Benett alzoo aan den film bracht.
Alice Joyce was een telefoonjuffer; zij werd opgemerkt door een cameraman welke haar aanbevool aan een der bestuurders van de maatschappij Kalem, welke haar een kans gaf tusschen de figuratie. Het zonderlinge in haar geschiedenis...Haar wanhoopskreet werd dadelijk gevolgd door een vreugdekreet. Verbaasd draaide de gunsteling des Konings zich om; voor hem stond de man, den degen in de hand, welke...door uw lichaam te drij-van.... Jocelyne, mijn schat, spoedig, neemt uw
mantel en ga aan dek, een sloep wacht ons....
Wat u betreft, mijnheer, u moet ik medenemen . . .