Programme from 1 to 31 Dec. 1922



Booklet

Bron: FelixArchief nr. 1968#530

This text has been generated automatically on the basis of scanned pages, using OCR software. Because of the historical typefaces used in the programme booklets, the output is not flawless.

Show the facsimiles of this programme booklet


□NE­MAW­ERELD

Statïepleïn, 21, Antwer­pen - Tele­foon 5259

PRO­GRAMMA

HOOFD­BU­REEL EN OP­STEL­RAAD:

ANTWER­PEN — 124, VAN SCHOONBEK ESTRA AT, 124 - = ANTWER­PEN

BI­JBU­REE­LEN:

BRUS­SEL: MECHE­LEN : OOS­T­ENDE : QENT :

Broek­straat, 37. Borgt­straat, 15. Langstraat, B5/bls. Abra­ham­straat, 5.

Drukkerij Nep­tune, Steen­houw­ersvest. 28


Ho­eveel malen zult gy

gaan zien?

I ïTVÂïTRtt­THm' VER­SCHUREN ÄC-

THAWSPORT­SOC MOI­Illt SS RUE NA­TIONALE 136 I . AN­VERS

VER­SCHUREN & C

RUE NA­TIONALE, 136, AN­VERS

Déménage­ments - Trans­ports - Garde-Meubles

Mai­son Prin­ci­pale à Brux­elles „La Con­ti­nen­tale Menkes"

Téléphone 4768 Adresse Télégraphique : CON­TI­NENT

0 Suc­cesseurs de Ed. VAN REETH

OUÏS

In­stal­la­tions et Répa­ra­tions d’Elec­tricité

GROS ... Devis gra­tuit sur de­mande ... DÉTAIL

PHILIPS

.US­TRERIE a

LEOPOLD

LISE

vlALE

ELL

AN­VERS

Téléph. 5842

FAB­RIQUE: Rue Vin­cotte, 88 BORG­ER­HOUT (An­vers) —

Téléphone No. 5842

vBB

2555 CIN­E­MAW­ERELD 25 55

De Schouwspel­ni­jver­heid en de tak­sen

De wet van 28 Feb­ru­ari 1920, door hare ar­tikels 1 en 2, be­last de uit­baters van schouwspel zalen (schouw­bur­gen en kine­mas) met eene bi­j­zon­dere taks die van 15 tot 25 p. h. der bruto-ont­vang­sten gaat. Zij schaft eene vroegere wet af die de kine­mas alleen met 10 p. b. be­lastte.

De sprong was van be­lang; de wet­gever wist ten an­dere dat hij een harde slag kwam te slaan, want door ar­tikel 8, stond hij een tiende van de op­brengst der taks aan de provin­cie toe en drie tien­den aan de gemeente, maar ver­bood aa nde provinciën en gemeen­ten nog op­cen­tiemen op de taks te stellen.

De wet­gever wilde aldus eene ni­jver­heid, dia hij zwaar kwam te be­las­ten, bescher­men tegen nieuwe las­ten van­wege de an­dere besturen.

Helaas, die bescherming was ijdel. Provin­cies en gemeen­ten bevredig­den zich niet met hun deel van de Staat­staks; zij namen dit deel aan, maar gin­gen er om ter meest op los in het schep­pen van bi­jgevoegde tak­sen op schouw­bur­gen en kine­mas.

De eenen, die de wet aan­dachtig gelezen had­den, wis­ten het ver­bod dat hen gedaan werd te ont­duiken. Zij mochten de ont­vang­sten niet meer tr­e­f­fen, maar zij sloe­gen las­ten per toeschouwer, wat ten an­dere eigen­lijk op het­zelfde neerkomt.

An­deren sto­or­den zich niet aan de wet; zij be­last­ten een tweede maal de ont­vang­sten en hieven een­voudig op­cen­tiemen.

An­deren gin­gen nog verder; zij be­last­ten de brnto-ont­vang­sten en hieven dus eene taks zelf op de op­brengst van de Staatskas!

Het gevolg is dat thans schouw­bur­gen en kine­mas overal op de meest over­drevene manier be­last wor­den, ver­mits in veel gevallen het to­taal der tak­sen tot boven de 40 p. c. der bruto-ont­vang­sten gaat.

Zulke toe­s­tand is een­voudig on­houd­baar; gelijk welke ni­jver­heid of han­del moet er noodza­ke­lijk onder bezwijken.

De be­last­ing der bruto-ont­vang­sten in de schouw-spelon­derne­min­gen is een uit­zon­der­ingsregiem.Hoe ook die be­last­ing toegepast wordt, zij is on­recht­vaardig in prin­ciep.

In­dien de tak­sen den uit­bater tr­e­f­fen, zijn zij on­recht­vaardig, daar schouw­burg- of kmemabe-stu­ur­ders een­voudig han­de­laars zijn, als alle an­dere han­de­laars; zij be­talen a’.le be­lastin­gen en tak­sen die den han­del in het al­ge­meen tr­e­f­fen en in­dien schouw­burg en kinema voor het pub­liek eene weelde of een ver­maak zijn, voor den uit­bater zijn zij een­voudig een bedrijf.

In­dien de tak­sen den toeschouwer tr­e­f­fen, zijn zij ook on­recht­vaardig, ten min­ste in hun­nen hui-di­gen vorm. Schouw­burg en kinema zijn, in het al­ge­meen, een volksver­maak en eene zeer ned­erige weelde. En toch, door de opeen­stapel­ing der Staats-provin­cie- en gemeen­te­tak­sen, moet de toeschouwer in de meest gun­stige gevallen 20 p. h. en in zekere gevallen tot over de 40 p. h. be­talen van den in-kom­prijs, ter­wijl de kooper van een au­to­mo­biel, een juweel of gelijk welk echt luxe-ar­tikel, er van afkomt met de weelde­taks, dus meer dan vier­maal min­der be­taalt!

De recht­vaardigheid eis­cht dus dat de schouw-spelon­derne­min­gen in het gemeene recht gesteld wor­den en in geen geval méér btalen dan an­dere on­derne­min­gen die ken­merk­end het weeldekarak­ter dra­gen.

Niet alleen in prin­ciep, maar ook bij het aan­schouwen der feiten, blijkt eene her­vorm­ing noodza­ke­lijk.

De toe­s­tand der schouw­bur­gen en kine­mas was, ten gevolge van uit­zon­der­lijke om­standighe­den, zeer schit­terend in de jaren 1919 en 1920. In 1921 begon het ver­val en in 1922 gin­gen de zaken steeds slechte,'.

Weliswaar is het to­taal der bruto-ont­vang­sten, voor ganseh België, steeds bli­jven sti­j­gen, maar dat is geen­szins een teeken van sti­j­gende wel­vaart, want die ver­hooging heeft vooral de drie vol­gende oorza­ken:

1° Nieuwe tak­sen wer­den in­gevo­erd en de op­brengst dier tak­sen doet de bruto-ont­vangst sti­j­gen, zon­der dat de uit­bater iets meer trekt;

2° De «vette jaren» hi­er­boven aange­haald had­den voor gevolg de open­ing van tal van nieuwe zalen, wat ook de to­tale ci­jfers der* ont­vang­sten deed sti­j­gen, zon­der profijt voor ieder in het bi­j­zon­der;

3° De uit­baters hebben de pri­jzen der plaat­sen ver­hoogd in de maten van het mo­gelijke, maar zij hebben er niets bij gewon­nen daar de onkosten terzelfder­tijd in veel grooter ver­houd­ing ste­gen.

Aan­gaande dit 3°, valt er op te merken dat ner-gens de pri­jzen der plaat­sen (na af­trok der tak­sen) het dubbel over­schri­j­den der pri­jzen van VOOR den oor­log, ter­wijl de kosten ver­drie- of vier­dub-belden, zooals in alle an­dere on­derne­min­gen. Dit legt het bij eerste zicht zon­der­linge feit uit, dat de bruto-ont­vang­sten omhoog gin­gen, ter­wijl de win­sten steeds ver­min­der­den en in veie on­derne­min­gen ganseh verd­we­nen.

Alle nieuwe ver­hooging der pri­jzen is on­mo­gelijk; een nauwkeurig on­der­zoek van den toe­s­tand be­wi­jst dat men de uiter­ste grens heeft bereikt van wat het pub­liek wil en kan be­talen.

Wij bren­gen de­saan­gaande een veel­heteeke­nend antwo­ord in herin­ner­ing van burge­meester Max, toen een Brus­selsch gemeen­ter­aad­slid voorstelde de pri­jzen te ver­hoogen in den Muntschouw­burg:

« Wij hebben het reeds gedaan, zegde heer Max, en de ont­vang­sten zijn er niet merke­lijk door ge-stégen. Eene nieuwe ver­hooging zou miss­chien de ont­vang­sten doen dalen».

Te Brus­sel en te Antwer­pen, namelijk, hebben groote on­derne­min­gen de inkom­pri­jzen moeten ver­min­deren om het pub­liek aan te lokken en hebben nu alle moeite om hunne kosten te dekken of met zoo weinig ver­lies mo­gelijk uit te baten. Zij moeten wel voortwerken omdat hun kap­i­taal in dê on­derne­m­ing steekt en omdat zij in de hoop leven van eene spoedige her­vorm­ing der tak­sen. Maar moest die her­vorm­ing nog lang uit­bli­jven, dan wordt voor velen de on­der­gang on­ver­mi­jdelijk.

Het is voor­barig voor­beelden met namen aan te halen, maar al wie de ware toe­s­tand kent, weet wel dat te Brus­sel, onder an­deren, de meeste schouw-bu­gen en kine­mas zeer moeil­ijk aan hun gerand

komen. En in de provin­cies is het nog erger:tal van on­derne­min­gen moesten reeds sluiten en in meer gevallen nog werd de uit­bat­ing op twee of drie dagen per week in­gekort, wat meestal het voor­teeken is van eene nakende sluit­ing.

Men moet er zich dus niet over ver­won­deren dat de bestu­ur­ders van schouw­bur­gen en kine­mas in hun Con­gres tot het zeer ern­stige besluit gekomen zijn der al­ge­meene sluit­ing hun­ner zalen te be­gin­nen van 1 Mei 1923, in­dien op dien datum de gerechtigheid en de wi­jsheid van den wet­gever hen niet ter hulp zouden gekomen zijn.

Wij roepen dus die gerechtigheid en wi­jsheid van den wet­gever aan.

Wij vra­gen dat hij de kwestie bestudeere en dat hij de fo­muul vinde die de be­lan­gen vri­jware van de Schatk­ist, van de provinciën en gemeen­ten, maar ook van den on­der­gang redde de schouwspelon­der-ne­min­gen en al de­ge­nen die er van leven:uit­baters, per­son­eel en lever­anciers.

Wij vra­gen eene recht­vaardige for­muul, die ons het gemeene recht toepasse, die ons niet meer door uit­zon­drings­maa­trege­len tr­e­ffe, het­zij, in­dien het stelsel der weelde­tak­sen be­houden wordt, dat men het mid­del vinde alle weelde op den­zelf­den voet te be­las­ten en in zulke mate dat Staat, provin­cie en gemeente er het nood­ige bij vin­den, het­zij, in­dien men het zeer in­gewikkelde tak­sen­s­tel­sol af schaft, dat men onze win­sten zooals de win­sten aller Bel­gen be­laste zooveel het be­hoort voor het her­s­tel van het geld­wezen en den goe­den gang der open­bare di­en­sten.

Het boven­staande is een man­i­fest uit­gegeven door het « Comiteit tot verdedig­ing der be­lan­gen van het spek­takel » (Schouw­bur­gen en Cin­ema’s van België),wier hoofdze­tel is te Brus­sel, Biss­chop-straat, 3.

Doch, of dit man­i­fest wel volledig is, zooals wij het hebben overge­drukt, twi­jfe­len wij ten sterk­ste.

Het is ger­aadzaam, en van het al­ler­g­root­ste be­lang, dat de be­zoek­ers van den schouw­burg of de cin­ema weten, dat dit al de tak­sen niet zijn waaraan de bestu­ur­ders der in­richtin­gen zijn bloot­gesteld, op verre na niet, en dat een groot aan­deel der tak­sen recht­streeks komt uit de beurs van den schouw­burg of de cin­emabezoek­ers.

Feiten met de macht zouden wij kun­nen aan­halen, doch het zou ons te yer bren­gen, enkel dit toch willen wij er bi­jvoe­gen dat wat ook in den schouw­burg of cin­ema verkocht wordt, ’t zij dranken, gebak, choco­lade, rookar­tike­len, enz., enz., dit alles aan een groote taks on­der­wor­pen is waar­door de uit­baters ver­plicht zijn, ’t zij gelijk welk ar­tikel aan een veel hoogeren prijs te ver-koopen dan een han­delshuis naast den schouw­burg of cin­ema gele­gen, aangezien deze aan dit takss­telsel niet zijn bloot­gesteld.

Aan dat alles moet paal en perk gesteld wor­den, en daar waar het zal gelden de be­lan­gen der schouw­bur­gen en cin­ema’s te verdedi­gen, bli­jven wij voor­taan « au qui vive ».

Tooneel wereld.

Onze film = wed­strÿd komt

kor­tel­ings op het witte doek

Meer dan 6.000 ïr. pri­jzen


« CIN­E­MAW­ERELD »

& & Tril­beelden &

VERLEDEN ff HEDEN TOEKOMST

Kalen­der Onze Ster Nieuwe Fil­men

Vri­jdag 15 De­cem­ber (1907). — William Far­num treedt op als fig­u­rant aan een schouw­burg te Chicago.

Za­ter­dag 16 De­cem­ber (1887). — Ge­boortedag te San Fran­cisco van Vi­o­let Hopsen.

Zondag 17 De­cem­ber (1916). — Hélène Chad­wick treedt voor de eerste maal v

Maandag 18 De­cem­ber (1918). — Louise Lovely wordt eigenares eener pe-tro­le­um­bron.

Dins­dag 19 De­cem­bet (1920). — Ivor Nov­ello en Hilda Bay­ley draaien de laat­ste toonee­len van hun­nen meester­film ( Kar­naval ».

Woens­dag 20 De­cem­ber (1907). — Mar­guerite Snow be­gint hare tooheel-loop­baan.

Don­derdag 21 De­cem­ber (1920). — Jane Paige, fil­mac­trice, huwt met Al­bert E. Smith, Bestu­ur­der der Vita­graph Com­pany waaraan zij ver­bon­den was.

MATT MOORE

Matt Moore is in 1888 ge­boren en is een broeder der hier wel­bek­ende film-spel­ers Tom, Owen en Joë Moore.

Vroeger was hij ma­chin­ist op den Cana­dian Pa­cific Rail­way. Eene film­maatschap­pij die lang­sheen de lijn eenige op­na­men draaide vroeg hem om in een paar toonee­len te fig­ureeren.

Matt zou sinds­dien het witte doek niet meer ver­laten.

Matt Moore heeft licht­bruin haar en blauwe oogen en meet I m. 70.

Zijn adres is:

Matt Moore 130 West, 44th Street, New-York City, U.S.A.

De Dame met de Camélias. — Ameri-kaan­sche film. Rudolph Valentino en Alla Naz­i­mova. V. B. Aubert, 40, de Brouckère­plaats, Brus­sel.

De kleine Ver­stootelinge. — Fran­sche film. Regine Du­mien, Dal­sace, Darüert, V. B. Georges Petit, 85, Laeken­straat, Brus­sel.

De Eeuwige Stilte, de Ex­pe­di­tie Scott naar de Zuid­pool. V. B. Cine-Eclipse, 74, Planten­straat, Brus­sel.

De Meester van het Lot.— Amerikaan-sche film. William Desmond, drama. V.

B.: O. G. C., 12, de Brouckère­plaats, Bius­sel.

Moeder. — Amerikaan­sche film. — Lloyd Hughes. V. B. Hackin, 9 a. Kart-huiz­ersstraat, Brus­sel.

De Schoone Slaap­ster in het Woud. — Amerikaan­sche film. Mar­ion Davies. V.

P. Para­mount, 48, Nieuw­straat, Brus­sel.

Pola Negri

Char­lie Chap­lin

ver­loofd

Dit is het aller­laat­ste nieuwsje van be­lang in de cin­e­maw­ereld.

Aan Charley Chap­lin's eerste huwelijk­sleven is er reeds heel wat inkt ver­schreven gewor­den. Wij zullen deze geschiede­nis nog­maals in 't kort her­halen.

Charley Chap­lin huwde in 1918 met Mil­dred Har­ris, de hier eve­neens goed gek­endei Amegikaan­sche film­ster. Uit het huwelijk, dat in den be­ginne zeer gelukkig was, werd een zoon­tje ge­boren dat echter reeds een paar dagen na­dien stierf. Dit scheen het vertrekpunt te zijn der steeds aan­groeiende en scher­per wor­dende oneenigheid. De ware reden ervan, zullen we miss­chien nooit te weten komen. Gissin­gen waren er ge­noeg en een paar dezer, welke in Amerika als de meest geloofwaardig­ste aanzien wer­den waren: Mil­dred Har­ris ver­weet haar echtgenoot van haar de nood­ige mid­de­len tot haar on­der­houd te weigeren.

Charley Chap­lin zou als reden opgegeven hebben dat zijne vrouw zeer verk­wis­tend van aard was.

Dus twee verk­larin­gen die met elkaar in ver­band sch­enen te staan. Wat er ook van zij, de echtschei­d­ing werd in 1921 uit­ge­spro­ken en zeer opge­merkt werd het dat Charley Chap­lin de beschuldigin­gen zi­jner vrouw over het hoofd liet gaan en... zweeg.

Sinds­dien werd er nog wel een paar malen over een aanstaand huwelijk van Charley Chap­lin gewag gemaakt; een­maal met zijne parte­naire Edna Pur­vian-ce, een an­dere maal met May Collins; beide geruchten wer­den echter van be­langhebbende zi­j­den gel­o­gen­straft.

Pola Negri’s waren naam is Ap­polo­nia Chalu­pez. Haar dek­naam verk­laart zij als volgt: Pola komt voort van Polen, want zij is Poolsche: Negri is de naam van Ada Negri, de Ital­i­aan­sche dichteres, wier werken zij ver­filmde.

Pola was gehuwd met Graaf Hugo Dom­ski, Poolsch bevel­heb­ber van Sos-now­icz. Hier is zij echter van geschei­den. Voor en ti­j­dens den oor­log was Pola Negri in Duitsch­land zeer graag gezien, doch sinds zij lief­dadighei­ds­fil­men draaide voor de ‘Polen, hare landgenoo-ten, werd zij er ge­weerd en hare fil­men uit­gef loten.

Het leven in Duitsch­land on­mo­gelijk zi­jnde, deed zij aan­biedin­gen in Amerika en werd door de Para­mount aangenomen, waar­voor zij reeds haar eerste band, « Bella Dona » aan ’t draaien is.

Charley Chap­lin ont­moette Pola Ne-gris voor de eerste maal ti­j­dens zijne reis in Eu­ropa en zijn be­zoek aan Berlijn in 1921.

Een nieuwe roman schi­jnt nu te be­gin­nen en wij zullen niet nalaten onze lez­ers er verder op de hoogte van te houden. Nemo.

Gine­manieuws­jes

Agnes Ayres ver­tolkt in haren nieuwen film, »Bor­der­land» (Grens­land), eenen driedubbe­len rol.

Mary Pick­ford on­der­houdt zelve 24 ka­narievo­gels. Laat­s­tle­den gaf zij op­dracht deze vo­gels te photo-gi­a­phieeren. Tengevolge eener zekere nalatigheid werd de kooi open­ge­laten en de vo­gels ontsnapten. Dou­glas Fair­banks, de ramp overziende, besloot van de vo­gels kost wat kœt terug te van­gen. Na vele wetenswaardighe­den en hals­brek­erij en, waarin me» aan den flim « He comes up smil­ing» dacht, geiukte men er in de ka­naries terug in hunne kooi te bren­gen zon­der dat Mary Pick­ford iets van het gebeurde afwist.

Richard Leeuwen­hart, kon­ing van En­ge­land, stierf tengevolge eenèr wonde aan den arm. Wal­lace Beery, die de rol van Kon­ing Leeuwen­hart in Dou­glas Fair­banks’ nieuwen film « Robin Hood » vtr­tolkt, komt nu zi­j­nen arm te breken in een. auto-on gel uk. Hij ver­zorgt nu zi­j­nen arm op zorgvuldige wijze daar hij vreest van te ster­ven zooals kon­ing Leeuwen­hart.

N. B. — Dit nieuwsje is verleden week we­gens plaats­ge­o­rek niet kun­nen geplaatst wor­den,

CIN­E­MAW­ERELD »

Gau­mont Film

THEODORA

Theodora....​Rita Jol­livet

An­dreas....​René Maupré

Jus­tini­aan....​Ferrucio Biancini

Gau­mont Film

De ver­wezen­lijk­ing van dezen ti­jd­perk­film is een waar won­der.

Slechts een voor­name firma als de « Am­bro­sio-Film » moch er aan denken een zoo grootsch werk op touw te zetten. De herop­bouw van het Byzan­tium onder de regeer­ing van Jus­tini­aan heeft nauwkeurige elt geduldige op­zoekin­gen vereis­cht en stelt een onon­der­bro­ken werk van meer dan twee jaren voor. Ook heeft men den in­druk een over­g­roote muurschilder­ing, fresco, te zien, dié, in al zijn bi­j­zon­der­he­den zich juist on­trolt.Het is iets toover-achtigs, een feeënspel, van een nog op onze dagen ongek­ende grootschheid, en wan­neer het scherm zich sluit na het laat­ste tooneel, gelooft men te ont­waken uit een droom van « Duizend en één Nacht ».

De buitenge­wone drama­tis­che ver­wik­kel­ing is te zeer uit­ge­breid om haar in een kort ver­haal samen te vat­ten

liefd wordt. Deze vrouw, gewoon de man­nen te be-heer­schen, wordt op haar beurt be­heer­scht, en om An­dreas te ver­voe­gen be­gaat zij de stout­ste on­voorzichtighe­den.

An­dreas is gan­sch onkundig van de ware per­soon­lijkheid zi­jner minnares, die hij slechts onder dt naam van Myrta kent, en menig­maal beklaagt hij zich bij haar over de dwinge­landij die het keiz­er­lijk paar op Byzan­tium doet drukken. Theodora vooral wordt al­ge­meen ve­r­acht. Lieder­lijk, eigen­zin­nig en wreed, de­inst zij voor geen enkele mis­daad terug om aan haar in­vallen van het oogen­blik te vol­doen. Om Byzan­tium van dit schan­delijk juk te ver­losser, besluiten An­dreas en zijn vrien­den in het Keiz­er­lijk Paleis te drin­gen en den dwinge­land en zijn schaant-telooze gezellin te doo­den. An­dreas, zon­der wantrouwen, stelt Myrta op de hoogte van het kom­plot.

Op het overeengekomen uur komen de samengevan­gene om zich van zijn stilzwi­j­gen te verzek­eren.

De vol­gende dag gri­jpen er spe­len plaats in het cirkus en het volk, hoe langer hoe meer over­prik-keld, eis­cht dat de keiz­erin haar sluier zou oplichten. An­dreas, die zich op den eersten rang der toeschouw­ers bevindt, herkent Myrta en scheldt haai in ’t open­baar. Hij wordt op de plaats aange­houden en de Keizer, om een voor­beeld te stellen, beveelt zijn dadelijke terecht­stelling. On­danks zijn mis­pri­jzen en zijn scheld­wo­or­den, kan Theodora er niet toe besluiten An­dreas Ce ver­laten. Om hem te kun­nen red­den, ge­bruik mak­ende van een ver­war­ring, geeft zij het bevel de leeuwen op het volk los te laten.

De wilde dieren over­rompe­len het arena, en, in de her­rie die ontstaat, weet Theodora haar min­naar to ontvo­eren. Deze is gedurende zijn aan­houd­ing

Theodora, dochter van den be­waker der wilde dieren van het hip­po­d­room, won­der­lijk se­hoone en beko­rende vrouw, is een der hoogst aange­teek­end staande hof­damen van Byzan­tium. Ver­standig en ijverzuchtig, weet zij er toe te komen Jus­tini­aan, zoon van den Keizer te ver­lei­den en hem met haar te doen huwen Op het top­punt der grootheid gekomen, daar Jus­tini­aan op zijne beurt de troon van den machti­gen Keizer van het Oosten besti­jgt, heeft Theodora haar neigin­gen van hof­dame be­waard. Door eene vriendin uit vroegere dagen, die zij ver­heven heeft tot de rol van on­af­schei­d­bare vertrouwelinge, vergezeld, ver­laat zij eiken nacht het paleis, op avon­turen belust. Alzoo ont­moet zij An­dreas, jonge patriciër, waarop zij smoor­lijk verzweerderg aan hét Paleis. An­dreas ligt in hin­der­laag ter­wijl zijn vriend bin­nen de plaats dringt. Hij wordt on­mid­delijk gevat en gebon­den en Jus­tini­aan geeft het bevel hem op de pi­jn­bank te leggen om te weten te komen wie de man is, die heeft kun­nen ontsnap­pen.

Theodora, vreest door den gevan­gene, die meer­maals An­dreas en Myrta gedurende hun nachte'.ijke ont­moetin­gen heeft gezien, herk­end te wor­den. Zij vraagt daarom dat hij haar overgeleverd zou wor­den, zich er op beroepend dat zij door zachtheid de beken­te­nis zou ont­lokken waarin de beul miss­chien door folterin­gen niet zou gelukken. Jus­tini­aan stemt toe en ge­bruik mak­ende van den kor­ten tijd die haar toeges­taan wordt, doorsteekt zij den

gek­wetst gewor­den en het is gan­sch be­bloed dat zij hpm in de gevan­ge­nis van het paleis weervindt. Zij laat aan haar zoog­ster, een oude Egyp­tis­che heks, een toover­drank vra­gen die hem red­den moet; doch het is vergift dat de Egyp­tis­che zendt en An­dreas valt als neerge­b­lik­semd ten gronde.

Jus­tini­aan heeft veel zaken ger­aden; hij laat zich vergezeld van den beul, in de gevan­ge­nis gelei­den om hem of haar die An­dreas gered heeft te ver­wur­gen.

Zij vin­den de Keiz­erin neergestort op het lijk van den gevan­gene. Jus­tini­aan beveelt den beul zijn werk te doen.

Gau­mont, 11, Tim­mer­houtkade, Brus­sel.

Gine­manieuws­jes

UIT HET LAND DER ECHTSCHEI­DIN­GEN.

Over eeni­gen tijd werd Rudolph Valentino, geschei­den van J, Acker, en hertrouwd met de danseres Nas­tacha Ram­bova, wier ware naam Winifred Hud­nut, en dochter van een groot New-Yor-ker reuk­w­erk­fab­rikant is, beschuldigd van twee-wi­jverij en hij kon zie}) slechte red­den ten koste

van veel moeite. Een dergelijk feit komt zich nu te Hol­ly­wood, al­waar de echtschei­din­gen tuss­chen artis­ten zeer tal­rijk zijn, voor te doen. Frank Mayo, om Dag­mar Godowski te huwen, moest van Eleanor Joyce schei­den. Alles ging op­perbest.Maar nu on­langs komt Eleanor Joyce de vemiet­tig­ing der echtschei­d­ing te eis­chen op grond der volkomen eens­gezind­heid welke er tuss­chen haar en haar vroegere echtgenoot heer­schte. De be­wi­jzen ont­breken om deze laat­ste bij te staan. Frank Mayo. alzoo twee echtgenooten hebbende, zal, op straf van gevan­ge­nis, tuss­chen bei­den te kiezen hebben.

Eva Novak, de parte­naire van William Hart, komt te huwen met William Reed, een op­er­a­teur van Lasky.

Lew Cody zal kor­tel­ings J. Acker huwen, de eerste vrouw van Rudolphe Valentino.

Eliott Dex­ter, de geschei­den echtgenoot van Marie Doro, en de parte­naire van Mary Pick­ford, Ethel Clay­ton en Glo­ria Swan­son, gaat een dezer dagen terug hertrouwen.

En ein­delijk spreekt men te Hol­ly­wood van niets an­ders meer dan van het aanstaande huwelijk van Charley Chap­lin met Pola Negri.


“DE STORM”

De herten­jacht geëin­digd, heeft de wereld­sche Dave Stew­art, vol geestdrift over het landleven, er niet kun­nen toe besluiten naar New-York terug te keeren, en heeft zijn in­trek genomen in de fak-torij Saint Michael. Eeni­gen tijd later ont­moet hij de trap­per-houthakker Burr Wing­ton. Wel­haast zijn zij on­af­schei­d­baar. Et wan­neer Burr naar zijn kam­pje jaats Sylvester te Deep Val­ley trekt om er te over­win­teren, gaat Dave, als zijn vriend en ven­noot mede.

Zek­eren dag komen een fran­sche trap­per, doo­d­elijk gek­wetst, en zijne dochter Jean­nette de twee man­nen om on­der­stand vra­gen. Jacques weet dat hij nog maar enkele oogen­blikken te leven heeft, maar alvorens te ster­ven wil hij de zeker-.

heid hebben dat zijne dochter niet aan haar lot zal overge­laten wor­den, en hij smeekt zijn oude vriend Burr van over haar zorg te dra­gen en ze naar het klooster van O. L. Vrouw te lei­den.

In dien nacht doet de sneeuw zijne ver­schi­jn­ing; hij valt zoo dicht en zoo geweldig dat er een orkaan te vreezen valt. Nochtans besluit Burr van toch maar te vertrekken. En wan­neer zij, vol moeite, de door­gang, langs dewelke men alléén de Deep val­ley kan ver­laten, bereiken, barst de storm los, gaat over in sneeuw-tem­peest en eene reusachtige sneeuwla-wine ploft over den door­gang neder, dewelke zij verspert. Jean­nette, Dave en Burr zien zich nu tot de Lente in die vallei opges­loten.

Maar met Jean­nette is er een storm in de harten der'twee vrien­den opgesto­ken.

Met de tijd, die alles heelt, is de glim­lach op Jean­nette’s lip­pen terugge­keerd. Maar het lieve kind is er ver van te gis­sen dat deze glim­lach van de twee vrien­den twee vi­jan­den heeft gemaakt. Zij komt zoo pas in ’t leven!

Ieder men­sche­lijk schep­sel is een ver­schil­lend wezen voor diege­nen welke het bek­ijken.De reine Wing­ton, zag in Jean­nette het On­vergelijk­bare, te Eeuwige, diegene welke men verwacht en die nim­mer komt, maar diegene welke toch ein­delijk kwam, en Dave, de wereld­sche, de wellustige zag in haar niets meer dan eene mooie prooi, eene wel­ruik­ende te plukken bloem. Bij de ééne was het de liefde, bij de an­dere de drift... Het kon-fi­ikt dier twee ziel­stoe­s­tanden was vree-selijk. Jean­nette ver­nam dat zij er de oorzaak van was.

Hare droefheid was zóó groot dat de twee mededingers zulke vrees hebbende haar te ver­liezen, stilzwi­j­gend besloten van de veinz­erij eener goede kam­er­aad­schap te spe­len. En de glim­lach kwam wederom terug op de lip­pen van het reine kind.

Nochtans had het kon­flikt de oogen van Jean­nette geopend. Zij had haar hart it had haar geant-

Sce­nario van Lang­don Mac Comick

Film­regis­seur....​Reginald Barker

Eu­ropeesche be­w­erk­ing van

Daniel Jourda

Ver­tolk­ers

Jean­nette Fachard,. Vir­ginia Valli

Burr Wing­ton....​House Pe­ters

Dave Stew­art....​Matt Moore

Jacques Fachard .,. Josef Swickard

HISBE

MEUW­STRAAT, 68, BRUS­SEL

on­dervraagd en

woord dat het vol'van liefde voor Burr, vervuld was. Zij had hem lief, haren Eurr, met eene reine ge­ne­gen­heid, machtig, diep, on­wankel­baar, sinds hunne lip­pen zich in eenen reinen kus had­den ver-eenigd.

De haat tuss­chen de twee man­nen genaakt het top­punt.Het is tijd dat de eene of de an­dere de vallei ver­late. De gele­gen­heid doet zich voor; een brand breekt in ht woud uit en de lev­ens­mid­de­len ger­aken uit­geput. Het is noodig dat eene der mededingers naar Saint Michael ver-trekke. Het lot beslist en bevo­ordeelt Burr. Maar Dave weigert te vertrekken, voor­wen­dende dat hij de wegen in het woud niet kent, en ook om Jean­nette geen ver­driet te berokke­nen daar zij, be­weert hij, hem be­mint. En daar Burr tegen deze verk­lar­ing op­komt, stelt Dave hem voor van er hem het be­wijs van te lev­eren. Door een on waardig veinzen, en uit medeli­j­den, ontsteelt Dave aan Jean­nette een broed­er­lijke kus, welke Burr, van verre gezien, voor een liefdekus nemt. Hij is ten einde, zijn droom stort in, de afgod is dood! Hij vertrekt!...

Maar het vuur heeft de vallei bereikt, de door­gang versperd, en dwingt Burr van terug te keeren. De vlam­men loeien, de vu­ur­poel omvat de gan­sche vallei, en ce be­minde, on­danks alles, gaat omkomen, in­dien hij haar niet redt...

Jean­nette wordt gered, maar Dave, dcor een val­lende boom­stam gek­wetst, si in de vlam­men gebleven. Burr zijn moed slechts gehoor gevende, werpt zich terug in den vu­ur­poel en brengt zijn mededinger in vei­ligheid.

Op de kanoë van den In­di­aan Peter opgenomen, bevin­den alle vier, zich 's an­deren­daags, verre van het on­heil Dave draagt zijn arm in een ver­band, en droomt; Jean­nette wacht angstig het oogen­blik af dat Burr de zwach­tel, welke zijne door den rook ontsto­ken oogen be­dekt, afneme: zij wil de eerste zijn om de streel­ing van den blik van hem. die zij ve­r­af­goodt, op te van­gen...

Helaas! de blik van den be­minde gli­jdt vol on­ver­schil­ligheid over haar en

de zoozeer aanbe­den mond, opent zich niet om liefde­wo­or­den uit te laten, maar om het bevel te geven haar naar het klooster te lei­den.

Het ware gedaan ge­weest met hun geluk in­dien Dave zijne leu­gen niet kwam beken­nen.

De « storm » is geëin­digd. Nu is het de blauwe helder, oneindige hemel... En Peter is de dom­i­nee gaan ver­zoeken die twee vol­maakte ver­lief­den voor immer te vei binden.


CIN­E­MAW­ERELD »

Hoe ik aan Cin­ema ben gaan doen

door VIR­GINIA VALU

(Uni­ver­sal Star)

VIR­GINIA VALU ’7/îe STORM“

UN 1 VC ft SAU JEWCU

« De beste wijze om aan een kind dat­gene te laten ver­richten wat men juist wen­scht dat het zoude doen, is van het dat­gene te ver­bieden. In­dien de Muzen had­den samengez­woren om mij op het tooneel dol ver­zot te doen wor­den, had­den zij dit niet beter kun­nen be­w­erk­stel­li­gen. Mijne oud­ers keur­den het tooneel af en stelden geen be­lang in de cin­e­matografie.We­tende dat ik immer wen­schte van op de planken op te tre­den, dachten zij mij deze beko­rin­gen te ont­ne­men met mij naar een klooster te zen­den al­waar, ze o dachten zij, de studie en an­dere bezighe­den al mijn tijd in beslag zouden nemen.

» In the­o­rie was dit zeer wel, maar prak­tisch zou dit wel wat an­ders wor­den. In het klooster was de cin­ema natu­urlijk ver­bo­den. Met de aan ons ges­lacht herk­ende sti­jfhoofdigheid, wer­den ver­schei­dene onder ons, jonge meis­jes « cin­ema-gek », en deden het on­mo­gelijke om c.​nemati­jd­schriften machtig te wor­den, welke ’s avonds op onze slaapzaal, wan­neer de lichten gedoofd waren, met een za­k­lam­pje wer­den gelezen.

» Meer dan natu­urlijk was het dan ook dat het eerste welke ik ver­richtte na het klooster te Chicago ver­laten te hebben, was naar New-York te gaan, en er te tra­chten werk te zoeken in eene der tal­rijke Stu­dios te Fort Lee. Deze film­colo-nie, onder oog­punt van voort­brengst, bijna lev­ensloos zi­jnde, vertrok ik al­hoewel tegen mijn zin, terug naar Chicago, naar mi­j­nen haard.

De dag mi­jner aankomst, be­merkte ik eene reklame waar­door men tal­entvolle jonge meis­jes vroeg voor de «Mil­wau­kee Stock Com­pany ». Het is meer dan waarschi­jn­lijk dat ik zooveel tal­ent niet bezat als mij wel in­beeldde, maar ik was reusachtig goed be­gaaft met eene over­g­roote dosis « onbeschaamd­heid ». Ik bood .mij dus aan, en, eenige per­soon­lijke uitvin­din­gen over mijne on­dervin­d­ing, gan­sch in­ge­beeld natu­ulijk, uitkra­mende, werd ik aangenomen. Ik verbleef zes maan­den

bij deze maatschap­pij en kwam daar­door gan­sch op de hoogte der cin­e­makunst.

» Na dit korte ti­jd­perk had­den geene razende paar­den mij nog van de cin­ema-wereld kun­nen doen schei­den. Het seizoen geëin­digd, nam ik de eerste trein naar Hol­ly­wood, het aard­sch paradijs van iedere « cin­ema-gek ». Het oude hoe­fi­jzer was immer mijn tal­is­man. Wel­dra werd ik tot eerste plan­rol ver­heven. Ik draaide voor de Es­sanay, Metro, Fox en Gold­wyn.Toen kwam de groote kans, als hoof­drol in « De Storm ». En nu, na jaren van hoop en droomen, biedt men mij een « star » — kon­trakt aan bij de

HOUSE­_PE­TERS -

Het is niet al­ge­meen bek­end dat House Pe­ters een En­gelschman is. In 1880 werd hij te Bris­tol ge­boren maar leefde zeer kor­ten tijd in En­ge­land. Als kind week hij reeds uit naar Aus­tralië, en van daar naar Amerika al­waar hij, na eenige jaren tooneel­spel, zich op de film ging toe­leggen. De­gene welke slechts een paar (ogen­blikken met hem heeft omge­gaan, be­merkt aanstonds dat hij een En­gelsch-man is en nog steeds bleef.

Eenige maan­den gele­den, vertrok House Pe­ters terug naar Aus­tralië en ver­liet hij een ti­jd­wijl de film, daar per­soon­lijke l.​andelsza­ken zijne aan­wezigheid al­daar ver­reis­chten. '

Zijn eerste film draaide hij aan de zijde van Mary Pick­ford. Dit was «Bishop’s Car­riage». Zijn beste film denkt hij te zijn « The Great Di­vide » met Ethel Clay­ton.Hij verk­laart zelve in deze band een rekord ges­la­gen te hebben met er een echte baard in te dra­gen. Reeds menig­maal werd het feit vast­gesteld dat cin­ema artis­ten voor een zekere rol terugdeinzen, bi­zon­der­lijk dan, wan­neer hunne mooie per­soon­lijkheid in gevaar wordt ge­bracht, maar House Pe­ters was eene der eersten om die per­sonnlijkheid aan zijn te ver­tolken rol te of­feren.

Het is zijn eenig lev­ens­doel eens zijne eigene maatschap­pij te besturen, « goede fil­men met goede ver­tolk­ers » vóórt te

Uni­ver­sal. Waar­lijk, ben ik met den helm ge­boren ».

Vir­ginia Valli is in 1895 te Chicago ge­boren. Door hare stud­ies in hare ge­boortes­tad, ver­wierf zij een hoogeschool-diploma.

Vir­ginia Valli is eene zwartharige schoonheid met blauwe oogen.

Zij meet 1 m. 63.

Haar adres is:

bren­gen. Hij wil eene nieuwe richt­ing in de ver­houd­ing der «star» rollen in­slaan.

« In het (( star » sys­teem ligt er een zeker gevaar, verk­laart hij, en het is dit: Menige « stars » zijn bek­end om hunne per­soon­lijkheid, om hunne pri­vate bi­zon-cer­he­den, enz.; zij kun­nen mooi glim­lachen, maar zijn geene artis­ten. Bi­jgevolg is het glad ver­keerd hen met degelijke artis­ten te laten op­tre­den. Het re­sul­taat hi­er­van is « ar­mza­lige fil­men. Wan-reer ik éénmaal mijne eigene maatschap­pij zal bezit­ten, zal ik willen dat er slechts

bek­wame ver­tolk­ers en ver­tolk­sters aan mijne zijde op­tre­den. Een ander punt. Ik wil het be­w­erken dat een artist re­de­neert en dat hij niet tra­cht zijn regis­seur te over­schaduwen, waar ten slotte toch niets van komt en maar alleen­lijk aan de filmver­tolk­ing schaadt. »

De laat­ste film waarin hij in op­trad was «The Leop­ard Woman» met Louise Glaum als parte­naire. Hij heeft nu met Thomas H. Ince een kon­trakt afges­loten tot het draaien van « The Bronze Beil » naar de nov­elle van Louis Joseph Vance.

Zijn meester­film is echter «De Storm» met Vir­ginia Valli als parte­naire, band die hij voor de Uni­ver­sal draaide.

Zijn adres is:

House Pe­ters

Eq­uity Pic­tures Cor­po­ra­tion 33, West, 42nd- Street

New-York-City U. S. A.

Vir­ginia Valli

Uni­ver­sal Stu­dios Uni­ver­sal City (Cal­i­for­nia) U. S. A.

CIN­E­MAW­ERELD »

4 Ji Brieven­bus Cin­ema’s

La Garçonne. — Ce sont les loueurs de films qui font traduire les textes; cer­tains de ces tra­duc­teurs le croient suff­isant de n’em­ployer que le dic­tio­n­naire: d’où des tra­duc­tions stu­pides n’ayant pas de sens. Pour ce qui con­cerne l’em­ploi d’une langue, il ex­iste ici une triste men­talité, even­nimée par les querelles lin­guis­tiques; d’ac­cord avec votre opin­ion sur les sce­nario’s améri­cains. Cette ques­tion est à l’étude. Un grand merci pour vos souhaits.

(Het zijn de filmver­hu­ur­ders welke de tek­sten laten ver­talen; zekere ver­talers achten het vol­doende slechts het wo­or­den­boek te ge­bruiken, van­waar de gekke ver­talin­gen die geene be­teeke­nis hebben. Voor wat het ge­bruik eener taal be­treft er bestaat hier eene treurige geestes­gesteld­heid, vergiftigd door de taaltwisten; ’t akko­ord met uwe opinie over de Amerikaan­sche sce­nar­ios. Deze kwestie is ter studie. Besten dank voor uwe wen-schen.)

Per­lefine. — Harold Lloyd (Lui), adres: Hal E. Ranch Stu­dio, Cul­ver City (Cal.) U.-S. A.

Sapho. — 1° D. W. Grif­fith com­prend assez bien le français. (D. W. Grif­fith is de Fran­sche taal een weinig machtig.)

21 Que désiriez-vous savoir? (Wat wen­schte U te weten.)

3° D’ac­cord pour ce qui con­cerne ces récla­ma­tions in­jus­tifiées, (’t Akko­ord voor wat die on­gerecht­vaardigde klachten be­treft.)

Mor­gen­stond. — Wyn­d­ham Stand­ing, ta Lon­den ge­boren op 13 Au­gus­tus 1880; gehuwd, adres: c/o Ed. Small, 1493, Broad­way, New-York City (U.S.A.), treedt nog steeds in Gold­wyn­fil­men op.

Robbes & C°. — Besta nota van uw schri­jven genomen; ééne op­merk­ing: on­ver­mi­jdelijk is het dat het oordeel over de ware hoofd­ver­tolk­ers (-sters) moet ver­schillen; van lastig vallen geen kwestie. Welkom!

F. Boen. — Om hier cin­ema-artist te kun­nen wor­den moet men photq­ge­niek zijn, goed kun­nen mi-meeren, tal­ent bezit­ten en over veel geduld en eene goed voorziene beurs beschikken.

2° Antwo­or­den wor­den alléén door deze « Brieven­bus » ver­strekt.

Eva Novak. —- 1° Die artist was Am­letto Nov­elli.

2' Onze wed­stri­jd­film zal kor­tel­ings in al de cin­ema’s van Vlaam­sch België afgerold wor­den.

3’ Uw voors­tel is reeds ter studie ge­weest, doch om zekere re­de­nen werd er voor­loopig nog geen gevolg aan gegeven; we komen er echter op terug.

N.-B. — Ver­na­men met veel ge­noe­gen de ont vangst der photo’s van Mlle Madys.

Amaryl­lis. — 1° Rudolph Valentino’s fa­ther was an Ital­ian; him­self is a nat­u­ral­ized Amer­i­can; Adress; 7139 Hol­ly­wood Boul­vard, Los An­ge­les (Cal.) U.-S. A. (R. V.’s vader was een Ital­i­aan; hi­jzelf is een genat­u­raliseerd Amerikaap; adres).

2° Bryant Was­burn, adres: 7003 Haw­storme Av­enue, Hol­ly­wood (Cal). U.-S. A.

N.-B. —Never mind, you are also wel­come!

L. De Boeck. — 1° Betty Comp­son, adres: Lasky Stu­dios’s, 6284 Selma Av­enue Hol­ly­wood (Cal.) U.-S. A.

2? Gladys Wal­ton, adres: 456 South W’es­tern Av­enue, Los An­ge­les (Cal.) U.-S. A.

3° Viola Dana, adres: 7070 Frankin Av­enue, Los An­ge­les (Cal.) U.-S. A.

Cnockle. — Ip De over­g­roote meerder­heid der Duitsche fil­martis­ten ver­staan een duidelijk in de Vlaam­sche taal geschreven briei.

2° Dou­glas Fair­banks’ zoon­tje uit zijn eerste huwelijk is to­ev­ertrouwd aan zijne moeder Miss Betli Sully, en is tot nu toe in geen enkele film opge­tre­den.

3° Geral­dine Far­rar was gehuwd met haren parte­naire en later regis­seur Lou Tel­le­gan, doch zijn reeds sinds eenige maan­den'geschei­den; gelooven dat hun huwlijk kinder­loos bleef.

N.-B. — Een groet aan St-Niklaas terug!

Muguette. — 1° De rol van Gins­berg in « Hu­moresque » werd ver­tolkt, als kind, door Miriam Bat. tista, ils meisje door Alma Rubens. Leo Kan­tor was Dore Ivid­son.

2° De rol van Lot­tie uit « Klav­eren 7 » werd ver­tolkt door Jacque­line Arly, en de rol van Mme Malet, de moeder van Lawrence in «L’Aiglonne», werd ver­tolkt door Mme Sey­mon.

3° De hoof­drol in « De Straat der Droomen », Gypsy Fair, werd ver­tolkt door Carol Demp­ster.

Alice. — 1° Bettv Blvthe spreekt men uit « Betti Blijr, ».

Al de ver­tolk­ers van « Hu­moresque » waren van jood­sche afkomst.

TP Julia Faye, adres: Lasky Stu­dio, 6284 Selma Av­enue, Hol­ly­wood (Cal.) U.-S. A.

J. T. — De rol van lui­tenant de Saint-Avit in « l’At­lantide » werd ver­tolkt door Georges Mel­chior en is dezelfde artist niet welke de rol van Vladimir in « Fe­dora » ver­tolkte.

Mimi Soleil. — 1° Dans « Un drame en Cal­i­fornie » le rôle prin­ci­pal était in­terprêté par Carmel Myers; com­prend pas le français; adresse: 5721,

Carl­ton Way, Holy­wood (Cal.) U.-S. A. (In « Een Drama in Cal­i­fornie » werd de hoodrol ver­tolkt door Carmel Myers; is de fran­sche taal niet machtig; adres....)

2° Frank Mayo ne com­prend pas le français;adres-se: 7018, Frankin Av­enue, Los An­ge­les (Cal.) U.-S. A. (F. M. is de fran­sche taal niet machtig, adres...)

3° Wal­lace Reid non plus ne com­prend le français. (W. R. is ook de fran­sche taal niet machtig.).

N.-B. — Nous procurons des ren­seigne­ments sur n’im­porte quelle per­son­nalité du cinéma. Wij ver­schaf­fen in­lichtin­gen over gelijk welke einemaper-soc­n­lijkheid.)

Het Modis­tje. — 1° Alla Naz­i­mova is de ware naam dezer artiste, adres: 6124 Car­los Av­enue, Los An­ge­les (Cal.) U.-S. A.

2» Régine Du­mien is in 1915 ge­boren; adres: 197 Av­enue du Maine, Paris.

3° «Twintig Jaar later», het ver­volg op «De drie Mus­ketiers », zal reeds kor­tel­ings in de Cin­ema Pathé al­hier afgerold wor­den.

Iris. — 1° Betty Comp­son, James Kirk­wood, Her­bert Rawl­in­son en Hedda Ver­non zen­den hunne photo.

2° Zendt zijne photo; adres: Play­ers’ Club, New-York (U.-S. A.).

3 Emory John­son; adres: 1834 El Cer­rita Place, Hol­ly­wood (Cal.) U.-S. A. Denken wel dat hij zijne photo zal zen­den.

N.-B. — Welkom! Houdt ons op de hoogte voor wat de pho­tos be­treft.

Darel. — 1° Een dergelijke pri­jskamp is ter studie.

2° De Amerikaan­sche film « In den Wervel­storm » wordt ver­tolkt door Carol Demp­ster en Richard Barthelmess.

3° Ónmo­gelijk op voor­hand te zeggen.

Zorro. — « Een Mil­lioen » is een Duitsche film en wordt ver­tolkt door Max Roberty en Helga Molan­der.

T. G. P. Jr. — We zeg­den het reeds in ons vorig num­mer en we her­halen het: dat de opinies over ds hoof­drollen, bij het pub­liek, zeer uiteen­locpen.

2° Hier hebt u denke­lijk slecht gelezen: in « De Snel­hei­ds­duivel » werd de rol van Jim Walden ver­tolkt door Wal­lace Reid en de « rol » van Dorothy Walden door Ann Lit­tle. — ’t Akko­ord?

3' Ver­tolkte de rol van poli­tieagent.

N.-B. — Voor wat de num­mers aan­be­langt, werd het geval den bevoeg­den di­enst overge­maakt.

Getrouwe Lezer. —- Flora Le Bre­ton, adres: 0/o Room 53, The Fleet­way House, Far­ring­don Street, Lon­don E. O. 4.

N.-B. — Verne­men met ge­noe­gen de ont­vangst der photo’s van Henny Porten en Mary Pick­ford. Ho­eveel photo’s hebt u dan al wel?

Vroolijke Trio. — 1° Mar­ion Davies, adjes: Cos­mopoli­tan Pro­duc­tions, 127th Street, en 2nd av­enue New-York City (U.-S. A.).

2- Seena Owen, geschei­den van George Walsh; nog onge­huwd; rond de 26 jaar; zelfde adres als Mar­ion Davies.

3° Lil­ian Gish is op 1 Ok­to­ber 1896 ge­boren; adres: Grif­fith Stu­dio, Ma­maro­neck New-York

Bomberen Ghis­lain. — F De rolverdeel­ing van dien film werd niet gegeven.

2° De voor­naam­ste man­nelijke artis­ten der Mack-Sen­net-kluchten zijn Ben Turpin (die scheel ziet), Charley Mur­ray (die een bokke­baardjo draagt) en Billy Bevan (die net een dronken Chi­nees lijkt).

31- Miss­chien zullen we « Robin Hoot », van Dou­glas Fair­banks, hjer op ’t laat­ste van ’t vol­gend jaar te zien kri­j­gen.

N.-B, — Uw voors­tel werd reeds bestudeerd, doch er werd om zekere re­de­nen niet op in­ge­gaan.

Toine is Toine. — 1° Gladys Brock­well, adres: Fox Stu­dios, 1401 West­ern Av­enue, Los An­ge­les (Cal.) U.-S. A.

2° Vi­vian Mar­tin, adres: Gold­wyn Stu­dios, Cul­ver City (Cal.) U.-S. A.

3° Emmy Lynn, adres: c/o 3, rue Ro­croy, Paris.

N.-B. — Verne­men met ge­noe­gen de ont­vangst der photo’s van Viola Dana en Alice Brady.

Mario Cor. — 1“ Nog niet.

2° Ben Turpin, adres: 5560 Santa Mon­ica Boul­vard, Los An­ge­les (Cal.) U.-S. A.

N.-B. — Doet ons ge­noe­gen -dat u de photo van Harold Lloyd ontv­ingt en dat u hem over ons blad gesen­reven hebt. -

Klakske. — Brief ont­van­gen, nemen er goed nota van.

Fan­tomas. — 1» Agnès Ayres is Amerikaan­sche. adres: Lasky Stu­dio, 6284 Selma Av­enue, Hol­ly­wood fOal.) U.-S. A.

2° Elmire Vau­thier, adres: 17, rue Vic­tor Massé, Paris.

3° Almi­rante Manzini is de ware naam dezer artiste; Ttal­i­aan­sche; adres: Itala Film. Vi­colo Pa ricli, Villino Franchetti, Rome.

N.-B. — Zal de ruzie nu geëin­digd zijn?

John Roe». — 1° De truk van die bloem­knop die men ziet groeien, in de film « Kismet », gebeurt als vólgt: men heeft eerst de knop. en neemt er

it it

eene op­name van; men stopt, neemt de knop weg en zet er een an­dere in de plaats die wat grooter is dan de eerste; men neemt dan weer eene op­name, en zoo het gan­sche be­wuste tooneel voorts; het afrol­len der aldus opgenomen zichten zal den in­druk weergeven dat meoi die bloem­knop ziet groeien.

2e Deze film werd in Cal­i­fornië opgenomen; de zichten van het Paleis, der Moskee, in het stu­dio.

3° Gebeurt met alkool of ben­gaalsch- vuur.

Pipke. — 1° Wheeler Oak­man, adres: 5611 Holly . wood Boul­vard, Los An­ge­les (Car.) U.-S. A.

2° Lon Chaney, ge­boren op 1 April 1883, adres: 1575 Edge­mont at Hol­ly­wood (Cal.) U.-S. A.

3° Jane Ro­lette, adres: C/o Stu­dios Gau­mont, 53, rue de la Vil­lette, Paris.

3 Mus­ketiers. — 1° Mary Pick­ford en Dou­glas F’air­banks hebben natu­urlijk als man en vrouw het­zelfde adres.

2° Dit is wat veel gevraagd hoor, en daar zullen de artis­ten wel nooit in toestem­men.

Buck. — 1° Georges Larkin is in 1890 ge­boren; adres: c/o Ed. Small, 1493 Broad­way New-York City (U.-S. A.).

2° Jacque­line Forzane, rond de 30 jaar oud: adres: c/o rue Ro­croy, 3, Paris.

3° Zelfde antwo­ord als voor vraag n° 2 aan T G. P. Jr.

K luchtzangers. — 1“ Fatty (Roscoë Ar­buckle) is o,p 23 Maart 1>387 ge­boren; op reis in Japan.

2° Een brief van 20 gram voor het buiten­land hoeft 0.50 fr. port.

3r Clara Wieth, rond de 30 jaar oud; Deen­sche; adres: Nordisk Film, 45 Vimelka­ftet, Kopen­hagen (Den­e­marken).

Dactylo. — In dit tooneel waren de ver­tolk­ers aan onzicht­bare draden gebon­den, waarmede zij dan opgetrokken wer­den en na­dien z.g. rond­vlo­gen.

Nemo.

Cin­e­manieuws­jes

William S. Hart, schri­jver. — De beroemde cow­boys­tar heeft een boek uit­gegeven zi­jnde de lev­ens­geschiede­nis van zijn trouwe gezel « Pinto », • het paard dat zijne avon­tu­urlijke fil­men heeft meege­maakt. Het in­ter­res­sante is dat hij het schran­dere dier zelf zijn leven laat vertellen. Het boek is opgeluis­terd met vele il­lus­traties en het is getiteld:

« Told under a White Oak Tree ».

Een nieuwe episo­den­film. — Pearl White werkt

voor Pathé aan een nieuwe episo­den­film, getiteld:

« Plun­der » (Rooverij). Vele schouw­burgbestu­ur­ders zouden haar gaarne verbinden voor het gespro­ken tooneel, maar haar antwo­ord is telkens, dat zij geen tijd heeft om zich met een nieuw kon­trakt bezig te houden.

DE ONGEVALLEN BIJ HET FII.​MDRAAIEN.

Anna Q. Nill­son, de ver­tolk­ster van «De Reis om de wereld van een Ier­ache straatjon­gen» is ern­stig gek­wetst gewor­den. Ter­wijl zij eene bran­dramp draaide, vat­ten heure haren vuur en de artiste werd wreede­bjk aan het gelaat ver­brand.

Irene Cas­tle, de ver­tolk­ster van « Een man....

eene vrouw», deed een ern­stige val van haar paard toen zij zich voor een nieuwe film aan ’t oe­fe­nen was.

Ruth Roland, de heldin van zoovele episo­den­fil­men ligt op ’t oogen­blik in het gasthuis al­waar zij half­dood werd ge­bracht, na bijna eene mijl door den Stillen Oceaan medegesleurd te zijn, aan hec eind van een touw, dat uit een vlieg­tuig hang-de. Zij moest van uit een mo­tor­boot door het vlieg­tuig gered wor­den. Het tooneel mis­lukte en het gevolg was een on­geluk. Reeds vroeger was Ruth Roland ern­stig ver­brand gewor­den.

Monte Blue, in­s­gelijks overk­wam een ongeval dat ern­stige gevol­gen na zich had kun­nen slepen. Hij was aan een paard vast­ge­bon­den dat hem over den grond moest trekken. Op zeker oogen­blik sloeg het dier op hol en het had reeds een eindje weg afgelegd alvorens men het tot staan kop bren­gen.Gelukkiglijk ver­liep alles ten koste van eenige builen, schram­men en gescheurde kleed­eren.

Ses­sue Haÿakawa en zijne echtgenoote Tsuru Aoki, komen in Japan hunne verlofda­gen dooi' te bren­gen. Zij zijn door hunne landgenooten, alles be­halve vrien­delijk on­thaald gewor­den. Dezen ver­weten den artist zijn rol in «For­fai­ture» en de tal­rijke on­sym­pa­thieke rollen die hij ver­tolkte. Zelfs wilde men hem steeni­gen en dreigde men hem met gevan­ge­nis. Om aan de volkswoede te ontsnap­pen, moesten Ses­sue Hayakawa en Tsuru Aoki langs eene ach­ter­deur van het hotel op be­dekte wijze ontsnap­pen en zich aan boord van den paket­boot «Shingo Maru» ver­ber­gen.


« CIN­E­MAW­ERELD »

De Ver­bor­gen­heden & & & & van Par­ijs

(Les Mystères de Paris)

Groot Avon­toren-drama naar het beroemde werk

van Eugène Sue, en naar den film der Phocéa.

. Vlaam­sche be­w­erk­ing van Ed. Neorg.

(6e Ver­volg.)

Hij leefde daar.​zeer een­voudig; gewikkeld in zijn kamer­rok, na een klein maal genut­tigd te hebben, verdiepte hij zich in de lez­ing zi­jner dag­bladen. Over­liep hij wel degelijk de ar­tikels waarop zijne, oogen gericht waren?... Voor hem ver­scheen een heer­lijk maar tevens smartelijk vi­sioen. De prins zag voor hem het weemoedig gelaat van Fleur-de-Marie... Het hoofd op de borst la­tende za­kken gaf hij zich over aan eene lang­durige mi­jmer­ing.

Op het­zelfde uur, in eene der groote heeren­huizen van het Faubourg Saint-Ger­main, de of­fi­cieels res­i­den­tie van Prins Rodolphe, was Murph, gezeten in een prachtig salon; hij was verdiept in het verzege­len van ver­schil­lende brieven.

Een deur­waarder, in ’t zwart gek­leed en met zil­v­eren ket­ting om den hals, opende de deuren:

« Zijne Ex­cel­len­tie Mr de baron de G raun! » Murph, zon­der zijn ar­beid te on­der­breken, groette den bin­nenkomende.

« Mi­jn­heer de za­akge­lastigde, gelief u te ver­war-, men, ik ben oogen­blikke­lijk tot uwen di­enst. »

« Mi­jn­heer de sekre­taris, tot uwe beve­len! » antwo­ordde de an­dere hartelijk.

De baron was omtrent 50 jaren oud, zijne trekkei. ver­rieden spoedig den edel­man. Hij legde zijn hoed op een zetel en plaat­ste zich bij het vuur.

« Zijne Konin­klijke Hoogheid heeft zeker een gedeelte van den nacht gew­erkt? » vroeg hij. « Uwe ko­r­re­spon­den­tie doet mij zulks veron­der­stellen. »

« Gij hebt gelijk, baron. Mon­seigneur is laat gaan slapen... Maar zeg mij, is er n->g niets uit­gelekt aan­gaande onze geheimzin­nige avon­turen? »

« Nie­mand, be­halve de gravin en haar broeder, weten er iets van, maar deze hebben er geen be­lang bij zijn geheim te ver­raden. »

« Ah, mijn waarde baron » zuchtte Murph,

« welk on­geluk dat deze vervloekte Sarah Sey­ton op het oogen­blik we­duwe is. Een weinig na den dood van dit on­gelukkig kind is zij getrouwd... Mon­seigneur be­weent nog al­tijd zijn dochtertje dat nu bijna 17 jaren oud moest zijn... »

« Maar denkt gij werke­lijk dat do Gravin op­nieuw droomt... »

« Ik denk het niet, ik ben er zeker van » antwo­ordde Murph.... « Oh, deze vrouw is tot alles in staat; er zijn soms oogen­blikken dat ik bevreest voor haar ben. »

Gedurende dit gesprek had Rodolphe, in zijne kleine won­ing, spoedig zijne werk­man­skleed­eren aangetrokken en was haastig naar het «Tapis-Franc» geto­gen al­waar mama Ponisse hem zegde dat de vorige avond, na zijn vertrek, men naar kern gevraagd had.

« Ik kom voor Fleur-de-Marie » zegde ij.

« Om haar naar den buiten te vo­eren!»

Hij be­taalde al de schulden van het arme meisje, over­won de tegen­stand der wolvin met goud en verkreeg dat men de kleine ging ver­wit­ti­gen. Vijf minuten later, bleek van aan­doen­ing, was Fleur-de-Marie bij Rodolphe.

« Wilt gij mij vergezellen? » vroeg de Prins.

« Oh ja, in­dien de bazin het toes­taat. »

Deze knikte beves­ti­gend en vol on­troer­ing ver­liet zij de plaats.

« Maar... gij geeft mij den arm » zegde het meisje.

« Welnu? »

« Gij zijt werk­man, in­dien ie­mand u met mij ziet zou men wellicht uwen baas kun­nen ver­wit­ti­gen waaron­der gij zoudt kun­nen li­j­den. »

« Oh, vreest niets » zegde Rodolphe getrof­fen door deze fi­jngevoe­ligheid. « Daar­bij, wij gaan een ri­j­tuig nemen op de Quai aux Fleurs... Is het u gelijk naar welken buiten wij gaan? »,

« Oh ja, mi­jn­heer Rodolphe, als het maar den buiten is... Kunt gij gelooven dat het meer dan zes weken gele­den is dat ik niet verder ben ge­weest dan de Bloe­men­markt? »

« En wan­neer gij daar ging was het om bloe­men Ie koopen? »

« Oh neen, want ik had geen geld. Het was enkel om de bloe­men te zien, hun geur in te ade­men... Ver­beeldt u, mi­jn­heer Rodolphe, eens heeft de wolvin mij een kleine roze­laar gegeven; maar in de cité is de lucht zoo onge­zond en op twee dagen tijd waren mijne bloe­men dood... Wat heb ik daarover

Onze Ciné»Ro­mans

een ver­driet gehad... Deze roze­laar bracht een licht­straal in mijn donker leven, daarom was mijn hartzeer bij zijn dood dubbel groot... Meer­maals heb ik voor de Seine ges­taan maar dan be­dacht ik dat ik nog zoo jong was... zestien... en ik zegde bij mij zelve: wie weet... »

« Wan­neer gij dit zeide dan hooptet gij? »

« En wat hooptet gij? »

« Eene goede ziel te vin­den welke mij werk zou ver­schaf­fen... Rodolphe en Goualeuse kwa­men aan de Quai aux Fleurs, waar een ri­j­tuig hen wachtte. Hij deed het meisje in­stap­pen en zegde tegen den koet­sier: « Naar Saint-De­nis! »

Het ri­j­tuig vertrok; er was geen wolkje aan den hemel en de zon scheen heer­lijk. Naar­mate de wan­del­ing vorderde, ging Rodolphe voort met vra­gen: « Zijt ge niet ver­geten wat Chou­ette gis­ter zegde: Of ge niet tevre­den zoudt zijn uwe oud­ers terug te vin­den? »

« Helaas, mi­jn­heer Rodolphe, als mijne oud­ers mij niet be­mind hebben, waar­toe goed hen weer te zien en zoo ze mij wel be­minnen welke schande voor hen zulk een kind te vin­den! »

Op dit oogen­blik kwa­men zij nabij Saint-Ouen, aan het kruis­punt der wegen Saint-De­nis en de la Révolte. Ni­et­te­gen­staande de een­za­amheid van het land­schap ver­gat Fleur-de-Marie, bij het zien er van, al hare droeve gedachten, boog zich buiten het poortier, klopte in de han­den en riep uit:

« Oh, mi­jn­heer Rodolphe, welk geluk!... Niets dan velden en gras!... Willen wij uit­sti­j­gen?... Ik loop zoo gaarne in het gras!... »

« Koet­sier, houdt stil!... Loop mijn kind!... » Rodolphe en Goualeuse gaven elkaar de hand en gaven zich over een ti­jdje door de velden te loopen. De b'.eeke kleur op het gelaat van het meisje verd­ween sti­laan en spoedig moesten zij halt houden daar zij deze oe­fen­ing niet gewoon was. Hare vreugde was onbeschri­jf­baar en met kinder­lijke on­schuld pre­v­elde zij:

« Wat is God goed ons zulk een se­hoone dag te geven. »

Plot­sel­ing richtte zich een man voor hen op en schoot in een schater­lach. Goualeuse week angstig achteruit Het was Chourineur.

« Wees niet bevreesd, mijn kind » zegde deze. « Zeg, mi­jn­heer Rodolphe, op dezo ont­moet­ing waart ge niet voor­bereid hé? »

« Wat doet gij hier? » vroeg Rodolphe ver­rast.

« Ik lag in het gras om u te zien, meester... Maar duivel, we!k to­e­val dat ge juist in de nabi­jheid mi­jner villa komt! »

« Maar .nog­maals wat doet ge hier? »

« Dit zult ge dadelijk weten; een oogen­blik!... » En Chourineur liep naar het ri­j­tuig, klom er op en wierp een blik over de vlakte; daarna kwam hij terug bij Rodolphe.

« Maar wat be­teekent dit alles? » vroeg deze.

« Geduld, geduld, meester!... Welk uur is het nu? »

« Half een! » antwo­ordde Rodolphe.

« Goed, dan hebben wij nog een half uur tijd. » Daarop begon Chourineur de gan­sche geschiede­nis te vertellen van den vorigen avond

« En ziedaar » ver­vol­gde deze, « hoe ik hier in hin­der­laag gele­gen heb om op de een of an­dere manier u te helpen... Maar 2000 franken willen geven om u iets te doen, mi­jn­heer Rodolphe, wie zijt gij dan? »

« Dit is doo­d­een­voudig: Ik heb een nieuw model van waaier uit­gevon­den in ivoor en nu willen deze per­so­nen mij dit geheim on­trukken. Deze zijn groote fab­rikan­ten. »

Deze uit­leg beviel Chourineur daar dezes geest niet al to zeer on­twikkeld was.

« Ik dank u zeer » ver­vol­gde Rodolphe, « gij hebt mij waar­lijk een groote di­enst be­wezen waar­voor ik u de een of an­dere dag mijne erken­telijkheid zal be­wi­jzen... En wat zult gij nu verder doen? »

« Chou­ette afwachten en haar be­talen voor den tand welke zij Goualeuse getrokken heeft! »

« Neen, mijn vriend, ik weet beter: Belet haar te spreken met de verwachte per­soon en geef haai ren­dez-vous met de Maître d’école voor mor­gen zeer \roeg... En dezen avond kom mij vin­den om zes uui op den hoek van de Champs-Ëysées en de Allée aux Veuves, daar zal ik u de rest med­edee­len! » Op dit oogen­blik sprong Chourineur op.

« Opgepast, ik zie in de verte de witte muts van Chou­ette. Zon­der u te beve­len, Mr Rodolphe, vertrek spoedig! Ik zal u om zes uur komen vin­den! » Rodolphe ver­wi­jderde zich met Fleur-de-Marie. Hij merkte op dat het meisje droe­vig scheen.

« Wat scheelt u, Fleur-de-Marie? »

« Het ver­driet mij dat deze dag zoo spoedig zal eindi­gen. »

« Bah, men kan niet weten... Hebt gij er nooit aan ged­roomd, lFeur-de-Marie, van eens in een schoon kas­teel te wonen? »

« Vroeger, ja, wan­neer ik in het ver­be­teri­ugshuis was; maar gij, mi­jn­heer Rodolphe, hebt gij daai ooit aan gedacht? »

« Zeker, meer dan eens..; Maar kijk, welk een schilder­achtig dorp... er vloeit eene riv­ier... ten einde het dorp ziet men eene hoeve... aan de eene zijde is een boom­gaard en aan de an­dere zijde een hof met aller­lei bloe­men. In de hoeve heeft men eene groote keuken voor de be­won­ers en eene eet­zaal vom- de meesteres... »

« Oh, mi­jn­heer Rodolphe, op zulk eene hovee moet het aan­ge­naam zijn. »

« Welnu, lief kind, wij gaan naar de hoeve; gij zult er uw in­trek nemen; de meesteres zal uwe tante zijn... »

« Oh, dat moet eene goede dame zijn? » vroeg Fleur-de-Marie.

« Zij zal u be­minnen als eene moed­erf en gij moet haar ook liefhebben. »

« Oh ja, ik zal haar be­minnen! » riep het meisje vol verukking de han­den vouwende en de oogen ten hemel slaande. « Ik zal werken, ik zal naaien, het lin­nen was­so­hen, in een woord ik zal mede het huishouden doen! »

« Een oogen­blik, Fleur-de-Marie, wij zijn nog niet aan de hoeve... Uwe kamer is op het eerste verdiep... »

« Mijne kamer?... Welk geluk! » en het kind drong zich tegen Rodolphe aan, nieuws­gierig de oogen open ges­perd.

« Uwe kamer heeft twee ven­sters uitzicht gevende op den bloe­men­hof en op eene weide waarin drie koeien grazen. De weide is geschei­den van den hof door eene door­nen­haag. Wat verder ziet men de dorp­storen. »

« Onder de koeien zal er eene mijne lievelinge zijn, ni­et­waar mi­jn­heer Rodolphe? Ik zal haar klok­jes omhangen en ze uit mijne hand laten eten! »

« Ja, zij is heel wit en heet Musette... Uwe kamer zal schoon gemeubeld zijn en elke mor­gend zult gij er versehe bloe­men vin­den... »

« Oh, mi­jn­heer Rodolphe, wat zijt gij een goed schilder. »

« Luis­ter nu hoe gij den dag zult door­bren­gen: Uwe tante zal u komen wekken en u eene warme tas melk bren­gen daar uwe borst zeer zwak is. Gij maakt eene wan­del­ing, bêzoekt Musette, de kiekens, de duiven en de bloe­men... Om negen uur komt uwe leer­meester... »

« Mijn leer­meester? »

« Ja... gij moet leeren lezen> schri­jven en reke­nen om uwe tante te helpen. Na uwe les gaat gij met haar eene wan­del­ing doen in de velden en de land­bouw­ers be­zoeken. Bij het vallen van den avond en na het avond­maal gaat gij u bij het vuur zétten en gezel­lig met de lieden van de hoeve kouten. Om 10 uren gaat gij naar het bed toe en de vol­gende dag her­be­gint gij... »

Rodolphe bezag Goualeuse; het arme kind weende, een oogen­blik geloofde zij al wat Rodolphe zegde maar nu kwam de droeve werke­lijkheid haar terug voor den geest....

« Fleur-de-Marie, waarom weent gij? »

« Oh, mi­jn­heer Rodolphe, zon­der het te willen, hebt gij mij ver­driet gedaan. Een oogen­blik heb ik aan dit paradijs kun­nen gelooven. »

« Maar, lief kind, dit paradijs bestaat... Koet­sier, houdt stil!... Kom, meisje, wij zijn er... »

Het ri­j­tuig hield stil... Zij stapten uit... Goualeuse was een en al ver­baz­ing... De gan­sche beschri­jv­ing van Rodolphe on­trolde zich voor hare oogen... niets ont­brak... zij waren aan de hoeve.

« Maar, mi­jn­heer Rodolphe, ik ben bang... is dat alles geen droom? »

« Neen, mijn kind, de meesteres dezer hoeve is mijne voed­ster, ik heb haar geschreven dat wij kwa­men. »

Deze hoeve was gele­gen buiten het dorp Bouque-val, eene zeer kleine gemeente. Eéne vrouw van ongeveer vi­jftig jaren, met eene weemoedige uit­drukking op het gelaat, zeer net­jes gck!#ed, kwam hen te gemoet.

« Goe­dendag, madame Georges, ge ziet wij zijn op tijd. » Dan .zich tot den koet­sier wen­dende en hem geld gevende zegde hij: « Gij kunt naar Par­ijs terug keeren. »

Fleur-de-Marie bezag beurtel­ings Rodolphe en dan madame Georges; nog kon zij het niet gelooven.

« Oh! mi­in­heer Rodolphe! Welk geluk! Ik moet niet meer naar Par­ijs terug keeren? »

« Lief kind, gij gaat hier bli­jven wonen, Madame Georges zal u ver­zor­gen alsof gij haar kind waart, zij zal voor uwe tante door­gaan. »

Fleur-de-Marie viel voor Rodolphe op hare knieën, greep zijne han­den en stamelde: « Oh, mi­jn­heer Rodolphe, gij zijt waar­lijk een engel van God gezon­den om eene on­bek­ende aan de schande en el­lende te ont­trekken! »

(Wordt voort­gezet,)

Ménagères ex­igez de vos épiciers:

La moutarde Ch. Yan­do­eren

Le vinai­gre Ch. Yan­do­eren

L’huile d'Oi­ives Ch. Yan­do­eren

Pro­duits appréciés par tous les gourmets

Crown Lemon­ade

Made of

pure cane sugar and fruit aro­mas

FRANS PAUWELS

Chaussée d’An­vers, 186 - - HOBO­KEN

Specu­loos PHŒNIX

PHOENIX ll Le meilleur

AN­VERS Sa

SPECU­LOOS Goûtez-ie

Bredasche Ont­bi­jtkoek

G A Van Baarle van Pelt

FAB­RIC

OPOr RICHT IN I ÛG5

Vinçottes­traat, 10-18, BORG­ER­HOUT

Soc. An. Etab­lisse­ments In­dus­triels

.. LOUIS PITZ ..

- —1 — Téléphone 1294 -

SAVONS

« 80LO » mou en ou­velles.

NO­ORD­STAR en bottes en briques.

MAR­SEILLE en bar­res.

I QUICK TOI­LETTE », savon de toi­lette.

MON BIJOU, savon de toi­lette, t QUICK », à raser en sticks.

< QUICK >, poudre à raser.

Savons on poudres, liq­uides, pail­lettes.

Soleil Lev­ant Films

Verwacht:

Het wereld­beroemde Drama

De Tooneel­speler des Keiz­ers

Rijke tooneelschikking A A A Buiten-Reeks­film


I BANK CREDIT POP­U­LAIRE 1

Samen­wAfk­ende Maalschap­pil - - Stat­fe­pleln, 2-3

ANTWER­PEN MBÜM

Alle Bankver­han­de­li­nen f

L »:!'?sn cp sia-.​UirScn en an­dere waar­den

Aankoop en verkoop van Pub­lieke fond­sen en an­dere waar­den

Cheks op alle lan­den - Hy­potheken

Kredi­etooenir­gen. Voorschot­ten op koop­waren

GELOFLAATSIN­GEN

Loopende reken­ing....3.50° „

Spaarkas.... . 4.00„

PLAATSIN­GEN OP TER­MIJN: van 4.25 lol 6o'o in­trest ’s jaars vol­gens ter­mijn

BRAND­KOF­FERS VAN AF IO Fr. ’S JAARS

Buroe­len open van 9 tot 12 en van 2i/i tot 6 uur