-artis­ten. Onder de lei­d­ing van Louis Feuilade en Léonce Per­rfet, kreëerde hij de meest ver­schil­lende types, van de pop­u­laire papa van Bébé en ( van Bout-de-Zan, tct de an­tipathiek­ste rollen. Les braves gons, Le mort vi­vant, met René Navarre. La prison sur le gouf­fre, met Suzanne Grandais, Le reve­nait met Renée Cari, La momie en Les mil­lions de la bonne, met Madeleine Gui­ttv, l’Il­lus­trie Machejer, met Charles Lanny en Mar­cel Levesoue, l’Enigme de la Riv­iera met Valen­tine Petit, l’Heure du rêve, met Ar­mand Tal­lier, waren een>-ge zi­jner su­cresvol­ste ban­den.

Het tooneel on­derg­ing terzelfder­tiid een groot ver­lies in den per­soon van Lé-rand, die in de kinema de rol van Vital’s in Sans jamille ver­tolkte.

Daarna vas het de groote ster der Fran­sche Stille Kunst, die op hare beurt in een der meest tragis­che auto-ongeval-len moest verd­wi­j­nen.

Van af haar de­buut oo het witte doek met Feuil­lade in Le des­tin des mères, • stond Suzanne Grandais ogen­blikke­lijk in de volks­gunst der Fran­sche kinemabe-zceers. Le pont sur l’abîme, Le mus­tere des roches de Kador, La den­tellière, La rançon du bon­heur, Fille d’cmi­ral. Le siège des trois, Suzanne, Midinettes, Le tablier blanc. Le tour­nant, Mea Culpa, l’Essor en zoovele an­dere.

Sinds de verd­wi­jn­ing der lieve artiste, is hare gedenke­nis door de kine­malief-heb­bers trouw be­houden gebleven, en tal­rijke bloe­men, veelk­leurige bloem­gar-ven of een­voudige tu­ilt­jes van midinet­jes, ver­sieren de aat­ste rust­plaats van Suzanne, cp het oude kerk­hof van Saint-Vin­cent te Mont­martre.

Mar­guerite Lav­i­gne die gedurende eeni­gen ti’d de kinema-moeder was van Bom-de-Zan, René Lor­sav, de jonge eerste rol wiens de­buut in Ra­muntcho en, kor­ter gele­den, in l’At­lantide zooveel be-

« CIN­EMA WERELD »

lovend waren, Nan­lean, de dikke komiek van het scherm, verd­we­nen op hun-ne beurt.

Tuss­chen de Fran­sche film­regis­seurs heeft men het ver­lies van Pane­tal, een pi­o­nnier van de kinema, en wiens naam aan de ver­wezen­lijk­ing van Tra­vail, Le comte de Monte-Christo, Gigo­lette, Le crime du Bouij, enz., gehecht is.

Daarna venam men het over­li­j­den van Dou­bleau, die in menige film een rol ver­tolkte, o. a. in Le comte de Monte-Christo, Fauves et ban­dits, Mères jrançaises, enz.

Marc Gérard, die zich steds deed op­merken door z'jne buitenge­wone krea-ties, zoo o. a. in Ger­mi­nal, met Al­bert Capelani, L’En­jant de Paris, van Léonce Per­ret, waarin hij de ruwe type van den schoen­maker Tiron ver­tolkte, Le Comte de Monte-Christo (Abt Faria), Tra­vail, (de geleerde). Cha­cals (de avon­turier).

Jeanne Diris, toege­juicht in La jemme in­con­nue, en l’Equipe.

Dourga, die een rol ver­tolkte in La sul­tane de l’amour, en La danseuse‘hin­doue. Max Dar­tigny die de meeste rollen ver­tolkte der in Frankrijk gedraaide Far-West fil­men. Guyon zoon, de kleine herder uit Petit Ange, enz.

Réjane, de on­vergelijk­bare arti­este die zooveel rollen, zoowel op het tooneel ais op het doek ver­tolkte, o. a. Madame Sans-Gêne, Al­sace en Mi­rada, La fille à l’ourse.

Een der groot­ste kinema-kun­ste­naars die met eene nooit geziene kracht, en met çooveel waarheid en oprechtheid de moeil­ijk­ste rollen ver­tolkte moest ook zijn naam aan de reeds zóo lange lijst voe­gen: Séverin Mars. La dixième sym­phonie, J’ac­cuse, Jacques Lau­danze, L’ag­o­nie des aigles, Le cœur mag­nifique en La Roue, zijri zoovele zegepralen die te samen met zijn naam zullen vereeuwigd bli­jven.

René Cresté, de on­verge­fe­lijke schep­per van Index, bezweek over een jaar ongeveer. Men kent de mooie pop­u­lar­iteit welke deze kun­ste­naar zich wist te ver­w­er­ven, zoowel onder de lei­d­ing van Léonce Per­ret als van Louis Feu Hade: Par amour, Le roi de la mon­tagne, La fiancée du di­a­ble. Les mystères de l’ombre, Aimer, pleurer, mourir. Dernier amour, de twee reek­sen van Index, Dé-

ser­teuse, La fugue de Lily, l’En­grenage, Les pe­tites mar­i­on­nettes, Vendimi­aire, Tih Minh, Le château du si­lence, l’Aven­ture de René, enz.

De groote tragédi­enne Sarah Bern­hardt liet zich van tijd tot tijd op het doek zien, o. à. in La Tosca, Adri­enne Lecou­vreur, La reine Elis­a­beth, Jeanne Doré, Mères françaises.​Zij draaide eve­neens een gedeelte van La voy­ante, film die nog niet is uit­gegeven.

Nog zeer on­langs zegde de kleine Paul Duc de wereld vaar­wel, die van in zijne pril­ste jeugd in het stu­dio ver­toefde. Hij had zich voor­namelijk doen ken­nen in Face à l’Océan, Champi Tortu en La Bou­quetière des In­no­cents, en is de groote Sarah, aan wien h’j op ’t tooneel zoo d’kwerf het wed­er­ant­wo­ord gaf, aan de overz­i­jde van het graf gaan ver­voe­gen.

En ein­delijk om deze lange lijst van Fran­sche kinema-kuns'enaars af te sluiten, verme’den wij Jean S’gnoret.die een uit­mun­tende jeune pre­mier was, in La fille aux pieds nus, Ginette de Treg­nier, La bou­quetière des cata­lans. Le tour­nant met Suzanne Grandais en zijn broeder Gabriel Sig­noret, La Rose, Marouf, enz.

Over den Oceaan wer­den de film-fa-vories ook niet ges­paard, en hunne verd­wi­jnin­gen zijn er nog tal­rijker dan in Eu­ropa; wij willen ons dan maar beperken met er de hier bek­end­ste van op te noe­men: de vrool jke lohn Bunny, wiens ban­den van jol­lige dikkerd veel bi­j­droe­gen tot h°t suc­ces der Vita­graph; de film­regis­seur George Loane Tucker en William D. Tavlor; de sym­pa­thieke jeune pre­mier Harold Lock­wood van wien men zich onder an­dere de vol­gende ban­den zal herin­neren: l’Ile Pid­gin, Le jardin du Par­adis. Broad­wau Bill, Le Py­jama en­chanté, Le Tri­mardeur, Le jus­ticier, enz.

Ver­melden wij even nog Clar­inne Sey-mow, de vrouwelijke hoof­drol in The Idol Dancer, met Richard Barthelmess, overleden aan de gevol­gen eener heelkundige be­w­erk­ing.

Men herin­nert zich het auto-ongeval. dat het leven kostte aan Eric Camp­bell, de ver­make­lijke en reusachtige parte­naire van Charley Chap­lin in al zijn fil­men der « Mu­tual »-reeks: Char­iot trekt hei

zich niet aan, Char­iot en de graaf. Char­iot doet een huur. Char­iot ontvlucht, Char­iot rijdt schaat­sen, enz.


« CIN­EMA WERELD »

Robert Har­ron, Grif­fith's sym­pa­thieke jeune pre­mier, is in­s­gelijks on­gelukkiglijk omgekomen; hij is de schep­per van Cœur» du monde, Intolérance, La nais­sance d’une na­tion. Une fleur dans les ru­ines. Le roman de la vallée heureuse. Le pau­vre amour, enz.

Zoo ook Olive Thomas, de bekoor­lijke en gratievolle star, Jack Pick­ford’s eerste echtgenoote, te Par­ijs aan de gevol­gen eener vergiftig­ing overleden; zij was de lieve ver­tolk­ster van Quand le cœur a parlé, Héri­taire d’un jour. Madge l’écervelée, Les dieux or­don­nent. Le phare dans la tempête. Rêves dorés. Un jeu cruel, Chou­choute, La gamine. Pe­tite chérie, La di­vette des Folies-Bergère.

Syd­ney Ainsworth, de schep­per van La femme X, met Pauline Fred­er­ick, l’Af­faire Paliser, Sou­viens-toi, A la manière de Ronéo. William Stow­ell, de zoo bek­ende ver­tolker van Pour l’hu­manité, met Dorothv Philips, zijn ook niet meer.

Bobby Conelly, de lieve ben­gel uit Hu­moresque en Edwin Stevens, de ver­tolker uit l'Ecole du charme. Fatty de­tec­tive, Pour sauver un roy­aume, verd­we­nen on­langs uit dit aard­sch tra­nen­dal.

Ein­delijk komen wij aan Wal­lace Reid. De on­navol­gbare sportieve jeune pre­mier moest over een tien­tal maan­den ten offer vallen aan een kwaal die niet vergeeft. Jeanne d’Arc, Le cir­cuit de l’amour, l’Aven'ure de David Strong, Sa 40 H.P., La drague in­fer­nale, Les af­faires d’Ana­tole, Le démon de la vitesse. Le dic­ta­teur, enz., zullen tuss­chen zijne menigvuldige suc­cessen geteld wor­den.

De doo­d­en­li­jst werd de laat­ste twee weken aange­vuld door Martha Mans­field en Allen Hol­lubar.

Gelukkiger dan hunne kam­er­aden van het tooneel kun­nen de doo­den van de ki-nema. nog lang na hun verd­wi­j­nen, door de massa toege­juicht wor­den en het is niet zon­der eene zekere droe­fgeestigheid dat wij het suc­ces dat eene Suzanne Grandeis, een Séverin Mars, een Wal­lace Reid, nu nog ten deel valt, hebben bi­jge­woond.

En nooit zal de doo­d­en­li­jst afges­loten wor­den

NEMO.

Het Ei­land der Hoop

(L’ILE D’ES­POIR) & ist it Avon­turen-tooneel­spel

Rolverdeel­ing:

Kapitein Roberts Ma­troos Jenks ... Mag­gie Deane ..

William Far­num . Louise Lovely

In een der ve­r­afgele­gen Britsche koloniën,heeft de vrouw van Kolonel Costa-ble zóó van het kli­maat te li­j­den, dat zij niet het min­ste be­grip der din­gen meer heeft. Aldus ont­moet zij bijna dagelijksch, in het geheim, óen der of­ficieren van haar echtgenoot, zekere Kapitein Lord Ven­tor, die En­ge­land heeft moeten ver­laten tengevolge van weinig eerbare feiten, en wiens slechte in­berst weer te boven komt. Kapitein Roberts, boezemvriend van Kolonel Costable en man van eer, heeft de schuldige be­trekkin­gen van Vent­nor en Mrs Costable ont­dekt, doch wacht zich wel schan­daal te ver­wekken, be­sef­fende hoe de Kolonel er onder zou li­j­den.

« OINE­MAW­ERELD »

Zekere nacht wordt de or­don­nans van Roberts, die gelast is de toe­gang tot de verbli­jf­plaats van Kolonel Costable te be­waken, door de or­don­nans van Ven­tor aangevallen. Op het gerucht van het gevecht, ver­schi­j­nen Ven­tor en Mme Costable op het balkon, ter­wijl de mo­or­de­naar zich in de vlucht redt. Des an­deren­daags laat de Kolonel een on­der­zoek doen, het­welke voor gevolg heeft dat een voor­w­erp, aan Ven­tor toe­hoorende.in het boudoir der over­spel­lige vrouw gevon­den wordt. Deze, om zich te red­den, beschuldigt Roberts Mme Costable voorstellen gedaan te hebben.

Om de schuldige vrouw te red­den en het hart van den Kolonel niet te moeten breken, laat hij zich beschuldigen en uit het leger jagen. Zes maan­den later, zien wij Roberts, die zich voor­ge­omen heeft een ander leven te be­gin­nen, als ma­troos aan boord van een schip dat Sir Deane toe­hoort.

Het to­e­val wil, dat Mag­gie Deane, dochter van de machtige reeder, zich aan boord bevindt. Een­sklaps breekt er een hevige storm los en het schip wordt op de rot­sen stuk ges­la­gen. Het gelukt den ma­troos Jenks, die nie­mand an­ders is dan den ex-kapitein Roberts, na boven-men­sche­lijke pogin­gen, met Mag­gie Deane een klein ei­land te bereiken. Des an­deren­daags zien zij zich alleen op ht ei­land. Dank de aan wal gespoelde kassen met mond­voor­raad, zullen de nieuwe Robin­sons hulp kun­nen afwachten. Doch de dagen vlieden voor­bij.

De reeder Sir Deane, heeft een spe­ci­aal schip uit­gerust, om hen, die moge-lijk nog leven, ter hulp te snellen. On­danks het verzet van Madame Costable voegt kapitein Ven­tor, die hoopt Mag­gie te huwen, zich bij de ex­pe­di­tie.

Op het ei­land hebben Roberts en Mag­gie bij een men­sche­lijk ger­aamte het spoor eener over­g­roote for­tuin, uit goud­ko­r­rels bestaande, gevon­den. Doch, dezelfde dag doen roovers een inval. Dank aan den moed van Roberts, wordt Mag­gie gered. Van dan af zweeren de jon­gelieden elkaar eeuwige liefde.

De or­don­nans van Ven­tor, die na den moord op den man van Roberts de vlucht heeft moeten nemen, heeft to­evlucht bij Taung Si Ali gezocht. De or-

FOX FILMS

Wol­ven­gracht­straat, 35 - Brus­sel

don­nans Mir Jan, die de oude kapitein herkent zal hem zooveel mo­gelijk helpen. Zich niet lev­end in han­den der bandi­eten wen­schende te laten vallen, besluit Magg'e, die een kogel in haar re­volver be­waard heeft, een einde aan haar leven te stellen. Op het kri­tiek­ste oogen-blik zaait een obus de paniek tuss­chen de roovers. Het is Sir Deane die een erste kanon­schot heeft gelost. De schip­breukelin­gen kun­nen hun oogen niet gelooven. Ven­tor ziet zich ver­plicht de waarheid te beken­nen.

In zijn eer her­steld zal Roberts Mag­gie huwen. Buiten de rijk­dom heeft hij de liefde, die groote schat, gevon­den.


CIN­EMA WERELD »

VRIJE TRIBUUN

> Vrije Tribuun » for ever!

Het was me droe­vig te moede toen ik onder vond dat het V. T. hoekje in uw graag gelezen blad wegk­wi­jnde uit oorzaak van het weinige voed­sel dat het gegeven werd.

Het was een gemoedelijke doen­ing V. T. te vol­gen voor hen die graag over kin o hooren praten; praten, zeg ik, en niet schelden.

Het stomme leven op het doek waar­van men gewis al­tijd spreken kan zon­der in her­halin­gen te va­lien en welke ons iedere dag, door de ver­beeld­ingskracht harer beoe­fe­naars, nieuwighe­den in de wereld zend, laat ons toe er een ver­re­gaande gedacht­en­gang op na te houden.

Men mag vooral niet uit het oog ver­liezen, dat iedere film­star zijn be­won­der­aars heeft, welke zie., u;(en vol­gens hun karak­ter en op-merkinsvor­mo­gen en daar iedere inzen­der voor V T. niet dezelfde meen­ing is toegedaan, is het geen zaak van mis-zijn, maar de eigen­lijke vorm­ing van hemzelf. Lode.

(De redak­tio denkt er niet aan «Vrije Tribuun » in te krimpen of af te schaf­fen, op voor­waarde echter dat de inzen­ders za­ke­lijk, waardig en vooral be­lan­grijk bli­jven. — Nota der Redac­tie.)

.Keiz­er­lijke Vioolt­jes.

« Keiz­er­lijke Vioolt­jes » gezien verleden week. Geen Slechte film!... Henri Rous­sel, die de band in­een­zette, schi­jnt zich te spe­cialisee-ren in het mon­teeren van. geschied­kundige stukken. Na het XVIe eeuwsch Vlaan­deren voor ons oog te hebben doen her­leven, laat hij ons nu een kijkje nemen in het Ile Fran­sche Keiz­er­rijk. Zijn mon­teer­ing geeft, blijk van een degelijke on­der­legdheid in his­torische bi-zon­der­he­den, zooals gebouwen, zeden en gewoon­ten, houdin­gen en kos­tumes.

Vooral de kos­tumes zijn een weelde voor het oog en al­hoewel som­mige ac­tri­ces zich wel wat gehin­derd voe­len met hun breede crino­lines, weten zij zich toch nogal tamelijk in hun buitenge­wone « types » aan te passen.

Het zal niet meer noodig zijn in her­hal­ing te ver­vallen voor wat het sce­nario be­treft. De lez­ers van « Kinema- en Tooneclw­ereld « zijn er ge­noegzaam met bek­end.

Alleen wil ik nog een wo­ordje rep­pen over het spel. De hoof­drollen in deze film wor­den gedra­gen door Raquel Meller, Suzanne Bian-chetii en de heer André Roanne. De an­dere rollen zijn van min­der be­lang.

On­te­gen­zeggelijk is Raquel Meller de- heldin die « Keiz­er­lijke Vioolt­jes » leven in­blaast. Al­hoewel van geen bi­zon­dere schoonheid, weet deze ac­trice door haar prachtig in­lev­ing, door haar charme, en vooral door haar won­der­baar oogen­spel — want ver­lei­delijke duiv­elin­neoog-jes heeft Raquel Meller wis en zeker — de toe-' schouw­ers zoo onder de klauw te kri­j­gen en mee te sleepen, dat zo in dezer oogen een lief-de­godin­netje wordt, dat menig hartje wal sneller in den boezem weet te doen klop­pen.

Raquel Meller is eene ac­trice ‘die nog van zich zal doen spreken op kinemage­bied en van nu af reeds kan men zeggen dat deze star aan de beste harer Amerikaan­sche col­lega’s niets meer te beni­j­den heeft.

Oook als danseres schi­jnt, Raquel Meller een ware kun­stenares, want als dus­danig deed zij

haar de­buut voor het pub­liek en reisde zij de halve wereld rond.

Dus... een geknipt figu­urtje voor de film, die ons nog menig aan­ge­naam en kun­stvol oogen blikje zal be­zor­gen.

Als tweede hoof­drol in « Keiz­er­lijke Vioolt­jes » hebben wij Suzanne Bianchetti als kei /.erin Eugénie. Statig en toch min­zaam, als het eene vorstin be­taamt, is ze in al hare houdin­gen en ex­pressies. Deze lieve ac­trice heeft alleen hare iet­wat zwaar­li­jvigheid te be­treu ren. Daarom zal ze steeds vero­ordeeld bli­jven om rollen te vervullen van « types » die in het kader, vol­gens haar per­soon passen.

Erg jam­mer voor deze kun­stenares, want ze bézit an­ders alle gaven die noodig zijn om een beroemd­heid te wor­den.

De man­nelijke hoof­drol, heer André Roanne, als Hu­bert de Saint-Af­fre­mont, heeft een statig voorkomen als of­ficier.

In ’t kort: een film die goed be­vallen heeft.

l.​conore.

Sce­nar­i­o­fouten,

Weke­lijks koop ik « Kinema- en Tooneelwe reld » en lees er met veel ge­noe­gen V. T. in. Ik heb dan ook opge­merkt dat. men een an­dere richt­ing wil in­sla­gen. Léonore heeft ge­tra­cht een wenk te geven in de richt­ing van de too-neelse­hikkers in het kinemage­bied. Nu ik denk dat er weinige zijn. die daar veel van zullen af weten! Ik zal «tra­chten» het voor­beeld te geven: In de film genaamd « De Val van Rome », wordt deze episode toegek­end aan Karei V, keizer van Duitsch­land, kon­ing van Spanje, graaf van Vlaan­deren en veel an­dere ge­bieden. Nu, ik moet beken­nen dat ik nooit geleerd heb van een oor­log tüss­chen Keizer Karei en de Paus; wel dat deze vorst in Italië streed, maar nooit tegen de Paus, met wie hij steeds in de, beste vriend­schap leefde. Ik geloof dat deze episode eerder toe te schri­jven is aan Otto I, keizer van Duitsch­land.

Maar mijn dunkens is dit toch eene zeer grove fout on his­torisch ge­bied, en in­dien zulke fouten wat veel op het witte doek zo­hden voorkomen, zouden deze in plaats van ons geschiede­nis te leeren ons, in­te­gen­deel, vele his­torische per­son­ages onder een valsch dag licht kun­nen voorstellen!!

In « De Brood­draag­ster » zien wij het weerzien van moeder en zoon, dat, een brok mach tige re­aliteit uit­maakt; maar wij zien niet het weerzien van Mme Per­rin met hare dochter als deze bet gasthuis ver­laten heeft, noch die van broeder en zuster die voorzeker een der schoonste bladz­i­j­den van het roman uit.​mn ken! La­gardère.

France Dhélia te Brus­seT.

Toen ik voor een dri­etal weken te Brus­sel was, zag ik de bu­ree­len van de Of­fice Général Cinématographique heele­maal bevlagd en fees telijk gegar­nierd.

Er scheen daar iets heel bi­zon­ders gaande ie zijn.

Vol­gens in­for­matie bleek dat France Dhélia de groote'Fran­sche kun­stenares, de heldin van « La Garçonne », « La Béte traquée », en zoo vele an­dere schep­pin­gen, al­daar dien dag al? gast was.

Mejuf­fer Dhélia heeft daar een grootsche hulde moeten in ont­vangst nemen!

On­thoudt deze naam, beste lez­ers en lez­eres sen. Ge zult. es nog meer van. hooren! Mej. Dhé

« CIN­E­MAW­ERELD »

lia is bezig een wereld­ver­maard­heid te verov­eren als fil­mac­trice! Geen week gaat voor­bij of deze kun­stenares draait een nieuwe film.

Als laat­ste cre­aties kun­nen we van haar ver­melden « Het, Treur­spel der Folies-Bergère », « De Gui­taar en de Jazz-Band », « Het Geheimzin­nig ken­teeken », enz.

Leo Cav­allo.

Sog steeds « Uit­leg­gers ».

Alle weken lees. ik geregeld de « Vrije Tribuun » w'aar zooal de meeste on­der­w­er­pen de kinema aan­be­lan­gend be­han­deld wor­den; toch moet Ik veron­der­stellen dat al de inzen­ders stads­men­schen zijn, daar er nog nooit ie­mand onder hen een woord over dén « uit­leg­ger » gerept heeft. Men vertelt soms wel van een àl te lastige pub­liek, bijv. omdat de ééne zijn gedachten lu­idop zegt, of een an­dere al de aria’s die het ork­est speelt, van buiten kent, en de gewoonte heeft van mêe te neurieën, zelfs onder de aan­doen­lijk­sebe scène’s. Maar een « uit­leg­ger » in een kinema is wel het meest bespot­telijk, nut­teloos wezen dat men zich in­beelden kan.

Ge zit lekker in uw breede zetel, met een « Kine­maw­ereld » onder uw neus, reeds ge­ni­etend van wdt straks komen gaat. Maar, o wee, het licht is pas uitge­doofd, of, vlak boven uw hoofd,'be­gint het gezaag van dien uit­leg­ger.

Hij leest hardop àl wat er op het doek voor komt, half in Ned­er­land­sch, half in gewest-spraak, en lapt er, tüss­chen de scène’s in, nog een paar ge­bro­ken zin­nen bij, waar kop of staart aan is.

Een uit­leg­ger is het beste mid­del om ie­mand «van de voos » te helpen, van u uit de hoog­ste spheren, weer terug tot het alledaagsche te bren­gen, wat de in­druk van een film to­taal breekt. Som­mige men­schen be­w­eren dat de uit­leg­ger er noodig is voor diege­nen, die niet lezen kun­nen. Goed, maar als ge van een film ge­ni­eten moet met be­hulp van zoo’n hatelijk-verve­lend « ram­me­laar » boven uw hoofd, dan kunt ge gerust thuis bli­jven, en gaan slapen.

Ik geloof dat in de stad de uit­leg­gers zoo goed als afgeschaft zijn, maar in de provin-tie vindt men het ger­aadza­mer daar eerst nog een ti­jdje zijn cen­ten in te steken; veel. men­schen zoy­den échter met vreugde den « uit­leg­ger « zijn « bon » zien kri­j­genl

* Jo­hanna Forster (Boom .

Episo­den­fil­men.

Ik kan maar niet be­gri­jpen hoe het komt dat tal van per­so­nen in be­won­der­ing op­gaan voor episo­den­fil­men.

Vol­gens mijne meen­ing is er uit zulke stukken weinig of niets leerza­ams te halen. Er zijn wel van die films welke niet te vers­maden zijn, maar deze zijn op dit oogen­blik zeer zeldzaam.

Zou het niet veel nut­tiger zijn, in­dien de heeren kinemabestu­ur­ders aan hun klien­teel stukken li­eten be­won­deren welke alle dagen in het wereld­sch leven gebeuren, zooals « Op Hoop van Zegen », « Moeder », « De on­bek­ende Vrouw » en zoovele an­dere.

Ik denk dat vele per­so­nen aan de tegen­wo­ordig ver­toonde episo­den­fil­men meer be­lang zullen hechten, maar ik vrees ook dat er nog meer per­so­nen zullen gevon­den wor­den die meester­stukken als hi­er­boven ver­noemd zullen verkiezen.

Zou Ha ve­laar mij het ge­noe­gen willen doen,

daar ook zijn gedacht eens over uit te drukken? Gop­pie (Meche­len).

Vlaam­sche pro­gramma's, a. u. b.

Verleden week werd hier (in Meche­len) de pracht­film « Denise » afgerold.

In de zaal wer­den kinemaboek­jes verkócht welke de be­knopte in­houd van het stuk be­vat­ten.

Een goed gedacht! Doch de heer kinemabe-stu­ur­der had moeten be­gri­jpen dat de boek­jes in een taal di­en­den te zijn gedrukt die alle Vlamin­gen be­gri­jpen en niet uit­slui­tend in 't Fran­sch, welke vele Vlamin­gen niet eens kun­nen lezen, dus noch veel min­der ver­staan.

Ik denk wel dat de vele lez­ers van « Kinema- en Tooneel­w­ereld » het met mij eens zullen zijn. »

Filmgc­varen.

Het leven van een film­speler is niet steeds vol « zon­neschijn », zooals het groot­ste gedeelte van het pub­liek schi­jnt te gelooven. Het . « film­para­dijs » is niet al­tijd het be­loofde land!

De dagelijksche bezighe­den van een film­diva zijn met-span­nende gevaren door­w­even, die niet al­tijd even gélukkig als op het doek eindi­gen.

De toeschouw­ers, in een donzi­gen zetel in de lekker-warme kine­mazaal, ver­moe­den niet dat al het mooie, dat zij be­won­deren, soms ten koste van men­schen­levens ten uitvoer is ge­bracht.

Zoovele film­star­ren, o.a. Dou­glas Fair­banks, Tom Mix, Houdin, William S. Hart, Wal­lace Beery, Mary Pick­ford en Ruth Roland,*hebben on­aan­ge­name herin­ner­in­gen van fil­men, waarin zij gedurende de op­name gevaar­lijk en soms doo­d­elijk gek­wetst wer­den!

An­deren brachten het er min­der gelukkig af en kwa­men nood­lot­tig om. De on­gelukkige val van den vliege­nier I ock­lear ligt ieder nog kersver­sch in het geheugen.

Nu bren­gen de dag­bladen ons weer een treur­mare. De lief­tal­lige Martha Mans­field is het slachtof­fer van de on­voorzichtigheid van een hulpop­ne­mer gewor­den en is, tengevolge der bekomen brand­won­den, overleden.

Dit­maal is het, helaas, geen be­hendig ver­spreid rekla­me­nieuwsje! Even­min was het ongeval «trukk­age», zooals de al­we­tende kine-mabezoek­ers steeds overal en in alles ont­dekken. Jam­mer ge­noeg was het nu de on­ver-valsche rol­prent van het leven, door de groote regis­seur Natuur in­eengezet...

Arme Miss Mans­field! m Have­laar

Beo­ordee­len van fil­men.

Vol­gens mij zouden alle lo­far­tike­len over film­ster­ren moeten ge­weerd wor­den en slechts films alleen moeten beo­ordeeld wor­den, als­dan zouden we vanzelf de hoedanighe­den van een film­speler of speel­ster kun­nen vast­stellen.

Het­geen we vra­gen is niet alleen­lijk goede speel­sters, maar ook goede fil­men. Het is onzin dat een film slechts goed kan zijn als er beroemde ster­ren in op­tre­den!

Beo­ordee­len wij dus slechts de fil­men en laten de min­dere beroemde spel­ers of speel­sters vrij van alle kri­tiek. Miss­chien overtr­e­f­fen zij bin­nenkort de nu zoo geroemde ster­ren.

Maar ik vrees dat er wel weini­gen zullen zijn die een juist oordeel over een film zullen kunèn véllen. Log­ica.


De Ver­rassin­gen der Echtschei­d­ing

(LES SUR­PRICES DU DI­VORCE)

Groot bli­jspel, naar het werk van A. BIS­SON

met Léonie La­porte, Lia Miari,

Henry Duval en zijn schoon­moeder, Madame Boni­vard, waren alles be­halve goede vrien­den. Overal waar zij elka­n­der ont­moet­ten, be­gonnen zij te twisten en het was steeds de goedza­kkige schoonzoon, die voor de oude dame het on­der­spit moest del­ven.

Duval wist, dat hij zijn schoon­moeder niet beter kon ter­gen dan met haar aan haar verleden te herin­neren. Madame Boni­vard was een gewezen kroeg­danse-res.

Geen «café-chan­tant», of ze had er de kunst van haar vlugge, ronde bee­nen ver­toond, aan toeschouw­ers van allen rang en stand. Gaarne herin­nerde zij zich aan de schoone dagen van vroeger, maar ni­et­temin wilde zij zich wreken over de plager­i­jen van haar schoonzoon, door hem te bespot­ten om zijn zucht naar beroemd­heid in de muziek.

Henry wachtte slechts op een gun­stige gele­gen­heid om weer­wraak te nemen.

Deze gedachte deed hem alles ver­geten, tot zelfs zijne vrouw, die hij vroeger . 00 teeder be­minde.

Zijn vriend, Cham­peaux, was on­der-tuss­chen min­der on­ver­schillig voor de be­val­lige Madame Duval. Gelukkig voor Henry, dat Cham­peaux zich nage­noeg op af­s­tand wist te houden en zich enkel eenige lieve wo­ord­jes of nu en dan een wan­hopi­gen zucht wilde veroorloven, bij zooverre zelfs, dat hij besloot naar Congo te trekken, met de hoop zijn on­gelukkige liefde daar gemakke­lijker te kun­nen ver­geten.

— Arme vriend, zei Henry toen hij hem teed­er­lijk omheldse bij de afreis. Wan­neer zullen wij u weerzien?

— Wan­neer ik uwe vrouw zal verge ten zijn, was het ver­bazende antwo­ord.

Na het vertrek van Cham­peaux, gevoelde Henry den vi­jan­delijken hiel nog zwaarder op hem drukken.

Een­maal zag hij een licht­straal in den hopeloozen lan­gen nacht: Zijn aarts-

Vit­to­rio Pièri en Oreste Bi­lan­cia

vi­jandin was in een vi­jver gevallen.... Duval had gehoopt « dat het haar laat­ste dans zou wezen », maar hij was mis. De schoon­moeder on­tk­wam en begon haar aan­vallen met ongek­ende woede; de geheime vreugde van haar schoonzoon, om het on­geluk dat haar overk­wam, was haar niet ont­gaan... Er vol­gden hevige toonee­len... Ze zouden tot hand­tastelijkhe­den over­gaan... Henry wilde juist zijn schoon­moeder het «klink­ende ar­gu­ment» teruggeven dat hij van haar ont­van­gen had, toen zijn vrouw Diana er tuschen kwam en het slachtof­fer werd van haar moed­er­liefde. Duval had de harde klop niet voor zijn vrouw bestemd, maar het was te laat... Diana maakte haar beklag bij

Twee jaren ver­liepen. Hertrouwen ging gemakke­lijker dan schei­den. De nieuwe Madame Duval was moed­er­loos, daar had Henry opgelet, en zij bracht, be­halve haar veder, een aardig duitje mee.

De vader, een rijkge­wor­den kruide­nier, vond dat hij zijn vader­lijken plicht: nu be­hoor­lijk vol­bracht had en dat hem niets an­ders meer te doen stond, dan de laat­ste jaren van zijn aard­sch beslaan zo3 aan­ge­naam en zoo vroolijk mo­geli’k door te bren­gen. Hij werd zot-ver­liefd op een aardig jong ding, dat, m-plaats van hem af te stooten, hem zoodanig wist aan te moedieen, dat het op kor­ten tijd tot een huwelijk kwam

Maar, toen de nieuwgetrouw­den op weg waren naar de echtelijke won­ing, ging de oude heer weer nuchter denken. Nu herin­nerde hij zich de grooten af keer dien Henry gevoelde voor schoon­moed­ers. En hij bracht er hem nu twee mee: Zijn nieuwe vrouw, dus Henry’s schoon­moeder, en de moeder van zijn vrouw, dubbele schoon­moeder...

De oude gek wil de twee schoon­moed­ers bin­nensmokke­len. Dit gelukt hem, maar voor niet lang. Hij is ver­plicht zijn huwelijk bek­end te maken.

Henry wil daar echter geen geloof aan hechten, maar op de uit­drukke­lijke verzek­er­ing van den oude, maakt hij pak en zak gereed om te vertrekken... Borga-neuf, de kruide­nier, doet zijn best om zijn schoonzoon te over­tu­igen van de uit­ne­mende goed­heid van de twee vrouwen, zoo­dat deze wil bli­jven en afwachten. Er viel als een steen op zijn hoofd, toen de dames hem wer­den voorgesteld: Mevrouw Diana... Bor­ga­neuf, zijn eerste vrouw en de on­af­schei­delijke «danseuse», zijn aartsvi­jandin!

De oor­log wordt op­nieuw verk­laard, de vi­jan­delijkhe­den wor­den dadelijk her­nomen, maar de kansen zijn nu gekeerd: Bor­ga­neuf is Henry’s bondgenoot gewor­den, uit vrees voor de zoo gevaar­lijke als hoog­moedige «dubbele schoon­moeder».

De terugkomst van Cham­peaux uit Congo ver­haast het einde van den tragikomis­chen strijd. Deze heeft zijn liefde

niet kun­nen ver­geten. In­te­gen­deel, Diana schi­jnt hem bekoor­lijker toe dan ooit en het vu­urtje be­gint weer op te vlam­men.

De zaken kri­j­gen een voor Henry günsti­gen keer. Hij jaagt schoonva­der en schoon­moeder tegen elka­n­der op en Diana ziet zich ver­plicht aan dien ver­woe­den strijd een einde te stellen, door een tweede echtschei­d­ing. De twee vrien­den, Henry en Cham­peaux, hebben nu elk hun zin. Deze is ver­lost en gene kan met Diana trouwen.

Het moet zijn, dat er voor de schoon­moed­ers bi­zon­dere bescher­mgo­den of godin­nen bestaan, want on­danks de slechte be­faamd­heid van Madame Boni­vard, aarzelt Cham­peaux niet zijn schoon­moeder mee te nemen, wan­neer hij met zijn Diana voor goed naar de Congo trekt.

Huis DUBOIS

Planten­straat, 40-42, BRUS­SEL


« CIN­EMA WERELD »

REGINA

Cos­mopoli­tan Pro­duc­tion

Sce­nario van....​Luther Reed

Nov­elle van....​Sophie Kerr

Film­regie van.​Robert G. Vi­g­nola

Rolverdeel­ing;

Regina .... Mar­ion Davies

Fer­rar .... For­rest Stan­ley

vorm van een uit­nood­ig­ing aan de twee oude muur­bloem­p­jes, gezon­den door Mrs Sturge, eene verre bloed­ver­wante, hen vra­gende of de kleine Regina niet eens een paar maan­den ten hun­nent zou mogen komen door­bren­gen.

Na eenige op­w­er­p­ing wordt dit toch toeges­taan en Regina vertrekt naar de bad­plaats.

Maar Mrs Sturge heeft een zoon, Henry, een fat van allereer­ste gehalte, die slechts oogen heeft voor el­e­gante mode-nuf­jes.

Twee oude jongjufvrouwen, Fe­li­cie en Gertrude Patrick; eene oud­er­wetsche huishoud­ing; strenge opvoed­ing; lezin­gen uit den Bi­j­bel; ziedaar in welk mid­den de kleine Regina was groot ge­bracht.

Maar zek­eren dag zou er in haar leven een groote om­me­keer komen en dit onder

En natu­urlijk is Regina, in hare oud­er­wetsche kleed­er­dracht, çene mis­plaat­ste ver­schi­jn­ing op het strand.

Alleen vindt zij vriend­schap in den schilder Far­rar, die een walg heeft voor al die over­dreven weelde.

« CIN­E­MAW­ERELD »

Al spoedig zag de kun­ste­naar in dat het kod­dige zi­jner vriendin slechts een kwestie van kleer­maak­ster was.

En op zek­eren dag doet Regina hare in­trede in de balzaal van het Casino. Maar welke ver­schi­jn­ing!

Deze ve­ran­der­ing heeft Henry’s hoofd op hol ge­bracht: hij zw­erft gedurig om de kleine Regina en, na een lange flirt, ging zij er bijna in toestem­men zijne echtgenoote te wor­den. Maar Cu­pido

schoot een nieuwe pijl af, die doel trof, en Regina werd Mrs Fer­rar.

Wie het spel der kleine Mar­ion Daoies

kent, kan er van over­tu­igd zijn dat ook deze band in hunne gratie zal staan. Daar­bij gevoegd de uiterst prachtige toi­let­ten welke men op het strand zal be­won­deren, iets Voor onze damet­jes, dit alles laat voorzien dat de loop­baan van « Regina » een zeer gewet­tigd suc­ces zal wor­den.

PARA­MOUNT - NIEUW­STRAAT 48 - BRUS­SEL

XINEMÂBRIEVEN­BUS

1* Onze Brieven­bus Is gratis.

2° Weke­lijks wor­den er drie vra­gen beant­wo­ord.

3* Stel uw vra­gen af­zon­der­lijk en num­mer ze.

*• Naam en adres ho­even we niet te

ken­nen; geef een dek­naam op.

Micaëla. — 1. André Nox, adres: rue Des­bor­des-Vnl­mores, Paris.

2. Gabriel Sig­noret, adres: 84, rue Mon­ceau, Paris.

3. Fer­nand Her­mann, adres: C/O Stu­dios Gau mont, 53 rue de la Vil­lette. Paris.

F. P. C. — Stu­dios, buiten dat van de Belga b'ilm, en dien naam waardig, zijn er in België nog met geen ver­g­root­glas te vin­den.

Al­tijd even zwak. —. Art Acord heeft blond haar en blauwe oogen; adres: Uni­ver­sal Stu­dios, Uni­ver­sal City (Cal.), U.S.A.

2. Marie Wal­camp heeft donker­bruin haar en licht­bru­ine oogen; zelfde adres als Art Acord.

3. Eve Fran­cis, o.a. is te Schaer­beek (Brus­sel), ge­boren.

Dactylo. — 1. De stierengeveeht-toonee­len uit: Bloed en Zand wer­den geknipt uit een gewone stie-rengevecht­film en tuss­chen Rudolf Valentino’s band in­ge­lascht.

Dactylo en Co. — 1. Die artist is T. Roy Barnes.

2. Tom Mix is in 1881 ge­borenge­huwd met Vic­to­ria Forde; adres: 5841 Carl­ton Way, Hol­ly­wood (Cal.), U.S.A.

3. Kun­nen er niets bepaald over zeggen; U kunt het er pens op wagen.

Oearges Ve­r­aet. — 1. Vi­docq werd in 1922 gedraaid door de Société des ciné-ro­mans en ver hnurd door de firma Pathé, te Brus­sel.

2. We ver­moe­den dat die film het huis Dubois re Brus­sel toe­hoort.

Jos Dam­sin. — 1. Een zon­der­ling gedacht van die ac­trice om een dergelijk antwo­ord te zen­den.

2. Pauline Po, adres: C/O, 3, rue de Ro­croy, Paris.

3. Rolverdeel­ing niet gegeven.

Harry Sin­gle­ton. — 1. Harold Lock­wood is ovei ledea: zie overi­gens ons hoof­dar­tikel dezer week.

2. Richard Dix is gehuwd; adres: C O, 6015, Hol ly­wood Boul­vard, Hol­ly­wood (Cal.), U.S.A.

3. For­est Stan­ley doet sinds 1917 aan kinema; zelfde adres als Richard Dix.

H.V.L. — Een bepaalde raad kun­nen we, tot ons groot spijt, hier niet in geven; de photo kun! u echter inzen­den en wie weet, per gele­gen­heid?...

Poussy. — 1. Dou­glas Mac Lean, adres: 406, South Al­varada-street, Los An­ge­les (Cal.), U.S.A.

2. Dou­glas Fair­banks, adres: Hol­ly­wood (Cal.), U.S.A.

3. Rudolph .Valentino, ndres: 50, West, 67 th street, New-York C:ty (U.S.A.).

Leonidas. — 1. William S. Hart, adres: Bates and Effies-street, Hol­ly­wood (Cal.), Ü.S.A.

2. Geneviève Félix, adres: 35, rue du Sim­plon, Paris.

3. René Navarre, adres: 44, rue Tait­bout, Paris.

Renia Guns. — 1. Fred Bur­ton, adres: C/O, 6015,

Hol­ly­wood Boul­vard, Hol­ly­wood (Cal.), U.S.A.

2. Mario Au­so­nia,- adres: Cav. Mario Guaita, Via Donizetti, 16, Torino (Italië).

3. Monte Blue zendt immer gratis de hem ge:

vraagde photo. Nem».

N.B. — Vra­gen ons na Zondag toegekomeu wor­den in het vol­gend num­mer beant­wo­ord.

ONS PHOTQHOEKJE

Jos. Dam­sin ontv­ing gratis de photo van Gima Palerme, na 1 maand en van San­dra Milowanoff na 4 dagen.

Van den Heuvel L. ontv­ing gratis de photo va»: Thodore Roberts. Mary Bick­ford, Agnes Ayres, Jack Pick­ford, Dou­glas Fair­banks, allen for­maat 22 x 15; Maë Mur­ray, for­mant 25 x 20; Betty Bal­four, postkaart form­nat;'Béhé Daniels en Rtraos Navarro, for­maat 18 xl3, alien tuss­chen de 6 en 9 weken, en een praebt-photo van Lil­ian Gish eu een brief waarin ze mij ver­schooning vraagt daar ik zoo lang heb moeten wachten omdat zij naar Italië had ge­weest voor een film; for­maat 18 x lï. Na 3 maan­den.

Have­laar ontv­ing kosteloos een photo (groot for maat) van de vol­gende fil­mak­teurs: Dou­glas Fair­banks, na 2 maan­den; Charley Chap­lin, na 1 maand; George Walsh, na 10 maan­den; Mary Bick­ford, na 1 maand; William' Far­num. na 1 1/2 maand. Verders een kaartje van Alla Naz­i­mova, meldende dat het haar on­mo­gelijk is, haar photo gratis te senden


12

De Dap­pere Broed­ers

Les Frères Vail­lants - All the Broth­ers were Val­liant

Hoofd­ver­tolk­ers: LON CHANEY en BILLY DOVE

De « Is­abella » ligt klaar om ter wal-vis­chvangst uit te varen, en als kapitein heeft zij Kim Jenk­ins, die met zijn broeder Joui de laat­ste af­s­tam­melin­gen zijn eener, oude zee­mans­fam­i­lie.

Zek­eren mor­gend wordt het anker ge heven en de schoener zet koers naar de So­ma­liskusten. Iedereen is op post, alleen Joël staat aan de bprst­wer­ing droomend in zee te staren: al­hoewel reeds op oud­er­dom om zee te kiezen, had het toch moeite gele­den hem ertoe te doen besluiten te mon­steren. De een­voudige reden hi­er­van waren alleen een paar kijk­ers die het eigen­dom waren van Ketty Coye.

Maan­den vlieden voor­bij, en in­tus-schen ver­nam men niets van den schoener. Maar op een mooien mor­gend wordt het schip aan den in­gang der haven gesi-gnalIeerd.Hij loopt bin­nen zon­der vangst en... zon­der kapitein. Kim is verd­we­nen! Joël is rade­loos! Kim, zijn broeder, een Jenk­ins, is zijn schip ont­loopen. Nog nim­mer gebeurde dit in hun ges­lacht.

Naar het ver­haal van Finck, de stu­ur­man, was Kim op het ei­land Tubaï, dat buiten de gewone zeewe­gen ligt, aan land gegaan. Dagen en dagen vlo­den voor­bij en de kapitein keerde niet terug. Ein­delijk besluit men terug zee te kiezen maar van haar hoofd beroofd, had men door stor­mzeeën over­vallen, toch de haven weten te bereiken.

Een Jenk­ins kan maar door een Jenk­ins ver­van­gen wor­den en Joël wordt tot kapitein be­noemd.

Joël richt den steven op Tubaï en bij de aankomst van het schip wordt hij door Kim opgewacht.

Hij was on­der­weg door eene heete koorts over­vallen ge­weest en door eene in­land­sche ver­zorgd gewor­den.

Maar ti­j­dens zijn verblijf op het ei­land had hij een schat in paarlen ont­dekt. Hij stelt Joël voor met een deel der be­man­ning den schat te gaan be­machti­gen. Maar de kapitein wil zijne man­nen aan geen gevaar bloot­stellen en weigert.

Maar door den rijken buit be­goocheld slaat de be­man­ning aan ’t muiten, en wil Joël te lijf. Maar zijn broeder in gevaar ziende, zijn eigen bloed dat dreigt ver­goten te wor­den, snelt hij hem ter hulp. Een der muiters be­gri­jpt Kim’s doelein­den en slaat hem ver­rader­lijk neder, en valt in zee.

Daar­boven, in den uitk­ijk, wordt er geroepen: <( aan bak­bo­ord! een walvisch! n Plot­sel­ing ziet Joël het gevaar voor oogen dat zijn broeder loopt en zon­der aarze­len springt hij hem over­bo­ord ter hulp.

Te laat! Kim is onder water verd­we­nen!

En op het scheeps­boek schri­jft Joël dien dag met bevende hand onder het dagelijksch versl.g:

Door eene mui­terij aan boord te willen on­der­drukken, is kapitein Jenk­ins, vierde zoon der fam­i­lie Jenk­ins, den helden­dood gestor­ven! »

Een mooie film, waarin men o.a. buitenge­woon mooie natu­urtafer­ee­len der Hawaï-ei­lan­den in te be­won­deren khjgt-De ver­tolk­ing, door « Lon Chaney », de man met de duizend gezichten, staat borg üoor een op voor­hand verzek­erd suc­ces van deze band.

« CIN­EMA WERELD »

Société Française des Films Artis­tiques

S» & Zi’ver­straat, 34 BRUS­SEL &


14

« CIN­EMA WERELD »

Onze Ciné-Homans

De Lot­gevallen eener Film­speel­ster

Door ED. N BORG.

5e VER­VOLG.

Plots hegreep ik alles.

« De el­len­del­ing! -De laaghar­tige!» riep ik uit. «Hoe durft hij!»

Nn kwam zijn steeds zon­der­linge blik mij te bin­nen. Ik kreeg een aan­val van hys­ter­ische lach Ik lachte en lachte maar steeds door. Kitty werd bevreesd, zij liep de kamer uit en kwam terug met een glas weter.

« Drink een weinig», zegde zij, «en tra­cht u te bed­win­gen».

« Wees gerust, Kitty, het is niets» antwo­ordde

Het ia gelijk. Be dagen welke vol­gden dacht ik steeds aan die eerlooze bestu­ur­der. Maar ik hield een wak­end oog op hem.

Maan­den gin­gen voor­bij. Het was volop Lente. Ik speelde reeds goede rollen, maar een hoof­drol was mij nog niet ten deel gevallen. De rede was te be­gri­jpen. Meer­maals liet de di­recteur mij ver­staan dat ik nog niet « amu­sant» ge­noeg was. Mijne toekomst lag in zijne han­den in­dien ik hem liefde wilde be­too­nen.

Ik was tegen­over hem on­ver­schillig, meer nog, ik schuwde hem als een muskiet en wan­neer ik hem zag aankomen maakte ik dat ik weg kwam.

Voor het pub­liek hielr ik mij steeds sterk, maar wan­neer ik op mijn kamertje kwam weende ik soms bit­tere tra­nen. Wat mij staande hield, was de liefde tot Roland en in de oogen­blikken van ver­driet riep ik zijn beeld te bin­nen waarop dan weer de vrede vol­gde.

De bestu­ur­der steeds tra­chtte mij in zijne net­ten te lokken. Ik nam dan elke gele­gen­heid te baat om lange wan­delin­gen te maken langs de riv­ier. Ik hield van de vrije natuur.

Eens, terug komende langs de boss­chen, zag ik op een af­s­tand een man mij te gemoet komen. Het was de the­aterbestu­ur­der. Ik merkte op dat hij zenuwachig scheen.

« Goe­den mor­gend, Nella '» liep hij.

Ik knikte.

« Een wan­del­ing gedaan?... Laat ons wat gaan zit­ten».

« Oh, neen,» antwo­ordde ik.

Hij kwam naar mij toe.

« Luis­ter, Nella!» zegde hij plots. « Hoe lang denkt gij dat dit nog kan bli­jven duren?»

Ik zweeg.

« Ver­sta mij wel» ging hij verder, «gij hebt nu de gele­gen­heid om eene groote tooneel­speel­ster te wor­den, in­dien....»

Plot­sellilng nam hij mij de armen en tra­chtte mij te zoe­nen. Doch, het was als kwam ik uit een droom en riep hem toe

« M. Sny­der, doe geen stap verder!»

Hij beefde van het hoofd tot de voeten en ik, zeer vlug, ging naar huis.​Eens daar, begon ik overvloedig te wee­nen.

19 MEI.

Het is mij on­mo­gelijk te vertellen welke veran de­r­ing er in mij plaats greep. Ik was vast besloten er een eind aan te maken. Ik voelde dat deze avond de laat­ste zou zijn. Het was mij on­ver­schillig wat er gebeuren zou.

Het to­e­val wilde dat ik in een melo­drama speelde en dat ik in de laat­ste acte op­kwam met een ver­bor­gen re­volver waarmede ik de «mis­dadi­ger» neer schoot. Ik had ook pen doos met blanke kar­doezen voor het wapen.

Doch, dien namid­dag, op weg naar de schouw­burg, kocht ik een doosje met echte ko­gels. In mijn kleed­kamer plaat­ste ik dit voor mij, op een schab, nevens de re­volver en de an­dere doos.

H was zeer opge­won­den, doch wel bij mijn zin nen. Om 3 ure moest ik op­tre­den en een weinig na 5 ure bad ik gedaan. De bestu­ur­der was niet te zien. Dit ver­won­derde mij niet. Het was ’s avonds dat hij zich liet zien. Na de mati­nee ging ik uit, nam mijn souper, kwam terug en maakte mij op­nieuw gereed. Nog geen teeken van den bestuur der.

De ver­toon­ing was ten einde en tot mijne ver­won­der­ing had de Di­recteur zich niet laten zien.​Ik ging naar mijne kleed­kamer en sloot de deur. Ik draaide het licht op, nam er onder plaats en zag in den spiegel naar mijn vertrokken aangezicht.I’lots zag ik voor mij het beeld mi­jner stief­moeder, haar gri­jze oogen, oogen van een dier dat ster­ven ging.

Dan, het­geen ik ein­delijk verwachtte, een klop op de deur.

Ik bracht, mijn ijsk­oude hand aan de re­volver « Ja?» riep ik.

Het was de bu­reeljon­gen.

« Miss, de baas ver­langt u te zien!» luchtte hij « En spoed u wat ' »

« Zeer goed», antwo­ordde ik.

Ik ho­orde zijn stap­pen verd­wi­j­nen. Snel opende ik het wapen, ver­wis­selde de blanke ko­gels met de echte en mom­pelde:

« Roland, het­geen ik ga doen is voor u. » Langzaam stond ik op en ver­borg het wapen op mijn borst. Ik ging langs de tooneeldeur de straat op, en bek­lom de trap­pen van de voorz­i­jde van het gebouw. II stond voor de ges­loten deur van dep bestu­ur­der. Alles was stil.

« Mr Sny­der! » riep ik.

Hij opende maar sprong plots achteruit wan­neer hij mij vlug zag bin­nen tre­den. Hij ging achter zijn tafel staan. Wij beza­gen elkaar strak in het gelaat.

« Nella » zegde hij, aangedaan, » er moet een einde aan komen! »

« Het moet! » antwo­ordde ik.

« Gij weet dat ik u lief heb » ver­vol­gde hij.

« In­dien gij dit liefde noemt » grim­lachtte ik.

« Ik wil hier niet zien! Ik heb hier lang ge­noeg gezien! De heele win­ter hebt ge mij gefol­terd! Ik heb er ge­noeg van! 2

Plots kwam h:j van achter de tafel naar mij toe. Ik greep naar de re­volver.

« Nella! » zegde hij driftig. « Ik kan het niet langer uithouden! Ik heb n hier gehouden en gij weet wat ik er-.​mee be­doelde! »

Hij wilde mij vast gri­jpen maar opeens duwde ik iiem mijn wapen in zijn aangezicht.

Zoo ston­den wij een sec­onde, hij werd doo­ds­bleek.

« CIN­E­MAW­ERELD »

« Tk zal u doo­den! 4 hi­jgde ik.

Hij zonk in een stoel, ik liet mijn hand za­kken. «Goed » zegde hij. « Gij weet wat dit be­tee-kent! »

« Ik weet dat ik mijn kon­trakt ver­breek! »

En ik vertrok.

Zoo eindigde mijn tooneel­loop­baan. Nu bad ik geen vooruitzichten meer. Roland was aan de Cali-for­nische kusten en nie­mand tot wie ik mij wen­den kon.

Oh, moeder, waarom hebt gij mij zoo vroeg ver­laten? Nu gevoel ik maar al te wel d t groot ver­lies!

De zomer is in aan­tocht. Het is warm... H... is voor eenige weken vertrokken naar Maine. Ik mis hem maar niet zoo zeer als u, Roland Welles. Ook dezen avond, na alles wat er gebeurd is.

H... is steeds afwe ig, het schi­jnt mij toe dat ik nie­mand * eb om teren te ‘p-eken...

Ik;al mij dan maar verder tot u wen­den, An­nette Wilkins, zelfs al kreegt gij dit niet onder de oogen.

Het is aardig, wan­neer ik over­lees al wat ik reeds res breven heb. Tk moet er mede lachen. Ik heb mij zelve een tragieke jonge dame gemaakt welke voor ja ren niet meer lachen ken.

Doch, keeren wij terug naar het oogen­blik wan­neer ik het Henry Irv­ing The­ater ver­laten heb. Vreemd, maar dien nacht had ik een geruste slaap. En zelfs den dag daarop voelde ik mij nip* het mins'e ongerust omdat ik nu zon­der brood­win­ning was. Ik was druk bezig mijn zaken in te pakken om te vertrekken.

Natu­urlijk ging ik naar New-York. Niet om in Broad­way op te tre­den, zooals het lang reeds mijn droom was.

Eer t liet ik de zoon van mijn hos­pita een briefje b engen -nnar Kitty, want ik wilde haar nor een laat te n aai zien. Pe jon­gen kwam terug r de boods hap dat het meisje komen zou. Gelukkig als een kind ging ik naar een winkel om eenig' aankoopen te doen voor een af­schei­d­slunch. De gan­sche win­ter bad ik vol ver­lan­gen in die winkel gekeken,, maar mijn karig salaris liet het. niet toe. Maar nu, al moest ik er door ster­ven, er zou gefeest wor­den.

Ik had dus besloten die lunch in mijn kamer te nemen. Tk ver­langde Kitty voor mij alleen te hebben. Ik had haar zooveel te vertellen,

Kitty kwam vroeger dan ik gedacht had; zij bracht mij de groeten van al de leden van het gezelschap welke mijn vertrek be­treur­den. Ik ver­nam dat het tooneel met den bestu­ur­der een pub­liek geheim was, dank zij den bu­reeljon­gen welke had staan luis­teren. Deze zelfs had verteld dat ik mijn re­volver had afge­vu­urd en dat men de kogel nog in de muur kon zien zit­ten.

Ik vertelde mijn vriendin­netje de geschiede­nis I

zooals zij was. Wij bei­den ween­den over het af scheid. Kitty vertelde dat ze met nie­mand an­dere zoo vriend­schap­pelijk zou kun­nen om­gaan. Zij was vol hoop dat ik, met mijn ontluik­end tal­ent, een goed en­gage­ment zou vin­den. Zij bood mij ter leen 20 dol­lars, welke ik weigerde, we­tende dat zij ook maar een laag salaris had; ni­et­temin dankte ik haar voor haar goed­heid. Het ver­won­derde mij hoe zij 20 dol­lars had kun­nen sparen.

Wan­neer zij vertrokken was voelde ik mij wee moedig gestemd. Ik gevoelde dat ik nooit meer, hoe goed ik het ook zou hebben, nog zulk een vriendin­netje zou vin­den. En werke­lijk, zoo was het.

Eenige uren later had ik voor goed het kleine stadje ver­laten. Mijn kof­fer, met mijn the­ater-be nood­ighe­den, liet ik achter, later zou ik er wel om zen­den.

Zoo kwam ik aan de an­dere zijde van de riv­ier te New-York aan; mijn eerste werk was op zoek te gaan naar een lo­ge­ment. Nog nim­mer had ik een nacht in de groote stad doorge­bracht. Op die maand aan de Schouw­burg was ik meer men­sch gewor­den en een slechter zaak, als deze met de Schouw­burgbestu­ur­der, zou ik toch niet tegen komen.

Kitty, welke een klein beetje meer ken­nis had van New-York dan ik, had mij West, 23e straat, aangewezen waar ik wel iets goeds zou vin­den om te over­nachten. Zij had ver­schil­lende tooneel­speel-sters gek­end welke daar goed­koope kamers be woond had­den en waar zij zelf hun huishouden had den kun­nen doen. Dus, ik ging er heen.

Wan­neer ik met de tram de stad door reed her kende ik spoedig de straat waar eens die ge­di­en­stige poli­tie­man mij den weg gewezen had en mij uit de omgev­ing bracht der « Kikes » en « Wops ». Ik wen­schte de man terug te gien. Sinds dien dag was er veel water door de riv­ier gevloeid. Ik voelde mij veel ouder gewor­den.

Tk vond gelukkig een geschikte kamer, en een mi­jner beurs W'aardig. niet ver van den hoek der acht­ste Av­enue. Het was gelijkvlo­ers aan de achterz­i­jde van het huis. Wan­neer ik luis­terde ho­orde ik dof het geroeze­moes der straat, het­welk ik in het geheel niet on­aan­ge­naam vond. De kamer was gemeubeld met oude maar sterke meube­len, welke in hun tijd veel geld moeten gekost hebben. De hoofdzaak was dat alles er rein en ge­noeglijk uit zag..

De vrouw van het huis, eve­nals de meube­len, moet ook in haar tijd een lief meisje ge­weest zijn. Zij was van Zweed­sche afkomst, maar klaar was het dat zij veel moest gele­den hebben; haar groote blauwe oogen keken alsof zij de kleur er uit ge­weend had­den. De manier waarop zij tot mij sprak, om het mij zno aan­ge­naam mo­gelijk të maken, trok mij spoedig tot haar aan.

(Wordt voort­gezet.)

Wilt gij het portret UWER GELIEFDE FILM­STER­REN bezit­ten?

DE BESTE DER EGYP­TIS­CHE SIGARET­TEN


tm­m­m­m­mummtM

HET FES­TI­VAL PARA­MOUNT

Ter gele­gen­heid van zijn Fes­ti­val ver­zoekt Para­mount al diege­nen, welke tot nu toe In de kinema niet die vol­doen­ing hebben gevon­den, welke zij er van verwachten, gedurende deze zes weken de filmvoorstellin­gen te willen bi­j­wo­nen in de kinema’s waar­van zij wel­dra de lijst in de ver­schil­lende groote dag­bladen zullen vin­den.

PARA­MOUNT is ervan over­tu­igd dat deze per­so­nen, nadat zij de films PARA­MOUNT hebben gezien, tot de geregelde be­zoek­ers van de kinema’s, waar PARA­MOUNT films wor­den ver­toond, zullen gaan be­hooren.

Gedachtig aan de bek­ende wo­or­den van Cesar, zal PARA­MOUNT kun­nen zeggen, sprek­ende van deze nieuw­be­keer-den: « Zij zijn gekomen, zij hebben gezien en zij zijn over­tu­igd. »

DE NIEUW­STE PARA­MOUNT FILMS,

die ge thans kunt zien in de beste kinema’s, of die er wel­dra zullen komen, zijn: BLOED EN ZAND, MORÄNE DE ZEE­MAN, HET RECHT OP LIEFDE, met de meest be­minde arti­est RUDOLPH VALENTINO, ZA­TER­DA­GAVOND.de pracht­film van C. B. de Mille. EEN PARIA, DE GROENE SMARAGD, OVER DE GRENS, met de won­der­schoone BETTY COMP-SON. DE LI­J­DENSWEG VAN Mme BEL-ROY, DE VER­GULDE KOOI, twee meester­stukken van GLO­RIA SWAN­SON. En wel­dra: REGINA, JEUGD, twee buitenge­wone kun­st­films met MAR­ION DAVIES. WERELD­KAM­PI­OEN, 100 KM. PER UUR, DE DIC­TA­TOR, met de on­vergeetelijke WAL­LACE REID, en een serie vroolijke kome­dies met MARY MILES MINTER, BEBE DANIELS, WANDA HAW­LEY, enz.

Onze Christy kome­dies zijn eenigü!

$'mmount films

Groote üboiti­iemil - Wed­strijd

Het Be­heer van Kinema- en Toe­neel­w­ereld heeft door deze de eer aan hare geachte Lez­ers en Lez­er­essen mede te dealen dat het besloten heeft, pre­mies, ten bedrage van

2500 franken

ter beschikking te stellen, aan hen die mede willen werken aan onzen Pro­pa­gan­da­di­enst tot het aan-werveu van nieuwe abonnés.

Als eerste pre­mie:

DUIZEND FRANKEN

voor hem of haar die vóór den len Jan­u­ari aan. staande ons de meeste abonné’s be­zorgt voor het jaar 1924. Als tweede prijs voor den daaropvol­gende stellen wij een prijs vast van

VI­JFHON­DERD FRANKEN

Verder hebben wij uit­getrokken voor de vol­gende be­gun­stig­den vijl pri­jzen van elk

HON­DERD FRANKEN en tien pri­jzen van elk

VI­JFTIG FRANKEN

De namen en adressen der be­gun­stig­den zullen in ons blad bek­end gemaakt wor­den.

H ACKIN

Karthuiz­ersstraat, 9A. — BRUS­SEL

Biedt aan:

De Schoonste Sncc­ssil ms ver­til Door & de bei Film­ster­ren als:

Pauline Fred­eric, Con­way Tearle Elaine Ham­mer­stein, Mac March

H. B Warneren Bessie Bar­riscale

Drukk. « Nep­tune », Steen­houw­ersvest, 28, Antw.


POUR AVOIR UNE BIERE BONNE ET SAINE

Adressez-vous à la Brasserie

HOM BEECK

BERCHEM - Tél. 5210

en BOUTEILLES - en FUTS

HA­BILLEZ

VOS

EN­FANTS

BRI­TAN­NIA

77, Longue ruq d’Argile

Tel. 2921

12, rue Van Ert­born AN­VERS

Tel. 2921

Agence pour la Province d'An­vers du.​Vrai “FER­ODO"

Agence pour An­vers des Roule­ments à billes S. K. F.

Agence générale pour la Bel­gique du Di­a­mond et Noble's Pol­ish

La seule mai­son de la place four­nissant aux garages aux prix de gros

Mai­son BERTH1

106, rue de l’Eglise, 106

FO U Fin TJ­FiKS

Arrange­ments — Répa­ra­tions Con­ser­va­tion de four­rures

Prix avan­tageux

Tra­vail soigné

PHO­TOGRAVEURS

DESSI­NA­TEURS

EXÉCU­TION nOPIDE Et SOIGNÉE

E5H5H­S2SaSH­SaSH5H­SiH­Sa5aSE52S­B5a5H525

(ri rATTTTD A F1T7 C TVT? * TA A A/f TT C tu

OU­VRAGES DE DAMES

omi.​wiiis i>essim:s

LAINES, SOIES, CO­TONS, COU­VRE-LITS, NAPPES, STORES, BON­NET­TERIE A LA MAIN, DEN­TELLES, JUMPERS

MAI­SON EMMA

WOL, ZIJDE. KA­TOEN. BED­SPREIEN, TAFEL-KLEED­EREN, STORES, KAN­TEN, HAND­BRE1­GOED, JUMPERS

[g An­vers, Rue Von­del­straat, 15, Antwer­pen

SHS­B­SHSH­Si­aSHSSSHSHSHSHSHSÎSHSHSHSHSH

||o Autos pour Cérémonies. Mariages, Baptêmes M et Fêtes

Garage J & H. DEHU

Téléphone 3107 42, Canal des Brasseurs - AN­VERS

VOY­AGES A L’ÉTRANGER - EX­CUR­SIONS PRIX A FOR­FAIT

GAR­NI­TURES

POUR

Fu­moirs, Sa­lons, Boudoirs Cham­bres à coucher Ve­ran­dah Fau­teuils - Club

11, Longue rue du Van­neau

(PRÈS DU PARC)

-gQftg'W. - çyvuÀeA­JioeSi

gÏM£Eftrc­sTRAAT20

BRODERIES

DESSINS MOD­ERNES

PER­LAGE5, BOU­TONS, POINTSCLAIRS. PLIS­SAGE

SON

RUE RUBENS, 17, AN­VERS TRA­VAIL SOIGNÉ ET RAPIDE

M-lN RYCK­AERT

..'''ui­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­iii

MEUBLES

I Les plus grands Ma­g­a­sins en Bel­gique |

I 9 Longue rue des Claires 9

1 . (près Meir) I

I Grand choix de gar­ni­tures. 200 salles à manger, | g cham­bres à coucher, sa­lons, cuisines, ve­ran­dah's, I I bu­reaux, li­ter­ies, chaises-longues, etc. etc.

li­ai­son Améri­caine

Meilleur marché qu'ailleurs |

S Ou­vert tous les jours jusqu'à 8 h. f. 1

I Ma­g­a­sin fermé |

C'clHL Ol*h 0

.. EAIGEESCH HOED EMMA GA ZIJN..

I VON­DEL­STR., Id CAUS (nabije St. Jansplaats) |

De laat­ste nieuwighe­den in Vil­ten Hoe­den

Ziei Etalera

Vfe

CV-UL TïïEtJ


vil

ROYAL - ZO­OLO­GIE CIN­EMA

Le Se­cret de Polichinelle

Los Jou­venel, bour­geois foil riches et très at­tachés à leurs principes, ont décidé de marier leur lits Henri à Geneviève Langeas, une pe­tite oie blanche. Jou­venel s'em­presse aussi de faire part à son fils de ces pro­jets.

Sur­pris par cet en­tre­tien inat­tendu, Henri, refuse. Un motif des plus graves l’empêche d’accéder au désir de ses par­ents, motif que connaît seul le doc­teur Trévoux, un ami de la mai­son: Henri a une maîtresse, la pe­tite ouvrière Marie.

L’aveu du fils fut un véri­ta­ble ef­fondrément pour les deux époux, surtout lorsqu’ils ap­prirent qu’Henri était égale­ment père d'un bam­bin de qua­tre ans.

Le jeune homme quitte la mai­son pa­ter­nelle pour vivre complètement auprès de celle qu’il con­sidère à juste titre comme sa femme.

Jou­venel étant parti sur­veiller des travaux à la cam­pagne, Mme Jou­venel in­vite à dîner Trévoux. Ce même soir, Henri, affolé, téléphone au doc­teur pour lui de­man­der de venir d’ur­gence au chevet de son fils grave­ment malade.

Ef­frayée, Mme fou­venel décide d’ac­com­pa­g­ner Trévoux et, de­vant la douleur de Marie, elle ouvre enfin les bras è la femme de son fils.

Dès son re­tour?i Paris, lou­venel, troublé, veut, lui aussi, voir son pe­tit-fils. 11 se cache comme un voleur pour aller con­tem­pler l’en­fant qui prend ses ébats dans le jar­dinet. Le rire du bam­bin a tôt fait de conquérir le vieil­lard qui de­man­dera à la jeune maman de vouloir bien lui ac­corder de venir tous les jours passer quelques heures dans la pe­tite famille.

Ainsi, après trente ans de sincérité, le ménage lou­venel connaît le men­songe. Chaque jour Mon­sieur et Madame s’en vont en ca­chette, à des heures différentes, vis­iter leur pe­tit-fils.

Des épisodes char­mants sur­gis­sent entre les deux époux, c’est à qui gâtera l’en­fant qui, un beau jour, de­mande à cha­cun un polichinelle. A l’insu l'un de l’autre, les deux époux s’ingénieront à ap­porter le jouet tant désiré. Mais le doc­teur Trévoux décide Marie à simuler un départ avec le bam­bin, les grands par­ents seront désem­parés de cette ab­sence imprévue.

Désor­mais, les Jou­venel qui se sont aperçus de leur sub­terfuge fer­ont tout, pourvu que leur pe­tit-fils leur soit rendu et Trévoux aura la grande joie d'être l’ar­ti­san du bon­heur d’Henri et de Marie et de don­ner à ses vieux amis Jou­venel l'in­time et douce joie de l’en­fant dans le cer­cle de la famille.

PRO­GRAMME DU 30 DÉC. AU 3 JAN­VIER

1. Marche du „Prophète”

. Meyer­beer

2. La V allée de l'Oise

Voy­age

On de­mande un mari

comédie gaie in­terprétée par Bil­lie Burke

Charley veut se ranger

comique

PRO­GRAMMA van 30 DEC. tot 3 JAN­U­ARI

d’après la célèbre pièce de P. Wolff in­terprété par:

M. de Féraudy, Andrée Bra­bant, G. Sig­noret etc. etc.

naar het werk van P. Wolff en ver­tolkt door:

M. de Féraudy, Andrée Bra­bant,.G. Sig­noret enz. enz.

Pro­cli le­ment

de D. W. GRIF­FjTH ipterprété par

ItlCHAKI» IsJllt­TI­IKLMESS

TEN­TA­TION

grand drame mondain in­terprété par EVA NOVAK

grandiose

1. Marsch uit

/ Reis jf1

3. Men vraagt een echtgenoot

tooneel­spel ver­tolkt door j

Bil­lie Burke

4. Charley wil zich beteren f

Klucht

mise en scene

Het Geheim van Polichinel

Al­i­jn­heer en Mevrouw Jou­venel hebben een zoon, Henri, voor dewelke zij « eene schööne » par­tij ged­roomd hebben: Jufvrouw Gen­oveva

Langeac, het echte voor­beeld van het schuchtere meisje.

Henri schi­jnt zich niet goed­gun­stig aan de inzichten zi­jner oud­ers te lee­nen. Dok­ter Trévoux, een oud fam­i­lievriend, en een trouw kam­er­aad van Henri, kent er do reden van: Henri heeft eene vriendin.

Zek­eren avond on­dervroeg M. Jou­venel Hemi nopens zijn huwelijksinzichten. Henri weigerde halsstarig en bek­ende de be­trekkin­gen die hij on­der­hield met Maria, het een­voudige werk­meisje.

M. Jou­venel was hi­erover zeer ver­won­derd en deze ver­won­der­ing ve­ran­derde in groote ver­baz­ing toen Henri hem to­ev­ertrouwde dat. Maria een zoon­tje had van vier jaar oud, waar­van hij de vader w as.

’s An­deren­daags, ge­bruik mak­end eener afwezigheid van zijn zoon, richt AL Jou­venel zich tot Maria om haar geld aan te bieden in geval zij hare be­trekkin­gen met Henri wil ver­breken. Afaria weigert juist op het oogen­blik dat de deur zich opent om toe­gang te ver­lee­nen aan een aan­bid­delijk jongetje dat glim­lachend naar zijne moeder komt.

Het zicht van de kleine deed M. Jou­venel niet toegeven in zijn trots en een storm tuss­chen Henri en zijne oud­ers scheen op han­den.

Ti­j­dens eene afwezigheid van Af. Jou­venel laat Alevrouw Jou­venel Dok­ter Trévoux ont­bieden, en dien­zelf­den avond tele­foneert Henri den dok­ter om hem te ver­zoeken on­mid­del­lijk ten zi­j­nent te komen daar zijn zoon­tje erg ziek was. Dok­ter Trévoux kan aan Mevrouw Jou­venel het be­lang der tele­fonis­che med­edeel­ing die hij kwam te ont­van­gen, niet ver­ber­gen. Mevrouw lou­venel besluit dus haar klein­zoon te gaan be­zoeken in gezelschap van Dok­ter Trévoux, en zich voor het ziekbed van het kind bevin­dende, en diep getrof­fen door het li­j­den der jonge moeder, drukt zij de goede ALiria in haar armen.

Toen AL lou­venel te Par­ijs’terug was aangekomen her­denkt hij nog al­tijd het prachtig kinderkopje waar­van*hjj groot­vader is, en hij besluit naar zijn klein­zoon terug te gaan.

Aldus na der­tig jaar eerlijke huwelijks­band ver­ber­gen M. en Afevr. lou­venel de waarheid voor elka­n­der. M. Jou­venel zegt dat hij ’s avonds naar do club gaat ter­wijl hij in­der­daad met zijn klein­zoon­tje gàat spe­len, ter­wijl Mevrouw tuss­chen vier en vijf uur ’s namid­dags naar hare kleer­maak­ster ve­inst te gaan, maar in­der­daad zich bezighoudt met de kleed­ing van het kleine kereltje.

Doch dok­ter Trévoux besluit de toe­s­tand in volle daglicht te stellen en, na vele on­troerende toe­s­tanden, komen bei­den in het volle besef der waarheid. Henri en Maria wor­den in het huwelijk ver-eenigd en de beide grootoud­ers zijn overgelukkig met hun klein­zoon.

Im­primerie du Cen­tre, 26,

Rem­part Kip­dorp, Any­ers.