Programma van 17 tot 21 juni 1923



Brochure

Bron: FelixArchief nr. 1968#451

Deze tekst werd automatisch gegenereerd op basis van gescande pagina’s met OCR-software. Door de diverse historische lettertypes gebeurde dat niet altijd foutloos.

Toon alleen de facsimile’s van dit programma


15 Juni 1923.

HÉLÈNE DARLY


CI­NE­MA­WE­RELD »

AAN DE PHOTOLIEFH EB­BERS

Wij ont­van­gen van de lieve en zoo graag­ge­zie­ne fran­sche film­ac­tri­ce Ge­ne­viève Félix,, een schrij­ven, ons ver­zoe­ken­de aan onze le­ze­res­sen en le­zers te wil­len me­de­dee­len dat, ten­ge­vol­ge der immer groo­ter wor­den­de on­kos­ten, zij in de toe­komst slechts zal kun­nen vol­doen aan de vra­gen die haar van de ver­eisch­te on­kos­ten zul­len dek­ken.

Hier­on­der druk­ken wij het be­wust schrij­ven af: (Ver­ta­ling)

Paris, 7 juin 1923.

Mon­si­eur le Di­rec­teur,

Je reçois quan­tité de let­tres de Bel­gi­que, pro­ve­nant d’ama­teurs de cinéma. Croy­ez bien que je suis très touchée d’avoir tant de sym­pa­thies chez nos bons amis bel­ges. Beau­coup sol­li­ci­tent un envoi de pho­to­grap­hie, je me suis tou­jours ef­forcée de sa­tis­fai­re aux de­man­des que'je reçois, mais au­jourd’hui, je ne peux plus suf­fire à con­ten­ter tant de sol­li­ci­teurs.

Les ar­tis­tes françaises sont très loin de tou­cher les énor­mes . ap­poin­te­ments des

Je reçois, d’un peu par­tout, en­vi­ron 350 à 400 de­man­des par mois, et chaque envoi me re­vient à 1.50 et 2.- fr. Je vais me trou­ver dans l’qbli­ga­ti­on de ne répond­re -qu’aux de­man­des qui me cou­vriront des frais, c’est, du reste, ce que font tous mes ca­ma­ra­des français.

Je vous se­rais très re­con­nais­san­te, Mon­si­eur le Di­rec­teur, si votre jour­nal pou­vait me prêter, à ce sujet, sa gran­de pu­bli­cité.

Mes gran­des sym­pa­thies aux lec­teurs et lec­tri­ces de «Tooneel­we­reld» et croy­ez, Mon­si­eur le Di­rec­teur, à l’as­su­ran­ce de ma con­sidéra­ti­on la plus dis­tin­guée.

(s.) Ge­ne­viève Félix.

du « Film d’Art »

35, rue du Sim­p­lon, Pa­ri­ai

Pa­rijs, 7 Juni 1923.

Heer Be­stuur­der,

Ik ont­vang uit België eene me­nig­te brie­ven, uit­gaan­de van ci­ne­ma-lief­heb­bers. Ge­loo-f mij vrij dat ik zeer ge­trof­fen ben zoo­veel sym­pa­thiën bij onze goede Bel­gi­sche vrien­den te be­zit­ten. Velen wen-om eene pho­to-zen­ding, en ik heb mij immer de moei­te ge­daan te vol­doen aan al de vra­gen die ik ont­ving; maar nu, ten hui­di­ge dage, kan ik niet meer vol­staan zoo­ve­le aan­vra­gen te be­vre­di­gen. .

De fran­sche ar­tis­ten zÿn er verre van de reus­ach­ti­ge sa­la­ris­sen der ame­ri­kaan­sche stars op te strij­ken, en deze klei­ne on­kos­ten, on­op­hou­dend her­nieuwd, be­las­ten ons karig bud­get.

Ik ont­vang, van zoowat over­al, on­ge­veer 350 à 400 vra­gen per maand, en ie­de­re zen­ding komt mij op fr. 1.50 en fr. 2.— te staan. Ik ga me ge­dwon­gen zien in de ver­plich­ting te be­vin­den van slechts te ant­woor­den op de vra­gen die mijne on­k­p­sten zul­len dek­ken, ove­ri­gens is dit het­ge­ne wal. al mijne fran­sche ka­ma­ra­den doen.

Ik zou U zeer er­ken­te­lijk zijn, Heer Be­stuur­der, in­dien uw blad mij voor die- kwes­tie, zijne groote be­kend­heid ten dien­ste wil­det stel­len.

Mijne op­rech­te sym­pa­thiën aan de le­zers en le­ze­res­sen van « Tooneel­we­reld », en ge­loof, Heer Be­stuur­der, aan de ver­ze­ke­ring mij­ner op­rech­te hoog­ach­ting.

(get.) Ge­ne­viève Félix.

Van den «Film d’Art », 35, rue du Sim­p­lon, Pa­rijs.

ONZE STER

MADGE KEN­NE­DY

Ge­bo­ren in Ca­li­for­nië in 1892. Haar vader over­le­den, kwam zij zich met hare moe­der te New-York ves­ti­gen. Het jonge meis­je be­stem­de zich voor de schil­der­kunst en nam er les­sen toe. Ze­ke­ren dag trad zij in een lief­heb­bers-tooneel­ge­zel-schap op. Een im­pres­sa­rio die haar had op­ge­merkt, stel­de haar voor eene ver­bin­te­nis te teek­e­nen die Madge slechts aan­vaard­de om rede van het hooge sa­la­ris. Op het tooneel be­kwam zij -zulk een bij­val dat de Gol­dwyn be­greep dat deze jonge en mooie vrouw eene film­di­va moest wor­den. De maat­schap­pij wist haar te over­re­den en zij en­ga­geer­de zich voor drie jaar. Hare voor­naams­te ban­den zijn: « Baby Mine », « Strict­ly Con­fi­den­ti­al », « O Mary, be Ca­re­full ».

Madge Ken­ne­dy is ge­huwd met Ha­rold Bol­ster. Zij heeft goud­bruin haar. Haar adres is: Gol­dwyn Stu­dios, Cul­ver City (Cal.) U.S.A.

CINEM ANIEU W S JES

In de groot­ste ge­heim­zin­nig­heid is men bezig in de stu­dios der Uni­ver­sal Cor­po­ra­ti­on een film te draai­en met ge­slo­ten deu­ren en waar­bij nie­mand mag aan­we­zig zijn dan die­ge­nen dier er door hunne be­zig­heid ge­roe­pen zijn. Het schijnt dat men eene gan­sche nieu­we me­tho­de ge­bruikt die ver­ras­sen­de uit­sla­gen zal op­le­ve­ren. Men zegt dat die uit­sla­gen prach­tig zijn en dat zij ten volle het pu­bliek zul­len be­vre­di­gen. Na ge­no­men in­lich­tin­gen be­treft het een film ge­ti­teld «Le­gal­ly Death» (De Wet­ti­ge Dood).

Geïllu­streer­de Cin

cd 55* c 5 £ cö,23

SSh

bij rri Qj

Có rd

tg ÜS r

CI­NE­MA­WE­RELD »


« CI­NE­MA­WE­RELD »

van

Axel Heyst....​Jack Holt

Nadia.... Seena Owen

In zijn werk, ge­ti­teld «Het Ge­heim van het Geluk » ver­de­dig­de Axel Heyst’s vader breed­voe­rig eene fi­lo­zo­fi­sche be­schou­wing. Om deze be­schou­wing in wer­ke­lijk­heid toe te pas­sen, ging zich deze schat­rij­ke jon­ge­ling op een on­be­woond ei­land der Peil­lood-ei­land­zee, ge­naamd Sam­bu­ram, ves­ti­gen.

Daar zoekt Axel, in ge­zel­schap van zijn eeni­ge die­naar, de Chi­nees Wang, het geluk in de vol­le­di­ge een­zaam­heid.

Tij­dens den rust­tijd, gaan al de jeug­di­ge mu­ziekan­ten bij de toe­hoor­ders zit­ten, wien ze hunne glim­la­chen aan­bie­den. Eén hun­ner, noch­tans, blijft op hare plaats zit­ten; ’t is de eer­ste-vi­ool­speel­ster, Nadia, die door Mev. Schömberg diep in den arm wordt ge­ne­pen, om haar op te leg­gen even­als hare ge­zel­lin­nen te han­de­len. Nadia ge­hoor­zaamt en zet zich bij de dichtst­bij­ge­plaatste tafel neder. Bij toe­val wordt deze tafel door Axel bezet. De jon­ge­lie­den spre­ken met el­kaar en in Axel ont­staat wel­dra een ge­voel van me­de­lij­den voor het mooie meis­je, dat al-

Met het doel eeni­ge zaken, welke hem nog aan de be­schaaf­de we­reld ver­bin­den, te ver­ef­fe­nen, be­geeft Axel zich op het na­bij­ge­le­gen ei­land Soe­ra­ba­ja en stapt er in ’t Schom­berg’s gastof af. 's Avonds hoort Axel, in de verte, mu­ziek: ’t is een or­kest van Zi­geu­ner meis­jes, die in den hof van het hotel spe­len. Hij ver­laat zijne kamer en gaat, als ie­der­een, het con­cert toe­luis­te­ren.

leen op de we­reld is en geen geluk kende.

An­de­ren­daags heeft Nadia zich bij­zon­der lief op­ge­smukt, hier­in ge­hoor ge­ven­de aan een ge­voel, dat van haar alléén ge­kend is. Hare jeug­di­ge schoon­heid wordt door den mu­ziek­be­stuur­der en den ei­ge­naar van het hotel op­ge­merkt. Ze ont­moet Axel op­nieuw en zegt hem dat ze zoo ge­luk­kig zou zijn aan hare ver­vol­gers te ont­ko­men.

« CI­NE­MA­WE­RELD »

Door me­de­lij­den ge­dre­ven, be­sluit de jeug­di­ge fi­lo­zoof haar, in ’t ge­heim, den vol­gen­den nacht, met hem op zijn ei­land te nemen. Nadia stemt er in toe. ’s An­de­ren­daags mor­gens bestätigt Schömberg met woede dat het door hem be­geer­de meis­je door Axel Heyst ont­voerd werd en hij zweert zich op hem te wre­ken. De om­stan­dig­he­den zijn hem gun­stig. In­der­daad, drie rei­zi­gers, met on­aan­be­ve­lens-waar­di­ge aan­ge­zich­ten, stap­ten on­langs in zijn hotel af. ’t Is een ze­ke­re heer Jones, ver­ge­zeld van den boos­wicht Ri­car­do, door hem voor zijn ge­heim­schrij­ver aan­ge­ge­ven en ge­volgd van een half-wil-y-de schurk, Pedro, die als knecht dient, ï chom­berg ver­neemt dat deze lie­den Ame­ri­ka rond­reis­den; op zoek naar ver­bor­gen schat­ten, en heel han­dig laat hij hen weten dat de rijke Axel Heyst op het Sam­bu­ran-ei­land ver­blijft en dat het voor hen eene goede kans zou zijn, zijn goe­de­ren te plun­de­ren. Zij ver­trek­ken.

Mid­de­ler­wijl ver­kleumt Nadia, die haar red­der in stil­te be­mint, zich op het on­be­woond ei­land.

Hij liet haar het werk van zijn vader: «Het Ge­heim van het Geluk» lezen en ver­klaar­de haar dat zij niets van hem hoef­de te vree­zen, daar hij aan de lief­de vaar­wel zei, om de kalm­te van zijn leven niet te stoo­ren. Hij voegt er zelfs bij, dat hij eenig­zins be­treurt haar ter hulp te zijn ge­ko­men; zoals zijn vader het schreef, heeft hij, aan een ge­voel van me-, de­lij­den ge­hoor leen­en­de, de vrede zijns V evens mis­schien op het spel ge­bracht.

Door de han­del­wij­ze van haar gezel ge­prik­keld, wordt Nadia koket om hem te ver­lei­den en ze zou er on­ge­twijfld in luk­ken, zoo juist op dit oog­en­blik, niet drie mis­da­di­gers op het ei­land niet ont­scheep­ten .

Axel ont­vangt de nieu­we be­wooners vrien­de­lijk en deze gaan zich in een ver­la­ten hut ves­ti­gen. Doch, plot­se­lings schiet in hem een twij­fel op no­pens de in­zich­ten dezer lie­den ten zij­ner op­zich­te

en hij raadt Nadia aan op hare hoede te wezen; daar deze hem vraagt of hij ge­wa­pend is en of hij haar, in geval van nood, ver­de­di­gen zal, ant­woordt hij haar koel dat hij ge­zwo­ren heeft nooit ie­mand te dooden, al­tijd om de vrede zijns le­vens niet te stoo­ren.

Axel’s vrees is ge­wet­tigd. Op­ge­wekt door het bij­zijn der mooie Nadia, wil Ri­car­do haar mis­lei­den, doch zij ver­de­digt zich met hare vuis­ten en ein­de­lijk, om Axel te red­den, wiens leven door Ri­car­do be­dreigd wordt, be­looft zij aan dezen jaatste met hem te vluch­ten.

Ze­ke­ren avond lokt de op­per­ban­diet Axel in zijne hut en houdt hem in zijne macht, onder be­drei­ging van zijn re­vol­ver, ter­wijl zijn me­de­plich­ti­ge Axel’s huis aan ’t plun­de­ren is. Maar Ri­car­do blijft wat lang weg en hij ver­denkt hem Nadia te wil­len scha­ken; hij wil ech­ter het meis­je voor zich­zelf be­hou­den en hij snelt haar met Axel ter hulp. Ze komen bij dezen aan en Axel wordt ra­zend woe­dend wan­neer hij Ri­car­do Nadia’s hand ziet kus­sen.

Een lang­du­rig ge­vecht grijpt tus­schen de ban­diet en Axel plaats en deze laat­ste maakt ein­de­lijk ge­bruik van zijn wapen. Ri­car­do wordt door hem ge­dood ter­wijl de op­per­ban­diet door Pedro ge­trof­fen wordt, die aldus den dood van zijn broe­der, eer­tijds door M. Jones ver­moord, wreekt. Dan be­kent Heyst aan Nadia dat hij plot­se­ling be­greep hoe­zeer hij haar be­min­de, toen hij haar in Ri­car­do’s armen zag en dat hij dan al de grond­be­gin­sels, door zijn vader in « Het Ge­heim van het Geluk » ver­de­digd, ver­gat en be­reid was te dooden om haar te red­den.

En, ge­luk­kig voegt Nadia zich in de armen van haar ge­lief­de, die haar thans zacht in het oor toe­fluis­terd: «De leer mijns va­ders is niet gansch echt, lie­ve­ling, het waar geluk is wel de­ge­lijk in de een­zaam­heid... maar de een­zaam­heid ge-tweëen.

1 C’l IJ­ze­ren­weöstraaf, 17

L-ro­sIy-nlm . brus­sel -


« CI­NE­MA­WE­RELD »

De Dame mei den Zwar­ten Hand­schoen

Hélène Ka­ma­row

Op eene avond­par­tij bij den her­tog de Borg­he­se, be­merkt de mar­kies de Rieux, ge­zant van Si­li­s­trie en ge­vol­mach­tig­de aan het hof van Rome, eene vrouw van bui­ten­ge­wo­ne schoon­heid. Wel­dra wordt hij door eene ei­gen­aar­di­ge bi­zon­der­heid ge­trof­fen: deze jonge vrouw, die, met eene tref­fen­de be­val­lig­heid ge­klteed, en met ju­wee­len om­han­gen is, en die de gat­ten schijnt te mij­den, ver­laat nooit een zwar­te zij­den hand­schoen die haar lin­ker arm ge­heel be­dekt.

Ver­le­gen zoekt de jonge di­plo­maat met de schoo­ne ge­heim­zin­ni­ge in ken­nis te komen. Maar de vol­gen­de dag moet hij naar Pa­rijs ver­trek­ken waar men hem be­richt dat hij tot ge­zant te Lon­den be­noemd is.

Het toe­val wil dat juist ook de jonge on­be­ken­de zich in de beide hoofd­ste­den be­vindt ter­zelf­der­tijd als de mar­kies. Deze laat­ste zoekt ge­le­gen­heid om haar nader te leeren ken­nen en het toe­val komt hem weer ter hulp.

Ze­ke­ren dag dat de mar­kies met eeni-ge vrien­den een ple­zier­tocht­je op het water on­der­nam, hoo­ren zij hulp­kre­ten en be­mer­ken eene ge­stal­te die met de gol­ven wor­stelt. Aan­stonds snel­len zij ter hulp en tot over­groote ver­won­de­ring van den mar­kies her­kent hij in de dren­ke­lin­ge die­ge­ne die hem on­ver­poosd be­zig­houdt.

... Lucy Do­rai­ne

De mar­kies ge­leidt haar naar zijn hotel en... eeni­ge maan­den later huwt de ge­zant, mar­kies de Rieux, de schoo­ne Rus­sis­he her­to­gin Hélène Ka­ma­row, waar­van som­mi­gen zeg­den dat haar eer­ste man ge­heim­zin­nig ver­moord was ge­wor­den.

De avond van het hu­we­lijk vraagt de Mar­kies aan zijne vrouw de hand­schoe( af te doen, maar zij wei­gert, zeg­gen­de dat die een ge­heim ver­bergt dat hij later wel zou leeren ken­nen.

Een jaar gaat voor­bij en de mar­kies is zeer ge­luk­kig, maar ze­ke­ren dag van een reis te­rug­ge­keerd, is hij erg ver­won­derd zijne vrouw niet te vin­den. On­der­vraagd, be­ken­nen de dienst­bo­den dat zij sinds twee dagen per auto ver­trok­ken en het rij­tuig met ge­kwet­sten voer­der in het mid­den van den weg te­rug­ge­von­den was. Geen twij­fel, ban­die­ten heb­ben hen over­val­len en zijne vrouw ont­voerd. Maar toch kan hij zich het ver­trek zij­ner vrouw niet ver­kla­ren. Eens­klaps ont­dekt hij de ver­dwij­ning van stuk­ken van het groot­ste ge­wicht. Eene vree­se­lij­ke ver­den­king komt in hem op, en daar zijne eer op het

« CI­NE­MA­WE­RELD »

spel staat zoo de ont­vreem­de stuk­ken niet. te­rug­ge­von­den wor­den, gaat hij, dol van angst, naar de plaats der aan­ran­ding.

Maar hij wordt ach­ter­volgd. Ge­mas­ker­de man­nen maken zich van hem mees­ter en slui­ten hem in den kel­der van een oud huis op, doch door eene spleet lukt de mar­kies er in on­sa­men­han­gen­de

Het ge­lukt hem noch­tans door een voor­bij­gan­ger eeni­ge woor­den aan een vriend te doen ge­wor­den, die het ge­recht ver­wit­tigd dat juist op tijd komt om den ver­koop der do­ku­men­ten te ver­hin­de­ren.

Een he­vi­ge strijd volgt en van uit zijne cel be­merkt de mar­kies een ge­mas­ker­de man die wil ont­vluch­ten. Hij schiet en

woor­den van eene sa­men­spraak op te van­gen en komt hij tot het be­sluit dat die­ge­nen die hem ge­van­gen hou­den, de ont­vreem­de do­ku­men­ten aan eene vreem­de mo­gend­heid zul­len ver­koop­en in geval het ko­nink­rijk van Si­li­s­trie de ge­vraag­de prijs niet be­taalt. Van zijne vrouw ver­neemt hij even­wel niets.

treft hem doodelijk, maar welk is zijne smart wan­neer hij onder het mas­ker, zijne ei­ge­ne vrouw er­kent, die nog steeds de kost­ba­re stuk­ken in hare han­den hield.

On­kun­dig van het ver­le­den zij­ner vrouw en diep­be­proefd keert hij huis­waarts en be­merkt een boek door hem nooit ge­zien: het dag­boek zij­ner echt­ge-


€ CI­NE­MA­WE­RELD »

noote. Doch­ter van een schip­per, was zij door kwaad­doe­ners in de hooge we­reld ge­plaatst van hare schoon­heid ge­bruik ma­ken­de om hunne snood­he­den te doen ge­luk­ken, en haar den her­tog van Ka­ma-row te doen huwen. Deze ver­moord, was

Dit avon­tuur­lijk leven le­zen­de van de­ge­ne die hij zoo be­mint en aan de­wel­ke hij zijn naam ge­schon­ken had, wordt de mar­kies door een groot me­de­lij­den ge­trof­fen en blijft hij onder de smart ne-der­ge­drukt.

Hélène, be­schul­dig­de, tot dwang­ar­beid ver­oor­deeld ge­wor­den, en daärom met een gloei­end ijzer op den arm ge­brand­merkt.

Door hare me­de­plich­ti­gen ge­hol­pen was zij ont­vlucht en met ui­ter­ste zorg ver­borg zij het eer­loos ken­teek­en. Zoo kwam zij in ken­nis met den mar­kies die de kost­ba­re stuk­ken bezat. Maar, ge­dwon­gen, had zij den mar­kies, die zij wer­ke­lijk be­min­de, over­ge­le­verd, zoo ge­tuig­den de laat­ste re­ge­len van het dag­boek.

À A ü FILM itüü

Van Goit­sen­ho­ven

Oude Kleer­koop­ers­straat, 17

BRUS­SEL

LUCY DO­RAI­NE

Tus­schen de he­den­daag­sche film­ster­ren wier roem op dui­ze­ling­wek­ken­de wijze op­waarts steeg dient on­ge­twij­feld Lucy Do­rai­ne ge­rang­schikt te wor­den.

Na een paar rol­len van on­der­ge­schikt be­lang werd zij treur­speel­ster en de uit­beel­ding der door haar te ver­tol­ken ka­rak­ters eve­naart het spel der beste ame­ri-kaan­sche « vamps » of fa­ta­le vrou­wen.

On­langs zagen we nog hier van haar « De Over­win­ning der Zin­ne­lij­ke Be­geer­ten », en we kun­nen ver­ze­ke­ren dat Van Goit­sen­ho­ven met de film ((De Dame met den Zwar­ten Hand­schoen », als­me­de « So­do­ma en Gomor­r­ha » die kor­te­lings wordt uit­ge­ge­ven, een suc­ces te­ge­moet gaat dat door de Ci­ne­ma-uit­ba­ters, welke die ban­den in hunne in­rich­ting zul­len af­rol­len zal ge­deeld wor­den en waar­voor hun pu­bliek hen dank­baar zal voor zijn.

CI­NE­MA­WE­RELD »

(THE LO­NE-HAND)

Cow Boy La­ra­mie .... Hoot Gib­son

Ccm Boy La­ra­mie is een groot vis­scher en hij ver­laat zijn ranch om bij' zijn vriend Buck Whee­ler in het ge­berg­te zijne ver­lof­da­gen te gaan door­bren­gen met er in de ri­vier te vis­schen.

On­der­weg over­komt zijn paard een on­ge­val en hij is ver­plicht de baan te voet af te leg­gen. Maar zijne nieu­we bot­ten knij­pen hem ge­wel­dig zoodat hij er zich van ont­doet en de weg op zijne sok­ken er­volgt. Hij komt aan eene oude hut, be­woond door een oude mijn­wer­ker en zijne doch­ter Jane. Deze leent hem een paar oude bot­ten van haar vader.

oog­en­blik ban­die­ten de mijn van den ouden mijn­wer­ker af­han­dig wil­len maken. La­ra­mie komt op het ge­pas­te oog­en­blik op ’t tooneel en ver­jaagt ze.

Maar ’s avonds wordt de grijs­aard door de ban­die­ten op­ge­licht en Jane komt La­ra­mie om hulp smeek­en; zij ver­trouwt hem onder het groot­ste ge­heim de lig­ging der mijn toe. De in­gang hier­van is ver­bor­gen in het rad van een oude wa­ter­mo­len.

Ter­wijl La­ra­mie in de ri­vier aan ’t vis­schen is, komt eene vrouw, me­de­plich­ti­ge der ban­die­ten, Jane ver­tel­len dat La­ra­mie zich van de mijn wil mees­ter maken. Jane, de cow-boy in de ri­vier be­mer­kend, draait eene sluis open, en de mijn spoelt onder water.

Maar La­ra­mie was in de on­der­aard­sche gang door­ge­dron­gen, om de oude mijn­wer­ker, die had kun­nen ont­vluch­ten en zich al­daar ver­ber­gen, ter hulp te komen. Na groote in­span­nin­gen kun­nen bei­den zich tlan toch red­den.

Ver­ne­men­de dat de ban­die­ten nog in de hut ver­toe­ven, gaan zij deze om­sin­ge­len en nemen de schur­ken ge­van­gen.

Als blijk van er­ken­te­lijk­heid, geeft de oude mijn­wer­ker zijne doch­ter Jane aan La­ra­mie tea hu­we­lijk en maakt hem te­vens tot zijn ven­noot.

it's A UNI­VER­SAL

Bij zijn vriend Buck aan­ge­ko­men staat hij er in be­won­de­ring voor eene oude wa­pen­uit­rus­ting. Om eene grap be­sluit hij er zich mede te be­klee­den en alzoo de bot­ten aan het jonge meis­je terug te bren­gen. Maar het toe­val wil dat er juist op dit

Twee jaren later keert La­ra­mie, rijk en ge­luk­kig, terug naar zijn ranch wede . en als eemge ver­kla­ring over zijne 'ange af­we­zig­heid, stelt I;j zijne vrien­den z Jn vrouw­tje en de klei­ne baby voer.

Uni­ver­sal Film St. Mi­chiels­stP., 28, BRUS­SEL


« CI­NE­MA WE­RELD »

Brie­ven­bus

Maë en Glo­ria. — 1. Ar­mand Tal­lier zendt zijne photo, adres: Pa­ra­mount Stu­dios, 6184, Selma Ave. nue, Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A.

2. Maria Ja­co­bi­ni is de fran­sche taal mach­tig; zendt den­ke­lijk hare photo; adres: Itala Eilm, Ponte Trom­bet­ta, Turin (Italië).

3. Pau­li­ne Star­ke, adres: Se­lect Pic­tu­res, 724, Se­venth Ave­nue, New-York City (U.S.A.).

Buf­fa­lo Bill. — 1. Wal­ter Hiers, adres: Pa­ra­mount Stu­dios, 6284 Selma Ave­nue, Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A.

2. Lois Wil­son, zelf­de adres als Wal­ter Hiers.

3. Larry Semon (Zi­go­to), adres: Vi­ta­g­raph- Stu­dio, 1708, Tal­m­ad­ge Street, Hol­ly­wood.

N.B. — Er wor­den per week maar 3 vra­gen be­ant­woord.

Jenny. — 1. De film « De Storm in ’t Leven », met de dames Hélène Ber­t­rijn, Julia Lau­wers, Marie Ver­strae­ten, en de hee­ren Gust. Cau­wen­berg en, Piet Jans­sens, onder regie van Karel Van Rijn naar het sce­na­rio van Jan de Schuy­ter, werd hier over een vier­tal jaren door de Scal­dis Film ge­draaid; on­ge­luk­kig­lijk is het bij die eene po­ging ge­ble­ven.

1. Gau­mont, adres: 28, rue des Al­ou­et­tes, Paris (XIX).

SI. Brief­op­stel­ster. — Heb maar wat ge­duld, Mary Pick­ford zal u hare photo zeker zen­den; en wat voor u be­treft, eene.​spoedige ge­ne­zing!

R. Ant­werp F. C. —: 1. Wil­li­am Far­num is op 4 Juli 1876 ge­bo­ren; adres: Fox Stu­dios, 1401, Wes­tern Ave­nue, Los An­ge­les (Cal.) U.S.A.

2. Hoot Gib­son en Ge­or­ges Walsh zul­len u zon­der twij­fel hunne photo wel zen­den.

3. Jac­kie Coo­g­an heeft tot hier­toe reeds een ze­ven­tal ban­den ge­draaid; adres: Metro Stu­dios, 1025, Li­li­an Way, Los An­ge­les (Cal.), U.S.A.

N.-B. — Waar­lijk, beste vriend, daar is geen • tijd voor over.

Sen­o­ri­ta Ro­si­ta. —.1. Les­ter Cuneo; adres: C/O 6015, Hol­ly­wood, Böul­vard Hol­ly­wood (Cal.), U.

2. Char­les Randolf, zelf­de adres als Les­ter Cuneo.

3. Den­ke­lijk zul­len u deze ar­tis­ten hunne photo . wel zen­den.

Mo­dist­je. — 1. De ver­tol­kers van « De Recht-doen­ster » waren Flo­ren­ce Vidor, Madge Bel­la­my, The­o­do­re Ro­berts.

2. Zon­der­ling, daar zij door­gaans hunne photo wel zen­den; best zal zijn hen uwe vraag nog eens te her­in­ne­ren.

Le­ono­re. — 1. Ga­briel de 'Gravon­ne, adres: 5, rue Lal­lier, Paris.

2. Ge­or­ges Mel­chi­or, adres: 60, rue de la Co­lon­ne, Paris.

3. Miss Yvy Close, adres: 11, Rot­her­wic­ke Road, Gol­ders Green. Lon­don N.W.

Wilde Bill. — 1. Bry­ant Wash­burn, adres: 7003, Haw­stor­ne Ave­nue, Hol­ly­wood (Cal.), U.S.A.

2. Betty Bly­the, adres: 1820, La Brea Street, Hol­ly­wood (Cal.), U.S.A.

3. Larry Semon, zien adres ant­woord 3 aan Buf­fa­lo Bill.

Mar­geet. — Ga­briel de Gravon­ne, zie adres, ant­woord 1 aan Le­ono­re.

Di­ir­kopp. —• 1. René Na­var­re is een Fransch-man; zal u den­ke­lijk zijn photo wel gra­tis zen­den; bij­zon­der­ste fil­men « Fan­to­mas » en «Vi­docq».

2. Clau­de Farrère is een fransch let­ter­kun­di­ge.

3. Mary An­der­son is rond de 15 jaar oud; zendt

hare photo gra­tis; adres: C/O Mo­ti­on Pic­tu­re, News Inc. Los An­ge­les (Cal.), U.S.A.

Lucie de Lam­mer­moor. — 1. Do­lo­res Cas­si­nel­li,

adres: C/O, 6015, Hol­ly­wood Boul­vard, Hol­ly­wood (Cal.). U.S.A.

2. Ge­or­ges Lar­kin, adres: C/O, Ed. Small, 1493, Broad­way, New-York City (U.S.A.).

3. Daris Pawn, zelf­de adres als Dolorès Cas­si­nel­li.

Doorn­roos­je. — 1. U kunt de photo aan den ar­tist zelf aan­vra­gen; ge­raad­zaam is het na­tuur­lijk de en­gel­sche of fran­sche taal te be­zi­gen; met de vlaam­sche kunt u het er op wagen.

2. Char­lie Chap­lin is ge­bo­ren op 16 April 1889, adres: Athle­tic Club, Los An­ge­les (Cal.), U.S.A.

3. Mild­red Har­ris, /is in 1901 ge­bo­ren; adres: _

First Na­ti­o­nal, 6 west, 48th street, New-Yoi/ (U.S.A.). 1

N.-B. — De op­ge­ge­ven schrijf­wij­ze is de juis­te.

Wist*Ik. — 1. Flora Le Bre­ton, adres: 34, Ne­vern Squa­re, S.W. 5 Wes­tern 1936, Lon­don.

2. Con­stan­ce Tal­m­ad­ge, adres: Uni­ted Stu­dios, 5341, Mel­ro­se Ave­nue, Los An­ge­les (Cal.), U.S.A.

3. Ma­ri­on Davis, adres: In­ter­na­ti­o­nal Film Co, 2478, Se­cond Ave­nue, New-York (U.S.A.).

Le­cram Ner­rom. — 1. Les­ter Cuneo is een Ame­ri­kaan.

2. De film « De Ge­mas­keer­de Wre­ker » met Mrs Wal­la­ce Reid is ge­draaid vóór den dood van haar echt­ge­noot.

3. Monroë Sa­lis­bu­ry is een « star ».

N. M. F. — 1 .De ware naam van Teddy is Edou­ard Pinto.

3. Dit is ter stu­die, en zal wel te­recht komen, hoor!

Je sais tont. — Très pro­chai­ne­ment une so­lu­ti­on in­ter­vien­dra.

(Zeer kor­te­ling zal er eene op­los­sing plaats grij­pen.

Minon. — 1. Mauri­ce Co­s­tel­lo, adres: C/O, Fa­mous Play­ers, Lasky Corpn. 485, Fifth Ave­nue, New-York City (U.S.A.).

2. Gi­net­te Ma­d­die en Madys zijn twee ver­schil­len­de per­so­nen; het adres van Mlle Madys isf 47, rue Saint-Vin­cent, Paris.

3. Ga­briel de Gravon­ne, zie adres ant­woord 1 aan Le­ono­re.

N.-B. — Bes­ten dank voor uw vrien­de­lijk aan­bod; heb­ben ins­ge­lijks be­wust ar­ti­kel in dit blad ge­le­zen.

Lico. — 1. De vol­le­di­ge rol­ver­deel­ing van dien film werd niet ge­ge­ven.

2. Mar­ga­reth Schle­gel, in de Duit­sche of Vlaam­sche taal te schrij­ven.

3. De rol van den ma­na­ger Joë Murp­hy in den film « Kid Ro­berts, gent­le­man van den ring » werd ver­tolkt door Hay­den Ste­ven­son, adres: Uni­ver­sel Stu­dios, Uni­ver­sal City (Cal.), U.S.A.

Lloyd Ge­or­ges. —- 1, Wil­li­am Far­num, adres: Fox Stu­dios, 1401, Wes­tern Ave­nue, Los An­ge­les (Cal. 1, U.S.A.

2. Hoot Gib­son, adres: Uni­ver­sal Stu­dios, Uni­ver­sal City (Cal.), U.S.A.

3. Wil­li­am Rus­sell: zelf­de adres als Wil­li­am Far­num.

’t Strop­ke. — 1. Dat Wal­la­ce Reid aan de geest­dood­en­de mid­de­len ver­slaafd was, was in de film-ko­lo­nie van Los An­ge­les en Hol­ly­wood al­ge­meen be­kend.

« CI­NE­MA­WE­RELD »

2. Hoe komt u er toe te ver­on­der­stel­len dat die me­laat­schen in « Het Hin­doe­sche Graf » echte lij­ders waren? Het was slechts schmink.

3. De vrou­we­lij­ke hoofd­rol uit « De Zwar­te Dia­mant » werd ver­tolkt door Gi­net­te Ma­d­die, adres: 41, rue Dam­re­mont, Paris.

N.-B. — Be­leef­den een leu­tig oog­en­blik aan uw sap­pig schrij­ven.

Tal­m­ad­ge for Ever. — Dat er nog een he­mels­breed ver­schil be­staat tus­schen de ame­ri­kaan­sche ci­ne­ma’s en de bel­gi­sche, weten we on­ge­luk­kig zelf maar al te wel. Voor­wat .de kwes­tie dier brie­ven be­treft, dit ver­won­dert ons geens­zins: der­ge­lij­ke in­rich­tin­gen ver­strek­ken hoogst zeld­zaam zulke in­lich­tin­gen aan pri­va­te per­so­nen. DÄt u zoo * wei­nig Norma Tal­m­ad­ge fil­men hier te zien krijgt, komt hier­door dat er geene nieu­we ban­den van

haar hier' op de markt zijn, en dit is de zaak der film­ver­huur­ders.

Er­reip. — 1. Met een paar meter film te draai­en.

2. Les­ter Cuneo is wel de­ge­lijk de naam van den be­wus­ten ar­tist.

3. Heb maar wat ge­duld.

J. Ceur­re­mans. — Nemen uwe bij­dra­ge in ons vol­gend num­mer op al­hoe­wel we er ons niet hee­le-maal t’ ak­koord mee kun­nen ver­kla­ren; zoo b.v. aan­gaan­de de tus­schen­sehrif­ten: het ide­aal is een film zoo dui­de­lijk en ge­mak­ke­lijk ver­staan­baar te maken dat er geene tus­schen­ti­tels van noode zijn, noch om ze­ke­re duis­te­re pun­ten of toe­stan­den op te kla­ren of te ver­recht­vaar­di­gen. Nemo.

N.-B, — Vra­gen ons na Zon­dag toe­ge­ko­men wor­den in liet vol­gend num­mer be­ant­woord.

ONS PHO­TO­HOEK­JE

Maë en G loria ont­vin­gen gra­tis de photo van Betty Comp­son na 65 dagen; van Dou­g­las Fair­banks, 2 pho­tos, na twee maan­den.

San­dra Jan ont­ving gra­tis de photo van Ge­or­ges Bis­cot en van Wanda Haw­ley na twee weken; van Clyde Cook (Du­du­le) na één maand en ins­ge­lijks van San­dra Mi­lo­wan­off.

R. Ant­werp Foot­ball Club ont­ving gra­tis de photo van Char­ley Chap­lin na vijf weken; van Doro­thy Gish na zes weken en van Wil­li­am S. Hart na vijf weken.

Wist-Ik ont­ving gra­tis de pho­tos van: Mar­cel Vi­bert na 3 dagen; Yvet­te An-dre­yor na 12 dagen; Mart­he Fer­ra­re na 3 dagen; Ro­muald Joubé na 11 dagen; Wanda Haw­ley na 5 dagen; Fer­nand Her­r­mann na 9 weken; Ge­or­ges Bis­cot na 6 weken; Pris­cil­la Dean na 2 maan­den; Mary Pick­ford na 3 maan­den.

F. Por­ta­bel­la ont­ving gra­tis de pho­tos van; Gi­net­te Ma­d­die (post­kaartje) na 3 dagen; van Mil­ton Sills (for­maat 1 7 x 12 1/2) na 2 1/2 maan­den; van Doro­thy Gish (17x12) na 3 maan­den.

0 0 ONS RE­FE­REN­DUM

« HOE EN IN WELKE RICH­TING, WEN­SCHT U ONZE CI­NE­MA-RU­BRIEK ONT­WIK­KELD TE ZIEN? »

In­zen­din­gen wor­den in­ge­wacht tot en met 22 Juni 1923.

CI­NE­MA­NIEUWS­JES

Zijne eer­ste ver­schij­ning. — Op den ou­der­dom van 18 jaar kwam door een toe­val Con­way Tear le voor de eer­ste maal op het tooneel. Zijn vader was in En­ge­land be­kend als een prach­ti­ge « Ham­let ». Plot­se­ling werd deze ziek; de be­stuur­der, geen raad we­ten­de, vroeg aan de jonge Con­way deze rol over te nemen. Con­way zegde van Sha­ke­spea-re-rol­len niets af te weten maar daar hij on­op­hou­dend bij vader was kende hij al dezes stuk­ken; hij had de moed aan te nemen. De be­stuur­der kwam voor het voet­licht en maakt aan zijn pu­bliek de zaak be­kend; ie­der­een welke niet te­vre­den zou zijn mocht zijn geld te­rug­vra­gen. Con­way zegt dat zijn groot­ste suc­ces was dat nie­mand zijn geld terug vroeg.

De Blan­ke Hoop. — Ste­wart Rome is terug van Egypt; waar hij toonee­len ge-draid heeft voor «The Fires of Fate». Men zal hem spoe­dig zien in « De Blan­ke Hoop », een sport­film. Hier­in ziet men

Uit­noodi­ging aan de hee­ren Ci­ne­ma-be­stuur­ders. — De pracht Uni­ver­sal-Je­wel­film

« GIJ ZULT NIET DOODEN! »

van het huis Hisbé, te Brus­sel, met de ver­maar­de ar­tist Lon Cha­ney, wordt op 19 Juni a.s. als proef in Vic­to­ria Pala­ce, te Brus­sel, af ge­rold.

Naar wij ver­ne­men werd­j­de­ze pracht­band in de bui­ten­land­sche pers zeer gun­stig be­oor­deeld.

Re­dac­tie Ci­ne­ma- en Tooneel­we­reld.


14

< CIN EMA WE­RELD »

Onze Ciné-Ro­mans

Le­vens­be­schrij­ving = van Pola Negri

door Ed. Neorg.

(5e ver­volg)

Paul Da­vid­son, al­ge­meen be­stuur­der van de Union Film Al­li­an­ce, in ’t kort de U.F.A., en de groot­ste film­maat­schap­pij vàn Duit­sch­land, zag de film. Hij was zoo ge­trof­fen door mijne be­kwaam­he­den voor het witte doek dat hij mij per­soon­lijk kwam vin­den op het Kam­mer­spie­le The­a­ter en mij een kont­rakt voor drie jaar aan­bood met een sa­la­ris twin­tig maal géooter

On­noodig te zeg­gen dat ik oog­en­blik­ke­lijk toe­stem­de te meer daar Mr Da­vid­son mij zegde dat ik te­vens mijne tooneel­loop­baan ter­zelf­der­tijd kon voort­zet­ten. Dit was in de maand April 1917 en den 1ste Mei ging ik naar het U.F.A. stu­dio om te be­gin­nen aan de film.

Om­trent 10 dagen werk­te ik in den dag in het stu­dio en des avonds aan den schouw­burg, maar wel­dra be­sta­tig­de ik dat ik geene twee mees­ters kon die­nen; de eene moest voor de an­de­re onder doen, en zoo­dus be­sloot ik het tooneel vaar­wel te zeg­gen voor de ci­ne­ma.

Mijn eer­ste film voor de U.F.A. was verre van een suc­ces. Het was een arm­za­lig on­der­werp en zóó slecht be­stuurd dat ik van eerst af er niet veel hoop op bad. Al­vo­rens het geëin­digd was zegde ik dit tot Mr Da­vid­son er bij­voe­gen­de dat het den die­pe­rik in ging zoo lang er geen goede re­gis­seur bij kwam.

cc Wat zoudt gij dan wil­len? » vroeg deze.

« Neem Ernst Lu­bitsch », ant­woord­de ik.

« Lu­bitsch... Lu­bitsch... Nooit heb ik van bem ge­hoord. »

En in dien tijd was dit zoo. De man welke nu de groot­ste ci­ne­ma-re­gis­seur in Eu­ro­pa is was toen een een­vou­di­ge ac­teur in kluch­ten uit één - deel welke hij zelf be­stuur­de. Ik bad er een paar van ge­zipn maar was zoo ge­trof­fen door zijn ta­lent dat ik zijn naam noem­de.

Niet­te­gen­staan­de vele op­mer­kin­gen langs alle zij­den en­ga­geer­de Mr Da­vid­son de jonge man, hij was toen 20 jaar oud, om mijn vol­gen­de film te be­stu­ren: « De Oogen der Mom­mie » welke da­de­lijk bleek in te slaan. Niet al­leen werd ik in Duit­sch­land be­roemd als een film­star maar Lu­bitsch ook als film-re­gis­seur. Mijne ont­dek­king over Lu­bitsch heeft mij in mijne film­loop­baan meer . ple­zier ge­daan dan ge­lijk welke an­de­re zaak. En sinds­dien is hij mijn lie­ve­ling-re­gis­seur en meer nog, hij is van Polen zooals ik.

Ge­du­ren­de de win­ter van 1918 had ik het geluk drie­maal naar War­schau te rei­zen om mijne moe­der te zien, want ik had groote rust­poozen tus-schen mijne fil­men. Mijn sa­la­ris liet mij toe rijk te leven, want in­dien men geld had, dan kon men alles ver­krij­gen.

Mijn eer­ste te­huis­komst was eene groote vreug­de. « De Oogen der Momie » had in War­schau veel bij­val en ik kwam terug als star met een sa­la­ris zooals ik nooit ge­droomd had, en ik was nau­we­lijks 21 jaar oud.

Men moet her­in­ne­ren dat dit het vier­de jaar was van den we­reld­oor­log. Er hing iets in de lucht en ieder voel­de in Duit­sch­land dat de ramp na­kend was. Onder deze om­stan­dig­he­den werd « Car­men » ge­filmd, in Ame­ri­ka beter ge­kend onder de naam van « Zi­geu­ner­bloed », het werd wel­dra een van de po­pu­lair­ste fil­men welke ik ooit ge­maakt heb. Vreemd ge­noeg: het werd voor de «erste maal in Ber­lijn ver­toond op den laat­sten dag van des Kei­zers re­geering.

De re­vo­lu­tie, welke hem op de hie­len volg­de, leid­de onze aan­dacht van de il­lu­sies naar de wer­ke­lijk­heid. Daar ik de Pool­sche re­vo­lu­tie van 1905 bij­ge­woond heb zoo was ik be­nieuwd om deze van Duit­sch­land te aan­schou­wen; zij begon na denz' troon­af­stand van den Kei­zer. Wan­neer ik dus hoor ' de dat het kri­oel­de van volk in de Lust­gar­ten, recht over het pa­leis van Wil­lem II, baas­te ik met mijne meid ér heen om deze ma­ni­fes­ta­tie te zien.

De plaats zag dien No­vem­ber­na­mid­dag zwart van volk en het was zeer moei­lijk om door de me­nig­te te drin­gen want ik wilde Karl Lieb­knecht,

'de be­ken­de kom­mu­nis­ti­sche lei­der hoo­ren spre­ken; deze stond op het bal­kon van het Pa­leis.

Mijne meid drong aan om hier niet te blij­ven daar zij on­lus­ten vrees­de, maar ik was zoo aan­ge­trokkén door die zon­der­lin­ge toe­stand; ik ver­ge­leek het meer aan eene mee­ting voor een ci­ne­ma dan eene wer­ke­lij­ke be­too­ging, dat ik van de plaats niet weg kon.

Wan­neer de groote massa in be­we­ging kwam door de geest­drif­ti­ge woor­den van Lieb­knecht dan voel­de ik zijn bru­ta­le kracht. Want in­dien deze be­toog­ers bezit gin­gen nemen van de stad, wat zou er dan ge­wor­den van deze bijna ster­ven­de on­noo-ze­le werk­lie­den? Wan­neer ik naar de ge­zich­ten zag van deze man­nen en vrou­wen dan ging er een ril­ling door al mijn le­de­ma­ten en ge­voel­de ik hoe gek ik was om naar hier te komen.

Bijna op het­zelf­de oog­en­blik hoor­de ik het ge­ra­tel van een ma­chi­ne-ge­weer. Eeni­ge of­fi­cie­ren welke zich in het pa­leis ver­scho­len had­den, be­gon­nen van uit een van de ven­sters op de me­nig­te te vuren, met het ge­volg dat ie­der­een op de ( vlucht ging. Door de woe­li­ge men­schen­zee op­ge­licht moest ik mee en ging langs Unter den Lin­den om de vlie­gen­de ko­gels te ont­ko­men. Daar werd ik plots tegen den grond ge­wor­pen. Wel­dra stond ik ech­ter op maar op den hoek der Frie­d­rich­stras­se voel­de ik aan mijn schou­der een scher­pe pijn en met den kreet: « Ik ben ge­trof­fen! » viel ik in be­zwij­ming.

Het was een groot geluk voor mij dat mijne meid mij ver­ge­zel­de want zeker zou ik ver­trap-peld ge­weest zijn door de vluch­ten­de massa daar allen een schuil­plaats zoch­ten voor de nu al­ge­mee­ne schiet­par­tij.

Wan­neer ik tot be­zin­ning kwam lag ik op een kana­pee in het salon van een hotel ter­wijl een dok­ter mij On­der­zocht.

« Het is niets, »zegde deze, « ik vind niet het min­ste spoor van een kogel ».

En zoo was het ook. Ik was enkel ge­kwetst door een stok maar ik was zoo aan­ge­daan door het ge­luid van de ma­chi­ne ge­we­ren dat ik dacht dat een kogel mij ge­trof­fen had.

Mijne meid drong aan om naar huis te gaan maar de re­vo­lu­tie in Ber­lijn was nu zoo al­ge­meen, want wij hoor­den ge­huil, ge­roep, ge­weer- en re­vol­ver­scho­ten. dat ik het niet dorst wagen het hotel te ver­la­ten:

CI­NE­MA­WE­RELD »

Bij ge­rust­stel­ling van de pa­troon, wan­neer wij langs éen ach­ter­poort­je wil­den ver­trek­ken er ons niets zou ge­beu­ren, gin­gen wij dan toch. Ik was dan eerst min of meer ge­rust ge­steld wan­neer ik op mijn ap­par­te­ment was.

Ge­luk­kig dat wij niet in dit hotel ge­ble­ven waren want de vol­gen­de mor­gend ver­na­men wij dat men dit hotel was bin­nen­ge­dron­gen, ten ge­vol­ge dàt eeni­ge of­fi­cie­ren van uit de bo­ven­ste ven­sters op het volk ge­vuurd had­den en dat ie­der­een welke in het ge­bouw was ver­moord werd.

Niet­te­gen­staan­de dat alles vond ik de Duit­sche re­vo­lu­tie van 1918-19 maar kin­der­spel bij de­ge­ne van Polen in 1905. Er waren ver­schil­len­de be-too­gin­gen, aan­val­len van het ge­peu­pel op de of­fi­cie­ren en schiet­par­tij­en in het Noor­den van de stad waar de wer­kers­be­vol­king leef­de, edoch Be» lijn kende maar eerst eene ware re­vo­lu­tie bij den Staats­aan­slag van Kapp in de maand Maart 1920. Die dagen en nach­ten was Ber­lijn zon­der voed­sel, water of licht. Hon­der­den men­schen scho­ten er het leven bij in. Het Gou­ver­ne­ment ech­ter was steeds de lei­ding mees­ter, de troe­pen ver­dre­ven het volk en orde heer­sch­te weer wan­neer men de hoof­den klein ge­kre­gen had. Nadat Karl Lieb­knecht en Rosa Luxem­burg ver­moord waren was het ge­vaar voor­bij en de re­vo­lu­tie over. (*)

Het werk in het stu­dio ging ver­der ge­du­ren­de do win­ter­da­gen.

In het begin van het vol­gen­de jaar kwam Nor­bert Falk, een lei­den­de tooneel­kri­ti­cus in Ber­lijn, bij Mr Da­vid­son, de be­stuur­der van de U.F.A., en wierp het ge­dacht op mij te laten op­tre­den in Ma­da­me Du Barry, ten tijde van Lo­de­wijk XV van Frank­rijk. Hij had mij ge­zien in ver­schil­len­de film­rol­len en was van ge­dacht dat dit van mij eene prach­ti­ge kre­a­tie zijn zou.

In het begin wilde Mr Da­vid­son daar niet van weten: een kos­tuum­stuk met een Fransch thema en juist op dit tijd­stip, scheen hem dol­zin­nig. Hij over­dacht de zaak ech­ter en ze­ke­ren dag bracht hij mij het ver­ras­sen­de nieuws dat mijn vol­gen­de film zijn zou: « Ma­da­me Du Barry »; Ern. Lu­bitsch moest er da­de­lijk aan be­gin­nen.

1 En zoo ge­beur­de het dat « Ma­da­me Du Barry » in En­ge­land noem­de men het «Harts­tocht», ge­maakt werd. De beste ar­tis­ten wer­den er voor aan­ge­wor­ven. Emil Jan­nings in­be­gre­pen, welke de rol ver­tolk­te van Lo­de­wijk XV, een mees­ter­stuk van hem.

Vele Ame­ri­ka­nen zal het ver­ras­sen te ver­ne­men dat Jan­nings ge­bo­ren werd te New-York; hij ging met zijne ou­ders nog zeer jong zijn­de naar Duit­sch­land.

Na­tuur­lijk was ik met de rol van « Ma­da­me Du Barry » zeer in mijn schik; elk oog­en­blik dat ik maar tijd had be­steed­de ik aan het be­stu­deeren van haar leven ten tijde van haar ver­blijf aan het Fran­sche Hof. Ech­ter heb ik nooit kun­nen droo-men dat de ver­tol­king daar­van mij in­ter­na­ti­o­na­len roem zou ge­bracht heb­ben. De film werd ver­vaar­digd ge­du­ren­de de don­ker­ste dagen van Duit­sch­land, de eer­ste maan­den van 1919, vol­gen­de op de re­vo­lu­tie. Som­mi­ge moei­lijk­he­den sche­nen on­o­ver­ko­me­lijk, daar­om was het ge­luk­ken een ware tri­omf. Ma­te­ri­aal was zeld­zaam en het werk­volk was niet te be­stu­ren; de po­li­tie­ke toe­stand was zoo ern­stig dat nie­mand wist wat er zou ge­beu­ren van dag tot dag.

Ze­ke­ren dag dat Lu­bitsch een dui­zend­tal extra per­so­nen had aan­ge­wor­ven om te fi­gu­ree­ren in de ge­peu­pel­toonee­len, kwa­men er wel twee dui­zend meer aan de poor­ten van het stu­dio om werk vra­gen. In­dien hij ze niet allen geënga­geerd had zeer zeker zou­den zij in­ge­bro­ken heb­ben en zou­den wij

de reeds ge­draai­de toonee­len te her­be­gin­nen heb­ben. Eene bi­zon­der­heid, waard om te ver­mel­den is, dat me­ni­ge arme drom­mel ge­du­ren­de het op­ne­men in be­zwij­ming vie­len, zoo zwak waren zij van uit­put­ting.

De mees­te der toonee­len van « Ma­da­me Du Barry » zijn ge­no­men in het U.F.A. stu­dio op het Tem­pel­hof, de oude pa­ra­de grond van den Kei­zer; de toonee­len welke moesten ver­beel­den te Ver­sail-les te spe­len wer­den ge­filmd in Sans Souci, het pa­leis van Fre­de­rik de Groote te Pots­dam. Sans Souci met zijne hoven en fon­tei­nen is een Ver­sail­les in mi­ni­a­tuur.

De gan­sche com­pa­ny trok voor 14 dagen naar Pots­dam en al was het hard wer­ken, ik aan­zag het toch als een uit­span­ning. Het Pa­leis en zijn won­der­schoon park was ons be­reid­wil­lig af­ge­staan door het Gou­ver­ne­ment.

Wij kleed­den ons voor de film in ons hotel en reden dan per auto naar de plaats om te «draai­en» het­geen niet wei­nig ver­ba­zing wekte onder het een­vou­di­ge volk van Pots­dam. Ze­ke­ren mor­gen wan­neer ik naar mijn auto ging in mijne hof­klee-dij en ge­poe­der­de pruik riep plots eene boe­rin: « Daar is de Kei­ze­rin! » Wan­neer ik haar zegde dat ik een film­ac­tri­ce was wilde zij mij niet ge­looven.

Onze com­pa­ny met haar weel­de­ri­ge kestu­men ver­an­der­de « Sans Souci » in den tijd van Fre­de­rik de Groote wan­neer hij daar Vol­tai­re op be­zoek had En het leek mij pre­cies alsof wij gees­ten waren van den groo­ten Ko­ning, welke rond­dwaal­den in dit schoo­ne pa­leis. Het ge­voel welke mij over­kwam, wan­neer ik een hoofd met ge­poe­der­de pruik aan eene der ven­sters zag ver­schij­nen, was niet te be­schrij­ven.

Hadde de Kei­zer nog op den troon ge­ze­ten, ik ben zeker dat hij het lie­ve­lings­pa­leis van zijn door­luch­ti­ge voor­va­de­ren niet gd­leend had tot film-doel­ein­den.

Doch Duit­sch­land van 1019 was een nieuw Duit­sch­land en sinds de re­vo­lu­tie zijn er een me­nig­te pa­lei­zen ge­bruikt tot film­op­na­men.

Niet­te­gen­staan­de dut ik met lief­de de rol van « Ma­da­me du Barry » ver­tolk­te en de ge­luk­ki­ge dagen op « Sans Souci » moet ik toch zeg­gen dat « Car­men » steeds mijn lie­ve­lings­rol bleef. « Du Barry» heeft de twee­de plaats in mijn hart en daar­op volgt dan « Su­mu­run ». (**)

Bii eiken film, welke Lu­bitsch be­stuur­de, speel­de hij de een of an­de­re cteur eene free, zoo ook nu en wel met Jan­nings, de be­ken­de film­spe­ler. Ze­ke­ren na­mid­dag, wij waren ge­reed terug naar de stad te keeren, zond hij voor hem met de bood-shap een paar toonee­len meer te nemen. Emil Jan­nings deed dus op­nieuw het niet ge­mak­ke­lijk met de aan­ge­tas­te pok­ziek­te en bood zich bij kos­tuum aan, schmink­te zich als Lo­de­wijk XV Lu­bitsch aan. Deze zegde hem dat hij in zijne doods­kist moest gaan lig­gen, welke ge­bruikt werd voor an­de­re toonee­len, en gaf de ope­ra­teur de noodi­ge be­ve­len, de­wel­ke Jan­nings kon hoo­ren.

(Wordt voort­ge­zet).

(*) Wij her­in­ne­ren onzen le­zers dat Pola Negri hier aan het woord is.

(**) Op het oog­en­blik wordt over­al in Ame­ri­ka « Su­mu­run » -ver­toond onder den naam van « One Ara­bi­an Night» (Een Ara­bi­sche Nacht), met Pola Negri in de rol van de « Nood­lot­ti­ge be­tooverënde Sla­vin ». Naar wij ver­ne­men wor­den er door eene onzer gun­stigt ge­ken­de film­ver­hu­rings­fir­ma’s stap­pen aan­ge­wend om die band voor België aan te schaf­fen. Wan­neer hij aan­ge­kon­digd wordt zul­len wij er een in­te­res­sant ar­ti­kel aan wij­den.


I LOUIS CA­VENTS

AN­VERS

In­stal­la­ti­ons et Répa­ra­ti­ons d’Elec­tri­cité

GROS

Mai­son Prin­ci­pa­le: 21, RUE LÉOPOLD Devis gra­tuit FA­BRI­QUE:

sur de­man­de Rue Vinçotte, 88

a? & Suc­cur­sa­les: DÉTAIL BOR­GER­HOUT

60, rue de l’Église 118, rue Na­ti­o­na­le * * 1 LAM­PES PHI­LIPS -- [An­vers] —

Ate­liers: Spéci­a­lité: LUSTRE­RIE

rue Guil­lau­me Tell, 1 TÉLÉPHONE 5842

Als gij liet woord

fä/tf­flOUftf

aan de deur van een Ki­ner­ca ziet staan, treedt dan bi­ti­nen en gij zijt zeker een aan­ge­naam oogen-blik door te bren­gen

Karl­hui­zers­straat, 9A - Brus­sel

Kor­te­lings te Ant­wer­pen

De laat­ste suc­ces­fil­men:

De Lief­de sterft nooit

Zijn Plicht

Ver­los­sing

De Zee­dui­vel


POUR AVOIR UNE BIÈRE BONNE ET SAINE

Adres­sez-vous à la Bras­se­rie

VAN HOM BEECK

BER­CHEM - Tél. 5210

IÎIËRE8 en KOU­TEIL­LES - en FUTS

WMfiêM

HA­BIL­LEZ

VOS

EN­FANTS

BRI­TAN­NIA

17, Lon­gue rue d’Ar­gi­le

Mai­son BER­T­HY

106, rue de l’Eg­li­se, 106

FO UttJR U FIE S

Ar­ran­ge­ments — Répa­ra­ti­ons Consêrva­ti­on de four­ru­res Prix avan­ta­geux — Tra­vail soigné

nu « mu nu mi muil (I

12, rue Van Ertborn Tél. 2921 AN­VERS Tel. 2921

Agen­ce pour la Pro­vin­ce d’An­vers du Vrai "FERO­DO"

Agen­ce pour An­vers des Rou­le­ments à bil­les S. K F.

Agen­ce générale pour la Bel­gi­que du Dia­mond et Noble's Po­lish

La seule mai­son de la place four­nis­sant aux ga­ra­ges aux prix de gros

PHO­TO­GRA­VEURS

DES­SI­NA­TEURS

CLI­CHE!

» POUR

à CA­TA­LO­GUES RE­CLA­MES

pJ&L IL­LU­STRA­TI­ONS

EXE­CU­TI­ON Ofl­PI­DE ET SOIGNÉE

Champ Vle­mi­neKx.ô AN­VERS

Te LÉ PM - 9209

OU­VRA­GES DE DAMES

OU­VRA­GES l)E881AÉ

LAI­NES, SOIES, CO­TONS, COU­VRE-LITS, NAP­PES, STO­RES, BON­NET­TE­RIE A LA MAIN, DEN­TEL­LES, JUM­PERS

MAI­SON EMMA

H VA'DWER­KEN

WOL, ZIJDE, KA­TOEN, BED­SPREI­EN, TA­FEL-KI.EE­DE­REN, STO­RES, KAN­TEN, HAND­BREI­QOED, JUM­PERS

ïj{ An­vers, Rue Von­del­straat, 15, Ant­wer­pen

GAR­NI­TU­RES

POUR

Fu­moirs, Sa­lons, Bou­doirs Cham­bres à cou­cher Ve­ran­dah Fau­teuils - Club

11, Lon­gue rue du Van­neau

(près du parc)

ili­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­iyi

MEU­BLES

I Les plus grands Ma­gasins en Bel­gi­que

9 Lon­gue rue des Clai­res 9

(près Meir)

I Grand choix de gar­ni­tu­res, 200 sal­les à man­ger, | s cham­bres à cou­cher, sa­lons, cui­si­nes, ve­ran­dah’s, § bu­reaux, li­te­ries, chai­ses-lon­gues, etc. etc. 1

Mai­son Améri­cai­ne

Meil­leur marché qu’ail­leurs . | I Ou­vert tous les jours jusqu’à 8 h. .«. |

I Ma­gas­in fermé g

H Autos pour Cérémo­nies. Ma­ria­ges, Baptêmes f et Fêtes

Ga­ra­ge J- & H. DEHU

Téléphone 3107

42, Canal des Bras­seurs - AN­VERS

VOY­A­GES A L’ÉTRAN­GER - EX­CUR­SI­ONS PRIX A FOR­FAIT

CJvcC­te/Kt cie

A. e”F?oo s - Çfpe­cuxfùbt ixxFt ooaei -ou­olfc­tu­oe­fe

ci­iM­CEi6r­c­sTRAAT20r

BRO­DE­RIES

DES­SINS MO­DER­NES

PER­LA­GES, BOU­T­ONS, POINTS­CLAIRS. PLIS­SA­GE

M— RY­CKAERT

RUE RU­BENS, 17, AN­VERS

TRA­VAIL SOIGNÉ ET RAPI­DE

..​EMGELSCH HOE­DEN­MA­GA­ZUN..

V0N­DELSTR., 19

CAUS

(nabij St. Jans­plaats)

De laat­ste nieu­wig­he­den in Vil­ten Hoe­den

Rüirrçe leus Ziet Zta­lae


ROYAL - ZOOL­OGIE CI­NE­MA

Sous le dra­peau Améri­cain

mi 17 mi 21 juin

Rio Jim, vétéran de l’armée améri­cai­ne, ha­bi­te les régions déser­ti­ques aux con­fins du Co­lo­ra­do, avec son fils Bob­bie. Il y a décou­vert une mine d'or, mais comme il a négligé de faire dns décla­ra­ti­ons de prop­riété édictées de­puis la loi sur les con­ces­si­ons minières, il sc voit trusté de son bien par doux ave­n­tu­riers, dont un in­spec­teur du Gou­ver­ne­ment.

Rio Jim se voy­ant dépossédé sans au­cu­ne autre forme de procès, se rend à New-York pour y in­tro­dui­re une récla­ma­ti­on auprès du Clicf d'Etat, mais à son grand dése­spoir, il ne peut ob­te­nir jus­ti­ce.

L’âme dévorée et ai­grie con­tre l’Etat qu’il a pour­tant tou­jours si fidèle­ment servi, il décide de se ven­ger d'une façon écla­tan­te.

Mais è son re­tour au pays, un plus grand mal­heur l’at­tend. Son fils est mort pen­dant son ab­sen­ce.

Rien ne re­tient Rio Jim dans l’ac­com­plis­se­ment de sa ven­ge­an­ce. Il se rend au Mexi­que et se joint aux ban­des de pil­lards de fron­tières, il de­vient l’âme damnée de Za­pil­la Ju­a­rez, le chef des ban­dits.

Il est sur le point de li­vrer le camp de Law­ton-Rid­ge aux Mexi­cains, quand tout à coup il se rend comp­te de l’im­men­se er­reur qu’il va com­met­tre et grâce à sa vo­lonté de fer, il réus­si­ra à faire bat­tre les Mexi­cains.

Désor­mais il connaîtra une nou­vel­le vie de par­don, car il a adopté l’en­fant d'un sol­dat tué dans la ba­tail­le et part avec lui vers une contrée loin­tai­ne, où il fi­ni­ra sa vie en paix.

Fox-Trot

Pas­sing of Salomé

Y. Kern

A. Joyce

[‘npi­i­inia van 17 lot il .lnni

Valse

Betty se débrouil­le

Comédie in­ter­prétée par Jac­kie Saun­ders

Fox-Trot

Pas­sing of Salomé

Wals

Y. Kern

A. )oyce

Betty trekt haar plan

Tooneel­spel met Jac­kie Saun­ders

in den hoofd­rol

Phi - Phi

Fan­tai­sie

H. Chris­tiné |[ 4.

Sous le dra­peau

Améri­cain

Drame avec W. S. Hart dans le rôle prin­ci­pal

Phi - Phi

Fan­ta­sie

H. Chris­tiné

Onder Ame­ri­kaan­sche Vlag

Drama ver­tolkt door W. S. Hart

SEMÂx-.E PROt-.​AINE MISS DÛ PONT

dahs

Une femme mer­veil­leu­se

ANITA KING

dans

Onder Ame­ri­kaan­sche Vlag

Rio-lim, oud-strij­der van bet Ame­ri­kaan­sche leger, woont in de woes­tijn­ach­ti­ge stre­ken der Ver­ee­nig­de Sta­ten met zijn zoon Bob­bie. Daar heeft hij goud­mij­nen onl­de­kl, doch ver­zuimt eene re­gel­ma­ti­ge be­schrij­ving daar­van aan de re­geering te geven. Twee schur­ken, waar­van een op­zich­ter van den Staat, be­slui­ten Rio lim van zijne ont­gin­ning te be­rooven, waar­in zij ten volle ge­luk­ken.

Jim denkt dat zijn va­der­land je­gens hem on­recht­vaar­dig is; hij gaal naar New-York zijn be­klag doen. Doch, daar de stuk­ken der roovers in regel zijn, moet hij zich voor hel nood­lot hui­gen. Ver­bit­terd keert hij naar zijne ge­boor­te­plaats terug, en vindt er zijn zoon­tje in­lus­schen ge­stor­ven aan de gele koorts. Hij zweert zich op eene ver­schrik­ke­lij­ke wijze te wre­ken cn be­sluit over de grens naar Mexi­co te Ver­trek­ken ten einde zijn va­der­land te ver­klik­ken.

Hij wordt door de ban­die­ten aan­ge­wor­ven en is op het punt het kamp van El Paso aan de schur­ken over te le­ve­ren, wan­neer hij eens­klaps lot be­zin­ning kamt en de even­tu­eele ge­vol­gen van zijn ver­raad in­ziet. Zijne va­der­lands­lief­de neemt de bo­ven­hand en dank zijne wils­kracht zal hij er in ge­luk­ken de Mexi­kaan­sche troe­pen te ver­slaan.

Im­pri­me­rie du Cen­tre.

Rem­part, Kip­dorp. Anyer?